Historisch Archief 1877-1940
No 1035
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
LTTCI^tN
In het Rüts-Mnsenm.
Nu er nieuwe krachten aan de directie van
ons grootste vaderlandsche museum zijn toege
voegd, kan men merken, dat dit de collectie ten
goede komt, en er is reeds veel ten goede ver
anderd, en steeds is men nog bezig met
wyzigingen in de schikking van schilderijen en oud
heden te brengen.
Beneden in de gips-binnenplaats is men druk
in de weer met de opstelling van een afgietsel
van de bekende graftombe van Karel van Egmond,
Hertog van Gelre, een groot basement waar by
in volle wapenrusting op ligt uitgestrekt, met
vier ietwat bizarre leeuwen, die wapenschilden
houden, op de hoeken.
Een groote eikenhouten betimmering, herkomstig
uit Helvoirt in Braband, is even voor het af
gietsel van de groote poort van de St. Servaas
te Maastricht gezet, en met eenige restauratiën,
die zeer goed zyn gedaan, is dit eene ware aan
winst bij de specimina van vijftiende eeuwsch
gothiek werk. Er liggen verder nog vele afgietsels,
onder andere een heele collectie van Friesche
monumenten, die er slechts op wachten geplaatst
e worden.
In het prentenkabinet, daar vlak by, is een
verschikking gekomen en vele van de reeds lang
daar hangende oude gravures en teekeningen zijn
vervangen door wat men in den laatsten tijd
aangeworven heeft, waaronder werk van moderne
kunstenaars van naam (zooals Valkenburg) en
een paar mooie schetsjes van Rembrandt.
In de schilderijenzalen is de geest tot verbe
tering vooral zichtbaar. In de internationale zaal
zijn veel van de groote doeken op den t
genovergestelden wand gekomen, zoodat ze beter verlicht
zijn, vooral die mooie van Dijck. De groote
doeken van de Grover flankeeren nu de deur die
naar het gothieke zaaltje toegang geeft, wat
zeker aan de heele zaal ten goede komt.
Door verplaatsing zijn ook verscheidene klei
nere schilderijtjes, die eerst onopgemerkt bleven,
beter voor de hand gehangen, zoo o. a. die twee
mooie kleine tafreeltjes van Arent Arentsz, die
waarschijnlyk verschillende bedrijven verbeelden.
In de kleine kabinetjes is vlak bij de mooie
en reeds lang daar hangende Frans Hals een
Judith Leyster komen hangen, een nieuwe aan
winst van het museum, dat als specimen van het
werk van deze leerlinge van Hals zeker bijzonder
goed if, maar het toch zeker naast het werk van
den meester niet al te lang uithoudt, en al
spoedig eenigszins grof ly'kt.
Een mooie kleine Rembrandt, een vrouw aan
een waterkant, die vroeger wat hoog hing, komt
nu a Ia rampe heel wat beter uit en gelukkig
voor ons en dat eenige schilderijtje van Bourse
komt dit over 't geheel mooi rood-bruine werkje
met schuinsche belichting heel wat meer tot zijn
recht dan eerst, toen het, recht op het licht, veel
van 't glimmen te lyden had.
In de zaal waar de Staalmeesters hangen heeft
men niets dan portretten bij elkaar gebracht,
waarvan, recht tegenover het meesterwerk van
Rembrandt, de verzameling van De Ruyter de
middengroep vormt, een niet geheel en al fraaie
combinatie. En met de Nachtwacht probeert men
het nu met een verlichting heel hoog boven uit
het dak, en het velum is weggelaten.
Of dit nu het ware is ?
TH. MOLKENHOEK.
P. P. Rubens.
In «Van Nu en Straks" van Dec. 1896 komt
van de hand van Jac. Mesuil een aardig stukje
voor over «Rubens te Antwerpen". Het is aardig
geschreven, zeer bedacht en overwogen, en het
is wel eenigzins teekenend en van alle
vaderlandschheid vry als een Belg, die onder den
invloed van de fanfaronnades van een Luyten
kon zijn, kalm weg beweert dat heel het werk
van dezen grootsten schilder van z\jn vaderland
»de omverwerping van het middeleeuwsche ideaal
is. het verloochenen der overheersching van ziel
over lichaam, de verheerlijking van hetvleesch."
TH. M.
Het Museum Cernuschi.
In Parijs is nu het tweede groote museum van
Japan sche en Chineesche curiosa geopend, en wel
gelukkig is die stad, zooveel verscheiden schoons
binnen bare muren te hebben. De oud-directeur van
een bank, die later voor zijn genoegen Japan en
China bereisde, bracht van zijn tocht, die in
1871 begon, een buitengewone verzameling dingen
uit die landen mee, en legateerde die geheel,
met huis en al, aan de stad zyner inwoning
Vlak hij het aristocratische Pare Monceau,
Avenue Velasquez 7; dus niet zoo heel ver van
het andere Oostersche museurn, dat van Guimet
en dat in de Avenue du Trocadéro zich bevindt,
is dit huis der schatten gelegen, het zijn, midden
in de weelderigste westersche stad twee kostbare
verzamelingen van kostbaarheden uit het Oosten.
Tu. M.
In de laatste lllnstration komt een artikel van
de hand van Boyer d'Agen over »L'appartement
des Borgia au Vatican", dat met goede illustraties
afbeeldingen van muurschilderingen door
Pinturichio geeft. Het is van meer belang dan voor
de geschiedenis van deze grandioze familie alleen,
dat onder deze portretten een van de fascineerende
Lucrezia voorkomt, voorgesteld als Santa
Catharina. Dit appartement werd onlangs gerestaureerd
en voor het publiek opengesteld.
TH. M.
AndréMichel geeft in de Gazette des Se»n.t:
Arts, bij gelegenheid en naar aanleiding van de
laatste der jaarlijksche salons die nu dit jaar in
bet »P*lais de 1'Indnstrie" in de Champs Eiysées
zal gehouden worden, een overzicht van de veertig
tentoonstellingen die sinds 1857 in het gebouw,
dat nu gesloopt wordt, gehouden zijn. Hij her
denkt de vele overwinningen die hier bevochten
zijn, beginnend met de grooten der latere roman
tici, eindigend met vele van de jongsten onder
de modernen.
Do Wed. Oldenzeel zal den 2fi April eene
kunstveiling houden van schilderijen, waarbij
van Breitner, Dekker, Gabriel, van Hoytema,
Mauve, Alb. Neuhuys, Weissenbruch en anderen.
De commissie van vereenigde kunstenaars,
gesteund door het centrale comitévoor de
kroningsfoesten, heeft een serie prijsvragen uitgeschreven
voor de versiering van eenige voorname straten
hier in de stad. Alleen Amsterdammers mogen
meedingen.
BÜde firma E. J. van Wisselingh & Co., Spui
23, is tentoongesteld een teekening van Floris
Verster, »Pompoenen".
iiiiimiiitmiuimitiiititiimmiiimiiiimmmimmiiiiiiiuuinmiiiiiiiiiiiiin
7de Jaargang. 25 April 1897.
Redacteur: RUB. J. LOMAN.
Adres : Stonehaven Streatham Londen S. W.
Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek
betreffende, aan bovenstaand adres te richten.
niMiiimiiimin
TWEEDE NAT. OOBRE3P.WED3TRIJD.
Ze?ea-en-vijftigsite zet van Zwart.
A
1. £4?P h5 en biedt remise aan.
7. 57 - P e3.
Gedichten van Jacps Feit ^
(Slot).
Waar Perk streng was in eischen aan zich
zelf gesteld, en veel ook verlangde van zijn
publiek; waar hij in beide deze opzichten iets
deed wat men liever niet zag bij een jong
vaderlandsch poëet, hangt deze dubbele eisch
samen met een derden, die misschen wel de
belangrijkste zaak is, door den bundel voor het
publiek gebracht: het is de eisch, dat den dichter
het recht gegund worde een zelfstandig zieleleven
te leiden en te uiten. Was dit trots, verwaand
heid, overmoed ? Zoo dacht menigeen vroeger,
Minimum 111 iiiiimimimmiiim miinimiii nl
3. Geen zet ontvangen.
5. K 04. S T d2.
In panij B 6 is nog gespeeld: 57 fg5: 58 hg5 : h5
59 f G K eC GO P d-1 f K f7 Gl P t'5 K gG. 62 P h4 f
K g5: 63 f7 P e6 (54 P f 3 f K f6 G5 P (14 h4 GG
P b5: h3 67 P dB L2 waarna Wit de partij abandon
neerde, zoodat de heeren A. Bleijkmans te Amster
dam en J. J. Speet te Breda in de Siegergrosp moe
ten medespelen.
J. F. H. In elk geval is liet voor nw tegenpartij
zeer onaangenaam in 4 a 5 weken ukts te vernemen.
J. J. S.
Overzicht van den Nationalen Schaakwedstrijd, gehouden in »Concordia" te Amsterdam, K!-20 April l W17.
doch zoozeer is de meening over poëzie gewijzigd,
dat men thans niet meer van verwaandheid zal
spreken, als men in de Matlrilde ziet, hoe de
dichter tracht in zyn diepste ziel te graven en
de vondsten te bezingen, doch toegeven dat h\j
verlangde wat zijn recht was, en aan overmoed
zal men dan slechts denken, als men meent, dat
de poëtische verovering te ver b\j het groote
voornemen achter staat.
De Mathilde gaat over liefde en schoonheid,
maar naast deze veelbezongen motieven gaat een
eigene zielegeschiedeni?, opgevat als een gewich
tige zaak. Hier werd niet geschroomd dat de
aandoeningen van een jong man onbelangrijk
zouden zijn voor andere inenschen; hier werd
uitgegaan van de opvatting, dat ook van een jong
man, die niets deed in de wereld, het diepste
gemoed een mijn van edele gesteenten is, en dat
hij dichter is, zoo hy die mijn weet te ontwaren
en onbevreesd de rijke schatten op te delven:
men heeft recht op zijn eigen ziel, en een ander
kan slechts verlangen, dat schoon getoond wordt,
wat de dichter van zijn gemoed zien laat.
Dit inzicht, deze vindiceering van het eigen
recht kan men overal in de Mathilde bespeuren,
doch ten overvloede is het door Perk in een
zijner meest forsche sonnetten openlijk verkondigd.
Door 't woud der pijnen kreunt en zucht de wind,
Rn machtig wuiven de gepluimde toppen,
En strooien rond de zware schilferknoppen,
Die stuiven over 't knerpend naaldengrint.
En uit het hernelgroen dier ruige koppen,
Die schudden ja en neen, van woede ontzind....
Daalt daar een lied op 't bevend menschenkind,
Dat van een grootsch ontzag de borst voel t kloppen.
:>De duizend, die zich zelf nooit wezen konden,
Bezitten saam <5én waarheid, die hen bindt:
Hun is 't geloof, dat spreekt uit duizend monden;
Maar wie, wat mer.schlijk waar is, zelf ontgint,
Voelt zich aan zich door zich alleen verbonden,
En weet, dat hij voor zich slechts waarheid vindt.
Er is iets meer te lezen in deze confessie dan
een vindiceerirtg van eigen recht; er wordt een
verschil aangegeven tusschen den n. en de
duizend; »de duizend die zich zelf nooit weren
konden'', en don n, die, »wat menschlijk waar
is, zelf ontgint''; doch dit meerdere, hoe belang
rijk ook, is de hoofdzaak niet, want de hoofdzaak
is deze, dat de dichter klaarblijkelijk den nen,
die zelfstandig zoekt, den waren mensch acht,
en daarmede aanwijst, wat hij zelf tracht te
wezen, en wil zijn. Hij wil geen poëet zijn,
om zijn eigen aandoeningen aan te sluiten bij
door overlevering erkende normen van denker,
droomen en gevoelen; hij is dan slechts dichter,
als die normen zelf voor hem voorwerp van
onderzoek worden, en wijl zulk een onderzoek
schoon, en een schoon menschwaardig is, zoo is
het ook het recht van den poëet om het te
ondernemen.
Maar niet is dit ondernemen genoeg om het
werk van den poëet poëzie te maken. Zij het
ook zijn doel om zelf te vinden, wat voor hem
waar kan zijn, voor zijn uiterste doel is dat
andere een middel, want het uiterste doel is om
de schoonheid in alle zuiverheid te ontwaren, de
schoonheid, die hij reeds in zoovele vormen
geopenbaard zag, en die, waar zij gezocht werd,
zelve leidster bij den ontdekkingstocht was. Is
Perk tot die aanschouwing gekomen ? Zeker
heeft hij een groote verrukking gekend, en was
deze zijn gevoel over de fantasie, dat hij de
Geweldige Godin aanschouwde:
Met weekblauwe oogen zag de oneindigheid
Des hemels naar den dorren rozenglans,
Waar /ij in daagde: een breedgewiekte krans.
Van zielen had zich onder haar gereid.
Een geur van zomerbloesems begeleidt
Den zang der zonnen duiven die heur trans
Ie Klasse.
N. W. van Lennep, Londen
Mr. J. D. Tresling, Winschoten
Jhr. A. E. van Foreest, Amsterdam
D. Bleijkaianp, Amsterdam
J. W. te Kolsté, Utrecht
W. B. H. Meiners, Amsterdam
H. D. B. Meijer, Amsterdam
P,
CD
|_^
"
0
%
0
0
0
ao
?
H
1
0
34
0
0
0
co
o;
o
^
>
34
1
0
y
0
0
cn
C
ra
S
'.z?
w
'i
1A
l
0
o 1
0
?:u
"o
1 '
0}
1
1
1A
1
0
0
M
£
O)
r^4
l
-t
l
l
i
i
0
t-i
i ,
i
i
i
i
i
i
0)
c
r^
1
1
1
1
1
1
1
1
£
sc;
l~~
^
i;
5,'
5
5
\\y*
?2
l
l e prijs f 50.
2e prijs /' M).
,'!e prijs "f
20.4e prijs /' 12.50
Doorgloren in eerbiedgen rondedans
Om haar, wier glimlach sferen groept en scheidt:
«Schoonheid, o g\j, wier naam geheiligd zij,
Uw wil geschiede ; kóme uw heerschappij;
Naast u aanbidde de aard geen andren god !
Wie eenmaal u aanschouwde, leefde genoeg:
Zoo hem de dood in dezen stond versloeg...
Wat nood? Hy heeft genoten 't hoogst genot!"
Dit dan zou ik het belangrijke van Perk's bundel
willen noemen, naast de absoluut literaire
beteekenis, dat hij het aangedurfd heeft, zijn eigen
zieleleven, zijn eigen diepste gemoed voor ge
wichtig genoeg een zaak te houden, om het tot
grondslag te maken van een groot gedicht. En
men behoeft slechts weinig te weten van wat na
hem in de letterkunde van ons vaderland ge
beurd is, om in te zien, dat men Perk om dit
aandurven, een grondlegger, een stichter noemen
mag.
Ik zal niet beweren, dat ik hier een nieuwtje
vertel. Want wat ik hier als het bijzondere in
Perks streven aanwijs, werd reeds aanstonds met
den meesten nadruk besproken door Willenv
Kloos, en met zooveel nadruk, dat zijn voorrede
thans in menig punt den indruk maakt een
profetie te zijn. Hij heeft het geraden en gezegd,
dat de poëtische opvatting van de Matlulde groot
en voor onze literatuur nieuw was; dat zij in de
Mdthilde werd wat zij bij de groote dichters van
aile tijden steeds geweest was, wijl de Liefde er
in. verscheen, gelijk zij dat bij de groote dichters
van alle tijden gedaan had; dat met deMwthilde
daarom onze letterkunde werd verbonden aan
het schoonste en grootste van de poëzie der
vorige eeuwen. Het was het onderzoek van de
eigen, ware ziel, gelijk deze als een aan weinigen
slechts gekende wereld leeft onder de nuchtere
woorden en daden van het dagelijksche verkeer,
het was dit onderzoek en de hartstocht voor de
schoonheid, die de schrijver der voorrede in Perk's
gedichten bewonderde en als iets nieuws lief
had, en beide zaken zijn het ook geweest, die
de literatuur na Perk gekomen gedreven hebben.
Cn. M. VAN DEVENTER.
1) Tweede druk. S. L. van Looy, Amsterdam.
Boek- en Tjjtórift,
In de maand Mei, als alle vogeltjes een ei
leggen, zal de heer II. Ilfiijmans een kersversch
litterair kuikentje uit de dop laten breken, nl.
een nieuwe niéuwe-Gids, genaamd de Jonge-Gids.
't Aardige is, dat de echte Niéuwe-Gids daardoor
op 't Oixjcnlilik een ouwe G'ifZs dreigt te worden,
dat de oude Gids al lang een nieuwe Gids
heeten mag en de jonge Gids... ja, wat zal
daarvan komen als hij oud wordt?
Het nieuwe drama Lioba van Frederik van Eeden
is verschenen bij den uitgever W. Versluys. Men
mag veel van dezen auteur houden of tegen
bem zijn, erkend moet worden, dat hij telkens
verheugt door zijn gestadige werkkracht, ernstige
toewijding en reinheid van kunstrichting.
F. R.
VERBETERING.
In het artikel over de Hollandsche Revue en
de taal, in het vorig nummer van ons blad staan
een paar zinstorende drukfouten, die de lezer
gelieve te verbeteren, nl.:
Alinea 4, reg. SJ staat: 't Is «waar lees: 't Is
"(aar, alinea 5, reg. l staat: z'n 't diepste
lees; in z'n diepste.
CORRESPONDENTIE.
Eenige ingezonden stukken kunnen wij, wegens
gebrek aan plaatsruimte in dit nummer, eerstin
een volgend nummer opnemen.
RED.
iiiiiiiiitiiiimiiiuimiiiiiiiimtiiiMiiiiiiiimiiiiiiiimiiiimtiii
2e Klasse.
J. J. Speet, Breda
(.'. l1'. Ilaje, Amsterdam
A. J. Kleeblad, Amsterdam
l!, van Dam, Leiden
W. MunljewertV, Amsterdam
G. Bakker, Amsterdam
S. Gazan, Den ileltler
J. J. F. Willers, Amsterdam
H. van Roijen, Den Haag.
<D
n.
t/3
1
0
0
0
o
0
0
0
??
I-H
HH
()
1
1
0
1)
II
0
0
-a
ca
,Q
<D
ai
^
1
0
1
0
0
X
1}
0
a
Q
i
0
o
1A
1
1
0
0
se
c
3
rt
1
1
1
>2
K
0
0
0
t*
^4
^4
et
^
1
1
1
0 '
'A
\
0
0
e
M
1
1
%
0
1
0
i
0
3D
O)
p-~
1
1
1
1
I
1)
o
c!
o>
3
>
l
1
1
1
1
1
1
1
c
3
O,
m
C
7
(i
534
\1A
l
3%
3X
'?* 1
0
Ie prijs / 30.
2e prijs /'20.
3e prijs f 15.
ie prijs /'!().
5e prijs f 1 50
WE 'NEK PARTIJ.
Nationale Wedstrijd te Amsterdam.
D. Reijne, Krommenie
l O | O | O | O | O
De heeren Bleijkmans en v. Foreest speelden 2 partijen om .'ie en 4e prijzen. Da eerste
werd remise, de tweede won Jhr. van Foreest.
partij
Vfit.
3Ir. J. D. Tresling,
Winschoten.
l c-l e5
ti F <?$ P eC
3 g:j P l'f.
4 K r-J H f">
5 d 3 d(i
6 P 13 R ('G
7 II e;S K b
8 D d2 1) d7
i) U 1X5:
10 P go
ai)b:
P
d4Zwart.
J. W. Te KoUté,
Utrecht.
n 0-0 hO
?~ P <!>; l «««
U ed5: V %»
P f» 'lan 15 >14 enz.
15 n cf*!
16 T jiel f K d8
17 » «: T f8
T a2. tUn 1S T ftl)
T al: 19 T al:, K e7 20
D e3 f, K f O 21 M,
P Ii3 f 22 K h2 en wint.
is i) d4 re
19 h4 P f7
£0 K h'2
Dreigt T f G:!
'20 P e
?21 R h3 D :i4
?22 I) f '2! P g4 f
23 R sr4: D s?4:
?24 e4 D hr,!
25 T 1V1 T a-2:
D d5: dan D e2, K d7
27 T e7 f. K «ü2S ci
enz.
2« T e7 D g<»
27 D c-2 f»
?2S T d7 f- K cS
K c!7: dan mat in 3
zetten.
2!) I) e7 D f<>
30 T c7 f K bS
;!1 T b7 f K a8
3-2 D c7 D b'2:
33 T e2 n
3i D cO D c2:
Wit kondigt mat iii 3
zetten aan met T bü:!,
1) c6: T a 2:!! enz.
De stand der match te New-York is volgend do
laatste berichten: Pillsbnry 7, Sïiowaltor 7.