De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1897 7 maart pagina 5

7 maart 1897 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 1028 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. 19de Eenwsclie Indiscretie. Men moet zich alles laten welgevallen? Bat er na onzen dood dwaasheden gezegd wor den over ons karakter, ons werken, ons »mensch z\jn" passé! Maar bij «levenden lijve" allerlei nonsens over zichzelf te moeten lezen, zonder permissie om de onjuistheden te rectifi ceren, dat is toch wat erg! Indertijd gaf Eigen Haard een biographie van Schaepman en volgde daarbij den practischen weg eerst de copie door den geïnteresseerde te laten nazien. Al ben ik nu niet een beroemdheid > toch was het mij zeer onaangenaam in de Huisvrouw een portret en levensbeschrijving van mijn eigen ikzelf te vinden zonder daarin gekend te zijn geweest. Ik leef toch nog! Deze manier van handelen vind ik al even indiscreet als al de gewetensvragen die tegenwoordig op de afschuwelijke belastingpapieren voorkomen; 't is erger dan een biecht en dat vindt men toch al inbreuk doen op de individueele vrijheid! Ik verzoek de onpartijdige lezers mij toe te staan, mij aan haar voor te stellen niet als een half verongelukte letterkundige, philantropische treurwilg zooals de Huisvrouw mij beschrijft, maar als eene gewone Hollandsche, volbloed Am sterdamsche vrouw, die af en toe schreef uit familiekwaal. De aanhef mijner biogiaphie is al even ouderwetsch als onwaar: «Reeds als jong meisje onderscheidde zij zich door een gelukkigen aanleg, door leergierigheid en schranderheid.. .." Integendeel! Ik was een van de domste kin deren die men zich voor kan stellen: Elf jaar oud kon ik kwalijk lezen, liep altijd met een pop, had de gewoonte van alle arme kinderen uit de steegjes van de N1. Z. Voorburgwal te.... omhelzen en mijn speelgoed weg te geven. Ik werd naar kostschool gezonden in Duitschland en bleef scer weinig «leergierig" en «schrander" tot mijn vijftiende jaar. Ik herinner mij perfekt twee snuggere antwoorden op een prijsuitdeeling gegeven: «Hoelang duurde de SOjarige oorlog?" «Dat heb ik nooit geleerd." »Welk verschil bestaat er tusschen een participe présent en een participe passé?" «Geen verschil." Omdat ik de dochter van een geleerde was, meende men, dat ik alles wel zou begrijpen en werd ik steeds in de hoogste klassen geplaatst. Mijn getuigschriften droegen: gedrag goed wel spotziek in de studievakken altijd '2 en 13, alleen l in stijl en teekenen. Met 15 jaar ging ik naar een Belgisch kost school en werd noch «schrander", noch »leergierig", wel erg braaf en vroom, en had een dozijn intieme vriendinnen. De Huisvrouw vervolgt: «Aanvankelijk voor het onderwijs bestemd, studeerde zij vlytig om haar akten te halen." Myn vader dacht aan geen «onderwijs" voor m\j en ik even min. Circa 18 jaar oud kwam ik thuis, maakte visites, ging naar kerk, comedie, concerten en eenige bals, een wandelingetje op Heeren- en Keizersgracht, zomers naar buiten. Zoo banaal en gewoon mogelijk. Op mijn 21e jaar ging ik naar 't klooster, uit behoefte aan een ideaal leven, uit verlangen mij te wijden aan werken van barmhartigheid. Toen, ja, ik geloof wel dat er eenige ontwik keling kwam; ik moest zoowel in Belgiëals in Duitschland diploma's verwerven en behalve de vacantie-perioden, die ik aan werken van barm hartigheid mocht besteden, werd ik zeven jaar lang geheel voor 't onderwijs geven gebruikt, ofschoon de Huisvrouw zegt: »zij is er niet toe gekomen van de verworven bevoegdheid in de jiraktijk van het onderwijs geven gebruik te maken". Tijdens den Culturkampf in Duitschland verliet ik het klooster en bleef' mij aan 't onderwijs wijden. Eerst haalde ik de Ilollandsche akten, ging toen