De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1897 11 april pagina 5

11 april 1897 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 1033 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. DAME.& ?l Me en kleine naün iet net 002 op de beroepstee, Dat mijn artikelen over Broodwinningen, voor trouwen de aandacht trekken, bewijst de briefwis seling, welke er voor mij op volgt. Welke hoogere voldoening zou ik kunnen heb ben dan eenigen den weg wijzen, die tot vreugdevoller leven kan leiden? Voorzeker geen; wanneer tenminste daarmede niet de vrees behoeft gepaard te gaan, dat diezelfde artikelen enkelen een on herstelbare teleurstelling kunnen bereiden. En dat zal stellig het geval worden, indien men de zaak gemakkelijker opvat, dan mij voor welslagen noodzakelijk voorkomt. Voorbeeld. Ik heb de aandacht gevestigd op illustreeren als beroep voor vrouwen. Nu moet men echter wel weten, dat tegenwoordig in Neder land uit illustreeren geen broodwinning te maken valt, terwijl het aan den anderen kant veel te veel studie eischt, om, als bijzaak beschouwd, waarlijk artistiek werk te produceeren, d. w. z. een arbeidsproduct hetwelk goede betaling mag eischen. Zal de vraag naar oorspronkelijke kunstvolle verluchting zoo gering blijven als ze tegenwoordig is of zal ze toenemen f Niemand kan dit zeggen; te minder wijl het samenhangt met de materiëele welvaart der natie en de ontwikkeling van haar kunstzin. Hoe echter de dingen zullen loopen, ik blijf onder alle omstandigheden in illustreeren een ge» schikt vrouwenberoep zien, en wel allereerst daarom, dat Nederland de wereld niet vormt. Het biedt nu eenmaal een levensmoeilijkheid te meer, tot een kleine natie te behooren met eigen taal. Een onoverkomelijk bezwaar is het evenwel niet, want men kan er zich tegen wapenen door het aanleeren van een of meer wereldtalen. Niet zoo'n beetje als de dagscholen geven, maar flink, zoodat men er zich gemakkelijk in beweegt, schrif telijk of mondeling. Ongefortuneerde ouders eener groote natie zal het veel minder bezwaarlijk zijn, hun aankomende kinderen dat voordeel te verschaffen dan anderen. Er bestaat voor eerstgenoemden zelfs een geheel kostelooze weg. Hetzij door bemiddeling van keu nissen, hetzij door een advertentie, leeren b.y. Engelsche en Duiteche ouders elkanders wensoh kennen; na deugdelijke en nauwkeurige informatie wisselen zij hun kind. Beide partijen hebben er nu even groot belang bij het pleegkind goed te behandelen, want gaat dit klagen, zoodat het wordt teruggenomen, dan krijgt natuurlijk ook de andere zijn kind terug en blijft het gewenschte doel onbereikt. Daar 't zoo goed als nooit voorkomt, dat een vreemdeling voor zijn loopbaan Nederlandsch noodig heeft, bestaat genoemde weg voor Hollandsche ouders niet. Te meer jammer, daar juist voor ons veel meer dan voor een Fransche, En gelsche of Duitsche, kennis van vreemde talen noodig is. Volwassenen, althans enkelen, kunnen dat doel op andere wijze bereiken. Iemand wiens gave b.v. de richting der illustraties heenwijst, legge hier eerst het examen voor L. of Midd. teekenonder wijs af, zoo niet beide ; met deze akten gewapend ga hij, of zij, naar Engeland, zal ik zeggen, waar 't hem stellig wel zal gelukken, zoo niet in een Board-School tegen salaris, dan in een particuliere instelling »on mutnal terms" plaatsing te vinden. Mutual terms beteekent altijd : enkele uren 's weeks zoover ik weet ten hoogste tien vcor kost met inwoning en bewassching. Er blijft dus over vloed van tijd tot het volgen van een of meer speciale cursussen, wanneer men ten minste geen betrekking aanvaardt ver van Londen of eenige andere groote stad. In den vreemde gaat meesterschap boven natio naliteit. Wij weten, dat het voor Alma Tadema geen hinderpaal is geweest tot de fortuin in Neder land te zijn geboren uit Friesche ouders. Nederlanders kunnen zich er nooit te diep van doordringen, dat ze tegenover hun kinderen wel degelijk verplicht zijn al het mogelijke aan te wenden om ze het voordeel te geven van een of meer vreemde talen. Bij ons toch vorderen bijna alle goed bezoldigde betrekkingen op schier elk gebied deze kennis, terwijl zij, die haar bezitten en hier niet naar wensch vooruit komen, het aan zich hebben in een ander land hun fortuin te be proeven en velen zullen het geluk hebben haar te vinden, wanneer zij hun eischen niet al te hoog stelten. Een ongefortuneerd hollandsch meisje kreeg haar opvoeding in Engeland, waar ze bleef wouen. Welk beroep zou ze kiezen? Alvorens ze daar nog erustig over had nagedacht, brachten toevallige om standigheden haar op patroonteekcnen: eerst bor duur- en tapisseriepatsoiien, maar daarin geen kostwinning kunnende vindeu, weldra ontwerpen voor damast en ander tafellinneu. Het werk wordt goed betaald door de Belfaster fabrikanten. Nu is 't ongetwijfeld waar, dat het gemakkelijker is gezegd dau gedaan om een koopwaardig damastpatroon te teekeneu, want het vordert deugdelijke opleiding en studie in weven eu dan moet het patroon ook in overeenstemming zijn met de mode die zich ook hier even variabel betoont als op ander terrein tenzij de ontwerpster geniaal genoeg is om door haar werk de mode te leiden; verder schuilt er heel wat meer arbeid in het maken van zulk een weefpatroon. dan een oningewijde zich kan voorstellen, maar het resultaat is, dat als een Engelsche teekenaarster, of liever: een teekenaarster in Engeland haar werk verkoopt, zij heel wat meer iu haar zak steekt dan eenig fabrikant van ons land haar zou geven. Evenzoo is het gesteld met het werk, dat in snipperuren vervaardigd wordt, b. v. het ontwerp van een theeblad en dergelijke. Nu ik eenmaal spreek over het voordeel van een groote natie toe te behooren of er zich een plaats in te verwerven, zal ik maar bij dat onderwerp blijven en mijn lezers overbrengen op een gebied den meesten terra incognito. Ge zult zelfs verbaasd opkijken, of hoevelen uwer zullen weten, dat het uitdenken en orgnniseeren van balletten een goed betaald beroep kan vormen? Ik ga u wat vertellen van Madame Katti Lanner. Zijt ge in de laatste jaren te Londen geweest? hebt ge toen een theater bezocht en daar een ballet zien geven? Ja? Welnu, dan Kebt ge kennis gemaakt met het werk van Madame Katti Lanner. Zoowel de direkteur van het Drory-Lane-Theater, als die van het Crystal Palace, Lyceum, Empire en andere, wenden zich tot haar, wanneer zij een pantomime of iets soortgelijks noodig hebben. Hoe het maken van een ballet in zijn werk pat? Zoo algemeen kan ik die vraag niet beantwoorden, maar wel weet ik te zeggen, hoe die van Madame Lanner tot stand komen. De een of andere direkteur schrijft haar bijv.: ,Ik wou de Betooterde Prinses als ballet hebben en wensch, dat vooral werk gemaakt wordt van het ontwaken"; of: «/hoewel het ballet, dat we thans geven, nog voldoende trekt, wensch ik iets in voorraad te hebben; kunnen daar geen kinderen in komen, die elven en feeën voorstellen?" Met die weinige gegevens zet Mevr. Lanner zich aan het werk, d. i. zij overpeinst en schept, maar teekenen doet ze haar creaties niet. Als het geheel haar voor oogen staat, zegt ze tegen haar componist: «maak me een rozendans van zooveel maten; een kroningsfeest van zooveel, enz. enz." Het komt Mevr. S. zeer te stade, dat ze kennis heeft van muziek; vooral van die soort, haar als ware aan geboden, want haar vader was een Duitsche balletmuziek-componist. Als haar toonzetter aan het werk is, draagt ze haar teekenaar op de costumes te ontwerpen, waarmede zij zich verder niet bemoeit. Inmiddels beginnen de repetities, en alles is met zes weken klaar een heel uitvoerig ballet eischt er acht. Mevr. L. heeft tot nu de kunst verstaan om steeds wat anders te geven en altijd te boeien. Dat zal wel voor een deel 't gevolg zijn van haar uitgebreide vakkennis. Zelf heeft ze alle trappen en graden der balletdanserij doorloopen. Toen ze 6 jaar was kreeg ze haar eerste dansles en sedert danste zij er heel wat op af in alle groote steden van Europa en vele in Amerika, ook als solo danseres en evenknie der bekende specialiteiten. (Het schijnt wel, dat het Ode jaar de leeftijd is voor het begin der tooneelopvoeding; ik herinner me tenminste Marie Seebach te hooren vertellen dat haar oudste tooneelherinnering tot haar 6de jaar opging, zijnde toen in een beestenvel genaaid om als beer op de planken te verschijnen). Te Londen gevestigd, opende Mevr. Lanner een bal let-danseres »Training-school", doch bleef nog zelf als danseres optreden; nu echter heeft ze het dan sen voor goed opgegeven en bepaalt ze zich tot het ontwerpen van en opleiden voor haar balletten. Dat is trouwens werk genoeg voor n mensch. Alle morgen en middagen repetcercn en 's avonds dan in dit dan in dat theatre om haar leerlingen to superintend", zoodat ze nooit voor 's nachts l uur haar huis op de Clapham Common bereikt. Ze is echter zoozeer met hart en ziel bij haar werk, dat een vacantie van veertien dagen het hoogste is, wat ze dragen kan. Een broodwinning als van mevr. Laimcr, is in een klein land volkomen onbetaalbaar, dat zal wel geen tegenspraak vinden. Hoeveel zij er mee verdiend? Natuurlijk het ecne jaar meer dan het, ander, maar steeds ceu groote som. Voor die ge volgtrekking is het voldoende te weten, wat haar leerlingen, als leden van het corps de ballet ont vangen en wat de solodanseressen. Het minste weekloon is ? 10.80; liet stijgt tot/36. Brcugt talent de danseres in het eerste gelid, dan krijgt ze £. 5 of £ 6, dat is dus het dubbele. Een van Mevr. Lanner's leerlingen verdient als solodauscres in een provincie-theater .?15 's weeks, behalve het voordeel van do //matinees", hetgeen haar het, gemiddelde doet stellen op £. 30 a. £ 25. Maar misschien is het beroep zóó ongezond, dat het wel Loog betaald ,noet worden? Mevr. Lanner antwoordt: /rmijn danseressen zijn bijna nooit ziek. Tegen kou vatten schijnen ze gehard en tegen epidemieën bestand, behalve tegen deze eenc: het huwelijk. In weinige weken zijn er mij op die wijze veertien ontvallen." riiii, 21 Maart '97. ELIS.JE A. HAIGUTON. Wielröfc Nu met de eerste mooie dagen de fietswoede weer belooft los te barsten, is het interessant te zien hoe de stand der mode wat betreft het fietscostuum op dit oogenblik te Parijs is. In Enge land is, zooals men weet, door den da mes - wielrijdsters bond de rok als noodzakelijk gea dopteerd, in Frank rijk zijn er heel wat wielrijdsters die er ook aan hechten, maar toch voor ge mak den pantalonvorm wenschen. De hier gegeven costumen zyn de modellen die voor dit voorjaar aange nomen zyn, geen van alle excentriek, de meeste heel practisch en smaak vol. Het eerst bestaat uit een bolero, van voren kort, van achteren met panden, en uit een rokpantalon van heel vernuftige coupe (het model behoort aan het huis Henri Petit, te Parijs). Men kan met dit costuum op een heeren- of damesfiets rijden, naar verkiezing. Da vorm van het cos tuum is rok,de eigen schappen die van een pantaloncostuum; de meest aangeraden stoffen zyn whipcord en covercoat, ge mengd grijs en beige. Het tweede cos tuum, voor verre tochten, is bijzonder practisph. Het be staat uit een paletotsac en knickerbockers; de stof moet van lichte, veer krachtige, buigzame wol zijn, die als Scotch Tweeds of Shetlands bekend is. Het costuum staat ook heel goed, maar is niet stemmig. Minder sterk optredend en toch eigenlijk in hetzelfde genre is het derde costuum, een bolero dien men naar verkiezing open of dicht doen kan, en een pantalon-cloche, zeer collant op de heupen en zeer wyd van onderen, zoodat hy ge heel het aanzien heeft van een rok. Men maakt het costuum liefst van rose cheviot met smalle witte streepjes, en voor een tandem wordt dan het heerencostuum van dezelfde stof genomen; of ook voor beiden het buis zwart fluweel en de pantalon van een fijn wit en zwart ruitje. Het vierde costuum zal misschien het meest in den smaak vallen; het bestaat uit een jaquette en een rok met voorbaan. Deze voorbaan is los van den pantalon-rok, die, wanneer men niet op de fiets zit, een gewone rok schijnt. Het vy'fde eindelyk is niet zoo practisch, maar kan gemakkelijker ele gant gedragen wor den, met zyn ruime blouse, waarvan men het ceintuur Schotsch neemt, evenals de cravate. De rok is een gewonerok; maar door een heel samenstel van knoopen en lussen en schuifjes kan men de wijdte er van verminderen en maken dat hij geen wind vat en niet in de spaken van het rijwiel vast raakt. Het costuum \j . heet gekleed, men f/f neemt het in ko£?» \ ningsblauw, reebruin,klimopgroen; maar het is niet zoo licht en gemakkely'k als de vier vorige. iiitiliiiiiiinillilllllliliiiiiiiliillliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliillllllfl Toezicht. Tentoonstelling. Doofstommen. Witte Donderdag. Te Nürnberg heeft zich een comitévan zesen-dertig dames geconstitueerd, aan wie door het gemeentebestuur het toezicht is opgedragen over de gezinnen waar kinderen voor geld inde kost zyn. Iedere maand wordt een opgave verstrekt omtrent den gezondheidstoestand en de verpleging dezer kinderen. * * * Te Nashville zal, ter viering van het honderd jarig bestaan van den staat Ternessee, eene inter nationale tentoonstelling van producten vanintellectueelen arbeid door vrouwen plaats hebben. De secretaresse van het comité(Tennessee Centennial Exhibition Library Committee) is miss Louise Baseter te Nashville. » * * Van eene collecte, gehouden door het dames comité, samengesteld ter gelegenheid van het 10-jarig bestaan der doofstommen-vereeniging »Door liefde saamgebracht," welke collecte over geheel Nederland en zy'ne koloniën gehouden is, was de opbrengst ruim 1700 gulden. Wanneer men bedenkt dat daarvoor eerst 5000 en toen nog 128.000 circulaires gezonden zyn, kan men de opbrengst niet schitterend noemen. Het vinden toch van de adressen en bet verzenden is geen kleinigheid. »200 Kohiers van de hoofdelyke om slag en andere voor ons waardevolle documenten werden door verschillende H.H. Burgemeesteren franco toegezonden. Bij deze gegevens werden bovendien nog 33 adresboeken aangekocht om deze bezending ten uitvoer te brengen. Elke circulaire moest met hare bylagen gevouwd en ingepakt, alle adressen uit de hierboven vermelde gegevens gezocht en beschreven en elk postzegeltje geplakt worden; deze werkzaamheden voor een party van 128.000 stuks is niet gering," schrijft de verslaggeefster, Mej. M. J. Helling man, Nassaukade 113, te Amsterdam. Ook moest er heel wat correspondentie gevoerd worden om »verkeerde lezingen of uitleggingen der circulaire te weerleggen." Waar het liefdadigheid geldt, mag men geen aanmerking maken; toch kan men, denkend aan die vele verkeerde lezingen, aan de doofstommen een beteren stylist toewenschen dan de schryfster van den volgenden zin in het verslag: >Menig hoofd eener school ontluikte bij veler kind de kiem der liefdadigheid, door de roepstem voor de arme doofstommen onder hunne leerlingen te herhalen en gevolgelijk een collecte te houden.1' Maar goede stylisten hebben niet altoos een warm hart voor ongelukkigen, en dat hebben de leden van dit comitézeer zeker. * * * (lriuidoiiit.crstiiijkii.chen. Men kookt twee volle handen goedgewasschen winterspinazie in zout water, hakt ze fijn en zeeft ze; dan roert men twee heele eieren en zes dooiers met 250 gram suiker en de afgewreven schil van een chinaasappel een half uur lang in n richting. Daarna 1 mengt men 200 gram tijngewreven wittebrood met de spinazie en het schuim der zes eiwitten erdoor, vult met de massa een geboterden vorm, bestrooit hem met 150 gram grof gestooten pistachenoten met wat strooisuiker gemengd, en bakt hem een uur lang in den oven. tilcttr oji liHssisdtc- w//'s. Men opent den visch bij de eerste vinnen, snijdt na het schoonmaken, de beenderige platen weg, wascut en zout hem en snijdt hem in geschikte stukken, die men in een servet, goed afdroogt. De visch gaat dan in een kastrol, met voor iedere anderhalf ;"t twee pond een tlesch lichten witten wy'n, 125 gram versche boter en eene citroen in dunne schijfjes gesneden ; men dekt de pan goed dicht en laat ; het zoo gaar koken. In do aanzienlijke Russische keukens neemt men er champagne voor, en maakt ook zalm, zander en andere riviervissch.cn zoo ; gereed. 1 OOM/S n la AV.isc. Hardgekookte eieren, in de lengte doorgesneden, dient mon met do volgende i saus. Wat gekookte sjalotjes, dragon en peter selie worden met boter een paar minuten gefruit, dan met bruine coulis opgekookt en met wat hardgekookte dooiers, citroensap en mosterd tot een gladde saus gewreven. Men kan ze pikanter maken door er wat ansjovis, met peper gewreven en gezeefd, bij te voegen.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl