De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1897 21 maart pagina 7

21 maart 1897 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No 1030 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Amsterdam. HIRSCU & G Rentree journalière de Amsterdam. Nouveautés de Holes, Manteaux et Chipeaux pour Dames et Enfants; Peignoirs; Blouses; Soieries; Tissus de Laine noirs et coulenrs; Gotons; Dentelles & Broderies; Gorsets et Inpons; En-cas & Ombrelles; Ganterie etc. etc. l «iiiiiiiMiiiiMllllllMMliMiMiiiimmiiimilMliimiiMiHiMiiiiiiiiiMiniiiiMifiMimiiMiiuiiiiMiminiimiMimMiMiiimiMmmMmn^ iiiimMiiiiiiiiiiMiiimMmimiiHiimiiiiiimmmuiiiliiiiimiMimiiiiimimliiiiim Nationale Tentoonstelling van Vrouwenarbeid Wij ontvingen de volgende mededeeling van het bestuur: »De Nationale Tentoonstelling van Vrouwen arbeid, zoo mogelijk te houden in de maanden Juli, Augustus en September van het jaar 1898, ter gelegenheid en opluistering van de troonsbeklimming onzer jeugdige Koningin, mag zich in een steeds toenemende belangstelling verheugen. Het doel der Tentoonstelling: aan te toonen welk standpunt de vrouw in Nederland en zijn koloniën tegenwoordig inneemt op verschillend gebied (Kunst, Nijverheid, Onderwijs, Ziekenverpleging, Hygiëne, Maatschappelijk werk, Laudbouw) is door mej. Jungius, lid van het hoofdbestuur Scheveningen, uitvoerig toegelicht in een lezing, op verschillende plaatsen van ons land door haar voorgedragen {thans in druk uitgegeven en bij iederen boekhan delaar a 10 ets. verkrijgbaar). Het terrein, waarop het tentoonstellingsgebouw in den Haag zal verrijzen, wordt daarvoor koste loos afgestaan. Ten huize van de presidente der Ind. Rubriekcommissie (een der onderafdeelingen), mev. Groenevelt van Dijk, den Haag, Groothertoginnelaan 12, werd 13 Maart de tweede vergadering gehou den van die commissie. De verdere leden dier commissie zijn: mevr. Lucardie Daam, vice-pres. den Haag, laan Copes v. Cattenburch 62; mevr. van Zuylen?Tromp, den Haag, Heerengracht 7; mejonkvr. de Savorin Lohman, den Haag, Prins Hendrikplein 8; mej. C. van der Hart, den Haag, Batjanstraat 13; mej. Elise Haighton, Amsterdam, 2de Oosterparkstraat 211; mej. Bijleveld, Leiden, Witte Singel; mej. van der Schuijt, Rotterdam, Oosterkade 29; mej. P. Brondgeest, Utrecht, 'Zuylenstraat en mej. A. M. Gerth van Wijk, den Haag, Groothertoginnelaan 28, welke beide laatste respectivelijk penningm. en secr. van de genoemde commissie zijn. Het hoofdbestuur was op de vergadering ver tegenwoordigd door de Vice-Pres. Mevr. GoekoopDe Jong van Beek en Donk, Den Haag, Laan van Meerdervoort 55. Met voldoening kan de Ind. Rubriekcommissie op aanvankelijke gunstige financieele resultaten wij zen. In deze tweede vergadering werd reeds onge veer ?1000 bijeengebracht, een bedrag verkregen door inschrijvingen a ?20 in eens, of?5 gedurende de eerstvolgende 5 jaren, ?10 in eens of ? 5 gedurende de eerstvolgende 2 jaren en door wille keurige giften. Elke bijdrage, hoe gering ook, zal met erkentelijkheid worden aanvaard door ieder der bovengenoemde dames, die zich tevens hierbij aanbevelen voor het geven van inlichtingen en het toezenden van circulaires aan belangstellenden." liinilliiiiiiiiinii nu minimum uu , Eerste mmm vanhet parlementair feiiuisie. Vrouwen van Nederland, ik wensch u allen, en gij voorzeker mij, van harte geluk met de heug lijke gebeurtenis van 11 Maart j.l. Zullen velen uwer zich de oogen uitwrijvende zeggen: »11 Maart, 11 Maart, wat is er toen gebeurd? ik weet niets van 11 Maart af." Ik vrees van ja, en ik wensch zoo innig, dat het anders zjj ! dat een ieder, die zich zelf tot de ontwikkelden rekent en wie doet dit niet ? belangstelling voelt en van hetgeen men ge voelt, geeft men blijk op de een of andere wijze voor zaken van algemeen belang. En een zaak l* VOO3 DAME£. van algemeen vrouwenbelang is den Uden Maart beslecht. Ik zinspeel op de aan neming van de wet op de Kamers van Arbeid. In korte woorden even haar ge schiedenis geschetst. Vele maanden geleden bood de Itegeering de Tweede Kamer een wetsontwerp aan betreffende Kamers van Arbeid, omdat het nut, ja denoodzakelykheid van zulke corporaties algemeen wordt erkend. Met het oog op de arbeidsters met haar eigen belangen kende de Kegeering haar niet alleen het recht toe de leden dier Kamers te helpen kiezen, maar maakte haar ook verkiesbaar. Enkelen Tweede Kamerleden, alsook een enkel dagblad, was die nieuwigheid te nieuw; hun oppositie vond evenwel geen bijval. Wie doordenkt gevoelt, dat, algemeen gesproken, er maar n persoon is, die iemands belangen kan behartigen en dat is: de persoon zelf. Vrouwen kunnen dus geen mannen, en mannen geen vrouwen vertegenwoordigen. Toen de voorloopige werkzaamheden waren afgeloopen, nam de Tweede Kamer het wetsont werp in behandeling en nadat de discussies reeds gesloten waren, vroeg de heer mr. L. A. Smidt heropening. Over het al of niet daartoe overgaant moest worden gestemd en de voorstemmers bleken in de meerderheid te zijn. De heer Smidt stelde daarop voor om, wanneer de omstandigheden het benoemen van scheidsrechters noodzakelijk maken, niet alleen de arbeidsters recht te geven ze te helpen kiezen, maar dezen zelf verkiesbaar te stellen de noodzakelijkheid er van staafde de voorsteller met een voorbeeld uit het naaisters vak in afwijking met art. <>22 van het Wetboek der Burgerlijke Rechtsvordering, dat vrouwen, ze gelijk stellende met kinderen, van het scheidsgerecht buitensluit. De heer De Savornin Lohman opperde een drieledig bezwaar, waarvan voor hem het meeste woog, dat hij geen vertrouwen stelt in het rechts gevoel der vrouw. Hiertegen werd opgemerkt, dat het persoonlijk gevoelen van den heer D. S. L. bij dezen geen gewicht in de schaal kon leggen, daar in de Kamers van Arbeid niet een zaak hem betreffend zou worden beslecht, maar die van arbeiders en arbeidsters, en als de leden nu wel vertrouwen stelden in de uitspraak van een of meer vrouwen, dan moesten zij haar kunnen kiezen. Het amendement van den heer Smidt, krachtig gesteund door den Minister van Justitie, de heer Van der Kaay, werd met 44 tegen 35 stemmen aangenomen. Nu inoest nog over het lot van de wet in haar geheel worden beslist; de Voorzitter bepaalde, dat zulks den 12den Maart zou geschieden. »Maar is dit nu zulk een gewichtig feit, dat den arbeidsters een zekere kiesbevoegdheid is toegekend en voor haar plaats is gereserveerd in een corporatie, die ook voor haar belangen zal moeten opkomen 'i hebben w ij die gebeur tenis als 't ware met een gekleurde streep in ons dagboek aan te teekenen V" Aldus is het, en wel om meer dan een reden. Onder de sociale nooden gaan niemand meer dan de arbeidsters gebukt. Haar loon is, op zeer weinige uitzondering na, in zeer enkele vakken, ten hemel schreiend laag en de werktijd moord dadig lang; tegen de nadeelen voor de gezond heid, verbonden aan menig vak, wordt ze niet of onvoldoende gevrijwaard. Zoo is er meer, terwijl in een en ander stellig geen afdoende verbetering zal komen, zoolang ze zelf geen stem in het kapittel hebben. Deze wet nu is voor de arbeidsters de eerste stap in de goede