naar Engeland wat meer oefening in de Engelsche conversatie opdoen om direct daarna weer practisch in Polen de studies van (iravin Summinska te leiden. Van 1870?1880 was ik voortdurend practisch bij 't onderwijs werkzaam; het was een zeer ge lukkige tijd. Mijn kennismaking met Louise Stratenus bracht mij meer tot letterkundigen arbeid: periode 1881?18!)1. Letterkunde en gewoonte met jonge meisjes om te ga-m deden mij achtereenvolgend 4 (niet 2 zooals de Jliiisi'i'oiiw zegt) weekbladen voor meisjes oprichten: Lelie- en l'n-.e.nknoiijiot gedurende f> jaar; toen de J/ollaitikclti: I,elie gedurende '2 jaar en bijna tegelijk (ik woonde in Brussel) Joiiriiu/ In Juu.itti /'V//c, opgelost door 't failliet van 't buis Mutjuardt, waaiop ik door mijn Parijsche vrienden aangemoedigd werd een dergelijk blad in Frankrijk op te richten : Jmn'ii-ni des Jennen Fillex. De reclamekosten waren echter zoo groot dat de finantieele toestand niet toeliet. deze uitgaaf voort te zetten. In diezelfde tijd van '81 ill schreef ik -i'1.'! couranten-artikelen en gaf pi. m. 25 boekdeelen uit. Ik geloof niet dat het mogelijk ware geweest meer te werken. De Huisvrouw zegt: «Mejuffrouw Alberdingk Thjjm heeft veel gelezen en met vrucht gelezen." Dit is helaas niet waar. Tijd om te lezen heb ik nooit gehad, daarbij is mijn geheugen heel slecht, zoodat ik dadelijk vergat als mij iets te lezen gegeven werd; ook heb ik lezen altijd veel vermoeiender gevonden dan schrijven. Er zijn jaren voorbij gegaan dat ik niet eens een courant, veel minder een boek las. A propos van mijn boek «Een koninklijke mis daad" zegt de Httiscrouio: »Dit werk heeft aan de reputatie van de schrijfster zooveel kwaad gedaan dat zij zich genoodzaakt zag een vcriiedigingsgesclirift in 't licht te geren." ? ? '? ? In elk geval het is met waar : ik heb nooit een verdedigingsgeschrift in 't licht gegeven ! ! ! En ook nooit vermoed dat dit noodig was. Ik heb aan 't eind van dien roman gezet, dat ik bereid was, alle lezers, die zich aan myne heldin in teresseerden, nadere inlichtingen over haar te geven. Circa 500 brieven bereikten mij met de dringendste vragen; daar het onmogelijk was die allen te beantwoorden, heb ik een brochure ge schreven : «Een koninklijke misdaad toegelicht", als antwoord op al die brieven. Niemand viel mij aan, ik had mij dus niet te verdedigen. Het boek schreef ik, omdat ik in de heldin geloofde en omdat het thema mij gelegenheid gaf mijn verbeeldingskracht in stijlvorm te oefenen. Omstreeks 189;) las ik het leven van Catherine Booth, toen... begon ik te lezen... buiten, in Brabant levend, zonder bepaald werk, zonder redactiewerk, en het »God beminnen bovenal en de naasten gelijk zich ,;«?/" overweldigde mij zóó, dat ik besloot, verder mijn leven aan dat doel te wijden. Hiermede ben ik sindsdien bezig en hoop het voort te zetten tot mijn dood. Ik vind de Huisvrouw bepaald indiscreet als zij zegt: »Mej. Ttiijm is niet bemiddeld" en verderop : «Zij heeft veel geleden." Wat is dat «bemiddeld" ? Ik kan, als vrouw alleen, op zekeren voet leven, en heb evenveel te verteren als menig ambtenaar, domino of offi cier die vrouw en kinderen er bij moet onder houden. Dit is natuurlijk niet genoeg om 50 of meer vrouwen en kinderen te voeden, te kleeden, te logeeren .... Mijn huisje is wel klein, maar ik heb achter aan mijn tuin een belendende diamantslijperij kunnen huren, die leeg stond. hier zijn twee zeer ruime slaapzalen. Doch al zegt de Huisvrouw dat ik »niet in voldoende mate geholpen word in mijn liefdewerk" zoo is dit geheel onjuist. Neen ! dankbaar en gelukkig erken ik: hoe lief en goed de menschen zijn, en hoe vele beurzen zich steeds openen om mijn werk te steunen. Vele gaven stroomen mij toe. Juist onder de armen levend ondervind ik hoe heerlijk groot en edelmoedig het menschelijk hart is. Ook ben ik dankbaar voor het vertrouwen door de toevloeiende giften bewezen, terwijl de ruimste gaven zich verbergen onder het strengste incognito. Neen, Jluixvrottif, ik ben geen treurwilg, ik heb niet ->veel geleden" .... ik heb integendeel kolossaal genoten in mijn leven en reken mij tot een der gelukkigste stervelingen. De menschen heb ik altijd liefgehad en veel liefde ontvangen, is dat niet hel geluk ? De heerlijkste indrukken van natuurschoon en kunst heb ik in mij kunnen opnemen, de edelste daden van zelfverloochening bijgewoond; heel graag zou ik mijn leven opnieuw beginnen en er niets aan veranderen. Mijn tegenwoordig werk van menschenliefde kan mij geen teleurstelling geven! Als ik op de 3(J5 dagen ns of tweemaal moedeloos ben uit gebrek aan physieke kracht, of omdat mijn handen gebonden door de wet geen onrecht kunnen herstellen, geen onschuld kunnen l redden: toch is mijn dagelijksche uitroep: >Wat ben ik gelukkig, ik ben veel te gelukkig, ik heb dat niet verdiend" ! Vergeef, lezeres, dat ik zoo lang over mezelf sprak, doch hongert ook gij naar 't geluk : ga dan wonen onder 't volk, deel met hen wat gij bezit, geef <.I-:M K ! en gij zult honderdvoudig terugont vangen wat gij gegeven hebt. Cvi'lfAKiXA Al.BKKlHNi.K Tlll.I.M. Belang en Recht. Sedert den 15 Oct. van bet vorige jaar ver schijnt bij den uitgever van l.ooij: Helmi;/ i'ii AVr/V, orgaan van bet comitétot verbetering van den Maatschappelijke!! en den Uechts-toestand der vrouw in Nederland, van den Vrouwenbond te (Ironingen en van de vereeniging ? '/i.-igu/i'i-" t/1 Amsterdam, onder redactie van Dennette v. d . Meij. In dit blad, dat den ie en den lT>e van elke maand, in zes pagina's uitkomt, worden on zeer degelijke en onderhoudende wijs de vele onderwerpen besproken, die de beschaafde vrouw in onze dagen belaiigstelline iuboazemen. en dat. behalve door de bekwame redactrice zelve, door vrouwen en mannen, die van de quaesties, het maatschappelijk leven der vrouw rakende, studie hebben gemaakt. Wij noemen slechts Jkvr. Jeltje de Bosch Kemper, die over de vrouwen beweging en de a. s. tentoonstelling schrijft, mr. E. Fokker, die de wettelijke positie der ge huwde vrouw bespreekt, Mr. van Overvoerde en Prof. Molengraaff, die het onderzoek naar het vaderschap bepleiten. Zoo ook gaf C. H. de Jong een artikel over Fröbelsche kindertuinen, Dr. Cath. van Tusschenbroek over het medisch-hygiènisch toezicht op scholen en scholieren, mej. E. Haigthon over den International Council of Women (Realiteit wordend Ideaal), mej. Henriette Goudsmit over: Met kinderen in Artis, en mej. de Vries, Robbéover de vrouw in Italië. Tot kennismaking met dit weekblad wekken wij onze lezeressen op. immiliiimiiiiiiiiiiiiiiiliiiimii iiiiiiimiiiiimimiiuiiiiiiili» Illüstreeren, Onder den titel: »What our daughters can do for themselves" gaf Mrs. H. Coleman Davidson het resultaat van haar onder zoek omtrent arbeid, waarmede door vrouwen de kost wordt verdiend, of zou kunnen verdiend worden. Amélie Hautringer deed tenzelfden tijd gelijk soortig werk: de vrucht daarvan was: »D i e Weibliche Berufswahl". Beide schrijfsters wijzen den weg ter bekwa ming, en bij vergelijking der handleidingen blijkt, dat het arbeidsveld in Duitschland nagenoeg even groot is als in Engeland. Zij, die klein zijn van vertrouwen, ontvingen als 't ware een toetssteen voor die handleidingen van Margaret Bateson. In haar «Professional W omen upon their P r o f e s s i o n s", spreken vijf en twintig vrouwen, die in evenveel verschillende werkkringen naam hebben gemaakt, zich uit over haar beroep en de waarde er van voor de vrouw. Het boek zien, is het boek koopen. Wie toch zou kunnen nalaten het te doorbladeren om zoo mogelijk voor altijd in zijn geheugen op te nemen de beeltenissen van een reeks vrouwen, de roem van haar geslacht. En juist omdat de uitgevers het zoo gemakkelijk gemaakt hebben het een en het ander te doen zonder het boek te koopen 't is rondom afge sneden, zoodat van tusschen de bladen gluren geen sprake is zal zoo goed als niemand de lust bekruipen dit blijk van vertrouwen met 'n n guldens illoyauteit te beantwoorden. De l'J de eeuw is de eeuw van den stoom, der electriciteit, der reclame, hoor ik stemmen opgaan. Alhoewel ik het volkomen eens ben met deze denkbeeldige inderedevallers, meen ik, dat zij nog een ander merk draagt; een teeken wel minder dikwijls aangewezen, maar daarom niet minder karakteristiek. De l!)de eeuw is de eeuw der plaatjes. Zien wil men, zien; veel meer en liever dan óf luisteren, óf denken. Voor de kinderen: naast hun prentenboeken de lagere school met haar aanschouwingsonderrieht; voor de volwassenen: gravures en afbeeldingen, hier daar en overal. De menigte kan haar voorstellings vermogen wel te slapen leggen; als die van n op de tienduizend wakker blijl't, is het genoeg. Deze schetst en allen zien het non plus ultra van gemakkelijk ! Bij /wart en Wit" is bijgevolg vraag naar arbeidskracht. Op het geslacht der leveranciers ziet ze niet; karakteristiek moet het werk zijn en bovendien rekening houden met den smaak van het gros der kijkers dat's haar eisch. Kn daaraan zal de een voldoen voor L e Journal Amusant of Punch, de ander voor de ver siering van Dante of Vondel. Waarom zijn er zoo weinig vrouwen, die zich op illustreeren toeleggen, alhoewel het een vak is, dat baar aan haar te huis kluistert en dus ook voor den strengsten rechter over vrouwelijken arbeid volkomen binnen haar sfeer ligt ? Miss Bateson zoekt de oorzaak van dit feit ten deele bij de opleidingsscholen, die haar leerlingen niet voldoende in die richting ontwikkelen, ten deele bij de vrouw zelf door haar gebrek aan initiatief', doorzettingskracht, waar het geldt moeilijkheden te overwinnen en zwarigheden uit den weg te ruimen, zoodra het iets ernstigs en gewichtigs raakt. In dit laatste zullen wij we! hot zwaar tepunt hebben te zoeken, want het eerste trel't de vrouwen niet meer dan de mannen, en man lijke illustrators zijn er wel. Is er in Nederland waarschijnlijk niet n vrouw, die illustreeren tot beroep koos. in Enge land zijn ze er, maar groot is bet aantal niet. .Van de spits dier kleins schare staan de gezus ters D e m a i n II a m m o n d. Wanneer wij zien voor woiki' uilwvei'stinna'H /ij werken o. a. M;u::i!Ü!ai;, ('assc!!, .loseph ('annton .V' Co. en welke boeken en tijdschriften /ij verluchten - - Kiplin;;'" Uadali.i Herodsl'out. iuk'r, i'ioU-inoup dan mug:;n v/ij ila;irop /''kei' we! nn^ oordeel over haar talent doen rusten. Zij leveren degelijken arbeid, geen half werk en daarom zijn ze geslaagd wij, vrouwen, kunnen ons dat niet te diep inprenten. De gezusters Demain Hammond bezochten de Lambeth School of Art. Een der leeraren spoorde zijn leerlingen voortdurend aan om in hun vrijen tijd van elkaar schetsen te maken. Dien raad achtten zij een van de voortreffelijkste, welke zij ooit kregen: zoo oefent men zich in het vinden van 't karakteristieke, en leert men kie zen, wat betreft houding en wyze van behan deling. Van oordeel, dat de illustrator den mensch dient te kennen in al zijn lijnen en buigingen, volgden de gezusters een particulieren cursus in naakt, daar de Iloyal Academy vrouwen daarvan uitsluit. Den mensch beschouwen zij als haar uitgebreidste waarnemingsterrein; hij wordt voort durend door haar bespied, vooral op straat en in openbare vervoermiddelen. Zoolang men niet slaagt in het sluiten van doorloopende contracten, zijn de inkomsten van den illustrator zeer wisselvallig. Voor beginners is het zeer moeilijk te weten, welke waarde hun werk heeft, zoodat bij gelijk talent de een. dik wijls driemaal meer bedingt dan de ander. Het slachtoffer worden van onwetendheid of beseheidenheid voorkomen de aavangers het best door lid te worden van de Black and White Society zij verstrekt hun inlichtingen, welke langs geen anderen weg zijn te verkrijgen. Dus ook in dit geval : arbeider en arbeidster, van vakvereenigingen moet ge dit hebben; in haar uw kracht gezocht wanneer toch zal de Nederlandsche kostwinnende vrouw dit gaan in zien en in overeenstemming met dit inzicht gaan handelen ? ! Amsterdam 9 Febr. 'i.'T. EI.ISK HAIMITON. lie ml liet ons? Omtrent het stukje; onder dezen titel in het l''ric*chc Volkstilad van ^1 Februari verschenen, en door ons overgenomen, bevat het tieltoulblad van deze week bet volgende: >Waarom bij de aanmelding voor kweekeling van de vrouwelijke candidaten een getuigschrift van een geneeskundige verlangd wordt en van de mannelijke niet? Het antwoord is nog al ge makkelijk te geven. Het is omdat volgens het bij kon. besluit vastgestelde reglement voor de kweek scholen, de mannelijke kandidaten voor den aan vang van het examen door een van rijkswege daarvoor aangestelden geneesheer onderzocht worden, en de Minister zoo goed geweest is, in dit opzicht voor de meisjes een aangenamer maat regel in te voeren, door voor haar met een attest van haren huisdokter genoegen te nemen." Het is dus, naar het I''riesclte Volkéilad erkent, geen onrecht, maar een voorrecht, dat de meisjes genieten. Jteatriee. .Lii'/'dudii/heid. ? lluoger onder ii'ijs. Itece/iteit-. Prinses Beatrice, de jongste dochter van koningin Victoria, werd kort na den dood van haar man, prins Battenberg, tot gouverneur" (of gouver nante ?) van het eiland Wight benoemd. Nu denkt de koningin haar een nieuwen titel te geven, hertogin van Kent. en dat vooral om aan Beatnce's oudsten zoon, Albert Alexander, een Engelschen pairsrang te kunnen verleenen. Bij de velen in Engeland, die vinden dat Koningin j Victoria met al te moederlijke bezorgdheid voor | hare familie al de aanzienlijke en hoogbezoldigde j staatsambten monopoliseert, zal het plan wel ergernis wekken. * De stichter van het groote huis in damesmodes te Weenen (dat thans door de firma Ilirsch van Amsterdam en Brussel is overgenomen), de heer Christoph Drecoll, besteedt een deel van het verdiende geld aan liefdadige werken. Hij heeft een kapitaal van 100,000 florijnen bestemd om aan onbemiddelde kleermakers en naaisters vaklessen te doen geven; ook heeft hij een ondersteuningsfouus voor verarmde arbeidsters gesticht en zal een groot tehuis voor hen laten bouwen als de stad Weenen hem kosteloos bouwgrond wil geven. * * In de damesvereeniging het -Houden Kruis" te Weenen, tot oprichting van herstellings huizen voor ambteiiaarsfamiiiën. beeft de kroonprinsesweduwe Stepbanie, die eere-presidente is. zelf de vergaderingen geleid en toespraken gehouden. Te lierlijn zijn nu ook dames tot de Landwirthsehafthcüe Ilochschule toegelaten, mits de rector voor ieder geval afzonderlijk toestemming geeft. (lii!(.if li,cii:!,inl mi jrouKiiji:. Men maakt een dikke pap van twee glazen melk en een grooten eetleiiel meel. Van liet vuur genomen wordt er een kwart pond boter, en evenveel (irnyère-kaas bijgevoegd, vervolgens vier elerdooiers en vier goedgeklutste eiwitten. Ken vorm wordt goed gt'butord, met het mengsel (zou noodig een wuinig gczovitcii) gijvuKl, en anderhalf uur uu bain-marie gekookt. .Men dient i;ij dezen . gjtuau" oen tomau'u-aus. bkr.ke saus of jussaus. E?e.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl