Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1031
Hy bewondert Blücher en schrijft: Die zwei
Orenadiere. Hy heeft ambitie voor de letteren
en men bestemt hem voer de kruinierdery in
het groot. Aristocraat van smaak, ia hy' revolu
tionair van overtuiging. Droomer van natuur
wordt h\j strijder. Als Duitsche nachtegaal nestelt
bij zich in de pruik van Voltaire. In de romantiek
een afvallige, is hy bovendien doordrenkt van
encyclopedistische ideeën. Als ongedisciplineerd
soldaat heeft hij met zijn schichten doorboord, wat
hy verdedigen moest, zyn beste vrienden ontstemd
zijn partijgenooten ontmoedigd. Hij staat buiten
zyn land, buiten zijn klasse, buiten zyn kaste,
buiten zijn karakter. Gedenaturaliseerd, ont
worteld, niet in staat een steun te vinden, heeft
hy als buiten zijn zelf geleefd, zonder zich te
kunnen hechten aan een idee of aan een gevoel.
Er zijn in hem twee wezens, die elkaar waar
nemen, elkaar tegenwerken en de emoties van
het eene wezen eindigen in den lach van het
andere. Nog is het niet mogelijk te ontraadselen
of de man, die het slachtoffer was van deze
tweeslachtigheid er pynlijk door werd getroffen,
of dat hy aan die Schadenfreude der negatie
genoegen had.
*
Albert, prince de Monaco beschryft in de
Nouvelle Revue »la carrière d'un navigateur",
waarin hy, zeer ernstig en lyrisch gestemd, het
mannelijke leven op den Oceaan vergelijkt met
het nietige bestaan van zoo menig modegek,
decadent of noceur op het vasteland.
Door Georges Rodenbach worden in een kleine
studie de werken van de gebroeders Rosny be
sproken, die volgens hem den roman hebben
vernieuwd met een wetenschappelyke conceptie
van het leven. Ze wisten nl. het fantastische
element in de litteratuur te verbinden met het
reeële der Darwinistische theorieën. Hun roman
Vamireh, waarin een vrouw een voorhistorisch
tijdvak de heldin is, mag een sprekend voorbeeld
worden genoemd. In Nell Horn wordt de struggle
for life weergegeven niet van een oermensen
tegen holenbeer of mammouth, maar van een
meisje in Londen tegen andere gedrochten uit
de moderner perioden: de honger en de prostitutie.
De moraal van de twee broeders-is niet die van
Tolstoïa priori, verdedigd door een geloof, ge
grond op een goddelijk beginsel, maar hun humane
ideeën leiden ze af uit hun evolutionistisehe
denkwyze. By hen zijn de wetenschap en de kunst,
die men vooral in den tijd der Romantiek voor
onverzoenlyk hield, n.
Zoo ongeveer besluit Rodenbach zijn mooie
studie: Evenals de wonderbare sterren, de extaze
der mystieken, de droomelingen vervoeren, leeren
die hemellichten tevens een onfeilbare arithmetiek
en een algebra, die brandend staat in de koele
hoogten der oneindigheid.
F. R.
Inhoud van Tijdschriften.
Eigen Haard No. 13: Portret van H. K. H.
de Groothertogin van Saksen-Weimar-Eisenach,
geboren Prinses Sophie der Nederlanden. De
groote Manoeuvers, door Virginie Lovehng. V.
De Pest, door Dr. C. E Daniels, met afbeeldin
gen. I. De Edison-wyk, door G. S. de Clercq.
(Slot). Partant pour la Syriëop het
oud-clavier (bij de plaat). Het geliefde liedje, naar
Cordova. Voetbal. II. Brieven uit Deli van
Op Creia.
(Punch.)
»Ga jij maar eerst!
een jong assistent, met afbeeldingen. Barthold
Tours, door S. van Milligen, met portret.
Verscheidenheid. Feuilleton.
Tijdschrift voor het fiinnenlaniUcli Bestuur :
Bijdrage tot de kennis van het landrente-stadium
op Java en Madoera, door H. J. Wijers.
ALLERLEI.
Auteurs-bokken.
In de Ileviie des Kernen staat een aardig arti
keltje genaamd : les IMJISIIÜdes rcrirains, waarin
de schryver eenige der fraaiste vergissingen heeft
verzameld, die verstrooidheid of haastigheid onze
hederidaagsche Fransche letterkundigen heeft doen
begaan. Wy ontleenen eenige citaten daaraan:
Ziehier een zinsnede uit een artikel van
Francisque Sarcey : »Dans la roi> de Mlle
Marguerite Ugalde ou retrouve la mi/in de samère."
Paul de Saint-Victor : »Ezéchiel . . . transcrit
et commente un verset sacré. Il lit d'un «'il,
il crit de l'uittre."
Alexis Bouvier: »Le miscrable se précipita sur
l'enfant. Il lui saisit la tête, lui en n/la Ie
canlenu dans la boitche, et Ie pauvre petit tomba
Hoe men ziel op liet tooneel een kop laait",
Pierre Denis, de gewezen secretaris van gene
raal Boulanger, heeft zyn vroegeren patroon ten
tooneele gevoerd. In het tamelijk onbeduidende
en zeer sentimenteele drama »A la Vie! A la
Mort!", dat te Parijs slechts een kortstondig
succes de curiositéheeft gehad, komen allerlei
figuren voor die in de Boulanger-episode eene
rol hebben gespeeld: de generaal zelf (»le gén
ral") en zijne mattresse (»Marguerite de Kerlin"),
Pierre Dénis (»I'ierre Lhermitte"), Déroulède
(»Rolendal"), Lagueire (»Decamps"), Mermeix
(Mérail"), Arthur Meyer («Oscar Lévy"), Naquet
(»Samuel") en Dillon («Darreau"). Had de auteur
geen vrijheid om de personen zelven op de
planken te brengen en ook niet om hun namen
te gebruiken, hun »koppen" mocht hij zich toe
eigenen. Wij geven hier de portretten van Bou
langer en Naquet, en die van de acteurs welke
hen voorstelden, eerst zooals deze er in de
werkelijkheid uitzien, dan zooals ze zich een
tooneelkop hebben gemaakt.
De acteur Darmont heeft zich voor generaal
Boulanger niet zoo heel veel moeite behoeven te
geven : een aangeplakte donker blonde puntbaard,
een kleine verandering in het opmaken van het
hoofdhaar, een extra-streepje aan de
wer.kbrauwerij ziedaar alles. Maar de acteur Lafeuillade
heeft alle hulpmiddelen der plastiek en der
grime moeten gebruiken om zich een Xaquet-kop
te maken. Een pruik, een kartonnen voorhoofd,
een valsche baard, een palet vol kleuren voor
de zeer eigenaardige rimpels en tinten van het
gelaat, en bovenalles een neus, laag op laag van
kneedbare stof gevormd.
Over het effect oordeele men naar onze af
beeldingen.
Generaal Boulanger.
Darmont.
Darmont als »de Generaal'
Naquet.
Lafeuillade.
Lafeuillade als o.imuel".
suffoqué." (In een vorigen zin is er sprake ge
weest van een fleschje.)
Een ander feuilleton-schrijver zegt in een zeer
hartstochtelijk tooneel: «Fuyez, fuyez, comtesse '
Vous trouverez a la petite porte du pare deux
chevaux sellés i/ont roic.i la elef."
Een bekend journalist schrijft: »Une secte de
plus dans les gouvernements de la Russie du Sud.
C'est la secte des Raseurs, qui coupent tout ce
qui est poil ou jili/ine un.>' lres liitni/tins. . ."
Edmond de Goncourt: »Je remarque une toute
petite hlle ayant une paire de bottes a Pécuyère,
accrochée par une ticelle a ré/miile, et portant
de l'u utre umin un vieux baromètre tloré."
Zelfs Flaubert vergist zich op zijn beurt: »I1
re<;ut pour sa fête une belle tête phrénologique,
Giïrieiiöelijl
ie: »Kleêren maken den man niet!"
-Zou je niet willen, dat ze het deden?"
toute peinte en bleu et marquetéde chilïres
iiiaiin'iiii lliora.i' . . . En verder: »Un matin Ie père
lienault vint apporter n, Cliarles Ie payement de
sa jambe remise: siii.ninte et <inin:e /'runcc en
pièces de iinarnnte so/is et mie dhide.'' Deze
beide zinnen staan in Madiinie Jioi-tin/.
J. J. Ampère zegt in een beschrijving van
Egyptische reuzenbeelden : »Leurs pieds sont
grands comme eniif den inicns." Hoeveel voeten
had Ampère dan wel '!
Jules Claretie zegt in Ie 1'i'inee /.dit il i-: »I1
se trouva, nprès l'antichambre franchie en deux
pas, dans une petite salie a man.irer 011 jouaient
les enfants du reporter. Le ji/nx fietil. fig
d'environ t!t.:--jimt mo/x. se rouiait tu/.i' y/Vf/x dos
deux autres qui en avaiunt Irnia uu <i/iulr<-"
Drie of vier wat ? Maatuien '.' Dat zeker niet,
want het l.leinxfe kind was achttien maanden oud.
.laren ? Neen, want dat woord wordt niet ge
noemd. Wat dan V Drie ui vier voeten V Ja,
dat moet bet wel zij?). Die kinderen zijn blijk
baar familie van J. J. Ampère.
Ponson du Terrail : ??D'mte umin il Ie saisit
brutalwiient par la gorge, ot de l'/mlre il lui
cracba au visage.''
Dergelijke vergissingen zijn dikwijls vermakelijk,
maar wij mogen wel oppasse.1 er niet al te
minachtend om te glimlachen. \\ ie weet wat
een oplettend criticus zou kunnen vinden in dit
nummer van Het 11 '<'<. klilnd .'
Münchhausen.
Di'zer dagen is het een eeuw geleden dat
Ilicronymus Karl Friedrich baron van Münch
hausen op zijn landgoed te liadenwerder in
liannover overb-ed. De held van die fantastische
verbalen, die o'is in oiuo jeugd zoo boeiden en
vermaakten, heeft dus vverkflijk bestaan.
De brave edelman diende van 17:17 tot 17:'>H
in het Russische l.-^er als uflicier bij de cavallerie,
nam deel aan verscheiden expedities tegen de
Turken, wt rd tot kapitein bevorderd en trok zich
daarna terug op het kasteel zijner vaderen. Hij
Iets op zon gemoed,
KannibalenJconiny: »IIoe komt het, dat je den
gevangene niet vetter hebt gekregen ?"
De opjierkok: «Hij wordt met den dag magerder;
hij tobt zeker over iets."
leidde een kalm en rustig leven op zijn landgoed,
en besteedde het grootste deel van zijn kapitaal
tot leniging van rten nood zijner naasten. Maar
soms, als zijne vrienden hem kwamen bezoeken,
dacht hij met leedwezen terug aan de dolle dagon
zijner jeugd en zijn avonturen in den oorlog.
En dan begon als een Germaansche Tartarin zijn
herinneringen op te halen met echt zuidelijke
gesstdrift en overdrijving.
Aangemoedigd door de, soms wel wat ironische
toejuichingen zijner toehoorders, begon de baron,
wanneer hij goed op dreef was, behalve de ver
halen over zijn ondervindingen als krijgsheld,
ook nog allerlei buitensporige jachtavonturen op
te disschen. Hij zou het zeer kwalijk genomen
hebben, wanneer iemand aan de waarheid zijner
woorden had durven twijfelen. Gedurende zijn
verblijf in de badplaats Pyrmont schonk
Miinchhausen zijn vertrouwen aan den dichter Burger.
De gevolgen bleven niet uit: Burger kon geen
weerstand bieden aan de verleiding om de heer
lijke verhalen van den vindingrijken baroii op te
schrijven en gaf ze uit, zonder twijfel met
eenige eigen verzinsels erbij. Een toevallige ont
moeting op een badplaats heeft Münchhausen.
dus zijn algemeene beroemdheid bezorgd !
Zijn Doorluchtigheidje.
Zijn Doorluchtigheidje bewijst aan het nieuw
opgerichte hotel van den heer Schrauber de
groote eer van een bezoek. In de provisiekamer
ziet de hooge bezoeker met verwondering een
groote vliegenkast en vraagt nu aan den hótelier:
>;Eh m.m. meneer.. ?"
«Schrauber uwe Hoogheid."
»Eh. juist! Schrauber Schrauber dus!
Waarde Heer Schrauber wat is dat voor'ji ding?"
»Een vliegenkast. Hoogheid !"
»Vliegenkast V Zoo-Zoo! hm vliegenkast,
dank u wel voor de inlichting. En waarvoor,
h hm ! h dient zoo'n vliegenkast, als 'k
vragen mag V"
»0m de vliegen van het eten af te houden,
Hoogheid."
»A-ah ! Vliegen van het eten afhouden, zoo-zoo,
zoo! Hm ! Hm ! Is toch bepaald zeer
moeilijk vliegen daar in die kast te stoppen,hè,wat?"
»Zeker ! natuurlijk, Hoogheid, spreekt var.
zelf."
>Ja ! hm ! Hou zoo'n ding niet voor h
praktisch, waarde heer hm !...''
»Schrauber, hoogheid !"
»Ah juist Schrauber, hm ! waarde heer Schrau
ber, 't spijt me maar ik houd het ding vooi
h ! onpraktisch ! (.fnijoid).
f mini w fle Marine.
Een woord van verzet tegen dit onrecht, tegen
de werving van kinderen voor matroos.
Waar met zooveel afkeer n^g vaak de verhalen
gelezen worden, hoe men, misbruik makende van
niet normale omstandigheden, matrozen voor de
vloot ronselde, in onzen tijd maakt men misbruik
van de jent/d, van don persoon.
Vaak vol ambitie voor de betrekking, waarvar.
,,-...., .Of'
,*,'' ^'fetïiv
Mitiii" : -Hier is Ba'/y'.s portret. Ziet hij er
niet snoezig uit V"
/'<i//<!: >Ja, zeker. Ik moet eens bij dien
phot'.graaf aanloopen.''
Miniiii: Waarom 'i''
l'«)iii: Hij kan me misschien vertellen, hoe
hij het aanlegt om Baby zoo lief te laten kijken."