richting. Maar zelfs niet alleen voor dezen, doch voor alle vrouwen. Als toch de wetgevende macht erkent, gelijk ze by deze wet doet, dat ze in de arbeidsters wezens ziet door de natuur bedeeld met oordeel en rede, dan zal zy bij latere gelegenheid moeilijk kunnen betoogen, dat de vrouwen, die maatschappelijk boven de ar beidsters staan, niettegenstaande betere opvoe ding intellectueel haar minderen zyn en haar dus geen rechten kunnen toevertrouwd worden. Deze zegepraal is alzoo een onbegrensde f//orie .' In het debat van de vergadering, den 27sten Februari door de «Broederschap van candidaatnotarissen belegd, heeft prof. Mr. M. W. F. Treub spreekster en geestverwanten aangeraden vooral de mannen te vriend te houden, »van de mannen toch moet ge het hebben'', zoo sprak hij, en de jongste Tweede Kamer-gebeurtenis zal hem stellig niet weinig in de meening versterken. liet recht daartoe is echter meer schijn dan wezen. Ieder man toch, die werkelijk door zijn moeder, of plaatsvervangster, werd opgevoed, is feminist ; zelfs al oefent het woord zelf op hem geen tooverkracht uit. Goed bekeken moeten de vrouwen het dus van zich zelf hebben en dienen zij met haar eigen opvoeding te beginnen. Dat is ook het gevoelen van de Sö-jarige gravin Victorine Butlar-IIaimhausen, die het congres te Berlijn toeriep : . . . «Ontwaakt, vrouwen, en be denkt, wat ge uw kinderen, der menschheid, het nageslacht verschuldigd zijt. Voedt een nieuw geslacht van mannen op; een, dat zijn moeders en dochters eert en in zijn echtgenooten niet zij n minderen, maar zijn gelijken ziet. Daartoe hebt ge eerst echter uzelf op te voeden". A m s t., 15 Maart. ELISE A. HAK;IITON. llllllltlIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIII iiilllliiiiillillllliliiiiiinimilii Wijn -onder alcohol. Ken jirolooy. Is eindelijk de groote vraag opgelost en de drank gevonden, die geen alcohol bevat en toch in smaak en eigenschappen rien wijn vervangt? De lirma ('-. de Vos <t Co., Prins Ilendrikkade S(j, is agent voor een Zwitsersch huis. dat zijn producten als zoodanig aanbeveelt. Uit mededeelingen, daaromtrent gedaan, nemen wij het volgende over: »ZooaIs bekend is, wordt de alcohol in den wijn gevormd bij de gisting van het druivensap. Die gisting wordt veroorzaakt door levende organismen, de gistceüen of gistingskiemen, die zich in het druivensap bevinden. Worden die kiemen gedood, dan kan dientengevolge geen gisting plaats hebben. Op verschillende wijzen werd reeds getracht dat doel te bereiken, meestal door aan de most (het uitgeperste druivensap) een of ander schei kundig product o. a. salicylzuur toe te voegen, verder door het te pasteuriseeren, d. i. door het sap tot op 70 graad Celsius te verhitten. Edoch een en ander gaf tot voor korten tijd weinig resultaat. De bijgevoegde bestanddeelen zooals b.v. het salicylzuur waren niet altijd onschuldig en voor vele personen zelfs zeer nadeelig, terwijl het pasteuriseeren van groote hoeveelheden bijna onoverkomelijke bezwaren met zich mede bracht. Die bezwaren aan het pasteuriseeren verbonden te overwinnen was geruimen tijd het doel van prof. dr. H. Müller-Thürgau in Wiidensweil (Zwitserland) wien het na vele moeite mocht gelukken een systeem uit te denken, waardoor ook grootere hoeveelheden druivensap door ver hitting onvatbaar voor gisting werden gemaakt, zonder dat aan den smaak en de voedzame hoe danigheden van het druivensap afbreuk werd gedaan. Volgens dat systeem werd in het vorig jaar in Bern door een Naamlooze Maatschappij een fabriek opgericht en in den vorigen herfst een proef genomen met de bereiding op grooten schaal van ongegist en daardoor alcoholvrij druivensap. Die proef slaagde uitnemend. In grove trekken is de behandelingswijze als volgt. Het uitgeperste druivensap wordt tot op even 70 graad Celsius verhit en, nadat het lang zaam is afgekoeld, gefilterd. Alsdan wordt het in te voren gesteriliseerde fiesscheri gebotteld en nadat die gekurkt zijn, nogmaals tot den vorigen graad verhit. Moge deze bewerking al zeer eenvoudig toeschijnen, in werkelijkheid is er de grootste zorg voor noodig en komt het bizonder op de meest mogelijke zindelijkheid aan, alsmede op de zeer kostbare, zeer bizonder ingerichte machinerieën en filters, waarvan de samenstelling nog een geheim van den uitvinder is. Een zeer goede eigenschap van deze aangenaam smakende wijnen is deze, dat zij ongeveer 11 pCt. suiker bevatten, en wei de druivensuiker, de voor het menschelijk lichaam meest voedzame suikersoort." Dat het product al spoedig onder het protec toraat van den Alcoholgegnerbund, den Guttemplerorden, het Zwitsersche Blauwe Kruis en de Zwitsersche Katholieke Liga is geplaatst behoeft niemand te verwonderen. Het naaste surrogaat voor wijn, als er een surrogaat voor te vinden wa«, zou allicht deze druivendrank zy'n, die in witte en roode soort te verkrijgen is; de fabriek denkt erover, diverse merken in te voeren, waarvan het eene de suggestie moet geven van Bordeaux, het ander van Bourgogne of Sauterne. Zoover is het rog niet, maar de smaak is frisch en heel zuiver; | het prikkelende van een weinig koolzuur, naar het schijnt, geeft er iets pittigs aan; voorloopig is de drank, omdat hij als wijn geetiqueteerd is en de Hesschen hermetisch gesloten moesten blij ven, nog duur door de hooge invoerrechten; wanneer het officieel erkend is dat hier enkel druivensap ongegist gegeven wordt, zal hij goedkooper kunnen worden. * * * Bij bruiloftspartijen of andere feestelijkheden komt het dikwijls te pas dat een proloog wordt uitgesproken, een toespraak gehouden, en dat men opziet tegen het zoeken van een passende persoonlijkheid om den ^proloogspreker" te personniticeeren. Een minnezan>;er, een antieke prologus, een muze, een nimf'.; Verkleeding is dan noodig, een passend decor moet voor de enkele mi nuten worden opgezet, een kwartier gaat heen eer de persoon zich weer voor de volgende voordracht ver kleed heeft. Iets gemakkelijks en aardigs is dan het volgende: de dame die den proloog zeggen zal,steekt alleen het hoofd door een opening in het gordijn, en dit hoofd is op carnavalswijze opgemaakt. Venetiaansch roode pruik, licht gepoederd, (clown's pruik, krullenpruik of welke ook, met witpoeder, goudpoeder, roodpoeder, blauwpoeder); op het voorhoofd eene zon van zwart cosmetiek, de wenkbrauwen tot groote driehoeken opgebouwd, een krans van zwarte sterren als mouches om mond en wangen, en een reusachtige, zwaar gesteven Pierrotkraag; desnoods op het hoofd nog een narrenkapje met schellen, een markiezendriesteek met donzen rand, een feeënkroon van roode bloemen of iets anders. Dit alles heeft het voordeel, spoedig afgeworpen te kunnen worden, en de spreekster van den proloog heeft niet noodig zich te verkleeden. Wil zij gestes maken of een waaier hanteeren, dan kunnen er twee gaten gemaakt worden, waardoor de armen, in lange zwarte of roode handschoenen gehuld, komen kijken; hiervoor moet de spreekster intusschen bijzonder kleine en fraai gevormde handen heb ben, want ze toonen grooter als ze door die gaten komen. E-e.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl