De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1897 18 april pagina 10

18 april 1897 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1034 Parlementaire Portretten (Karikatra), door JAN DE WAAEDT. Mr, W. van der Kaay. l » .n! " V M '."V,1 .ii'» -, i i '.i f f i w il ' i' t «il i M « .'« l l Mgr. Everts. iiiuilii i m imiiim uiiimmiHiiiiiii tmiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiMimiiiiiiiiiiiiiimniinuinmiiuiiiniiH im TWEEDE NAT. COBRESP.WEDSTRIJD. Ze 7en-en-vijftigste zet van Wit. A B j F l i 3 P e5 f 7 6 g5 5 K di | 8 K gl In partij A is nog gespeeld 54 I! b3. De heer J. F. H. te S. v. G. Partij A is naar de meening van uw tegenpartij remise. Kunt u niet be sluiten dat aan te nemen, mag ik u dan nogmaals dringend verzoeken uw achterstallige zetten in te halen. Dr. D. v. F. te O. Ik kon onmogelijk weten aan wie de schuld was, ofschoon ik het wel vermoedde. Mijn excuses en beste groeten. J. J. 8. Door bijzondere omstandigheden zijn de gewone bijdragen voor deze rubriek ons niet gezonden. CHtTSJES De ouwelte reporter in Amerika. Wanneer men 's Zondags 's morgens de couranten doorbladert, kan men zeker zijn, er altijd eenige sensatie-artikelen in te vinden mat uitlokkende titels, talrijke uitroepteekens, en illustraties, die den lezer de haren te berge doen rijzen en hem in 99 van de 100 gevallen doen verlangen, meer van het in bijgaand verhaal opgedischte te weten. Die artikelen worden gewoonlijk geschreven door vrouwen; dat is een groot gedeelte van hun aan trekkelijkheid; iedereen interesseert zich voor een vrouw, die gewaagde dingen doet, men verslindt ieder woord van haar verhaal, critiseert haar en veroordeelt haar. De plaatjes stellen de heldin in allerlei buitengewone toestanden en houdingen voor, en velen, die elke week weer met genoegen de geschiedenis van een nieuwe heldendaad lezen, hebben niets dan minachting voor haar. //Wat brengen, en verwaarloost in dien tijd alle andere capaciteiten. Haar ouders kunnen haar niet onderhouden, zij moet op eigen wieken drijven en nog een gedeelte van haar salaris thuis brengen, zooals in de meeste Amerikaansche huishoudens, behalve de zeer be middelde, het geval is. Geen wonder dat zij zich verheugt over de gave, die haar in staat stelt, een hooger weekloon te verdienen dan de meeste andere meisjes, al moet zij een jaar of wat wachten. Eindelijk komt er een vacature aan het een of ander blad, -waarvan zij nog juist bijtijds hoort. Zij verzuimt een middag van haar werk om den redacteur op te zoeken en naar de opengevallen betrekking te dingen De man van gewicht heeft reeds verscheidene dames bij zich gehad, die hij allen weggezonden heeft met de belofte, te zullen schrijven, als hij n van haar wenschte terug te zien. Deze staat hem nog het beste aan: zij heeft een gunstig uiterlijk, een allerliefst gezichtje, zij is een dame, zij zal voldoen. Een goed uiterlijk is voor die betrekking goud waard; zij heeft voor namelijk met mannen te doen, en er is niets, dat het hart van den hardvochtigsten zoo toegankelijk voor overreding maakt als eeu smeekende blik uit een paar mooie oogen. En moet zij zich niet den toegang verschaffen tot plaatsen, waarvan het publiek uitgesloten is, bewaakt door grimmige portiers, die, al moeten zij de vertegenwoordigster der pers ten laatste toch toelaten, het haar braaf lastig kunnen maken en haar zoo lang kunnen laten wachten als zij willen ? Dus wordt de laatste aspirant gekozen. Naar bekwaamheden wordt weinig gevraagd, terloops, voor den vorm. Die zullen trouwens wel uit het eerste artikel blijken. Natuur lijk wordt haar aan het verstand gebracht, dat zij zal moeten gaan, waar zij gezonden wordt. //U be grijpt, als er eens iets bijzonders te doen is, een Be Tartarinst op Kreta. (Ln SiÜioitette). »De mogendheden gaan akkoord, maar wie zal het eerst het koord doorsnijden?" moet dat voor een soort vrouw zijn!" roepen zij l uit, die zulke dingen doet om stof voor een artikel j te hebben!" Maar zij vergeten, dat, zij het, blad j koopen, voornamelijk om de verhalen, die zoo hun ' verontwaardiging opwekken; rn dat, indien de l Yrijdagsche courant, in groole letters aankondigt, dat Miss die en die in het Zondagsblad zal ver tellen van haar wedervaren in een speelhol of der gelijke plaats, zij het blad eer vooruit, zullen be stellen, dan de kans loopeu het niet, meer te kunnen krijgen. En dat weet de redacteur ook wel; die kent zijn volkje. Het is alleen onwetendheid en onverschilligheid omtrent het lot van menschen, welke in /.nik een geheel verschillende sfeer leven, die de metsten noopt, de schrijfsters voor de Zondagsbladen zoo bitter te verooi derli-u. Als /ij wisten, hoeveel vernedering, verdriet, en afkeer de arme schepsels soms te lijden hebben, als zij aan den staf van een blad terecht, komen, welks redacteur er geen ivl te teer gewettn op na houdt en /ipi blad wil pousseeren a tout prix, zouden /ij eer medelijden ge voelen, haar nrssclncn iets beters bezorgen om ha'-ir aan die vergiftige atmosfeer te onttrekken. Lit, zichzelf kunnen zij niet, weg -. ais zij haar brlrt-kking verliezen, hebben zij in geen enkele groole stad spoedig weer iets anders. Veronderstel een jong meisje, dat eenigen aanleg heeft om aardig iets te vertellen; zij komt van school, doet haar best, als reporter geplaatst te worden, is natuurlijk vee! te jong en wordt overal afgewezen. Zij krijgt even- | tueel ergens anders werk, waarvoor zij veel minder i goed betaald wordt, bekwaamt zich echter in de [ weinige vrije uren, die haar overschieten, voor liet gekozen vak, onbewust van wat dat mee kan diner iu de groote wereld of zoo iets, moet u er heen en er in aantrekkelijken vorm rapport over uitbrengen." Het aas pakt, een visioen van schitterende partijen doet de onervaren nieuwelinge glimlachen, en den volgenden morgen begint zij iu den tredmolen te loopen. 's Morgens vroeg verschijnt de reporter voor zijn lessenaar waar hij een stukje papier vindt met aanwijzingen omtrent het besteden vau zijn dag. Die aanwijzingen luiden bijv.: //Ga naarden brand in de 125e straat, ga in het huis, praat met de menschen eu maak er een verhaal van twee en ccn halve kolom van met, illustraties!" Brandt, het huis nog, dan is de reporter niet zoo goed of hij waagt, zijn leven in de vlammen; de redacteur neemt zijn maatregelen wel zóó dat, er aan geen ontsnappen te denken valt; is het uitgebrand, dan loopt, hij gevaar, dat een verkoolde balk afbreekt, eu hem op het, hoofd valt, of dat hij door een door de \Umiueu ondermijnden vloer zakt. Maar dat is niets, des te beter, dat is weer nieuwe stof A oor een extra kolom. Als dit voor een man een hard leven is, wat i.,üet hel, dan voor een vrouw zijn:' De meeste meiu-cben deuken, dat zij het, niet alles zelve mee maken, maar een gedeelte, het ergste, verzinnen; en dat wordt ook wel gedaan. Doch lang niet altijd, \\anneer men in de J\cic-York Jon mul of de Xcir-i'n,'/,' ll'~rii'/'/ leest, hoe de schrijfster van t:cn sensatie-artikel met Corbett gebokst, heeft, zich bijna door een trolley-car heeft laten over rijden, een geheelen nacht alleen op straat iu een tlechtbcfaamdc buurt heeft, doorgebracht, door de irevaarlijkste en eenzaamste gedeelten van NewYork heeft gezworven, op een uur, dat elke fatEen ienflelüaanbod, (Scraps.) Juffrouw JASSEN: »0ch jonge man, wil u de officieren eens gaan zeggen dat de moeder van milicien Jansen er is om haar zoon te spreken? Ik zal zoolang wel op uw huisje passen." soenlijke vrouw thuis behoort te zijn, kan men veilig aannemen, dat zij die dingen gedaan heeft ook, en alleen als het een beetje te kalm afloopt om de naar sensatie dorstende lezers te voldoen, fantaseert zij er een paar avonturen bij. En zij heeft geen keus, zij moet doen wat haar opge dragen wordt, anders wordt zij ontslagen. Heeft zij ouders, die haar een poosje kunnen onderhouden, dan spreekt het vanzelf, dat zij hun dochter niet in zulk een betrekking laten. Maar hoevelen zijn er niet, die geheel alleen staan in> de wereld, of erger nog, voor ouders of broertjes en zusjes moeten zorgen; deze zijn geheel hul peloos, vooral daar zij onbekwaam zijn voor een andereu werkkring en ook van niemand de noodigc aanbevelingen kunnen krijgen, Wat zegt men van den redacteur, die een jong meisje naar een afgelegen politiepost stuurt om daar den nacht door te brengen niet n of twee politieagenten om te beschrijven, wat er voorvalt; naar een branriweerpost, om in geval vau brand op een der wagens mee te rijden en bij het blusschen tegenwoordig te zijn; naar een hospitaal om met den jongen dokter op te zitten en met hem mee in de ambulance tu gaan, als hij opgeseheld wordt; naar huizen van verdachte reputatie om er den nacht door te brengen; die haar dwingt in een duiker-costuum op den bodem der rivier af te dalen, al de vreeselijke, vernederende voorbereidselen tot een elect-rocutie te oudergaan en in de electrische stoel plaats te nemen, geheel als een veroordeelde moordenares, en tot nog vele andere dingen vau denzelfden aard. Zij schrijft, alsof zij al die dingen doet uit louter liefhebberij, het pu bliek gelooft het, geniet van liet verhaal en min acht haar; als het wist, wat het de schrijfster gekost had (in de meeste gevallen tenminste), zou het zachter oordeelen. Een typisch geval is dat van een reporter aan een der Zondagsbladen. De redacteur en onderredacteur zaten samen in een der groote café-cïiantants, waar een specialiteiten gezelschap voorstellingen gaf, en zonnen op mid delen om een acrobaten-familie in hun blad te adverteeren. Natuurlijk zou een sensatie-artikel een rijken oogst, binnenbrengen. //Ik heb het," zei eindelijk de redacteur. //Wij laten Miss B. (een der reporters aan den staf) eeu artikel opmaken, waarin zij beschrijft,, hoe zij zich van die hooge trapje naar beneden heeft laten vallen, en dan kau zij netjes terloops de familie Jordan (de acrobaten) te pas brengen. Maar zij moet het werkelijk doen, niet maar iets verzinnen. De andere bladen hebben liet er over gehad. dat die verhalen vau vrouwen maar verzinsels waren, en wij moeten zorgen, dat zij 't ons niet bewijzen kunnen." //Maar dat zal ze niet, doen!" zei de ander, die genoeg menschelijk gevoel had om medelijden te hebben met liet slachtoffer. ,/Niet doen! ze moet wel. Anders geef ik haar haar ontslag, en dan heeft ze niet te eten. Zij moet doen, wat, ik zeg, of de kans loopen gebrek te lijden. Jij moet zorgen, dat het gebeurt, geef niet toe als ze niet, wil, want dan zou het voor jou wel eens slecht kunnen afloopeu." De ouderredacteur had niet veel zin in de op dracht, doch hij kon niet anders, dan haar vol brengen en bepraatte dus het meisje met hem naar het café-cliantant te gaan op eeu uur dat er geen voorstelling gegeven werd. Zij was een klein, ziekelijk schepseltje, en zij dacht niet, dat er wer kelijk van haar gevergd zou worden, dat zij den gevaarlijken sprong waagde. Toen zij kwam, be merkte zij echter spoedig dat liet erust was. Zij smeekte den onderredacteur, haar te sparen en haar te veroorloven het artikel te schrijven zonder zelf te ondervinden, wat zij beschreef. //Werkelijk," zeide zij, schreiend van angst, ik kan veel beter schrijven, als ik iemand anders. die in het vak is, zie springen en met de menschen spreek." De tnan geloofde dat in zijn hart ook wel, doch wat kou hij doen r Zijn eigen bestaan was ermee gemoeid, en hij trachtte haar te over reden en haar te doen gelooven, dat het zoo erg niet was, als zij wel dacht. Dit gelukte hem na eenigen tijd ten deele, doch uu kwam de questie op het tapijt, wat zij met haar rokken moest be ginnen, die haar ouder het vallen over het hoofd zouden gaan en haar half smoren, het onkiesche van het schouwspel nog buiten rekening gelaten. Een nieuwe bron voor tranen. De onder-redacteur stelde voor, de rokken om haar enkels vast, te binden, doch daar wilde zij in het geheel niet van liooren; zoo vastgebonden naar beueden geworpen te worden was verschrikkelijk, ricots waren al even erg: welke fatsoenlijke vrouw droeg tricols iu tegenwoordigheid vau een man !J Na lang redeueertn stemden zij toe een paar oude bloomers van Mrs. Jordan (een der acrobaten) aan te trekken, eu dus trok het tweetal zich iu de kleedkamer terug om de gedaanteverwisseling te bewerkstelligen. Mrs. Jor

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl