Historisch Archief 1877-1940
No 1036
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Boek- en TüMriit,
EMILE ZOLA, Nouvelle Campagne.
Hij zweeg en werkte ... geen polemiek, geen
kritieken meer. Roman volgde op Roman om
in duizende gele, blokkig-dikke boeken der
«Charpentier-uitgave de zware bouwsteenen te
vormen voor een vervaarlijke litteratuur pyramide.
Wie nu weer eens over meer dan kunst allén
de opinie van l'Auteur de fer wil weten, vindt
in deze «Nouvelle Campagne" wat Zola denkt over
het opportunisme van Leo XIII, over de
zedelijkheid onder de derde Republiek, over het
anti-semitisme, de ontvolking van Frankrijk, de
liefde voor het dier enz. Het z\jn zeer zakelijke,
heldere beschouwingen, vaak lyrisch, maar tevens
met veel gezond verstand in stijl gezet. Het is
niet mogelijk ze allen uitvoerig te bespreken.
Slechts over enkelen, van zuiver litterairen aard,
zal hier iets worden verteld.
Vooreerst Le Solitaire, het bekende opstel over
Verlaine. Zola beoordeelt hem daarin als mensch
?en ontkent, dat deze poëet was, wat de jongeren
van hem maken wilden : de groote onbegrepene,
belanglooze, miskende, hoogste, eenzaamste, kort
weg een held van onzen tjjd, die alle daarvoor
gewenschte eigenschappen in zijn karakter ver
enigde. Zola heeft Verlaine te goed gekend
om niet beter op de hoogte te zijn. Dat de maat
schappij niet van hem wilde weten, was geen
wonder en het is eigenlyk dwaas te beweren dat
hu de heele samenleving uit zyn nabijheid wegjoeg.
?Geheel onverschillig was ze hem niet. Zóó hoog
voelde h\j zich niet boven 't publiek verheven,
?want hij had er steeds verdriet van, dat hij niet
veel werd gelezen en deze Oom Paul zaliger wilde
zelfs heel graag academielid worden. Enfin, Zola
?ook wel.
Hij betreurt in het zelfde opstel, dat de tegen
woordige jongeren duistere, weinig gelezen mees
ters als leiders erkennen, zooals Barbey
d'Aurevilly, Villiers de l'Isle Adam, Laforgue en niet
mannen, die boeken schreven zoo eenvoudig en
en onontbeerlijk voor de menigte als brood,
^auteurs met namen, die fel vlammen boven de
hoofden van millioenen, klaar als de Zon. Hij
is echter zoo bescheiden om zeer goed in bedekte
termen te doen verstaan, dat de ware eenzame
«igenlyk toch iemand is, die Emile Zola heet
-en de jongeren die eenzame grootheid tot hun
voorganger moesten wenschen. Maar al heeft
zijn verlatenheid hem dikwijls ontstemd, toch
zal zijn opinie over hen nu wel wat gunstiger
zijn geworden dan in den tijd van zijn bitter
Figaro-artikel: A la Jeunessc; want de nieuwste
richting in de Fransche litteratuur, het Natu
risme, zal tot een meerdere waardeering voeren
van zijn kunst. De aanhangers van die jongste
school willen ongeveer in verzen wat Zola al
in poëtisch en symbolisch proza met glans
heeft volbracht; de schoonheid van den arbeid
«n van het dagelijksch leven vieren. Als men wil,
is Schillers »Lied von der Glocke'' al een prachtig
voorbeeld in dat soort. De behandeling door de
aankomende auteurs zal nu wel moderner zy'n,
maar het is niet veel nieuws. Après tout is die
titel «naturisme" ook een hinderlyke finesse en
riieuw'gheidszoekerij. Waarom kunnen die heeren
zich niet flinkweg naturalisten noemen ? Uit angst
?orn voor niet-modern door te gaan misschien.
Het naturalisme is volgens Zola zelf toch meer
?dan alleen het bewerken van sociale romans en
drama's. Als hy ook dichter in verzen was
ge"weest, dan zou h\j zeker in dat soort poëzie hun
voorganger zijn geworden.
Nu de verlammende, perverse décadence in de
litteratuur verdwijnt, is het naturisme, naast de
andere »ismes" misschien wel een kleine aanwinst.
iiiiiiiiiiiMiiiiiimuiminimmmiitiiimii
7de Jaargang. 2 Mei 1897.
Redacteur: RUD. J. LOMAX.
Adres: Stonehaven Streatham Londen S. W.
Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek
betreffende, aan bovenstaand adres te richten.
CORRESPONDENTIE.
K. Erlin. Ihr Dreizüger erhiolt nnr die Marke 3,
?der Vierzüger von Jespersen ddgegen 3 1/6. Die
Beurtheilung des Herrn Kuckelkorn ist, wie 'ans der
Ihnen zugesandten Uebersioht hervorgeht,nicht allein"
massgebend. Aufgaben dankend erhalten.
Ch. Chevet, l c7, P d6 2 T dS; R h4:: 3 R gGf etc.
Correcturen dankend erhalten.
Eva jr. Wees zoo goed on.s op te geven waar en
?wanneer 't probleem, dat u wenscht te ontvangen is
verschenen. Problemen in dank otitvangen.
De Redacteur botuigt bij dezen zijn oprechten dank
voor de vele bewijzen van deelneming, die hij van
iezera der schaakrubriek mocht ontvangen, bij 't over
lijden van zijn vader.
X te A. Verzoeke beleefd, Weekblad van a.s. Zondag
to zenden aan Herrn K. Kondelik, Hotel Clieval noir",
Prag. en aan Herrn K. Erlin, VII 2 Kirehengasse 3C,
Wien.
Verzoeke verder geregelde" toezending aan Herrn
C. A. Walbrodt, Wienerstrasse l, Berlin S. O.
TWEEDE NAT. C03RESP.WEDSTRIJD.
A
1. Het door Zwart aangeboden remise wordt aan
genomen.
7. 57?T b2 f 58 K al of 3, T e2.
F
3. 57?K c7, 58 P f7.
5. Geen opgave ontvangen.
H. 58?R e4.
De heeren Dr. D. v. F., C. T. v. H. en W. T. dank
voor gelukwenschen.
J. J. S.
Oplossing van No. 376 (Pralignat).
l T hl, d2 i _ .,
R d8 ' 2 D fi enz'
f2 2 D g2:t
K ca: 2 D e5f
deO: 2 P cd7;
R hl: 2 D b2
R c? 2 dc7:
Maar er is in de toekomst toch altijd meer te
verwachten van een jonger, groot en breed opgevat
naturalisme, dan van deze groene school, die met
zijn roze nieuwigheids-strikje een lief schoot
hondje lijkt bij die van Médan, forsch en krach
tig als de Leeuw, het symbool van het Volk
onder het monument der Republiek te Pary's.
Stel u voor, dat iemand komt vertellen:
»Ik ben geen naturalist, maar naturist", of
nog sterker:
»Ik ben geen Zolaist, maar Zolist".
Het »Rompons jeunesse, rompons", gericht
tegen de mystieken en symbolisten voornamelijk,
zal den in zware campagnes vergrijsden naturalist
thans wel meer de uiting van een tijdelijke
stemming blijken, dan van een duurzame wil,
vooral nu die nieuwste school zijn kunst ver
dedigt. Zoo is de- mensch. Maar hij zal au fond
toch wel een beetje medelijden moeten hebben
met die voorstanders, met de uitgevers eener
tweede oplage van zijn eigen ideeën. Tot nu
toe hebben ze nog niets van litteraire titanen,
kolossale werkers, echte groote Zonen van Zola.
Zijn tegenstanders onder de jongeren weet hij
anders niet op de ware manier aan te pakken.
Alleen spotten met hun droompaleizen en
nevelsteden en bleeke leliën en mystieke maagden,
schijnt allicht een gebrek aan gevoel voor dat
ideale, fantastische, waar vooral de verzendichters
niet buiten kunnen. En Zola, die zelf voorspeld
heeft: Ie Roman naturaliste historique naast zy'n
Roman naturaliste contemporain kan toch niet
van allen vergen, dat ze zooals h\j, hoofdzakelijk
oog hebben voor het industrieele en massale leven
van de moderne maatschappij.
In een ander artikel: Dcpopulation, een be
schouwing over de toenemende kinderloosheid,
schrijft hy eenige regels over het plan om een
roman te ontwerpen, getiteld: Le Déchet. Hij
vreest echter, daar nooit toe te komen. Maar als
men veel van hem heeft gelezen, maakt een enkel
woord daarover al roezig, dronken, of men het
boek kant en klaar voor zich heeft. Magnifieke
stof voor hem ! In dat werk zou hij, n gewor
den met de in het wild voortbrengende Natuur,
de Natuur doodelijk-onverschillig in haar
ontzachlijke macht van vruchtbaarheid, de trieste
massa van wezens de wereld in werpen, die
van hun geboorte af ten doode zijn gedoemd
en etndelyk heendrijven aan het vlak van den
zwarten stroom, die voert naar het Niets. Al wat
verkromd en verkreupeld, verminkt en verrot,
vervloekt en vermoord, gebaard is, al wat weldra
bezwijkend onder de dwang van het onverbiddelijk
Noodlot de ledematen moet strekken in
doodsverstijving en de hals rekken tot den laatsten
stuip om mede te liggen het eeuwige liggen der
Aarde, om mede te drijven het eeuwige trekken
van hare vloeden, dat alles zou er n groote
Sterfte in worden, n golven van wrakke dingen
en wezens, die vergaan en in den doodslaap
zich-zelve al vergeten, aanspoelen op het strand
eener zwaar-mistige woestenij van Verlorenheid.
Zola, die met de zonnehitte van zijn donker
zuidelijk bloed als uit een vuurnevel opnieuw
den geheelen aardbei deed aanzwellen en kneedde
naar zijn wil en met leven bezaaide naar zijn
welgevallen, hij zou dan een luguber-groot Epos
beelden van Verdoemenis en Dood. Hij zou dat
boek aan kunnen vangen met een sombre vaart
door de riolen, waar het rattenvolk leeft van den
afval, die daar voortslibt, en het besluiten met
een gang naar de mesthopen, waar het
vliegenvolk in de broedende stralen, die er weer nieuw
leven wekken, twist en dwarrelt en zoem-zoemt.
In dat werk kon hij opstapelen oude kleeren
en verscheurde schilderskladden en mislukte boe
ken en gebroken beelden in een idioten Chaos.
En verdronken verongelukten in het leven en
Nevenopl. l D h6:, de6: 2 D g5 f, fó 3 D g8 f
l P bd7: gaat niet op wegens l d2 ! enz.
Dit probleem is bovendien uit een oogpunt van
constructie foutief, daar de pionnenstand (b7 en d7;
de positie van den R op g2 onmogelijk maakt.
Oplossing van No. 377 (Kuijers).
l P f5, K d5, 2 e4 f, K e4 : 3 Dg2 t enz.
K cöi T. . ,
Ke6} 3 D CD: f
K c4 3 P c5:
K (33 2 P c5: f, K c4 3 e4
i'G 2 D d2, K fó: 3 D da f
K d3 3 P c5 :
te 3 P p 3 f
g5 (h5) 2 P d6 r, K (15 3 K c7
Opgelost door C. Kockelkorn, Keulen I2KJ; II. H.
v. d. (loot, Harich (3'o); R. S. Sühortinghuis,
l'instcrwold (4); G. Hovinga, Finsterwold (4); W. Beek
huis, Groningen; H. Alting, Loens, W. Albregts,
Amsterdam (3 '<); L. Brujns, Kasqnert;
Goede opl. van 375 van S. tu Gordsel (3).
Beoordteling (No. 377.)
Die Aufgabe bat eigentlich uur zwei correcte
vierzÜLiige Spiele, aber diese sind auch gut (l K (15
und l fOt deun l R 5 oder h5 geht soivohl durch
2 K c7 als durch 2 P d (i f und l - K d3 ist durch
2 P d6 und 3 I\Iat, joder andere Gegenzug aber duren
das kurze Drohspiel 2 D g2 f 3 f- zu eriedigen.
C. Kockelkorn.
Van L. A. Kuijers, te Amsterdam.
Vervaardigd voor den 5en Internationalen
probl.wedstrijd in dit blad.
No. 37S. Mat in drie (;!) zetten.
doode honden zou hu naast wrakke schuiten
doen ryzen uit de modder naar het oppervlak
van de Seine en laten bekwijnen door het
kilwitte doodslicht der verlaten, verzengde
maanglobe, laten bebleeken door die wereld, zelf als
een doodgeboren, mislukt kind van de aardbol
de ruimte ingeslingerd. In dat boek zouden kwij
nen: het vroeg stervende wonderkind, de stomp
zinnige idioot, de gebroken jeugdige misdadiger,
de gebochelde, de lamme, al die ongelukkigen die
door een blinde stuwkracht, een krankzinnig er
op los broeden hunner lichamen in de schoot
der moeders, gedoemd worden tot een eeuwig
durend smachten en zoeken en strompelen, ver
oordeeld om eindelyk verlamd van levenswil
en verworpen door de sterkeren, het knikkende
hoofd, de slappe nek met hangende leden te
dompelen in den donkeren stroom, die langzaam,
langzaam hunne lijken door de gewelven van een
onderaardsch Doodenrijk voert, waar hun zwaar
beschaduwde wangedaanten weldra wegzwarten
in ondoordringbaar dikke nacht....
Wat een geweldig boek kon dat worden !
Al mist deze «Campagne" de onbesuisde,
heetbloedige str\jdlust der jeugd, zij heeft op de
vroegere polemieken vóór, de bezadigde kalmte,
de geposeerde meening van een Meester, die op
zijn ouden dag misschien niet zoo verfijnd is,
maar zeker meer kracht heeft dan een heel
schooltje naturisten bij-elkaar.
R.
Men meldt ons uit Brussel:
»De ook in Nederland gunstig bekende
Vlaamsche lierdichter K L Ledeganck krijgt eindelijk
zijn standbeeld. Door de bemoeiingen van een
te Eekloo gesticht comité, en met hulp van
staats-, provincie- en stadsbesturen, zijn de
ingeschreven gelden thans bijna voldoende. Het
monument wordt vervaardigd door den gunstig
bekenden beeldhouwer Lagae, en geplaatst te
Eekloo, geboorteplaats van den dichter, in
Augustus e.k. De Belgische kroonprins Albrecht
zal de feestelijkheden bijwonen.
Voor 't geen hij voor de gemeenschappelijke
moedertaal heeft gedaan, verdient Ledeganck
ook de sympathie van het ons steeds dierbare
Nederland. Zijne vrienden in Noord-Nederland
waren talrijk; (Tollens o. a. was een vurig be
wonderaar van zijn talent). Eekloo is een stadje
dat met Zeeuwsch Vlaanderen en Zeeland in
nauwe veelzijdige betrekkingen leeft, en van die
zusterprovincie de grootste belangstelling heeft
ondervonden voor de door Vlaanderen ontworpen
hulde aan Ledeganck.
Wij hopen dat het verdere Nederland ook iets
zal doen voor onzen dichter. Er ontbreken nog
eenige honderden om de feesten grootsch te
maken. Alle giften, hoe gering ook, worden
dankbaar ontvangen door den burgemeester van
Eekloo.
Patenten voor Artisten.
In de Fransche Kamer is door enkele leden
een voorstel ingediend om van schilders, beeld
houwers, graveurs en andere beoefenaars der
plastische kunsten eene patentbelasting te heffen.
De ('lironiiiiic des Arts zegt, dat dit denkbeeld
niet nieuw is, maar reeds in de 17e eeuw aan
leiding heeft gegeven tot een langdurig contlict
tusschen den Spaanschen fiscus en de artisten
daar te lande.
Als eerste slachtoffer had de fiscus zich den
beroemden schilder Dominico Theotocepuli, bij
genaamd d (lreen, uitgekozen, toen deze in de
kerk van Illescas verschillende
belangrijkescb.ila b c d e f g
Wit K bl, D fl, T' c7, R b3 en hfi; c5, (13 en
g6 = 8.
Zwait K e5, P h5; b5, d7, f6, g3 en g4 = 7.
Xo. 379 van L. A. Kuijers. Mat in twee (2ïzetten.
Wit K d8, U f8, R c4 en gl, P el; b2, d3, e4 en
f2 _- 9.
Zwart K d4, T g6, R h5; b3, cü, e2 en g7 = 7.
UIT DE SCHAAKWERELD.
De uitslag van den wedstrijd met af- en aanspel,
die op 2en Paaschdag voor de leden van 'tR)tt. sch.
genootschap plaats vond, was als volgt: Ie prijs
Schnitzler, 2e Güppertz, 3o Hartong, 4o Dijkman,
5e de Koning.
De strijd, die zeor hardnekkig moet zijn geweest,
duurde van 10?3 uur. Acht leden namen aan dezen
wedstrijd deel.
De match te \ow-Y.irk eindigde met de zegepraal
van l'illsbury. Er werden in 't geheel 21 partij-n
gespeeld, waarvan l'dlsbury 10 won, Showalter 8 en
3 bleven remise. Showulter heeft in deze match
bewezen dat hij inderdaad onder de eerste spelers
moet gerangschikt worden, iets w;it velen na zijn
liasco te Neurenberg sterk schenen te betwijfel ju.
GEWEIGERD DAME GAMBIET.
21ste en laatste Matchpartij , gespeeld te Xew-Y >rk
14 April jl.
Wit. Zwart.
H. N. Pillshury. .1. W. Showalter.
l «14 «15 17 R d6 T e8
'> <'4 e<i 1S p c* £<>
3Pc3 P f6 b?K:;;;';"omKli7:tte
4 K >£> R c7 ]<> D r;} fr,
5 ('3 P dl) 7 -_>,) j, t R c(5
21 I) S3 D 16
22 P ofi: bcO :
23 R o5 D d8
24 f4 R (12
25 T bl R a5
26 h5 S5
't Zwarte spel is niet
2'~>o slecht als men op 't
eersto gezicht geneigd ia
0-0
c
P (15*
P 7b(5
P c3:
6 P f3
7 T cl
8 R f4
<) R (4:
10 R !f3
11 R (13
12 bc3: oó!
13 (4
Dit ko.-t Wit de 0-0.
13 cd4: 'l'in to nemen.
14 cd4: R b4 f '27 T b7! R ('7
la K f l R d7 28 fg5: R e5:
Beter was U e7. 2» D o5; D g5:
16 c5! P d 30 h6! D cl f
der- en beeldhouwwerken had uitgevoerd. De
belastingmannen eischten van hem de betaling
der alcaliala, eene belasting van een zeker pro
cent der verkochte koopwaren De kunstenaar
weigerde de betaling, en beriep zich op het feit,
dat de vrije kunsten te allen tijde van belastingen
waren vrijgesteld geweest. De raad van finantiën
stelde, na een langdurig proces, El Greco in alle
opzichten in 't gelijk. De fiscus gaf echter den
moed niet op, maar waagde een nieuwen aanval
op de beurs van een in Spanje gevestigd Italiaansch
schilder, Vincenzio Carducci. Deze kwam op den
inval er is waarlyk niets nieuws onder de zon!
om de adviezen van verschillende mannen van
naam in te winnen; hij raadpleegde ook dichters
en schrijvers en hooggeplaatste geestelijken.
Lope de Vega verklaarde, in eene memorie, die
in het jaar 1628 werd opgesteld, dat de dicht
kunst en de schilderkunst zusters waren en dat
men haar de vleugels zou knotten, wanneer men
ze aan belasting onderwierp.
Mede op grond van deze adviezen, sprak de
Koninklijke Raad van financiën, op 12 Januari
1032, in hoogste ressort een vonnis uit, waardoor
aan de zaak een einde werd gemaakt. »Wij
verklaren," zoo werd in dit stuk gezegd
»dat het definitieve oordeel, door verscheiden
van ons in dit proces op verzoek van Yincenzio
Carducci en consorten uitgesproken, juist en
billijk is, en in overeenstemming met het recht.
»Als zoodanig, moeten wij die uitspraak, niet
tegenstaande de daartegen ingebrachte
beleedigende aantijgingen, bevestigen, en bevestigen wij
haar mitsdien ten volle in al hare gevolgtrek
kingen. Wij stellen vast, dat gezegde schilders
niet gehouden zijn de alaibala te betalen voor
de schilderijen, welke zij maken of verkoopen, ook
al zijn die werken op bestelling gemaakt.''
De Spaansche schilders hadden hun pleidooi
schitterend gewonnen. Maar het conflict had meer
dan dertig jaar geduurd!
Een professoraat in de muziek
wetenschap.
Aan de Universiteit te Straatsburg is Dr.
Jacobsthal, tot dusver buitengewoon hoogleeraar
in de muziekwetenschap, benoemd tot gewoon
hoogleeraar.
De l''runl;f'nrter Zeiluny wijst er op, dat hier
mede voor het eerst in Duitschland een gewoon
professoraat voor de muziekwetenschap is inge
voerd. Men heeft klaarblijkelijk den stap voor
gewichtig genoeg gehouden om er lang over na
te denken, want Dr. Jacobsthal, een eminent ge
leerde, draagt reeds sedert 22 jaar den titel van
buitengewoon hoogleeraar.
Rudyard Kipling als Jingo-poëet.
De lauweren van den Engelschen hof-poëet
hebben den bekenden schrijver Rudyard Kipling
niet met rust gelaten. Kipling heeft echter wijse
lijk geen rooftocht a la Jameson bezongen, maar. ..
de dift'erentieele rechten, in Canada voor
Engelsche katoentjes ingevoerd. Het gedicht, waarin
Canada als de -Lidy of the Snows" wordt voor
gesteld, begint en eindigt met het volgende couplet:
A nation spoke to a nation
A Throne sent word to a Throne :
?>Daughter I am in my mothers's house,
But mistress in my own!
The gates are mine to open
And the gates are mine to close.
And I abide by my mother's house"
Said our Lady of the Snows.
iliiiiuiiMiiMMiiiiMinniiitii
Eenblnndei-.waarschtjn- 31 K e2! eil Wit wint.
lijk een gevolg van tijd- /wa,.t is gedwongen
gebrek. T e7 zou Zwart met D e3 .;. zijll rj
gelyk spel hebbon ver- te offeren. '
schaft.
SPAANSCHE PARTIJ.
ilclLUJlicllt; »T CUSLI
"Wit,
N. AY. van Lennep,
Londen.
1 el e.
2 P f 3 P c6
3 R 1>5 «G
4 K a4 P f6
5 P c3
Volgens Dr. Tarrasch
de beste voortzetting.
5 dt>
C R c6: bc(>:
7 <U edi:
8 P <U: R d7
'.» 0-0 K e7
10 b3 0-0
11 R b2 T eS.'
Hier had 1' eS, gevolgd
door 1! fti moeten ge
schieden.
12 P de2 H f 8
13 P g3 c5
U T el R c<>
15 D dl' D d7
IC, T udl T atlS
17 f'3 h(>
Sterker was o. i. du 18
e5, dl 10 ei'G:, dc3 : 20
D c:!:, Tel: f 21 Tol:,
1) d4 T i D (U:, cd4:
'2:i P 15, gC 24 1' (U:,
K c-) en Xvvart he^fi we
gens de raadsh. van on
gelijke kleur veel kans
op remise. De zet in den
tekst verzwakt den
Kvleugel.
18 P o*2 P h 7
i!) c-4 r<;
ju ie /imai/öuciui.
Zwart.
Mr. J. D. Tresling,
Winschoten.
20 M
Om P g5 te beletten.
20 D H
21 P f4 go
22 hj?5: hg-.J:
23 P d5 R d5:
2 i ed5: R g:7
f5? dan 25 D c3, R g7
2G D g7: f, D g7 : 27
R g7:. K g7: 2S P f5
en wint.
25 P fó P f8
2(> T e8 : T e8 :
27 T el T el :
P d7 dan 28 T eS :,
D e8: 29 P g7 :, K g7 :
30 D g5: f' en wint.
28 D el: P g6
29 D e4 P o5J
R f 8 was wel zoo rttork.
30 K e5: fe5:
31 1) g-4 D f(J
32 P g>'$!
Meesterlijk gespeel J.
Zwart kan merkwaardi
gerwijze na dezen schijn
baar onbeteekcnendoti zet
't .spel niet meer redden.
*v> ir i 7 >
r > -IV. 1 1 l .
D ft 33 D f 4:, gt'4:
3t P ei enz.
33 P e4 D f 8
34 P g5: f K hu!
K h8 dan D e (i enz.
35 P efi
/wart geeft op.