De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1897 14 maart pagina 4

14 maart 1897 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1029 begroeten; de bekers worden gevuld, Oda en Reynout geven een lied by' de harp ten beste, en alles begeeft zich in de andere zaal, waar de dans wordt voortgezet. Oda bly'ft achter, om Rey nout met zyne liefde voor de schoone Friezin te plagen en hem jaloersch te maken op Deodaat. TerwyT de dansmuziek zich laat hooren, «Spelen des vredes, spelen van minne", komen achter eenvolgens Seerp, die naar den graaf geleid wordt, en Madzy, die vol ongerustheid niet weet of reeds het tweegevecht tusschen Seerp en Deodaat heeft plaats gehad; wanneer Seerp uit de danszaal terugkeert en haar ziet, beleedigt hij haar, het komt tot eene verklaring tusschen hen en hij laat haar ontsteld achter ; morgen zal het tweegevecht plaats hebben. Deodaat komt, zij zullen afscheid nemen, maar het afscheid wordt een liefdesduet, terwijl het feestlied uit de andere zaal: »Strengelt de handen, vroolijk en blijde, Vlottende cirkels, gracelijk spel", als bruiloftslied meeklinkt. Onder het lied komt Reynout op; razend van jaloezie, door Oda spot tend op Madzy gewezen, ijlt hij op Deodaat toe, en stoot hem een dolk in de borst. Het derde bedrijf speelt in de Groote Kerk te Haarlem, voor de plechtige ontvangst in gereed heid gebracht. Latynsche gezangen (iregoriaansche stijl klinken uit een kapel. Barbanera heeft hier Aylva doen komen om hem mee te deelen, welke knaap zyn zoon is. Hij kan de verzoeking niet weerstaan, zijn eigen zoon, Reynout, voor den zoon van den Frieschen edelman te doen doorgaan en hem aldus het leven te redden. Aylva had misschien nog liever den doodelijk gekwetsten Deodaat dan den moordenaar tot zoon gehad, maar zal nu naar den graaf ijlen, om genade Ie vragen voor de misdadigen Reynout. Maar de graaf is reeds in aantocht, en de plech tigheid begint; de bisschop van Trier biedt graaf Willem uit 's Keizers naam de hertogskroon aan ; maar de graaf antwoordt, dat hij liever, als voor heen, onder de graven de eerste, dan onder de hertogen de laatste wil zijn. Als nu de Friesche afgevaardigden aan de beurt komen en zich «getrouwe buren" noemen, ontbrandt tusschen den graaf en hen een woordenstrijd; de Friezen steunen Seerp, de Hollanders bun graaf, en de acte eindigt met de oorlogsverklaring en het strijdlustig dubbelkoor der twee partijen: »Tot wederziens in 't Friesche veld!'' Het vierde bedrijf speelt in Friesland. Reynout gaat door voor den zoon van Aylva, maar noch hij, noch Aylva, noch Madzy is gelukkig. Op een hoek van het burclitplein zit in een hoogen stoel de oude man, in slaap gezongen door Madzy ; bij ontwaakt als hij de noodklok hoort, die de nadering der Hollanders meldt. Seerp, blakend van strijdlust, komt met Friesche edelen op, Madzy gaat heen, het volk brengt e«n koopman gevangen aan, dien men voor een verspieder houdt. Het is Deodaat, hij wordt door Aylva, Reynout en Seerp herkend. Aylva wil hem redden, Seerp wil hem terstond dooden ; Deodaat wijst Reynouts hulp met verachting af, maar als Seerp met de strijdbijl op hem aanstormt, springt Reynout tusschen beiden en redt zijn vriend het leven. Op Aylva's wenscb wordt de executie tot na den strijd uitgesteld, en Deodaat naar den toren gebracht, op zyn eerewoord. De Hollanders naderen, allen gaan hen tegemoet. Madzy komt op het burclitplein en ziet Deodaat; zij wil hem redden, hij antwoordt dat hij dit niet mag aan nemen ; zij zal in een klooster gaan, gezamenlijk bereiden zij zich voor op afscheid nemen van de wereld. Het gevecht nadert het burchtplein, graaf Willem en Reynout vechten, Keynout valt stervende in een hoek, waar Barbanera hem vindt, en berouwvol hem belooft, dat hij Deodaat in zijn rechten herstellen zal. Seerp en graaf Willem iemand worden toevertrouwd, op wiens eerlijkheid en soliditeit men niet aankon. Tannenhofcr kwam op zekeren dag niet een brief van den pacha in de hand bij zijne vrouw en deelde haar op zijne weloverlegde, deftige manier mede, dat haar broeder tot herstel van gezondheid dezen zomer naar Karlsbad dacht te gaan, en toen ging hij voort: //Mij dunkt, wij moesten hem uituoodigcn, hij ons te komen voor de nakuur.'' Zijne vrouw zag met blijde verrassing op, greep zijne hand en kuste die. C'aroliua was zoo blij, dat haar man eindelijk aan de zachtheid liet, woord gaf in plaats van aan zijn streng gevoel van recht. //Het zal ouze arme Klara wel op nieuw erg zenuwachtig maken, zij windt zich altijd zoo gauw op," zei Tannenhofer langzaam, alsof hij zich bedacht. //Zij moet over haar wrok heenkomen en leeren vergeven. Ik vind, dat wij haar daartoe iu de gelegenheid moeten stellen, Adolf." Mevrouw Tannenhofer verkeerde in liet vooruit zicht van haar broeders bezoek in eeue spanning, die geheel vreemd was aan haar anders '/,oo kalm, gelijkmatig gestel. Zij had altijd veel van Hnibert gehouden, al gingen haar man en kinderen natuur lijk voor. Daarom had het haar ook dikwijls verontrust, dat, hij in een land was. waar hij niet naar de kerk kou gaan. De zendelingen, die zij zoo gaarne te logeeren had, wisten altijd zooveel te vertellen van de verkeerde dingen en al de ondeugden, die bij de ongeloovige volken in zwang waren. Had Huibert zich daar altijd vrij van kunnen houden ? Eén gedachte kwelde haar vreeselijk: zij had eens gehoord, dat de sultan alt.ijd bijzondere gunst bewees aan wie hun geloof verzaakten en geheel zooals de vorm het voorschreef, den valschcn pro feet Mohamed aanbaden. Eu haar broeder was pacha geworden!.. . Het was blijkbaar eene beschikking vau dei: Heer, dat Hij Kuibert nu juist in zijn vaderlanu terug deed kecren en hem wilde brengen in een christelijk huisgezin, welks imloed op hem niet zou verloren gaan. Zij zouden het hem erg gezellig en prettig maker in huis. Hij moest er zich op zijn gemak voelen zooals toen zijne lieve moeder nog leefde. Hoi goed trof het, dat Elisabcth er nu juist was! Haai man was bij de manoeuvres. Klisabeth had altiji zooveel invloed op haar oom gehad. Maar in ijvc voor het (iodsrijk voelde mevrouw Tannenliofe looden elkander ; de overwinnende Friezen vullen iet tooneel; Reynout heeft nog kracht genoeg >m alles te zeggen, en Aylva erkent in Deodaat jaarne zijn zoon. Bij de Haarlemsche uitvoering op '22 Maart zullen medewerken: de dames Jeanne Landr en Mevr. d. W. H. T., de heeren van Duinen, Schmier, Phlippeau, Zalsman, Mergelkamp en roek, en een groot koor. Orkest is er niet bij ; Ie heer Landrëheeft zijn orkestmuziek voor >iano gearrangeerd. Boefrersierinp ?au A. J. Minderen. Daar is reeds veel in den laatsten tijd gedaan ot het beter en vooral oordeelkundiger ineen zetten en versieren van een boek, een aantal 'edrukte vellen, saamgebonden en beschut door een band. En waar het vroeger zeker niet aan irtlstieke kundigheden ontbrak, was er toch al e dikwijls een leegheid te bespeuren, ontstaan loor de weinige beredeneerdheid bij, en feitelijke vakkennis van wat men deed, en hierin veran dering te brengen is een streven waarin naar ihronologische volgorde niet alleen, maar ook naar bereiken zeker, Der Kinderen de eerste en Ie grootste is. Want deze laatste aflevering van de door de rven Bohn te Haarlem uitgegeven prachteditie ?an de Gijsbrecht, en de magnifieke bladversie ringen in de bij Stumpft' en Koning uitgekomen "Vlissa van Alphons Diepenbroek zyn daar om ran zijn allerlaatste werken in deze richting, een ichitterend bewijs van zijn superioriteit af te eggen. Vooral die aflevering van de (iijsbrecht, waar'an de eerste met de sublime titelprent voor t)yna twee jaar verscheen is in bijna alle op zichten boven lof verheven. Zij begint met de aatste verzen van de laatste rij uit het tweede >edrijf, afgesloten door een prentje in geel-bruin van de aanbidding der wijzen, en dadelijk daarna iet hoofd van het derde bedrijf. Dit is zeker ien van de mooiste titelprenten. Het slank dunne meisje, in licht geele jurk met bruine mantel, egen den rood-goud-doorwerkten achtergrond, is nagnitiek. liet geheel van letters en randen en deuren, met de daarbij zoo uiterst correcte ype-druk is wat er het meest nobel en statig rooral op dit gebied hier in Nederland in den aatsten tijd gemaakt is. Vooral de groote pagina's waar alleen typen gedrukt zijn in zwart en geel en dof-olijfgroen, zijn staaltjes van zetkunst, en liervoor komt ook den drukker grooten lof toe, il willen mij de geel-bruine ornamenten achter Ie namen der personagiën niet alleen onnoodig, maar zelfs hinderlijk voorkomen. De versiering naast het begin van de prachtige 'ei van Klarissen is in bruin-geel en mooi groen zeer compleet. Daarna de titel boven bet vierde ledrijf, evenals die boven het derde, in grijs-groen en rood, doorwerkt met goud. Een prachtige kop en onder-afsluiting, onder m boven de kleine rei van Klarissen en dan vooral op blz. 7, bij vers 117?l:54 een opstaande rand met wapent.jes in blauw, rood, geel en goud, dat zeker een van de mooisten van bet geheele ioek zal zijn. iiiiiiiiiiiiiiimimiiii iiuillllllliiiillliliiiliiiiiiiiiiiiiniiMii ich geheel n met, hare dochter. Als Huibert nu de uitnoodiging vau haar man maar aannam. Misschien dacht hij, dat ;//' fvlara tot, dat dwaze proces hadden overgehaald, dat deze hem ccn tijd geleden had aangedaan. Haar man had niet eens van Klara's plannen daaromtrent geweten. Natuurlijk was het juist zoo uitgekomen, als hij zijne schoonzuster vooruit voorspeld had; zij moest hare aanklacht intrekken uit gebrek aan geld om het proces te kunnen voeren. Het was heel leelijk van Klara, dat ze zoo'n onaangename familiezaak openbaar had willen maken. Mevrouw Tanneuhofer vroeg haar man, of hij in zijn brief niet te kennen kou geven, dat hij met, zuster Wichern niet van hetzelfde gevoelen was. Het, zou toch jammer zijn, als van liet bezoek van den pacha door misverstand niets komen zou. Haar man luid in zijn brief al zoo iets gezegd. '!? :'f * Zij ontvingen den lieven gast allen in de hoog gewelfde vestibule. Mevrouw Tauiienhofer met hare vriendelijke bruine oogen en goedige dikte vooraan, daarnaast dr; teere ietwat bleeke Elisabcth met baar jongste kindje op den arm. U;ui de ,/Oberamtmaun" zelf met zijn oudsten kleinzoon aan de hand en een paar kinderen van Klara, die er toevallig waren, liet was een trell'end gezicht, die deftige familiekring met, de oude, trouwe dienst boden op den achtergrond. Het kamermeisje van toen was de eenige, die er nu niet bij was; /,ij had zich den dienst bij eeue degelijke, christelijke familie onwaardig getoond. Huibert, pacha, omarmde zijne zuster. Hij was oud geworden, zijn volle baard had al meer dau n grijs haar en zijne eens zoo heldere, innemende oogen lagen nu diep in hunne kassen gezonken. Hij was vermagerd en zag er ziek uit, die arme broer! Zoo eeuzaa.ni in eeu vreemd land, zonder familie, zonder menselien, die voor hem zorgden. ... Het was toch hard. Hij was zoo aangedaan ouder deze ontvangst dat hij er stil van werd. Zwijgend kuste hr Elisabeth's hand. Toen zag hij iiaar treurig aai' en drukte ook eeu kus op hel handje van lid mooie kindje op haar arm. ./Die had hij graag gehad,'' zi.-i op den aehler grond de oude knecht legen de pill'rim\v. , U 'eet n nog wel, dat ze altijd in de bockcnkamcr Inj clkaai kwamen;' Maar hij was niets en hij had niets, n van zulke menschen moet on/e mijnheer niet: hebben." / \\'<niilf n-n-nliiil.i En de rei van Edelinghen, wordt besloten door ien versiering in geel en bruin, met een apolo getische symboliek van het huwelijk. Er is vooral een ongekende harmonie in uiterijk niet alleen bij dit werk maar ook in innerijke gedachtengang, statig en waardig steeds, ooals ook in de versieringen bij de mis van Alphons Diepenbroek. Deze is minder kleurig, maar twee kleuren, meest met een prachtig goudend okergeel, zijn zij kalm en stemmend, zooals dit het bijzondere inderwerp past. Op de omslag, van grijs-bollandscb, in don kerder grijs den titel, met een breede omlijsting can ornament, tot een strakke inleiding in het austère boek. De titelprent is mooi geel en bruin, Ie letters alleen, daaronder een triptiek, twee wierookvaten, een harp een monogram, de naam *an den uitgever, en dit alles vierkant omsloten loor een zoo wonderlijk mooie, fijn bewerkte en ernuftig bedachte en gecombineerde rand, dat lit zeker een staaltje van Der Kinderen's beste runnen is. Boven het eerste deel, de Kyrie, een hoofd in jker-geel en dof paarsch, de letters, met een ymbolische figuur die de drieëenheid verbeeld. Het hoofd boven de Gloria is gewoon superbe n een heel fijne nuance van paarsch met het mooiste oker goud, in zoo sobere en gevoelde ombinatie, dat het rijk en stemmig, vol en toch tatig blijft. Het Credo in uninii J)cinn staat met evenveel uitgezochtheid in hetzelfde paarsch en geel boven iet langste hoofdstuk van dit werk, en daarna tomen boven aan de bladzijde in vijf regels de aatste woorden van de prefatio, en daaronder adelijk de sanctus. In paarsch en geel zijn eze vijf regels van mooie letters toch niet van neer kracht dan de goed zwart op het hollandche papier gedrukte noten der muziek ; een en nder vormt een volkomen geheel. Hoven het Benedictus een groot monogram, weer laarsch en geel, met letters aan de zijkanten, en loven het Agnus Dei een kelk in een aureool. iet vijf regels schrift aan beide kanten, steeds n de statig en plechtige kleuren van goud en urper, die de waardigheid en bet bij uitstek coninklijke symboliseeren. Muziek-omslagen. Bij dezelfde firma, Stumptl' en Koning zijn erschillende liederen van Bernard Zweers uitTekomen. De Roos", Lied" en -Sterren en leidelied", allen met omslagen van den heer \ntoon Molkenboer, waarvan liet eerste in een tien geel-groene kleur, het tweede allén zwart, iet derde in blauw-groen on geel is gedrukt. Dit zijn werkelijk opmerkelijke werken, niet n die statige magistraalheid in bedenken ils van Derkinderen, maar vau zoo prettig temmige doorwerktheid. van zooveel pas bij de ?roolijke liedjes, dat zoo goed als de versieringen 'an Derkinderen bij de mis van Diepenbroek pas,en, deze aardige lithograpbieën - vooral dat kijkje i]i een welig bebouwd dal, als achtergrond voor een blondlokkig meisje bij de liedjes, die Icrnard Zweers componeerde, komen. Dit zijn zeker mee van de beste omslagen, zoo niet de jesten, die er in den laatsten tijd voor muziek stukjes gemaakt zijn. Th. M. Dertiende eeuwsche schilderkunst. De bekende Jan Kalft' heeft in de laatste afevering van het Twee maandelijksche tijdschrift iet eerste van een reeks artikelen, die de resulaten in onderzoekingen naar dertiende oeuwsche ichilderkunst in Nederland zullen aangeven. Dit eerste stuk is van bijzondre belangrijkheid en de groote bekendheid van den jeugdigen schrijver met litteraire bronnen uit die dagen, die door hem voornamelijk in verband tot de schilderkunst werden nagesnu field, hebben hem interrcssante dingen doen ontdekken, die den illén met de feitelijk overbleven schilderijen nekende, tot niet zoo spoedig en compleet inzicht zouden brengen. Wij willen hopen dat de ver dere artikelen spoedig zullen volgen. TII. M. Bij Buffa. Er is op dit oogen blik een kleine tentoonstel ling van werken van l'hillip Xilcken, klein meestal, en waarvan er eenige, directe studies naar de natuur soms van eenmooien toon zijn. Bijv. die studies uit Parijs, een gezichtje op de Xotre Dame en een op een kade, van uit een hoog venster genomen, hebben iets van de groote grijs heid van de Seinestad. Er is ook in hetzelfde zaaltje een kleine maar uiterst exquise Corot, en een teekening van Josepb Israëls. waar hij zich zelf afbeeld in zijn studeervertrek bij lainplicbt. Binnen kort komt er een expositie van Theopbile de Hoek. TH. M. Bij Wisseling op bet Spui is een lang schilderij van Bosch Keitz geëxposeerd, bet is de jaarlijkscbe zomer-processie te Laren, in eenigzins ge wilde, compositie en kleuren, tot een triptiek samengesteld. In Dordrecht houdt men in den koepel van het Museum Oud-Dordrecht op de Groot hoofd poort een tentoonstelling van miniaturen uit de verzameling vau ,)hr. Mr. Victor de Stuurs. Iemand die zijn naam onbekend wil laten, is zoo vriendelijk geweest op een van de mooiste plekjes van Nederland, vlak bij Apeldoorn, een villa te bouwen, met een atelier en verder toebehooren, waarin ieder schilder, die er maar om vraagt, voor drie maanden voor niets in kan trekken. Het idee is allernitstekend-.!. en wij zonden den grootmoedige!! gever gaarne uil aller naam be danken, als wij ook niet vreesden dat ook weer bier. j /.ooals dat altijd met subsidiën en dergelijke dingen gaat, degenen die door grootste ca paciteit er bet meest recht op hebben, door oven groote bescheidenheid op den achtergrond zullen geraken, en minder kundigen zich als de aan gewezen artisten zullen beschouwen. Wy willen hoopen, dat de goede zorg van den heer F. H. Boersma, die de leiding in handen heeft, hier voor zal waken. Ook heeft men in Rotterdam eene vereeniging opgericht die =>De Vrije Kunst" tot titel voert en die een vrij oorlogszuchtige circulaire de wereld ingezonden heeft. »In onderlinge critiek, in eerlijk streven naar waarheid en oorspronkelijk heid zoekt ze de kracht, die noodig is, om met vrucht werkzaam te zijn en de belangstelling van het publiek in kunstenaars en hun arbeid aan te moedigen, en een sterke reactie te verwekken tegen de aanstellerige en waardelooze producten, waardoor de smaak van het publiek misleid wordt." Of dit de weg is, vooral als men bet verdere deel van het program leest, weet ik niet, wel dat het er zoo vrij uitziet, dat er van kunst niet veel anders dan een soort bohémien-stemming zal overblijven. En dat is het nu juist wat we tegenwoordig als de dood missen kunnen. Intusschen hoop ik dat ik me vorgis, allén af gaand op de circulaire, en dat dit een werke lijk goed streven en bereiken moge blijken. Th. M. Arti heeft de directie van de Xed. Afd. van de in November in St. Petersburg te houden internationale tentoonstelling van affiches, op zich genomen. Inhoud van Tijdschriften. Inhoud van Kir/cn Haard, No. 11: De groote Manoeuvers, door Virginie Loveling, III. Bij de statuette van II. M. de Koningin, door Bart van Hove, met afbeelding. Op hinderlaag, door Veba. Op zijn kooi. Voetbal. Schending van domicilie, naar de schilderij van Lambert. Pien nieuwe stadswijk, met afbeeldingen: Kijkjes in Duinoord. Jane, naar het Engelsch van John Kendrick Bangs, 1. Verscheidenheid. Feuilleton. \'/ni nu en s/mts. Twee Maandelijksch Tijd schrift. Een woord vooraf, door de Redactie. Verzen, door l'rosper van Langendonek. Het Internationaal Kongres te Londen in IHiHi, door F. Domela Nieuwenbuis. -- Sonnetten, door G. Mcnnekens, L. Ontrop en V. Toussant. Moe Lied, door Karel van de Woestijne. -Kerstavond, Slenteren, door Stijn Streuvels. Onze taal voor den Senaat en Buysse. door A. Vermeylen. 'ii-Murroiv bevat o. a.: The indian fainineby M. M. Bhown-Aggree M.l'.; Politica! parties in Russin by Sophia Kramskoï; The noble art IX the critics by Stanley .l ones; Ex Catbedra VI the blight on the Music Halls by Max Beerbohm ; Music by Louis Grein. c/tcc/am&x 40 cents per regel. kiiiiiiitiftiiiiMiiiiiiiiiiniMiiMiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiMiiMiiiinin TRADE MARK. MARTELUS COGNAC, Dit beroemde merk is verkrijg baar bij alle soliede Wijnhandelaars en bij de representanten KOOP JU AWS «S? B K UIJVIER, te Amsterdam. af./150 per teli. H. RAHR te Utrecht Pianofabriek. Binnen- en Buitenl. Muziekhandel. Amerikaansche Orgels. Ruime keuze in Huurpiano's. MEIJKOOS & KALSHOVEN, Arnhem. Piano-, Orgel- en Muziekhandel. Ruime keuze in Huurpiano's. u 10 13 10 rr"s Goessclic Xoute Beschuitjes. .,,.,, ... | BERND. EICHHOLTZ. ' Ie Amsterdam by j Wed_ _,_ EKBER & /0ON. GezustersSchdffer FREDER1KSPLEIN 9, Ateliers voor bet Vervaardigen van (?ostumes en Mantels, volgens systeem ..Al MOULAUK." l

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl