De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1897 25 april pagina 9

25 april 1897 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

No. 1035 DE AMSTERDAM M ER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Op de zilveren bruiloft van Burgemeester Vening Meinesz. f llMMiiiMiimmiMiiimimimiMiiimimiimMMiiiiimMiiimniiiiimiiiiimmiiiimimimiiiiiimiii De Heer BROMMEIJER fo£ Mevrouw MEIXESZ : »Ik heb op je man wel eens iets aan te merken gehad, maar ondanks een aanval van podagra heb ik hier heden niet willen ontbreken, want welbeschouwd zijn Sjoerd en ik de eenige Amsterdammers, die op hun eigen beenen staan.1' IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMMIHIIIIMMIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIillllllI LLERLEI De fijnere menschenkennis is aangeboren, zooals het muziekaal gehoor; beide kan. man ontwik kelen, maar niet ze verwerven, wanneer de natuur hen ons onthouden heeft. G. Böhm. Iemand beoordeelen is het uitoefenen vnn een ?soort geestelijk meesterschap over hem, zoo zijii de hoogaten aan de laagsten onderworpan. Gr. Eöhm. De ergste pessimisten worden eensklaps opti misten als zij over zich zelf gaan spreken. G. Ij'ili m. De liefde is blind, maar het huwelijk is een uitstekend oogarts. MoiJ. fiociclti. l * * l Twee dames in een restaurant: M. kijk eens hoe verwoed die Turk daar me met zijn lorgnet bekijkt. Verwonder je niet, lieve jij met je (Irieksch profiel! Hansje de ooievaar heeft daar juist een broertje gebracht. Wil je je nieuwen kameraadje niet eens zien ? Hans: Neen maar de ooievaar. Kleine Knut : Moeder, heeft de zendeling niet j verteld dat de menschen in Tamba-Tamba in j 't geheel geen kleeren dragen ? Zeker, jongen. Ja, maar waarom deed vader dan een broeks- j knoop in de bus? ! ]~ikin<jen. } In de fietsrij^cltool. Hoe gaat het met hst fiets- j rijden 't { O, ik heb al grooto vorderingen gemaakt. j Zoo, zoo? Probeer je het nu al eens op l straat ? Neen, dat nog niet, maar ik doe me ten minste niet moer zoo zeer bij 't vallen. \\'nsh. .V/«r. Mcnna: Antipoden, kind, zijn menschen die aan den anderen kant van onze aarde leven, en zij gaan eerst naar bed als wij opstaan, Dochtertje: Gut mama, dan is papa ook een antipode ? MoJ. 'X>c. De iiiciiscli en fle sdiilfleiliuist. (Caran d'Ache in den l''i;j«ro. Krachtons wolke pb en om G en lirwondert de inensch de gpschilderde voorstelling: van een meloen, -""Tv r\ V l v, /r<"( W\ / \ f van een schaap op ccr.o groene w.-id?. van oen kce in (.??. :i Ijrllijk lundscliap, waarom wordt bij afüigcilaan door een geschilderden landlooper, terwijl hij zich, ais ze ci-ht xijn, iiitt verwaardigt bet iaciiomi hmdschap, do appelen, de veldbloemen, de koe, het schaap, en allerminst den landlooper aan te zien 'i

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl