De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1897 7 maart pagina 7

7 maart 1897 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No 1028 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Eisenach, daar toefde Frieda en legde eenen krans neer, als stil bewijs van hare onder loop van alle middelen was ontbloot. De plaat toont ons den goedhartigen pachter Peters met zijne vrouw Marie en hare moe der die het eerste kindje, uit dit huwelijk gesproten, op den arm houdt; op den achter grond aan schouwt men de boeren pachthoeve, Reuter's verblijf. De op voedsterder kinderen der familie Peters was Luise Kuntze (zie pl.VII), dochter van domine Kuntze te RoggensII. Het portret van Frits Kenter, door hem zelf geteekend op de vesting Magdeburg. drukte neiging tot den dichter. Na acht jaren gevangenisstraf wordt de jonge Reuter begenadigd en ontslagen. Maar waar nu heen ? Aan de universiteit te Tübingen werd hij afgewezen, kort toefde hij in 1840 te Heidelberg; hij maakte aan de studie der rechten voor goed een einde. Van nu aan ontwikkelt zich Eeuter eerst als dichter; hij leert bij den pachter Rust (zie platen IV en V), en voornamelijk door Peters, den landbouw ken nen, welke tak van bestaan hem de velerlei stof gaf voor zijne werken. Het was voornamelijk de familie Peters (zie plaat VI) aan wie wij het behoud van Reuter te danken hebben. In de stille omgeving te Thalberg kwam zijn talent tot rijpheid, en zoo ontstond aldaar zijn hoofd werk »Ut mine Stromtid", ons allen bekend. Gedurende acht volle jaren onderhield de familie Peters den begaafden man, die door den aangestipten levensPruisische gouvernement veel had te lijden gehad, liet hij zich in 1851 als Pruis naturaliseeren. duitsche compositie te hooren voorlezen. Nog altijd is de machtige indruk van een hoofdstuk en wel een sociaal ons bijgebleven. (In Deze korte uittreksels geven een vluchtig j de platdeutsche creatie ontbreekt dit kapitoverzicht van het uit voerige nieuws, dat dr Gaedertz in zijn jong ste boek over Fritz Reuter en zijne schep pingen aan 't licht brengt. Het werk is in elk opzicht zeer aan te bevelen. Fritz Reuter is begonnen met in het hoogduitsch V. f>ti<.(lickoj>i>cn run FT H: lïeutcr, uit den tijd, 1. Veearts Borchert. ?>. »Branntwein" Kulow. 5. Heelkundige Meineke. (!. Domine IV. Fritz 7?MSf met jachthond Jiino". Naar eene schilderij van Fritz Reuter. tel). De inspector leidt de Gutsfrau rond langs de woningen der arme landarbeiders en geeft haar inblik in hunne maatschappelijke toe standen. Het is te hopen, dat deze schep ping, welke door teedere intimiteit zoo zeer uitmunt, eens het licht moge zien. Bij de herinnering aan dit onderdeel van »Ut mine Stromtid" rijst onwil lekeurig de vraag bij ons op: wat zoude Reuter gewrocht hebben, als hij onze dagen van sociale spanning hadde doorleefd ? J. H. S. ') Aus l'ritz Reuters jungen und alten Tageu, vou Karl Theodor Gaedertz. Zweite Folge. VVismar, HinstoriY'sche Hofbuckliandlung, 1897. \ an den/.elfdeu auteur verschenen: Fritz Reuters Reliquien, Fritz ReuterStudiëii, Fritz Reuter-Gallerie, Aus Fritz Reuters jungen und alten Tageii (Erster Theil). Alle deze werken werden door den boveneenoemdeii uitgever te Wismar gepubliceerd. toen de dichter zich aan den landbouw wijlde: .'!. Levy Josephy. 4. Domine Stubbendori'. Augustin. 7. Oberinspector Denzin. VI. Ftaiiilie l'ctcrs in ThaJhim/. Naar eene krijtteekening van Fritz Reuter. torf. Zij was zeven jaar jonger dan Reuter en hij heeft, evenals Jakob om Ra chel, zeven jaar om Luise's hand moe ten werven. De verlo ving vond in Meils47 plaats ; l(j Juni ls.01 zegende domine Kuntze het huwelijk in. Als school meester vondReuter zijne neven verdiensten te creëcren. Hij bereikte echter in dezen vorm der taal n ie t die kracht van zijne platduitsche schep pingen. Zoo bestaat zijn hoofdwerk »Ut mine Stromtid" ook in het hoog duitsch. Het is ech ter niet ge publiceerd en berust bij deerven, die geen uitgave toe staan. In 'S.'! hadden wij enhijtoondo ? het vooreene rustelooze vlijt. recht in een literairen Hoewel kring te de dichter Berlijn de van hel hoog \ II. J.aiiixe l\nnl:.i'. dl.i rcrlvo/'itf. Naar eene krijtteekening van Fritz Reuter.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl