De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1897 11 april pagina 7

11 april 1897 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No 1033 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Aanplakbiljetten, Het begint nu zoo zoetjes, een soort van rage aan een epidemiscbe ziekte niet onge lijk te worden, die niet te temmen woede om geïllustreerde aanplakbiljetten te maken of te hebben. En iedereen schijnt daarmee geslagen. Ten minste men zou tot een soortgelijke gedachte komen als men ziet dat er op dit oogenblik in Amsterdam niet minder dan vier betrekkelijk groote tentoonstellingen van aanplakbiljetten zijn. Zegge vier. Een bij Allert de Lange op 't Damrak van fransche; n bij Schröder op 't Rokin van fransche, hollaudsclie en andere; n in de Maat schappij van Bouwkunde van hollandsche, en n in 't Paleis voor Volksvlijt ook al van hollandsche. En als men ze nu en bloc bekijkt, de groote voorraad fransche dingen bij Allert de Lange, en .ziet dat in dien prijskamp voor Dordrecht de meest ?Cbéret-achtige bekroond is, de groote verscheiden heid bij Schröder, de onmogelijkheden in het Paleis voor Volksvlijt, dan mag men overtuigd zijn dat liet grootste deel van de makers dezer toch zoo iterk bepaalde dingen, absoluut de kluts kwijt is, aan den eenen kant de grootst mogelijke bizarheid en onduidelijkheid zoekt, aan den anderen kant zich uitput Chéret in alles zoo getrouw mogelijk na te doen, behalve in zijn werkelijk grootschen eenvoud, volheid en door al die lawaaiërigheid heenkomende weloverwogenheid. Juist omdat hij zoo door en ?door zich zelven meester blijft, in al zijn gewaagd heid, is bij hem volheid en overvloeiende rijkdom wat bij anderen aanslellerij en namaak is. En al zou ik niet gaarne tot in zijn uiterste zijn werken en gedachtengang willen verdedigen, hij heeft den weg aangewezen, die door volmaking en de meer dere bezadigdheid, die het komende geslacht hopelijk eigen zal zijn, tot de ware hoogten van deze eigen?dommelijke kunst voeren zal. En dat er nu nog in Holland gevonden worden die zooiets zouden willen namaken, klinkt absurde, maar het is zoo. Wat gedaan is als het werk vau Chéret kan niet worden verbeterd, noch aangevuld, en in de aller laatste plaats door een hollander. Maar de meerdere beredeneerdheid die thans de Engelsche kunst wil purifieeren heeft ook hier «enigen steun gevonden en men is deze geïllu streerde plakaten gaan verdeelen in vakken, n voor de illustratie, de andere voor de letters. En .zeker is dit de stap vooruit die bij al zulke dingen, ?die uit de noodwendigheid ontstaan, de eenig mogelijke gedachtengang is: alles op zijn eigen plaats. Maar meteen zijn uit Engeland door een algemeen hier bekend en overigens niet onver dienstelijk orgaan, zekere vormen en motieven overgewaaid, die als zaad in den grond hebben wortel geschoten, en nu min of meer eigen groei «en beetje in den weg staan. Want als het hier dan niet Fransch is, dan is het Engelscb, en misschien is dat nog erger dan het eerste, omdat, het nog spoediger iets lijkt, en spoediger aanleiding tot een systeem geeft. En ?de echte, de holiandsche smaak op dat gebied, de -eigen overtuiging, die blijft nog altijd zoek, of wordt zoo vreesachtig uitgesproken, dat zij onop gemerkt blijft. Niet Fransch, niet Engelsch bijv. is in geheele opzet een van de antwoorden op de Dortsche prijs vraag. Het motto is //oproeping'' en twee meer dan levensgroote mannen staan met een wijd gebaar, «lat het kader vult, in groote compositie, gelijk tegen een gelijken fond. Zulke groote gebaren, zulke .groote lijnen, zulke echte dingen die de aandacht trekken niet door schelheid of door onmogelijk heid, maar in allen ernst toch reclame makende compositiën zijn, zouden die misschien niet een aange wezen weg op dit gebied voor onze hollanders zijn; groot, eenvoudig en ernstig en wel doordacht. Want zonder de groote toewijding en wel-overwogen-samenstelling, den ernst bij het werk, is er ook 7de Jaargang. 11 April 1897. Redacteur: RUD. J. LOMAN. Adres: Stonehaven Streatham Londen S. W. Verzoeke alle mededeelingen, deze rub-iek '^betreffende, aan bovenstaand adres te richten. jMliiiiimtimiMinmMiiiMMMimimmiiiiiiiiiiiiiiii CORRESPONDENTIE. X. te A. Verzoeke beleefd Weekblad van a.s. Zon dag te zenden aan Mons. E. Pradignat Saujon France en aanHerrnK. Koiidelik, Hotel Schwarzes Ross Prag. Charles Chevet. Nur der Zweizüger ist correct. Nebenlösungen l S b6; j, D b6:! 2 D b6: 3 S f6 f. l c7, S c7: 2 S c4:, S b5 (e8) 3 fg3: 4 D eF, K g6, S d6 f. Van L. A. Kuijers, te Amsterdam. Vervaardigd voor den 5en Internationalen probl.wedstrijd in dit blad. No. 377. Mat in vier (4) zetten. al weer op dat gebied, dat aan velen zoo onernstig mogelijk lijkt, niets goeds te bereiken. De hier bedoelde teekeuing is door al te onvoldragen uitvoering wel is waar geen ding dat zóó te gebruiken is. Bij Allert de Lange zijn de fransche dingen zeer handig geëtaleerd, en onder veel ieelijke zijn er nu en dan zeer mooie, o.a. van Chéret, die onver getelijke compositiën voor de //Saxolaine," dingen van Steinlen, o.a. die voor Yvette Guilbert, van Lautrec, Grasset en nog veel anderen. Bij Schröder is alles opgehangen tegen de wan den, en de groote, mooie lithographie die Anquetiu eens voor Ie Kire maakte hangt daar in al zijn grandioosheid, een visie het werk van Daumier niet ongelijk. En zijn daar ook eenige hollandsche dingen uit den laatsten tijd, en eenige Amerikaansche biljetten, onder anderen van Dudley Hardey, een levensgroote vuurroode juffer die al springend, zwaaiend en schreeuwend bet groote witte vlak van een dubbel colombier overdanst, en zoo een lang niet onverdienstelijk bedachte, maar weinig fraai uitgevoerde proeve in een andere richting geeft. Dan veel werk van Grasset en van zijn Fransche navolgers, Engelschen die op die wijze werken en ook Franscben: Cbéret, Boutel de Monvel, enz. enz. Wie nu nog nooit affiches gezien heeft, die kan zijn schade meer dan inhalen. Til. MOLKENBOER. Eenige werken van Karsen. Bij van Wisseliugh en Co. zijn ze geëxposeerd, een paar van zijn aller nieuwste werken, en eenige van vroegeren datum. Ik weet wel dat het niet aangaat om hier zoo maar in een paar regeltjes iets over deze buitengewone dingen te zeggen; want langer zouden de bewoordingen moeten zijn waarmee den lof van zooveel eerbiedwaardigs werd verkondigd, maar toch wil ik, bij wijze van aan kondiging, hun die hierin belangstellen even zeg gen dat een bezoek aan dit exquise tiental werken, hun veel vreugde geven zal. TH. M. In het Hotel de l'Europe zijn een aantal schilde rijen tentoon gehangen waarvan er eenigen de naamteekeningen van Franscbe meesters uit den tijd der romantiek dragen. Er is een studie naai een dood paard, volgens den catalogus van Géricault, die in ieder geval veel moois heeft. Bij Buffa duurt de tentoonstelling de Bock nog tot 't eind van de maand. In Arti opent binnen kort de voorjaarstentoonstelling van aquarellen, teekeningen enz. In het nummer van G April van Hoyman en Schuurman'» Exportblad heeft, de redactie, mijn geschrijf in dit blad over Cretonnes, overgenomen. Ik hoop niet dat dit met een bedoeling ten op zichte van genoemde redactie en den heer Jan Veth is gedaan. TH. M. Verschenen zijn Chaiitto/is de femmes met lithographiën van Steiulen, en Cluifs de tune met tee keningen van Henri Rivière. 't Zijn beide muziek stukken van Fransche componisten. De Haarlemsche Amateur Photographen-Club heeft een nationalen wedstrijd uitgeschreven voor Lantaarnplaten. De onderscheidingen zijn medailes. Renata van Frankrijk Willem de Zwijger is legendarisch bekend als strijder voor Holland's vrijheid niet alleen, als verdediger van de nieuwe religie niet enkel, doch ook als de voorstander van de rechten van andersdenkenden. Hij was de gematigde, de verdraagzame, de ware liberaal, de wijze politicus. Hij erkende dat een mensen een goed mensch kan zijn, ook al belndt hij een andere godsdienst Wit: K b8, D f2, P d7 en h4; b2, o3, h2 en h3 = 8. Zwart: K el; a5, b5, b7, c5, f7, g7 en h6 = 8. Oplossing van No. 375. (Pradignat). l D hl enz. Opgelost door C. Kockelkorn, Keulen (3); P. D. v. Zeeburgh, Groningen (2,; W. Beekhuis, Groningen; H. Smith, Beerta (2); John Kievits, Papendrecht; H. H. v. d. Goot, Harich (2); B. v. Erimpun, Kotterdam (31/s); G. Hovinga, Finsterwold (1); H. Mendes da Costa, Amsterdam (1); J. G. H. C. Zier,'s Hage (3); F. Jongen, Utrecht; B. S. Schortinghuis, Finsterwold (1); E. Wieling, Groningen (2). Beoordeeling (No. 373). Der Zugzwang so wie der gute Einleitungszug liegt keinjswegs verborgen, auch sucht mau vergebens nach Varianten, in dcnen alle Oïliziere von Weiss thiitig sim], dagegen fehlt es der Aufgabe nicht an guten Matstellungen und das spiel l eG 2K g4 =f ist recht interessant und originell. C. Kockelkorn. TWEEDE NAT. COBBESP.WEDSTBIJD. Zes-en-vijftigste zet van Zwart. A B F l 3 K d7 7 dc3 6 K (15 ' 5 K et 8 T h'2 f Het in partij A 9 door Zwart aangeboden remise wordt door den heer v. Ham aangenomen. In partij A 7 is nog gespeeld 55?P c3t56Te3: Daar het zeer geweuscht is den wlloop van den wed strijd niet onnoodig te verlengen, wor.lt den lieeren Dr. v. Eoreest en Heemskerk beleefd maar dringend verzocht de achterstallige zetten in partij A l te wil len inhalen. J. J. S. In de derde matchpartij om 't Eerste Kampioen dan vele anderen; hy zag de kracht van den staat in de eensgezindheid van goede menschen, brave burgers, doch verbond het kriterium van braafheid niet aan de voorkeur van een specifiek geloof, noch achtte hij het bestaan van politieke eensgezindheid, van burgergemeenschap in strijd met het bestaan van verschil in zaken van gods dienstig gevoel. Hij was de menschelyke vorst, die uit eerbied voor de menschelyke ziel, uit vertrouwen in de menschelijke natuur de moraal onafhankelijk achtte van kerkelijke dogma's, en de staatkundige vereeniging der burgers niet aan den drang van een heerschende kerk wilde onder werpen. Zóó leeft de Zwijger in onze gedachte, en wij zijn verheugd, dat wij de juistheid onzer voor stelling met documenten kunnen bewijzen. Want wij weten dat zijn verdraagzaamheid noch slechts een legende voor ons, noch slechts een theorie, een schrijftafel-sentiment voor hom was. Want wy weten dat hij met de daad getracht heeft zijn theorie tot praktijk te brengen, en dat hem niets liever ware geweest dan zyn ontwerp van de Religie-vrede tot de heerschende idee in de politiek der Nederlanden te maken. De Unie van Brussel is er geweest, en het ontwerp bestaat. En als wij dit leeren, vernemen wij iets anders er bij. Wij vernemen, dat de eeuw niet rijp was voor zulk een liberaliteit, en e Zwijger boven zijn tijd stond. Wij vernemen, dat hij, om niet alles te verliezen, afstand heeft moeten doen van zijn nobele gedachte, en om de geestdrift voor de staatkundige vrijheid van Noord-Nederland warm te houden, berusten bij een beperking van religieuse vrijheid : de nieuwe leer moest heer schend worden in den staat, de oude verdrukt. Is het ons Nederlanders te misduiden, dat wij in onze bewondering voor onzen heros niet verder gaan dan hem bewonderen om zijn schoon ge moed, en niet vragen hoe hij er aan kwam ? Dat wij niet eenmaal er aan denken om na te sporen, of hij zich aan anderer voorbeeld had kunnen spiegelen, of vóór hem reeds de verdraagzaam heid, de liberaliteit, met het woord gepredikt, met de daad betracht waren ? Of de Zwijger een uitvinder was, dan wel een wijze en schoone navolger, en wij naast hem anderen moeten plaatsen op het voetstuk, door onze erkentelijk heid opgericht ? Ik zal niet zeggen, dat ons iets te misduiden valt, doch zeker bewijst hij ons een dienst, die ons toont dat nog anderen dan de Zwijger groot waren in de deugd, die de zijne was, en wij het Pantheon onzer verbeelding bevolken kunnen met zijn verwanten naar het gemoed, die met niet minder toewijding en energie de zaak der gewetensvrijheid voorstonden. En een tweede dienst ervaren wij in de leering, dat de verdraagzaamheid bij velen der besten niet een late vrucht van de Hervorming is geweest, doch haast aanstonds ontstond, waar het verlangen naar eigen vrijheid van geloof geboren werd. Deze diensten bewijst ons mejufvrouw Naber in haar sympathieke studie over Renata van Frankrijk, de dochter van Lodewijk XII, de nicht van Frans I, de vriendin van Calvijn. de trouwe beschermster der rechten van Hugenoten en Katholieken beiden. 1) Het leven van deze moedige vorstin gelijkt een droevige tragedie. Hoe edel en schoon was haar bedoeling en niet minder de gezindheid van de velen, die met haar gelijk dachten; hoe krachtig en opofferend heeft zij de zaak der verdraagzaamheid verdedigd, en hoe bitter was het einde. Haar beste vrienden zag zij vallen, en toen zij stierf was op een rustig bestaan voor haar geloofsgenooten geen uitzicht. Niet minder schap van Busland deed zich de volgende eindstelling voor : Wit (Schiffers): K aG, T h7; d7 en h2. Zwart (Tschigorine): K g4. T d6 ff); f3. Wit speelde nu l Kb7V.' (na K b5 is't spel remise), t'2 ! 2 T f7, T d7: f en wint. De Fetersburger Zeitung" merkt op dat de positie zeer herinnert aan 't volgende eiudspel van Lasker. Wit; K a8, Th7; c7. Zwart: K a5 T c2 ; h2. Wit speelt en wint. De oplossing, die alles behalve voor de hand ligt, is als volgt: l K b7, T 1)2 f 2 K a7. T c2 3 T h5 t, K al! 4 K b7. T b2 f 5 K a6, T c2 6 T h-t f K a3 7 K b6, T b2 f 8 K a5, T c2 9 T h3 t, K a2 10 T h2 : l! en wint. UIT DE SCHAAKWEHELD. Stand der match te New-York: Showalter G, Pillabury 5, remise 2. De X. S. B. heeft voor den as. wedstrijd te Am sterdam (1G?21 April) 2 extra-prijzen uitgeloofd voor 't beste resultaat tegen de pryswinners. Voor de 1ste klasse een prijs van ? 10, voor de 2de van ? 5. 't V. A. S. stelt toegangskaarten verkrijgbaar en wel voor n dag i\ /' 0.50 en voor G dagen a ? 1. De wedstrijd vindt plaats in Concordia". Speeluren 1.30 en" G.30 -11. De volgende interessante eindstelling deed zich voor in een partij tusschen twee Spaansche probleemdic-hters. Wit (J. Carbo): K g3, D f3, T b3, B d3: c2, e5 f'4, g2 en h3. Zwart (V. Marin): K g8, D d4, T d8 en el; b6, eö, f7, gG en hfi. Wit aan den zet besloot 't spel nu op de volgende geestige wijze: 39 B gG:, D gt 40 B e4, T <12 41 T c3, K f8' 42 T 08 f, K e7 43 D a3 f, K d7 en Wit kondigde in deze posilie mat in 5 zetten aan. 44 B c« f! K c8: 45 U a8 f, K c7 46 D b7 f, K d8 47 D b» t, K- e7 48 D e8 f. gematigd en verstandig dan Willem de Zwyger, vond zy een minder voorspoedigen afloop van baar bemoeiingen; want de Zwyger, schoon ster vend door een moordenaar, mocht hopen, dat de eenmaal verdrukten door zy'n toedoen zich in de veroverde vryheid konden handhaven, doch voor Renata van Frankrijk was zulk een blijde laatste gedachte niet weggelegd. Kort na de Bloedbruiloft stierf zij, en in de Bloedbruiloft verdween de hoop op vrijheid voor de Hugenoten. En niet enkel dit verdween, doch ook hoop op de zegepraal van de grondidee der verdraag zaamheid. Want niet eenmaal onder haar jongere geloofsgenooten vond Renata instemming met den droom van haar leven. Gelijkheid van rechten vroeg zij, vrijheid voor zich zelf alleen wenschten de anderen. Wat de oudere hervormden in Frankrijk hadden willen handhaven, werd door de lateren niet meer begrepen en gevoeld; toen eenmaal de strijd met het zwaard ontstaan was en de Hugenoten hun martelaars bij hon derden konden aanwijzen, bleef alleen voor fel heid van haat en voor onverdraagzaamheid plaats over. Doch zoo Renata's leven in den afloop tragisch was, het ontbreekt er niet in aan schoone jaren. Want zij heeft het gedaan gekregen, dat midden in Frankrijk en midden in de zestiende eeuw er een plaats was, waar Katholieken en Huge noten beiden hun recht vonden en in vrede naast elkander leefden. Wat Willem van Oranje voor Noord- en Zuid-Nederland niet heeft kunnen bewerken, heeft Renata van Frankrijk althans voor haar heerlijkheid Montargis verricht en het is uit haar voorbeeld geweest, dat de Zwijger moed heeft kunnen putten, wanneer hij er aan twijfelen mocht, 01 de menschelijke natuur het leven in verdraagzaamheid wel gedoogde. En zóó levende, moest Renata ingaan tegen den zwaren drang van familieomstandigheden. Na verwant aan de heerschers van Frankrijk, vond zij bij geen van de troonhouders steun; niet meer kon zij van dezen verkrijgen dan dat men haar een betreklijke rust gunde, en het niet waagde de dochter van Lodewijk XII gevangen te nemen. Reeds in haar jeugd kwam zij in conflict met haar omgeving. Gehuwd met den hertog van Ferrara, zag zij in Italiëreeds spoedig de hervormde beweging voor gevaarlijk verklaard, en de Spansche inquisitie ingevoerd. Ook haar zelf spaarde deze macht niet: zij werd gevangen genomen en gehouden, tot zij toegaf en in schijn althans de ketterij en sympathie met de ketters opgaf. Later, na den dood van haar echtgenoot in Frankrijk teruggekeerd, had zij in een harer naaste verwanten haar felsten tegenstander, want het hoofd der katholieke partij, de grootste vijand der Hugenoten was de hertog de Guise, die haar dochter tot vrouw had. En na den dood van dezen heftigen partijman werd haar dochter wederom aan een strengen katholiek uitgehuwlijkt. Niettemin bleef Renata stand houden in haar overtuiging en haar daden van verdraagzaamheid, en zelfs wist zij de persoonlijke genegenheid voer haar dochter met het politieke en religieuse ver schil te vereenigen. In de vriendschap van twee groote mannen evenwel vond zij vergoeding voor wat haar familie haar onthield. Meer dan twintig jaar was zij in drukke correspondentie met Calvijn, en in al dien tijd heeft deze niet opgehouden haar met raad en troost ter zijde te staan. Renata was voor hem de aangewezen persoon om de Fransche hervormden te beschermen, eu tot zijn dood bleef hij haar raadsman in zaken van gemoed en politiek. Haar tweede vriend was Gaspard de Coligny, lUiiumiiiiimmiimMiiiiiiiiimiMitiuii ENGELSCHE PAETIJ, 12de Matchpartij. Wit. Zwart. J. W. Showalter. H. N. Pillsbury. l cl e5 17 P f3 T ab8 >> l» <??« » <. K 18 T el A v i a r co D a? ? dan T ag 1 3 C3 d.~» D b7, T f b 8 en wint. 4 D a4 fti 18 P b4 Steinitz was de eerste 1<) T e2 T fe8 die de noodzakelijkheid ->0 a3 P do van dezen zet aantoonde. ->^ j^ jj jj-j 5 li 1)5 P eï22 T eel g6 6 edr,: D do: .,3 R d-, K g7 7 -°., ,.., e4 . 24 D b3 R f5 De gebrnikelrjke voort- .,- p f ... . f , P f3 t "?.?=. V' enz. 7- e4 sclujnt allesbehalve een verbetering te zijn. 9 II c<> : f ! bc<) '? P cC:ïdan T el enz. 10 P el II fa.' Pillsbury is in deze partij niet op zijn rechte dreef, f5 was hier aangewezen zet. 11 P c3 D (17 12 c5! De pion redden. D eG dan P c2 en 14 P dl 13 P C4: K e7 14 P e-:! 15 d4 10 h4 de P d5 was niet te 13 R s(> U5 ! 0-0 j ^ g_lijn 1(. ^^ spel is echter reeds te ver heen s>6 T e'' T g-8 ~ T ^ R h8 oc T e(; D es ^ L ? " «» -J» «* * .SU K 14: r 14. 31 T e7: D g(i 32 D f7! Hiermede wordt Zwart tot afruil der dames ge dwongen, waarna do p_ionnenovermacht van Wit den doorslag geeR «*- i» i?: 33 T f7 : en Wit wint.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl