Historisch Archief 1877-1940
No 1032
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Egoïsme ^
Als een dame een huwlyksdrama dicht, zal het
?ons dan verwonderen, zoo de vrouw de mooie
?rol heeft en de man de egoïst is ? Hier hebben
?w\j het geval van Eauard en Lize, en het is niet
?twijfelachtig, wie van beiden de beste figuur maakt.
Eduard is knap van lyf en geest, met eenig
fortuin, zeer gesteld op zyn gemak en om zyn
zin te krijgen, en by vindt gêwoonlyk menschen,
?die hem dienen willen. Als jongen reeds een be
dorven kindje, vindt hy niets natuurlyker dan
«m na den dood zyner ouders een tante naar zijn
hand te zetten en haar tot gedienstige huishoud
ster te promoveeren, aan welke tyrannie deze
?dame met lijdzaamheid zich onderwerpt. Maar
als hy' eenige jaren het op die manier goed heeft
.gehad, begint hu in te zien dat het geschikt voor
hem zou zijn het jonggezellenleven te staken en
te trouwen, voor hij te oud is. Trouwen dus,
maar met wie ? Met een welopgevoed meisje,
?dat haar eigen ideeën en ideetjes heeft, haar
«igen zin en zinnetjes, en mopperen zal als zij
niet veel uitgaat, niet veel mooie kleeren heeft,
als haar man haar niet vertroetelt en niet veel
notitie van haar neemt? Dat nooit. Eduard heeft
?voor ziel en geest geen vrouw noodig, zijn studie
?en vrienden geven hem genoeg bezigheid en af
leiding, en van een vrouw verlangt hij niets
anders, dan dat zy' goed voor het huishouden
zorgt, er lief uitziet, eenvoudig is en van weinig
pretentie, en zich zoo min mogelijk verder met
hem en zijn zaken bemoeit.
Van een meisje uit goede kringen zal men dat
alles zoo licht niet gedaan krygen, maar Eduard
?weet zich in zyn welberaden egoïsme te redden.
By zyn tante komt dikwijls een naaister, een
oude burgerjuffrouw, en af en toe ook de dochter
?dier jufvrouw, een er-lief-uit-ziend eenvoudig
meisje. Dat meisje, denkt Eduard, als hij zijn
toekomst-plannen overweegt, is juist wat ik hebben
moet. Zy zal natuurlijk zeer vereerd zijn met
het aanzoek van een deftigen meneer, en
hals?over-kop verliefd worden. Zyn matig fortuin zal
haar onmetelyke rijkdom toeschijnen, en haar
dankbaarheid onbegrensd wezen. Bij de oude
jufvrouw is, dat spreekt van zelf, geen bezwaar
te verwachten; zij zal niets liever willen dan
zulk een voornamen man voor haar dochter
krijgen. Het is inderdaad zeer vernuftig over
legd. Lize heeft een saai en armoedig leven.
Het bestaan haar als de wettige huishoudster
van een netten heer toegedacht, is een hemel
vergeleken met wat zij nu heeft; zij zal niets
meer verlangen, dan wat haar man haar geven
?wil, zy zal volkomen tevreden zijn en gelukkig
met de verzorging van man, kamers en keuken.
-Natuurlijk moet zij een beetje leeren. Wat goede
manieren, wat smaak in kleeding, wat slag in het
inrichten van het huis, maar meer eischt Eduard
niet. Hij neemt haar niet als deelgenoot in de
zaken van hoofd en hart, doch als zijn verzorgster
in het materieele bestaan.
Aanvankelijk gaat het zaakje inderdaad naar
"wensth. De oude jufvrouw is boven de wolken
met haar aanstaanden schoonzoon, ook al blijkt
deze zich niet met haar familie te willen af
geven. Lize wordt inderdaad hals-over-kop ver
liefd en is overgelukkig in haar liefde voor zulk
een deftigen en mooien mijnheer. Zij stribbelt
niet tegen als Eduard alleen op het stadhuis wil
trouwen en het heeft inderdaad allen schijn, of
;zijn egoïsme geheel bevredigd zal worden.
Maar.. ., na eenigen tijd openbaart zich een
niet geringe maar. Lize is wel een burgerkind,
doch daarom niet geheel zonder hoofd en hart.
'Haar liefde voor haar man brengt juist de
moeieiiiiniiiiiiiHiiiiiiiiiiinmmiiiiiin
7de Jaargang. 4 April 181)7.
Redacteur: Run. J. LOMAN.
Adres: Stonehaven Streatham Londen S. "W.
Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek
Tbetreffende, aan bovenstaand adres te richten.
1IIIMIIII1IKII
Van Emile Pradignat, te Saujon.
Vervaardigd voor den 5en Internationalen probl.
wedstryd in dit blad.
No. 376. Mat in drie (3) zetten.
lijkheden aan, die Eduard door haar liefde had
willen ontgaan. Zij houdt zeer veel van haar
man, en het feit zelf dat zij zijn vrouw is, doet
haar eigen achting stijgen. Zij begint al gauw
te merken, dat Eduard minachting voor haar ge
voelt, en zijn vrienden haar niet toespreken
gely'k zy dames van hun eigen stand zouden doen.
Eigenlijk wordt zij door iedereen verwaarloosd en
op zij geschoven. Dit nu vindt zy volstrekt niet
als het hoort. Dat zy weinig weet, begrijpt zij,
doch het was Eduard's taak haar wijzer te maken,
en te zorgen, dat zij met verstand zich kon be
wegen in de wereld waarin zij leeft; zij is immers
zijn vrouw, en heeft recht op zijn ware leven.
Zij heeft recht! Dat is juist de gedachte die
Eduard had willen vermijden, en die bij Lize
uit haar liefde zelve voor Eduard geboren wordt.
Zij eischt wat en gevoelt zich beleedigd als die
eisch niet ingewilligd wordt. Er hebben tooneelen
plaats tusschen man en vrouw, die steeds onaan
genamer worden. Eduard wil niet toegeven, en
handhaaft zijn vrijheid, zelfs de vrijheid om met
een ander te koketteeren. Om zijn heerschappij
te bewezen, begaat hij een inderdaad zeer
beleedigende daad; er is een heftig tooneel; Lize be
sluit van haar man weg te loopen, en zij doet het.
Gunnen wij aan de dames het recht haar eigen
sexe te verdedigen, het is niet meer dan
monschlijk. Thackeray bereikte een van zijn beste creaties
in Becky Sharp, die nu nooit eens wat voor een
ander over had, en het is niet meer dan billijk
dat George Eliot wat later er de manlijke baat
zucht in Tito Melema ter neutraliseering tegen
over stelde. De heer Netscher schreef voor eenige
jaren een Ego isme met een vrouw als hoofdper
soon; mevrouw la Chapelle?Roobol herstelt het
evenwicht met de antipathieke tyrannie en
rechthebberij van Eduard Merkens. Terugslaan uit
wraak is onkristelyk, terugslaan uit zelfverdediging
geoorloofd. En laat ons toegeven, dat mevrouw la
Chapelle Roobol niet doctrinair is: zij erkent
zoowel vrouwlijk egoïsme als manlijke opoffering.
De mooie en vroolijke Flora Lafont denkt vooral
om haar eigen gelukje, de ridderlijke George
Vreehart vooral om zijn aangebedene te dienen.
Laat ons erkennen dat ook Eduard Merkens niet
reddeloos verloren is, hij krijgt de gelegenheid
Lize te erkennen in haar waarde, en laat ze niet
voorbij gaan.
Want met Lize's wegloopen is de zaak niet
uit; het verhaal is dan eerst op de helft geko
men. Lize gaat alleen wonen en helpt zich met
naaiwerk; Eduard wil niet toegeven, hij trekt den
Haag uit en reist naar Parijs. Daar evenwel ach
terhaalt hem het ongeluk. Door een val zwaar
gekwetst, moet hij lang verpleegd worden, met
het vooruitzicht de rest van zijn leven een ver
minkte, een kreupele te zijn. Lize hoort van zijn
ziekte. Zij aarzelt niet; zij houdt van Eduard
nog evenveel als vroeger; het is thans niet de
vraag of hy haar verongelijkt heeft en zij in haar
recht is; slechts daarop komt het aan, dat bij ziek
is en goede verpleging behoeft. Zij bedenkt zich
niet, spoort naar Parijs en zoekt Eduard op. De
ontvangst is niet vriendelijk; evenwel veroorlooft
de man dat zijn vrouw hem oppast. Lize doet
dit met zorgvuldigheid en zonder een enkel woord
van verwijt te laten hooren of op hun geschil
terug te komen. Haar teeder en flink gedrag blijft
aan Eduard niet verborgen. Hij gaat nadenken,
en begrijpt, dat Lize inderdaad een vrouw met
een ziel en een karakter is; dat zij van hem
houdt, en niet minder zoo, wijl zij hem eischen
stelt. Hij begrijpt, dat zij reeds veel waard is en
er mér nog van haar gemaakt kan worden;
hij eindigt met schuld te bekennen, en haar
deemoedig te vragen, dat zij niet enkel de vrouw
abcde f u h
Wit: K a2, D h2, T cl, P b8 en ca, E el; b3,
d6, e3, e6 en f6 = 11.
Zwart: K d5, B a5 en g2; bi, b5, b7, d3, <17, f3,
5, b.6 = 11.
Oplossing van No. 374. (v. Zeeburgh.)
l D g8, P g8: 2 P d3 enz.
P d7 2 P d7:
P e8 2 D f3 f
K e5 2 D cSf
d3 2 P d3:
Opgelost door C. Kockelkorn, Keulen (1H>); C. T.
v. Ham, Kralingsi-he Veer (1); K. te Gorsel (2 ?; H.
Smith, Beerta (U); O. Hovinga, Finsterwold (3>; P.
D. v. Zeeburgh, Groningen ; W. v. T. A te Amsterdam :
L. Keuken, Groningen ('A); H. H, v. d. Goot, Harich
(2); B. v. Krimpen. Kotterdam (2); E. Wieling,
(ironingen (3i; H. Mendes da Costa, Amsterdam (21 V):
11. S. Schortii ghuis, l'insteiwoli (2); \V. Beekhuis,
Groningen ('3); W. Albregts, Amsterdam flj.
Beoordeelingen (No. 374).
Das ziemlich gewohnliche Ablenkungsopfer ist die
einzige Pointe der Aufgabe. Neben den
Sehachgeboten D b8 und D f8 droht auch die stille
lortbetzung im Hauptspiel. C. Kockelkorn.
De Ie zet ligt te zeer voor do hand. 't Offeren
der dame vei hoogt de schoonheid ook niet. De ver
schillende varianten leveren niets bijzonders op.
'C. T. v. Ham.
Beoordeelingen van 373.
Der Zweizüger 373 ist mehr durch Yerführung als
dnrch guten Infaalt ausgezeichnet, daher nur 11/2,
C. Kockolborn.
De hoer Kockelkorn schrijft verder: Am Schlusse
meioer Benrtheiiung van 371 (Erlin) muss es heissen
and/ (nicht aber) nur eine Drohung mit einiger
Yerführung, aber Keine sehr dankbare Idee'1.
Mit der Seherzaufgabe von Lecomtc batte ich inich
natürlich geirrt, sie ist durehaus correct und hiib^ch !
C. K.
A.
COEP.ES PONDENTI E.
v. E. te D. Stand als volgt K f l, II a">, l' cG
en e5 ; b2, d4, f4, g4 en h2. Zwart K e3 ; e4 en g5.
Bijdragen en opl. van uw hand zullen ons steeds
welkom zijn.
H. M. te A. Wij hebben de problemen niet be
waard, doch d-^ nevenopl. vermeld. U kunt er vao
op aan dat alles in den haak was, daar de heer
Kockelkorn de problemen heeft onderzocht. Daar
reeds een 4-zet van u is opgenomen, is alleen nog
voor een 2- en een 3-zet plaats.
L. K. te A. Problemen in dank ontvangen.
Dito W. v. T. A. te A.
van zy'n huis, doch ook de vrouw van zijn hart
zal zijn.
De vertelling van mevrouw la Chapelle?Roobol
is met overleg ineengezet, met overleg uitgewerkt.
Men kan er over discussieeren of Eduard Mer
kens wel de daad van een wei-berekenend man
deed toen hij Lize huwde zonder te voorzien dat
er botsing moest komen: ik voor mij geloof, dat
zy'n inbeelding, zy'n geloof in zijn succes by' de
vrouwen zijn handeling voldoende motiveert. Ook
kan men vragen of in het nieuwe samenleven van
Eduard en Lize de oude bezwaren niet weder
verrijzen zullen: laat ons echter hopen dat het
Eduard gelukken zal zijn vrouw te ontwikkelen
en van haar een ook in gezelschap toonbare dame te
maken; where tliere j's n trill, thcre is n wny, en aan
den wil schijnt het niet te ontbreken. Mijn bezwaren
zouden niet zoozeer compositie en motiveering, als
wel het schrijfwerk en eenige details gelden. Als
schrijfwerk is Egoisme naar mijn smaak te mat,
te slap, te kleurloos. De geschiedenis zelf treft
ons niet als iets bijzonder nieuws, en de
frischheid had er ingebracht moeten worden door bij
zondere deugden van schreven, dramatiseeren en
incidenten. Iets eigenaardigs is eigenlijk alleen
te vinden in het huishouden van de vier zusters,
waarvan Flora Lapont er een is, en het meest
origineele is daarin de oudste zuster, die zóó
tevreden is in de overtuiging van haar eigen
voortreffelijkheid, dat zelfs wanneer alle zusjes
uit huis gaan en zij alleen achter blijft, zij niet
temin zich behagelijk gevoelt in de koestering
van dat heerlijke binnenzonnefje.
Evenwel, het is niet om diergelijke
psychologisch-humoristische versnaperingen
datmen7v/osme lezen moet; wie niet bedrogen uit wil komen,
verwachte er niet meer van dan een kalm en
met overleg ineengezet verhaal.
CM. M. VAN DKVKXTKK.
1) Roman door Suze la Chapelle-Roobol. '2 dln.
's Gravenhage, Loman & Funke.
IIIIIIIIIIIIIIVIIIMIMEI
Boei en Tijdschrift,
HKNRI iIE KcxiKit. JjC* jcii.i' nistii/iies et
iliciiis. (Mercure de France).
De verzen zijn n aangehouden droom van
de natuur, die de dichter heeft gezien,
doorwemeld van de naakte, half dierlijke, mythologische
gestalten der oudste Grieksche zangers: Sirenen,
waarvan de lokken wimpelen in luwe winden
over de aansteigerende golfholten. Centauren, die
ijlen met nimphen in hunne ruige armen,
diepweg in de statig schemerige woudgewelven.
Satyrs die rimpellachen door takvensters in de
bosscbjes, met hooggetrokken, hoekige wenkbrau
wen, met kittelige blikken en zinnelijken mond.
Nymphen, slank gestrekt, wiegend in de bekkens
der fonteinen, in hun handen druppels vangend
uit maskers die waterstralen naar hen
nederbuigen. Tusschen deze vele kleine,
stil-melancholiake verzen is ook het mooi dramatische gedicht
Art'Htitse gevoegd, dat in toon hier en daar aan
Maeterlinck herinnert. De dichter van PcJlfits
et Hfi'lisaiulc laat evenwel de gebeurtenissen in
een vage middeneeuwsche periode verloopen, maar
de figuren van de Régnier bewegen zich aan de
marmer blanke kust der eeuwig antieke
Middellandsche Zee.
Een stille mijmer stemming ligt over de meeste
dezer fijne verzen, zooals b.v. het volgende:
Allribnts
De tout ce grand amour et de toutc ma vie,
Gerbe parse que l'heure ternelle délie
Et dont Ie vent du soir a l'année trangère
Disperse les grains mfirs et les bouilles légères,
II ne restera rien, car Ie furtur Kt
Xe saura même pas si quelqu'un a t
Le moissonneur de cette torre que moissonne
Un autre, hélas! pour qui l'indili'érent automne
TWEEDE NAT. COBBESP.WED3TBIJD.
Zes-en-vijftigste zet van Wit.
ABP
i
l ' 3 u4
7 161' 13 5 K i-2
9 K c2 ? S cdi:
In A l en 7 verder geen opgave ontvangen. In
partij A !) biedt Zwatt remise aan.
J. J. S.
UIT DE SCHAAKWERELD.
Do beide Amerikaansehe pooryechters schijnen
volkomen aan elkander gewaagd te zijn. Indien men
bedenkt dat de stand op een gegeven ougenblik was:
Pilltbiiry 3, Showalter O, en thans: ie lei- 5, dan kan
men hiernaar Showalter's ,,pluck" afmeten. Indien
thans nog ieder een partij wint, dan moet volgen*
de bepalingen, de match worden verlengd totdat een
van beiden 1U partijen wint. Ingeval beide spelers
!) wiu t-tpnutcn behalen wordt de match remise ver
klaard.
Van de match te Petersburg is ons tot dusver
aleen de uitslag der eerste partij bekend. Stand
Tschigorine l, Schillers U.
Te Boedapest zal eerstdaags een vierkamp plaats
vinden tusschen de vier sterkste Hongaai-sche mees
ters, liud Charousek, Dr. Jaeoby, Jnl. Makovetz ? n
Geza Jlaroc/.y. Ieder speelt met elk zijner .'J
tegenetandeis 4 partijen.
Stsinitz bevindt zich op 't oogenblik te Weenen.
Hij moet buiten zichzelf zijn van verontwaardiging
over de behandeling in 't gesticht te Moskou. Tegen
den Amerik. consul aldaar is hij voornemens een
rechtsvervolging in te stellen, waarbij de Amerik.
Consul te Weenen, do vermaarde schaker Max .Tadd,
hom zijn hulp heeft toegezegd Stcinitz moet zich
hebhen uitgelaten, spoedig de schaakwereld in een
match te tooneu dat hij nog in 't volle bezit van zijn
geestvermogens is. Wij zijn geneigd dir, eerder aaa
te nemen, indien hij dit dwaze plan laat varen.
Mürit Ie raisin lourd au cep qui l'a port
Uu autre! et lui peut-être, au soir de son té,
Trouvera parmi l'herbe, auprès de la fontaine,
Une urne oüdormira une eendre incertaine
Que versera la main qui l'aura soupesée
Et deux fiïites de buis et d'ébène, croisées
Sur un masque pétri d'une pate de eire
Oüs'efface a demi la bouche d'un sourire."
L'année Seientifique et industrielle (40eannée),
par EMILE GAÜTIER. (Paris, Hachette).
Een prettig, bondig overzicht^ van al wat in
de geleerde wereld van '00 is omgegaan. La
balance de la science !
De resultaten van het afgeloopen jaar geven
wel recht om de voorrede aldus te besluiten:
»C'est surtout a l'ombre de la science et sous
son gide que tout vient a point a qui sait
attendre".
* *
*
L'anné.e l'olttiiine 18!H! ('23e année) par
Axmu: DANIKL. (Paris, Charpentier).
Ook een nuttig boek voor iedereen die do
Fransche politiek van den dag nauwkeurig wil
volgen.
Geschikter voor hen die de geschiedenis van
Frankrijk niet allén, maar van alle Staten willen
kennen is »Die Politische Geschischte der
Gegenwart" van Dr. Carl Wippermann (Berlin, W.
Springer). Er is een kroniek aan toegevoegd
waarin al de gebeurtenissen dag na dag zijn
opgeteekend. liuim de helft van het boek be
handelt Duitschland, maar de rest de andere
Staten.
AJSHÉVKTOK CiiAiiKOSNEL: Congres
uniersel des liéligions en l'.IOfl. (Paris,
Colin & (Jie.)
Het boek is de uitvoerige geschiedenis van het
denkbeeld om in 1900 te Parijs een algemeen,
reusachtig Godsdiensten-congres, dus een Goden
expositie te organiseeren, zooals in '!),'! al is
gebeurd te Chicago. Een groote verzameling
artikelen uit kranten en revues, betoogen, kri
tieken, redevoeringen enz. van menschen uit alle
wereldstreken (o. a. ook een paar brieven van
onzen dominéIluger.holtz), waarin het vóór en
tegen van zoo'n wereldcongres behandeld wordt,
vol van idealistisch-wijsgeerige,
modern-theologische beschouwingen, maken het werk be
langwekkend.
De heer Charbonnel, een jong letterkundige.
ijverig medewerker aan Le Mercure de Fnince,
zal ontzettend veel moeite hebben gehad om al
die paparassen, uit alle hoeken van de wereld
bij elkaar te krijgen en te regelen.
liet is nu maar te hopen dat God over het
a. s. Congres tevreden zal zijn.
* *
*
Les Mnitres ile TAfjiclic. (Paris, Imprimerie
Chaix).
Fel geel, hard rood, zwaar-goud, licht-wit ran
ken de tengere lijfjes der wufte Parijsche cocottes
van Chéret, voor een wolk van grijnzende clowns,
bemonockelde noceurs en fatten, over de altiches
heen. Ze wuiven met hun waaiers, ze wenken
met hun handen en voeten, wijzend naar de
Moulin-Rouge, naar de Bals-masqués, naar de
caféconcerts enz. En met de luchtig tegen het
hoofd gezette, vvijd gerande hoed, met de
helkleurige bloemen aan de blanken, open boezem,
met de smalle, ranke taille, schijnen ze te zweven
op stormwinden van zinnenlust, waarin ze nut
lokkende gebaren ritsen van bon-vivants vervoe
ren in jacht van onstuimig en roezig genot.
De prenten zijn een bekoorlijke herinnering
voor hen die dat Parijs hebben gezien en dat
lieve leven hebben doorgeboemeld ; voor kuische
jongelingen, die nog nooit in deze verlokkende
hel hebben gebrand, misschien hoogst verderfelijk
en demoraliseerend.
Behalve het mooiste werk van ('liêret, verschijnen
in de serie uiaandelijksch nog de meest geroemde
affiches van de schitterendste schilders en teeke
naars uit Frankrijk en andere landen. Ze zijn.
prachtig om de kamer te verfrisschen met een
parfum de Paris." F. R.
KUIIIIIIIimillllllllllllllllllllill
8s(c match partij.
SPAAXSCIIE PAETIJ.
Wit. Zwart.
J. W. Showalter. H. N. Pillsbury.
l e4 e5 9 P d5 0-0
2 P I'S P 06 10 T el K f6
~ « . * 11 R f4 P e8
* K. »?» 1J l «j Wlt jrojgju p c7:
4 0-0 Pe4: !2Te8:! D e8:
5 (14 P do T 08:? dan E c7: en
E e7 staat ons meer wint.
aan. 13 P c7: D e4
6 R at 14 R d6 T bS
Afgaande op Showal- 15 R c2!
ters succes met dezen zet, De dame moet van de
ZoU men geneigd zijn hem e-lijn verdreven worden,
den voorrang toe teken- ten einde baai-, na D do t,
nen boven de gebruike- 't veld e7 te versperren.
lijke voortzettingen C 15 D g4
E eö: en de5 :, P b5: jg R f 8. R fg.
7 ai, dli enz. 17 D d6 f R e7
18 f P! "
Pillsburv speelde in * , ' . . , , ,
de Ge pariij 6- o4. Een echte zet uit tland
- * a i van ilorphy!
Deze nieuwe gambiet- ]t ,,. .. M
variant in den.Spanjaard'' dr.:' tlan '^'"'"'"J'5
verdient attei.tie. De in6»»^;^ ^ .
party neemt na 't dub- l'' " df " "*
l>ele pionnenoffer een ^0 " Ua K u8
zeer levendig verloop. 21 D c3 l'6
Van de vele interessante 22 P f'6 : R a5
partijen in deze match 23 P d7: -f!
spant dit spel ontegen- en Wit kóndigd mat in
zeggehjk de kroon. 5 zetten aan.
7 dc3: U d7: dan 24 D f6 t,
8 P c3: R e7 K g8 25 E b3 f eiiz.
E r r a t a. Zie vorige rubriek. Onder de partij
Pillsbury-Siiowalter staat: Zwart geeft op. Dit inoet
zijn: Wit geeft op.