Historisch Archief 1877-1940
No. 1033
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Ilandwörterbuch der Staatswissenschaflen zal
men tevergeefs naar een artikel sociale politiek
zoeken. 1)
Het is dan ook den Hollander niet euvel
te duiden, wanneer hij, aangezocht om een
nauwkeurige omschrijving van het woord
sociale politiek, tot zijn verbazing bemerkt,
met de verklaring verlegen te zitten. Waar
begint de sociale politiek ? Waar houdt zij
op ? Zijn alle maatregelen ten gunste of' ter
bescherming van de arbeiders te nemen, eron
der te rekenen ? Ook maatregelen als het in
stellen van een goedkoop krediet ten behoeve
van den kleinen neringdrijver, den kleinen
landbouwer? Ook protectionistische maat
regelen, tot steun van sommige takken van
nijverheid genomen ? Ook de premie voor de
suikerfabrikanten ? Het zoogenaamd ge
meentelijk socialisme, in zijn resultaat recht
streeks gericht tegen den particulieren onder
nemingsgeest, is dientengevolge in sommiger
achting een stuk sociale" politiek. Waar
houdt de juiste benaming op ? Waar begint
de begripsverwarring ?
Wilde men de leeken opvatting van het
begrip sociale politiek vaststellen aldus de
boven geciteerde hoogleeraar dan kon men,
geloof ik, haar definieeren als het kort begrip
van al die maatregelen op het gebied der
binnenlandsche politiek, die sedert het begin
van de proletariërsbeweging zijn genomen, om
de opdringende loonarbeiders te bevredigen,
of althans tot rust te brengen; de politiek
dus, wier resultaat de overigens niet minder
vaag belijnde sociale" wetgeving is.
Met deze populaire verklaring echter stelt
deze schrijver zich niet tevreden. Hij zoekt
een zuiverder wetenschappelijke oplossing
der kwestie, die voor ieder die zich tot soci
ale politiek voelt aangetrokken, van bijzon
der gewicht moet zijn. Want prof. Sombart,
die een zeer nauwkeurige kennis heeft van
de arbeidersbeweging onzer eeuw 2) en niet
temin zich niet tot de sociaal-democratie heeft
bekeerd, de eenige criticus van Marx' waarde
theorie, wien door de Marxisten, met name
door Fr. Engels, een ongeveer juiste opvatting
dier theorie niet wordt ontzegd, beproeft hier,
voor de sociale politiek zoo niet den oorsprong
af te leiden en het einddoel vast te stellen,
dan toch een scherp begrip te traceeren, en
de beginselen aan te geven, volgens welke zij
zich heeft te ontwikkelen.
Allereerst verwerpt Sombart de opvatting
der sociaal-democraten, als zou de maat
schappij zich ontwikkelen tot twee tegenover
elkander geplaatste groepen, vertegenwoor
digende eenerzijds het kapitaal, andererzijds
den arbeid. Hij neemt vier groepen aan in
de tegenwoordige maatschappij, die zich naar
den loop van;,het zich ontwikkelend productie
proces als vertegenwoordiging van afzonder
lijke belangen hebben gevormd. Het zijn:
I. de »Eigenwirtschaft", overblijfsel van de
kleine, onder n familiehoofd of landheer
levende gemeenebesten; II. de »stiidtische
Tauschwirtschaft", uit het gildenleven voort
gekomen ; III. de «kapitalistische
Verkehrsol'zuilkkon.
DS HANDSCHOENEN.
A'acii' het Russisch
VAN
T. L. SCHTEPKINOJ?KÏPERNIK.
(Slot).
De koetsier van Tolja Zaitschefcki wachtte voor
't huis. Toen de jongelieden de voordeur openden,
lachte een blauwe hemel met tallooze sterren hun
zóó vriendelijk tegemoet, dat Wera de handen naar
Tolja uitstrekte en uitriep:
Zaitsehik, laten we wat gaan toeren!
Met, genoegen! was 't, antwoord, terwijl
hij haar handig iii de kleine slede tilde, het bont
kleed vastknoopte en zijn krachtigen arm om haar
dun middeltje lieeusloeg.
Vooruit, Semeu!
Het paard nam dadelijk een goeden draf, zoodat
de slede pijlsnel voortvloog in de richting der rivier.
De jongelieden zwegen. Ze werden zich beiden
plotseling bewust, dat, ze zich voer de eerste maal
onder vier oogen bevonden. Dit, was nog nooit ge
beurd. Hen stemde dit dadelijk ernstig. Ze ver
mochten niet meer te babbelen eu gekscheren, als
anders. Zwijgend genoten ze.
De nacht was wonderschoon een dier
allesbezielende, zitiverrukkeridc, hel-blauwe nachten,
welke aan alles een zekere geheimzinnige, machtige
bekoring schenken, wanneer de natuur vol is vau
onzichtbare gestalten eu een menigte p-jèiische ge
voelens zich aan u opdringen in jeugdigen over
moed.
In de straten heerschte een ongewone stilte,
noch gerij, noch geschreeuw, aan alle hoekeu
stonden mensciien, zwijgend, als doordrongen van
de plechtige stilte alom; hier en daar glinsterden
de heldere lichtjes der kerstboomen door de ven
sters, af eu toe vloog met een licht geknars een
kleine slede voorbij, of spoedde zich een enkele
voetganger huiswaarts.
Aan de rivier was niemand te zien. DJ Newa
lag daar stijf bevroren in majestueuze kalmte; de
overkant der rivier baadde zich in 't gele licht der
wirtschaft", handel en nijverheid, zooals zij
zich onder het régime der onbeperkte vrijheid
hebben gevormd; en IV. de «socialistische
Eigenwirthschaft", de toekomststaat, waar
naar de sociaal-democratie streeft.
Deze vier groepen worden in de samen
leving gerecruteerd uit: I de jonkers en boeren,
II de kleine burgerij, III de groote burgerij
met haar neiging om een conservatieve
monarchie te steunen, IV de proletariers met
hun democratische en socialistische tendenzen.
Binnen deze groepen heerschen weder ver
schillende belangen, die somtijds in
onderlingen strijd geraken. Zoo kent de groote
burgerij, die wij het duidelijkst met den
overigens door het gebruik reeds bijna ver
sleten naam bourgeoisie aanwijzen, een agra
rische, een industrieele, en een commercieele
fractie.
Tengevolge van deze onderscheiding komt
Sornbar tot de conclusie, dat als
sociaalpolitieke wetgeving is te beschouwen de wet
geving die tot doel heeft, of bewerkt de in
standhouding of versterking van een of meer
der genoemde groepen, als: bevrijding der
kleine landbouwers uit de oude banden der
heerlijkheid, handelsverdragen, wetgeving op
den handel ter beurze, beperking van den
groothandel, wetgeving op het vakdiploma,
arbeidersbescherming enz.
Maar niet als sociale wetgeving beschouwt
hij de armenpolitiek met haar aanhangsel van
gedwongen verzekering, de financieele politiek,
als de inkomstenbelasting, die zich slechts
bezig houdt met onderscheiding van verschil
lende graden van rijkdom of armoede, enz.,
die betrekking hebben, niet op een bepaalde
klasse, maar op groepen personen, aangewezen
zonder in aanmerking te nemen, tot welke
sociale klasse zij behooren.
(Slot volgt). F. M. C.
1) Werner Sombart, Ideale der Sozial-l'oUtik.
Braun's Archiv, Bd. l, art. 1.
2) Zie zijn werkje: Koeialismus und sociale
Bewegung im 19 Jahrhundert, Jena, Gustav
Fischer, 1890 door de sociaal-democraten
als de beste der burgerlijke" beschouwingen
over hunne zaak geprezen.
De (M noir,
Alle Fransche bladen hebben artikelen gewijd
aan het overiijden van den stichter van den
Chat noir. Men kent de geschiedenis. In Fe
bruari 1881 opende Rodolphe Salis, heer van
Chatnoirville, gesteund door eenige »hydropathen"
onder zij' e vrienden, Goudeau, Richepin,
Ponchon, Rollinat, zijne artistieke kroeg, het eerste
der artistieke cafés, die later zoo goed zouden
gaan. Het zaakje in bier en grappen was
gelUIIIIIIUMIHttlllllllllltllllllllllllMIIIIHIIII
gaslantaarns; een zacht windje woei vriendelijk,
juist alsof de natuur in dezen heiligen nacht zicli
wilde ontfermen over de dakloozeu eu ze bijstaan
op huu zwerftochten.
Laten we hier wat langzamer rijden, Seinen !
verzocht Tolja.
Wera keek dankbaar naar hem op. 't Was haar
zoo aangenaam, dat hij juist haar verlangen deelde.
Ze was op het punt geweest het hem zelf te ver
zoeken.
De koetsier hield in.
Nu gleden ze heel zacht voort. De reine, blanke
sneeuw schitterde hun tegemoet van de platgereden
sporen; tegen deze sporen, welke nog meer schit
terden door de blauwachtige electrische lichten,
staken de zwarte strepen eu schaduwen van hekken,
huizen en tuinen scherp af. . . Door dt;
telephoondraden weerklonk eeii licht harmonisch gedreun,
juist alsof men accoordeu aansloeg op een reus
achtige piano en op het pedaal drukte, zoodat, of
schoon liet accoord wel was opgehouden, 't toch
zijn naklauk voortdurend behield. Dit stoordu niet,
maar verhoogde eerder de harmonische si ilte, voort
gebracht door vage geluiden, licht ruischen,
srlnttering en duisternis; boven dit alles, aan den
violet-blanwen hemel, stond de volle maan, nauw
omgeven van kleine smalle witte wolkjes., ver
leidelijk haar naderend.
Herinner je ... ? klonk \\ era:s stemmetje
heel zacht, alsof ze vreesde deze stilte te ontwijden.
Herinner j;; je, hoe we als kinderen dit rijmpje
zongen:
.De sterretjes aan den hemel staan.
En d'engelen langs haar henen gaan"'. . .
O, ik hoor het nog!
En wat klonk hut goed!... '/eg, Tolja...
(zij kon hem op dit oogenblik geen ,,/'aitsc!iik"
noemen) we zijn nu toch ook noir niet oud,
wel 'f . . . .
Al heel oud ! . . . plaagde hij.
Waarom of 't mij toch altijd spijt, dat onze
jeugd voorbij is en nooit terugkeert!"....
Juist omdat ze voorbij is eu nooit
tcrugkeeren kan ... antwoordde hij in gedachten ver
zonken.
Zooals bijna altijd in minuten van onbewust
geluk, overtoog een klein wolkje van onbegrepen,
onverklaarbare zwaarmoedigheid beider jeugdige
gezichten, maar het kou evenmin aan deze
oogeublikken hunne bekoring ontnemen, als 't de
teevestigd op den Boulevard Rochechouart, naast
het Elysée Montmartre, in het lokaal dat later
betrokken is door Aristide Bruant.
In den beginne vergenoegde men zich, er bocks
te slijten aan den gaanden en komenden man,
waar de vrienden van den huisheer uit de hoogte
op neerzagen, letterlijk uit de hoogte, want
zij kwamen bijeen in een opkamer, die uitzicht
had in het schenklokaal. Dit vriendenzaaltje
noemde men het »Institut".
SM.is.
Weldra meenden schilders, poëten en musici
van het Institut, dat een beetje poëzie en muziek,
in afwachting van het schilderswerk, niet
kwaad zouden staan bij hun kringetje. Na eene
proef dus van litteraire matinees, die 's Maandags
aldaar voor ingewijden gehouden werden, werd
dan ook het artistieke manna verstrekt aan de
betalende avondgasten.
De »Chat-noir" van de Ilue de Laval begon
zich reeds aan te kondigen.
lederen avond, leunend naast de piano, voor
het blonde schuim der bierglazen, staande of
wandelend door het lokaal, brachten de dichters
en zangers des huizes hun werken ten gehoore,
terwijl de piano onder de vingers van Fragerolles
weerklonk.
Zoo verliepen vier of vijf jaren ; in 188(1 eerst
verhuisde de Chat Noir en kwam in de Rue de
Laval terecht. Een fantastische verhuizing ; de
wagen reed door de straten, voorafgegaan door
herauten, omringd door geharnaste ridders,
een wandelend artillerie-museum.
Terstond begonnen de artistieke soirees weer;
nieuwe rijmers, nieuwe componisten, o. a. Charles
de Sivry, waren er bij gekomen, schilders ook
al, waaronder de verbazende artiest Henri Rivière,
tegelijk teekenaar, colorist, uitvinder, architect,
musicus en letterkundige, in alles uitmuntend,
en nu nog de ziel van de onderneming.
Boven, in de kamer die nu voor concertzaal
dient, gaf iedereen ten beste wat hij had, ge
dachten, geest, talent. Thérésa, nu bijna vergeten,
zong er heel dikwijls.
Eens 's avonds, toen de habitué's in de con
certzaal kwamen, waren zij niet weinig verwonderd,
iitiiiiiiuitiiiiuiinniiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiili
dere witte wolkjes, die zoo verleidelijk de maan
naderden, gelukken zou haar gelijkinatigeu schijn
te verduisteren.
Zij reden tot aan 't Wiuterkauaal.
Hier moeten wc even stilhouden, Tolja '
smeekte Wera. Dit is mijn liefste plekje ....
Hoe onze smaken overeen komen! . . . Tolja
had in werkelijkheid nooit over het Wiuterkauaal
gedacht, maar nu scheen het hem toe, alsof er
geen schooiier plekje op de wereld bestond.
Zij hielden stil.
Links van hen glansde de bevroren Newa. Voor
een huis, waaraan men aan 't bouwen was, brandde
een houtvuur. De zwarte silhouet van een man
werd zichtbaar achter de helroode vlammen van
't houtvuur, bijdragend tot schakeering van dit
onbewegelijk, sneeuwwit, landschap. Wanneer de
vlammen door het zachte windje even werden
beroerd, verlichtten ze voor een oogenblik de omgeving,
om dadeiijk weer te vervallen iu haar vorigcn toe
stand, e 11 rondom was alles bevrozen. verkwijnd
in langdurigen betoovereuden skap. lu'dits, ver
licht door de stralen der maan, trad een somber
gewelf op den voorgrond; door hare halfronde
opening vertoonde zich de hemel, hcl-blanw, schit
terden de sterren, staken de schaduwen van ge
bouwen zwart af; in een kleinen doorgang, naast
't gewelf, stond een lantaarn; het bruggetje over
een gracht geslagen, was gauseli eu al oi'crsueeuwd,
ingeslapen, evenals 't water.
U era stapte de slede uit en trad, haar arm in
dien van Tolja leggend, naar de zware ijzeren
omheining.
Zij stonden daar langen tijd zwijgend.
't Is mij, of ik zoo dadelijk die muziek zal
hooien. j
Welke muziek 'l \
- Herinner je je de ,1'jqiie Dame r" lu de
scène aan 't kanaal: Dat, speelt het orkest zóó
verrukkelijk sprak Wera en voor haar verbeel
ding weerklonken die sombere, treurige accoordeu,
dat ze de oogeu sloot en maar steeds bleef
doorluisteren.
Du gestalte van Lisa, geheel in 't zwart, trad
haar voor de oogen; zij luisterde niet kloppend
hart naar de melodie, die weer klonk als een
laatste vertwijfelende klacht, al heviger, heviger
eindelijk ecu kreet, dau ziet ze de zwarte gedaante
naar de brug snellen, zich voorover buigen . . . een
plons in 't water.
Wera trilde over haar gansche lichaam, opende
een poppenkast in een hoek te zien, en Salis te
hooren aankondigen, met zijn bekende verve,
dat de eerste voorstelling van het «theatre du
Chat-Noir" zou gegeven worden. Weinige
oogenblikken later ging het doek op, en men zag
La lierline de Vémiyré, van Henri Somm.
Om het programma nog wat aantrekkelijker te
maken, kwam Ilenri Rivière een dag of wat later
op het idee, in de poppenkast eea handdoek te
spannen, en daar achter, terwijl Jouy Les
Seryels zong, . eenige seryeiits /Ie rille, van
bordpapier uitgeknipt, te laten delileeren. Deze
fantasie werd uitnemend opgenomen.
Het schimnientheater van den Chat-Xoir was
geschapen. Somm. die de poppenkast had geopend,
opende ook de Chineesche schim die ook op
dezelfde stellage geïnstalleerd werd met eene
schimmenfantasie, op de manier van Les Seryuts,
getiteld L'J''li^>luint.
Later volgden U n crime de cJtcinht de /b1, Kn
1SIIS van Caran d'Ache, en uit dit ontwikkelde
zich de beroemde J'*i>o/>i'e, het glansstuk, dat met
de Ulid'clte a l'lïtoilu van Fragerolles en Rivière
het meesterstuk gebleven is. Donnay (van Amants)
gaf er eene L'Iiryné, Haraucourt eene Jfi'n'o et
Léandrc, Willette L'At/e il'Or, l'ille J)e Cythère
d Jloiitiiiiirtre, Jouy L'itt; (i/j'iui'e d'/tunnciir,
Gandillot, Ailais, Richepin, Caran d'Ache, Tinchant,
Rollinat, Courteline, de Sivry waren vaste mede
werkers ; Henry Rivière bleef de ziel van de
onderneming, onder Rodolphe Salif.
Een der vaste slachtoffers van de verve der
jonge letterkundigen maar die het zich heel
gemoedelijk liet aanleunen, was Francisque Sarcey.
Hij vertelt er in den Matin het een en ander
van. Tijdens de (-/tut noir in de Rue Victor
Masséhuisde, gaf Saus een blad uit, ook de
C hut noir geheeten, en behalve allerlei grappen
op sl'oncle" Sarcey, liad Alphonse Alhüs er ook
een verzonnen, die veel succes had. Hij schreef
geregeld pikante vertelseltjes en paradoxale be
weringen, en onderteekende die met den naam
Francisque Sarcey. Te Parijs liet niemand er
zich door beetnemen, maar in de provincie had
het succes, en Sarcey kreeg van familieleden,
vrienden en lezers soms gemoedelijke of veront
waardigde brieven over »eene lichtzinnigheid die
hem op zijn leeftijd en gezien als hij was, niet
paste." Een van die brieven, van een eerzaam
notaris, liet Sarcey encadreeren en hing hem in
zijne studeerkamer.
Ken ander verhaal is er van een jongen man
die naar Parijs kwam en in de cafés, waar de
schrijvers verkeerden, liep, om te trachten kennis
met hen te maken. Hij was in den C l tut noir en
zag een heer in een hoek zitten, in den 'J'enijis
lezend ; hij vroeg aan Salis den naam van den heer
en vernam dat het »de groote criticus, mijn oom
Francisque Sarcey" was. Inderdaad was het
Alphonse Allais.
Stel me aan hem voor, zei de jonge man.
In geen geval; Sarcey wil niet gestoord
worden, hij komt hier incognito en zou weg
blijven als ik hem lastig viel.
Acht dagen lang kwam Allais in het caféden
Tfiiijis lezen, de jonge man liep zwijgend, met
een manuscript in den zak, om hem heen, en
durfde hem niet aanspreken.
de oo2cn en trok Tolja krampachti; aan den arm.
Wat scheelt u, wat deert u, Wera Panlowna ?
vroeg hij verschrikt, met een angstigen blitc haar
in de oogen starende. .Maar zij bleef zijn arm
krampachtig omknellcu en stamelde:
Tolja . . . Tolja ... Ik zag het duidelijk vóór
mij, hoe Lisa zich in 't water stortte. God ! fjtel
je eens voor, dat mij dat eens plotseling in
't hoofd kwam; wat moest ik dan al niet door
leefd hebben, om zóó mijn jong, schoon leven te
eindigen . . . En met angst blikte ze naar 't be
vroren water.
Kom tot je zelf, Wera! smeekte hij. 't Is
alles maar fantasie van je, zoo deed Lisa van
J'uschkin niet; herinner je maar, ze ging
kaimpjes trouwen met een ambtenaar en leefde gelukkig ! . . .
Och, neen, Tolja! Ik geloof dat van deze Lisa
niet, hield Wera kinderlijk vol. Dat zou Ie absurd,
If gewoon zijn !
Wat was ze bekoorlijk ! . . . Herinner je je nog,
hoe zij op 't balkon staat, en den uachs haar ge
heim, haar liefde vertrouwt 'r ...
,,O nacht, bekoorlijke nacht, als gij. zoo
schoon is Inj,
Als gij ecu raadsel! . . . ."
.
Ach, wat, was dat, heerlijk!...
Tol ja beschouwde het dour de maan beschenen
ge/.ichlie van Wera, beschouwde hare u'roote oogen,
waarin de tranen van zonderbare aandoening schit
terden en het scheen hem toe, dat dit niet
dezelfde \\ era was, met wie hij op de canapéhad
geboeid en roovertje gespeelil, maar ecu nieuwe,
M'eenule en gelijkertijd toch nog dierbaarder
Wcra, nog sehooner en aantrekkelijker dan de
Lisn van 'iVchaikowski, en J.'u>ch!> in's Tatiana ?. hij
vergiste zich niet /.ij alleen was o.» .ut
nogenblik du heldin zijner gediuhtju, de schoonste, rein
ste droom zijner jeugd, dn heldin van dezen
onvergetel jkun nacht eu zijne eerste heilige gevoelens. . . .
(.ie zult kou vatten, mei, zoo te blijven staan,
Wera!... verstoorde hij eindelijk de bciorii,<r.
Laat ons teiugkeereu!
Laat, ons terugkcercn, herhaalde ze
\verktuiirelijk en even werktuigelijk zich latende neder
zetten in de slede.
Snel ! verzocht de jonge man.
En zij vlogeu pijlsi.cl voort.
De adem begaf hun bijkans dosr 't snelle rijden ;