De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1897 4 april pagina 5

4 april 1897 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 1032 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. l* pn oKil Gil &HJ1. »Wie ooit zijn kamers in stijl gemeubeld wil hebben, moet beginnen met alles te schuwen wat op cadeaux en souvenirs gelijkt." Dezen zin heb ik indertijd in ditzelfde week blad gelezen, een jaar of vier geleden en ik ben het er, sinds het oogenblik, toen die zin als een revelatie tot mij kwam, volkomen mee eens geweest ; wat meer is, ik heb er mij naar gedragen. De zinsnede uit het Weekblad is een tijdlang het richtsnoer van mijn leven geweest. Al is men tusschen zijn meubeltjes oud gewor den en al moest men er dus langzamerhand aan gehecht zijn, er komt wel weer een oogenblik, dat men, ziende hoe jonge huishoudens zich inrichten, het kost geen geld meer, naar het schijnt, ook naar een verandering gaat verlangen. Wie veel thuis zit, mag het ook wel behagelijk om zich heen hebben; voor het geld van twee zomerreisjes heeft men een nieuw ameublement, rekende ik uit. Ik was dien zomer thuis gebleven, omdat ik geen gezelschap vond, dat was dus al de helft van de kosten ingehaald. Ik richtte mij dus nieuw in; de suite waar ik zit, werd van nieuw kleed, gordijnen en ameuble ment voorzien, en met den huisbaas ging ik een accoordje aan over een nieuw behangsel: ik de rollen, hij het plakken, alles onder leiding van een befaamd decorateur en inrichter. Ik reciteerde hem de spreuk, die mijn richtsnoer was geworden: Wie ooit zijn kamers in stijl gemeubeld wil hebben, moet beginnen met alles te schuwen, wat op cadeaux en souvenirs gelijkt." Hij was het volkomen met mij eens, ik betaalde zijn rekening, na aftrek van eenige percenten voor het contant, en we scheidden als de beste vrienden. * * # Toen kwam een moeilijk oogenblik. Ik ben, ofschoon ongetrouwd, niet zonder familie; goed geteld heb ik negen tante-zeggers en tante-zegsters, en vier paar van deze hebbeu weer kinderen. Nu ben ik, ik durf het gerust zeggen, altoos een goede tante en oud-tante geweest; met St. Nicolaas, met verjaardageu, aannemen, trouwen en doopen, heb ik me niet onbetuigd gelaten. Van hun kant hebben de kinderen altoos aan mij ge dacht, en ik weet wel dat er half October al aan werkjes voor me begonnen wordt. Het een valt wel eens mooier uit dan het ander, (in n gezin, helaas, zijn ze absoluut kleurenblind en verzinnen vreeselijke combinaties), maar wanneer ze me, in naïeve doorzichtige surprises, op vijf Decem ber allerlei thuis bezorgen dat ik ook wel koopen kon als ik wou, en waar ik nooit over denken zou om te koopen, dan beu ik er, ik schaam me niet om het te bekennen, als een malle oude vrouw geroerd over en haast zoo blij als een van de kinderen zelf. Vooral op den verjaardag vóór mijn nieuw ameublement, een krooujaar ? ik wil hier niet zeggen of het veertig of vyftig was, hadden ze zich uitgesloofd. Het was een voor raad handwerken om mee verlegen te zijn, voet kussens, rugkussentjes, theebladkleedjes, tafelloopers, stoelstrikken, ik zal maar niet meer opnoe men. Ook was er vau een van de kleinsten, Piet van mijn nichtje Truda, een heerlijke bengel van vier jaar, - een vlechtmatje bij, rood en geel, in een strooien lijstje met blauwe strikjes, dat me haast meer trof dan al de rest, omdat ik me niet kon begrijpen hoe ze den kleinen ondeugd zoolang op een stoel en met zijn vingers er bij gehouden hadden, 't Is bij mijn nichtje Truda dat ze zoo fantastisch zijn in hun kleurenkeus; toch heb ik natuurlijk het matje opgehangen boven de canapé, vlak tegenover de plaats voor 't raam, waar ik altoos voor het spionnelje zit. Als Piet kwam, was ziju eerste kijken, nadat hij wat uit het trommeltje gehad had, naar den muur waar het matje hing, en ik moest nog eens zeggen dat ik het zoo mooi vond en er zoo blij mee was. Toen prachtig, maar nog kaal, in vergelijking bij vroeger, nu mijn kamers vernieuwd wareu, kwam de meid met een van de kleerbakken vol //diverse'5, die zoolang op de logeerkamer gestaan hadden. Dat was het moeielijk oogenblik. Wie ooit zijn kamers in stijl gemeubeld wil hebben, moet beginnen met alles te schuwen wat op cadeaux en souvenirs gelijkt." Ik herhaalde het hardop in mezelve. Neen, Ant, zei ik, daar zullen we op de logeerkamer plaatsjes voor zoeken, voor zoover het gaat, en de rest bergen we maar ia een kast. Laat ik er die twee vaasjes Rozenburgsch uit houden ; die passen bij de kleur van mijn suite; de rtst kan ik hier niet gebruiken. Ik maakte de twee vaasjes Rozenburgsch los uit den rommel en zette ze op den schoorsteen mantel. Ant staarde me aan. Ze had haar handen vol met den bak, maar met haar oogen wees ze me alles aan. En dat flaconkleedje van de jongejuffrouw Betsy, uws petekind, moet u dat uiet hier hebben ? En dat postzegeldoosje van den jongeheer Albert, en dat matje van kleine Piet?... Ik keek eens het raam uit; ik durfde Ant en den kleerbak niet meer aanzien. Breng alles maar naar de logeerkamer, zei ik. Ant verdween; ze stootte met de punt van den bak tegen de deur, wat ze anders nooit zou gedaan hebben, maar ze was zenuwachtig naar het scheen. Je kunt nog de moet" zien in het vernis van de verf. Ik wandelde verder miju twee mooie nieuwe kamers eens rond; het was in stijl, daar viel niets tegen te zeggen. Ik voelde me tegelijk grootsch en vreemd erin. Tegenover me hadden indertijd wel dertig stuks gehangen, ecu paar borden, door mijn oudste neefje geschilderd met Seligman's emailverf, een massa portretten in verschillende lijstjes, wat teekeningetjes met sepia en houtskool, een thermometer met metaalbloemen op fluweel, een stofdoekrnandje, een taschje met wol op uitgeslagen zilverpapier, een scheurkalender met gewerkt schild, en eindelijk het bewuste matje van kleinen Piet in zijn strooien lijstje. Dat was alles nu weg en opgeruimd en in plaats daarvan hing een groote mooie plaat in doffen lichtbruinen rand in stijl, anders niets. Ik ging op mijn stoel zitten, het was me toch wat leeg, maar ik zou er wel aan wennen. In het spionnetje zag ik Truda aankomen. Zij was de eerste die mijn nieuwe glorie zou zien. Ze kwam boven en keek rond. Wat zeg je er van? vroeg ik. Hm... prachtig. .. alles in stijl... ? Heel mooi... hm. . . 't is toch vreemd, niet waar ?... maar heel mooi... ik zie er u nog zoo niet in. .. hebt u de kachel wel aan? 't Is frisch, al is 't voorjaar. Ik stook altoos precies 61 graden, dat is het nu ook. Het lijkt ine kil.. . wat is het prachtig. . . streng, hè? Hoe vindt u het zelf ? , het bevalt me heel goed zoo. Al die rom mel is nu opgeruimd. Ja, 't was ook te veel. Grappig dat u juist die vaasjes Rozenburgsch van onze Euulie gehouden hebt. Het kan zonderling uitkomen. Ze zal er grootsch op zijn en ze verdient het niet. Ja, ze pasten bij den stijl van de kamer. Verdient ze het niet? Neen, ze had zoo geteut met haar handwerk; het was niet afgekomen, en toen hebben we haar maar die vaasjes laten geven. Ja, ik wou het je maar meteen zeggen, Tjuda, ik zal het ook aau al de anderen zeggen : Ik wou liever maar geen liandwerkjes meer hebbeu; je weet: het is me even lief als je niets geeft, ik houd er evenveel om van jelui en de kinderen, maar als je me dan bepaald wat geven wilt, dau zou ik zeggen: kies dan Rozeuburgsch ; je kunt het in alle prijzen krijgen, grootere eu kleinere stukken, en dat past bij de kamer. Truda glimlachte even; ik meeude erin te zien dat ze 't maar half aardig vond. Nu, 't is heel gemakkelijk, zei zo, als u 't zoo zegt. Het zal de kinderen vreemd zijn, als ze niets voor u maken mogen. Maar u hebt gelijk, u wilt het hier correct houden. .. hm. . . u moest toch wat harder stoken, dunkt me, 6.1 graden is te koud. .. Kleine Piet is wat haugerig vau morgen; ik heb een briefje geschreven of dokter morgen even komt kijken. Toen ik den volgenden morgen op mijn stoel kwam zitten, was ik er nog niet aan gewend. Ik miste al de prullen op deu muur tegenover me. Ik miste zelfs het vlechtmatje in zijn strooien raudje, het werk vau Piet. Het was toch buitengewoon leelijk geweest; ze hadden bij Truda niet deu minsten smaak. Wat hadden die kleine vingers al die papiertjes door elkander moeten rijgen, en wat was hij er grootsch op, toen hij het bracht. Tante, dat is nu miju present! En toen zijn lippen als een frissche kers op miju gezicht, en ziju armen om miju hals, en nog eens even toe, omdat hij er zelf zoo blij om was. Eu den volgeuden dag, toen hij zag dat het daar tegen over me hing, wat was hij er grootsch op. Ik kon toch niet laten, even naar de logeer kamer te gaan, om te zien «aar A ut liet had opgehangen. Onderweg herhaalde ik voor me zelf mijn les: Wie ooit ziju kamers in stijl gemeubeld wi! hebben, moet beginnen met alles te schuwen wat op cadeaux en souvenirs lijkt''. Op het portaal kwam Ant me tegen, met c.n\ punt vau haar boezelaar aan de oogen. Toen ik kwam liet ze het gauw vallen, ze scheen zich goed te willen houden. Gut juffrouw, zi'i K, u moet uiet schrikken... Mietje vau uws nichtje Mevrouw Truda is daar.., het is met kleinen Piet niet beter. . . Hij heeft een heel slechten nacht gehad... liet is niet beter.. . Meteen barstte ze in huilen uit; ze kon zich uiet langer goed houden en nu kwam het -/.(ia hard dat ik alles begreep. ? Dood, Ant? Ze knikte. Keelziekte. Het was diphtheritis geweest, in het midden van den nacht was het ventje al bezweken. Droevige dagen volgden ; een eerste kleine doode geeft een schrik in de geheele familie. Ieder telt zijn eigen kopjes. . . Arme kleine Piet. . . Maar toen de andereu bij tante kwamen, hingen, met verachting vau de eisehen van den stijl, al de prullen en portretjes en schotels eu tasclijes weer op de plek waar het gro .te stuk gehangen had ; en op de vroegere plaats, boven de canapé, prijkte iu het strooien lijstje met de blauwe strikjes Fiets onoogelijk vlechtmatje, geel en rood. Wie ooit, zijn kamers in stijl wil hebben, moet beginnen met alles te schuwen wat op cadeaux en souvenirs gelijkt". Mijn kamers zullen nooit in stijl zijn. ELISABETIE COOI.WIJK. Mode. Hals. Astor. ?lubiliieumsclecke. .l/r*. Cleveland. Uanketbakkers. Langzamerhand verliezen de mouw en de halsruche hun karakter als de mode van den dag beheerschend. De mouw wordt nauw, bijna strak ; de ruche wordt met den zomer steeds ijler en zal misschien op een geheele verandering van den hals, op open Stuartkragen van doorschijnende styve stof, uitloopen. De overdrijving werpt zich op 't oogenblik op de hoeden ; de voorjaarshoeden zijn gevaarten in breedte en hoogte, geheele ge bouwen van kant en pluimen, met een breed kapsel eronder. Iets nieuws daarin is de geheele hoed van n kleur, bv. geheel rood of geheel violet, inet een bosch van bloemen, veeren, tulle en hoogopstaande lintlussen ; een halve tuin vol viooltjes is nauwelijks voldoende om zulk een hoed te bezetten. De manteltjes, ook collets, worden nog niet afgeschaft, zooals voorspeld was; men gaat ze korter nemen en vooral in allerlei kleur. Op het laatste bal op het Elysée werden een aantal toiletten opgemerkt, ver gedecolleteerd met mouwen tot op de hand. Het is de vraag of deze mode zal doorgaan ; de meest gevierde onder de toiletmakeiide dames, madame Gautereau (wit met diamanten banden over de schouders), de Italiaansche ambassadrice gravin Tornielli (crème gebrocheerd), madame Sicore Xisaril, enz. hadden liet nog niet. De rokken van de baltoiletten beginnen reeds zeer versierd te worden; strooken en slingers van bloemen is voorloopig het moest gezochte. Mad. d'Espeuilles had den sleep van een vertJul satijnen kleed geheel omzet met kleine bouquetjes viooltjes, clio eene guirlande vormden. Behalve bolero's hadden ook verscheiden toiletten een paar kanten charpes, van den schouder tot op den rand van den rok vallend; mevr. Félix Faure had ze van point d'Angleterre op een japon van wit faiJe met bouquetteri van rosei anticjue en groen, en groen rluweelen draperieën; ' mlle Lucie Faure heeft weinig smaak voor toilet, haar kleed van rose-antique satijn met niches van tulle in dezelfde kleur was heel eenvoudig. * * : liet wordt ook te Parijs, waar men liet vroeger ! ongepast zoii gevonden hebben, meer en meer j de gewoonte, niet enkel groote partijen, maar ook diners en kleine sauteries buitenshuis te geven. Kinderpartijon geeft men bij den dunsi meester, bals geeft men in de Galeries des Champs Elysóes, salie Kriegelstein, Théitre Mondain, diners ook wel in restaurants: dit is eene gej woonte die de aanzienlijke vreemdelingen hebben ingevoerd. Te Cannes geeft men zulke feesten in den Cercle, en een der fraaiste is geweest het diner en bal van gravin Montgomery. Het diner telde acht tafels vau l'J couverts. iedere tafel met andere bloemen, en bij het binnenkomen ontvingen de gasten bouquetjes van dezelfde bloemen die hun tafel versierden. De acht tafels werden gepresi deerd door grootvórst Miclnèl, als Russisch ku rassier ; gravin de Torby, Byzantijnsche engel; de groothertogin van Meeklemburg-Scliwerin, als Russische boerin; prinses Thurn-en-Taxis, als Marie Antoinette; prins Thurn-en-Taxis, als . riuijah van Lahore, geheel in pnarlen en juweeleii gehuld; de gastvrouw als tamboer-majoor van de (jnrde royale; prinses de Sugan, als dame Louis X'v'I en de vicomtcsse ile Janzi', als dorpsbruidje. ! * * '" \ L)e Aitoi's beschouwen zich alj de hoofden i der Air.eriknansehe aristocratie, zelfs al mochten er Yauderbilts, ';oulds, -Maekiiy's, Singers of anderen zijn, die noi; meer millioenen hebben. Deze trots zal zeker niet verminderen, nu er, volgens Engelsche bladen, sprake is van het huwelijk van prinses Victoria, de tweede dochter l van den prins van Wales, met een lid der familie, ; William Astor, die dan een Engelschen hertogstitel zou krijgen. Een tirma te Miïnchen brengt als gelegenheidsgfiscberik in den hiindel eene Kuiser-Wilhelm..lubiüiumsdecke', een beddedeken met het portret van Keizer Wilhelm I, de Gerruania, eu de i histori^h-gedenkwaardigste oogenblikken uitliet leven des keizers." Men zal dus kunnen slapen met kroningen, veldslagen en monumenten 051 bet lijf; en dat voor een bagatel, want de geheele i geschiedenis kost rnaar ")>2 mark. Indertijd werd verboden, stukjes gomelastiek met het portret van den tegeriwoordigen keizer te verkoopen, omdat j bij het gebruiken ervan des Kaisers Bildniss j verzerrt'' zou worden; het portret op den deken kan nog vee! meer smaad verduren, het kan | worden scheefgetrokken, uitgeslagen en getrapt ; ! een nieuw verbod zal dus noodig zijn tegen deze j averechtsche uiting van vaderlandsche danki baarheid. Of Mrs Mc Kinley zoo levendig zal zijn in het vervullen van hare plichten als presidents vrouw, als indertijd Mrs. Cleveland, is te be twijfelen. Zij is lijdend en Mrs. Cleveland was extra vlug. Op eene reis in het Zuiden met haar man kwam het er op aan, zich bijzonder populair te maken. Op eene receptie te Nashville merkte zij, onder het handjes geven, fluisterend tot haar vriendin op, die schuin achter haar stond: - Hoeveel handjes kan ik in een minuut geven, denk je ? Ik weet het niet, misschien een dozijn. Veel meer ; vijftig zoo goed als een. Onmogelijk ! - Wedden ''. Tel maar een minuut op je hor loge. Klaar ! Zij gaf ,-shakehands'1 met ijver en hartelijkheid, alsof zy het voor haar pleizier deed. De minuut is om, zei de vriendin. Hoeveel 'i Zeven-en-veertig. Geef me dan nog een kans; ik kan het vlugger. In de volgende zestig seconden had zij vijfen-zestig handen gedrukt. Ik wist wel dat het kon, zei zy. Als ze maar niet zoo drongen, kon het wel zeventig worden. * * Het nummer van 17 Maart van het blad De Jï/inketlxtkkcr (uitgave firma B. Cuperus Azn te Bolsward), bevat het wetsontwerp-Pijttersen be treffende-do bakkerijen, verslagen van de vergade ringen der Xed. Banketbakkersvereeniging daar omtrent en verschillende artikelen over het onderwerp. Uit de verschillende stukken krijgt men den indruk dat het de bedoeling onzer wetgevers is. het banketbakkersbedrijf er onder te werken; dit is vroeger voor een deel gelukt door de be palingen der drankwet, die tot het opheffen van een aantal debietzaken in de voornaamste straten geleid heeft; nu schynt het, als wilde men hun de winst van den voordeeligsten dag der week ontnemen, ten voordeele der koks en restaurateurs. Afzonderlijke nummers van het blad zyn te verkrijgen bij den uitgever a l1' cents per nummer. E?e. nmitiiiMiiiMMiiMii limiiiiiiiiiiiiiiiiijiiiiiiiiiiiiiiiii iiiiiniiiiiii iiiiiiiiiiiin m Alcohol-vrije wijn, 's (i ravenz and e, 2ii Maart 'UT. Mijnheer i/c Itcdiicttinr. In uw blad van ^1 Maart 1.1. komt een propagandamakend stukje voor, over wijn zonder alcohol geadverteerd door een handelaar in het nummer van S Maart. Dat de uitvinder (?) van dezen wijn (?) de vrijheid neemt, in 't belang van zy'ne beurs, aan bedoeld fabrikaat den weidschen titel : wijn'' te geven, is. gegeven de bekende eerlijkheid van 't menschdom, begrijpelijk ; vergeefehjk is 't daarom echter nog niet. Wijn is een alcolmtisdie vloeistof, verkregen door gisting van sappen of aftreksels van versche of gedroogde boomvruchten. Het geadverteerde goedje echter is onr/efiist en bevat (daardoor) geen alcohol ; is dus een voudig druiven»//), en dient ook als zoodanig in j den handel gebracht te worden, evenals frambo' zensap in den handel gebracht wordt onder den naam frambozensap en niet onder den naam framboze?/;/;;!. hetwelk iets (tiulcrs is, evenmin als men aardappelen onder den naam jenever, of bier (hoe zuur het ook zij) als bier-aziju inden handel brengt. Deze speculatie op de suggestie-neiging der menschheid, is mijns inziens een beetje naar oneerlijkheid riekend. En als u mij vraagt, wat ik liever in mijne maag heb, alcoliol of salicylzuur (waarmee het onschadelijk(?) drankje bezwangerd wordt), dan kan het antwoord niet twijfelachtig zijn. Wat het stukje zelf aangaat, de slotzin had, tenzij bedoeld was een loopje met den fabrikant te nemen, beter gedaan achterwege te blijven. Ik ben zoo vry in twijfel te trekken, of de otiicieele erkenning" als ongi'r/iat druivensap het 1 surrogaat goedkooper zal maken, want ongngiste sappen oi' aftreksels van boouivruchten , geschikt | om wijn te versnijden of aan te lengen, worden, hoewel geen wijn zynde, als .wijn" belast Is echter genoemde uitspraak niet van den schrij ver, maar van den Minister van Financiën in hoiigsteigen persoon, ilan zwijg ik, en zooals ik dan zwijg, zweeg er op aarde nooit een. S. ' De Hrma antwoordt: De druiven- en vruchtenwijnen van de Première Socióló Suisse par A.ctions pour la production de Vins naturels et de Vin» de iruits non fermenti'j et saus alcoöl :'i Berne" ^door welke inaatschappy' ons het lloofdagentschap voor Neder land en Koloniën is opgedragen) henitten geen iiili<'i/l:iinr en zijn niet alleen onschadelijk, maar zelts rind.nnni en i'i'i'^tei'kenil, daar zij eenig fliril en 11 }><'! ilïinrciisniL'cr bevatten, Herhaald scheikundig onderzoek heeft aange toond, dat deze druiven- en vruchtenwijnen geheel -inrer, en zvndn' eenig bijmengsel zyn. Hoogachtend verblyven wy' l'ice Dto, Uien. Aii:4cnl<nii,, 31 Maart 'l|T. G. UK Vos & Co.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl