De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1897 9 mei pagina 7

9 mei 1897 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No 1037 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Helene Vacareseo, Moi, j'ai connu dans l'ombre et la fraicheur des bois, Des plantes qui jamais n'ont fleuri qu'une fois. De gedichten van Helene Yacaresco zijn droevig. Zjj heeft gekend het zacht lentegloren, het zoet-verwonderd ontwaken der ziel wanneer voor de eerste maal een stem in haar blijft natrillen. Nu is het donker om haar heen en in de schemering zit zy daar, moede, in haar stille woning te Bucarest, de groote zwarte oogen turend in wijde verte, het donkere hoofdje geleund tegen de marmeren hand. EQ zij herinnert zich... Rood-gouden lichtstralen glijden langs haar donkere lokken, schitteren op de bloemenweelde rondom haar. Voorjaarsavond- koelte streelt haar langs de wangen, maar zij ziet niets, hoort niets van het heden. Slechts nu en dan als haar verzen die ze liefheeft, haar »pauvres vers chéris," zooals ze ze noemt met onbeschrijflijke innigheid want ze zijn immers n met haar liefde en smart weerklank gevonden hebben, wanneer een woord van sympathie in haar eenzaamheid doordringt, dan gloeien er vonken in haar blik, dan beven haar lippen, dan doorklieft haar geest bliksemsnel de ruimte om te verwylen by haar die is als zij : »friste, de cette tristesse sereine, désabusée qui nous enseigne Ie sens de la vie." Dan komt er iets als vreugde over haar, want haar droefheid is geen egoïst zelfbeklag. In nadenken, in zelfontleding, in gedroom heeft zg leeren kennen den mensch in zijn volle mensch-zijn, in zijn natuur en in de wetten van deze natuur en toen welde een golf van poëzie in haar, toen heeft de smart haar gezalfd, dich teres van »l'Ame sereine". Deze titel zegt heel veel. Daarin toch is ge condenseerd de moderne opvatting der dichtkunst. Onze hedendaagsche poëzie is niet meer een »poésie de chair et de sang", zooals de roman tische-, ook geen realistische, zooals de poésie parnassienne, doch zij is geworden »chose de rève", hoogopbloeiend in kalmte der zinnen, in stilte van hartstocht, in volkomen renunciatie, in diep solidariteitsgevoel. Zij spreekt niet uit haar oogenblikkelyk leed met de omstandigheden die het vergezellen, doch geeft slechts weer, des tats d'ame, breed geteekend, in onvergelijkelijke symbolen. En hierin ligt juist de afgrond die onze poëzie van de voortbrengselen dezer eeuw scheidt en waarop we reeds meermalen wezen. De romantische dichter doet in zijn verzen uitkomen wat er in hem het meest individueel is, in zyn bestaan het meest saillant. Hij meent zijn smarten een uitzondering; zijn blik is ge vestigd, onafwendbaar, op enkele groote gebeur tenissen in zyn leven, waarvan hij de herinnering vereeuwigt in wat ze het scherpst, het treffendst hadden. Wat den Parnassien betreft, zijn groot principe, zooals overigens dat van alle realistische litteratuur is : »la soumission a l'objet" en ieder ?weet tot welke banaliteiten deze blinde onder werping Francois Coppée heeft geleid. Helene Vacaresco weet het) wel dat 4'amour fut toujours et partout, triste et tragique et «ffrayant." Zij meent niet, zdoals een Musset, uitverkoren te zijn : »victime du malheur." En het jonge, vurige kind der Karpaten dat indertijd in het salon van Leconte de Lisle, tegen den schoorsteen mantel geleund, met fieren, uitdagenden blik haar wilde verzen reciteerde, is geworden een zachte, lileeke vrouw, begrijpend en vergevend en ver smeltend haar eerste, haar grootste smart met ?die van gansch de wereld. Ook haar lied is een: minimum itiiiiiiiiiiiiiMiMtiniiiiiiiiiiiii n 7de Jaargang. 9 Mei 1897. Redacteur: RUD. J. LOMAN. Adres: Stonehaven Streatham Londen S. W. Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek betreffende, aan bovenstaand adres te richten. MllimimiMM Van J. W. Lecomte, te Soerabaia. Vervaardigd voor den 5en Internationalen probl.wedstryd in dit blad. No. 380. Mat in drie (3) zetten. m sbcde fg h Wit: K hl, D b3, T e2, E e7, P c6 en g7: a6 ei, g2, h3 en hl = 11. Zwart: K tl, R f8; a7, d3, e3, e>, e6 en h5 = 8 Chanson trange et si luintaine Qu'ou la cruirait close au bord d'un coeur mourant." N'est-il nas nne lamie trangemeut ardnite Ou fleui'issent enfia les germes des doiüeui'S Que tous les aïeux morts déposent dans nos coeura Avant de s'endormir inassouvis et tristes ? Mais je me tords en vain dans la nuit, a genoux ; Je ne pleurerai pas cette larme suprème Dout tüus les yeux humains bauclieut l auataème Je trouvais la douleur immense et saas seconrs ! De gedachte aan het niet-zijn, aan den dood komt dikwijls tot haar in zachte, rustige bevre diging. Daar ginds te Venetiëtoen zij na bet verbreken van haar onschuldig romannetje reizende verge telheid zocht die ze nooit vinden zou, heeft ze een lied hooren klinken over het klare, blauwe ?water, en voort ruischt het in haar leven. Que je voudrais mourir au eouchcr du solcil! Que je voudrais inourir dans la sarton des roses! N'est-ce pas qu'elle vibrc a travers tun destin Toujours, cette chanson que l'un cliaute a Veuise Sul' la lagune bleue, ou Ie Si>ir s'éternise A balancer sui' l'cau son luinineux sommtil ? En elders wordt deze gedachte nog onstoft'elijker, nog zachter. MORT D'IKIS. O frclcs iris blancs avec vos longs cceurs d'or, Le soleil va venir, ne mouivz pas encor ! Jusqucs au bord du ciel la nuit desceml, recule; Elle fei'me les yeux, et c'est Ie crépuscule. Oh ! ne vous hatez pas de mourir, iris blancs! Je s;v\s pmu' vous clianner \m air aux rvthmes lents, De ceux qu'un cccur mcurtri sent itlisser a ffeur d'ailes Avant de s'ablrner dans les uuits irnmüilelles ; Ou bien si de mourir vous avez Ie besoin, Si les roses d'hier. vous ap])clleut de loin, Si pour vous rccueillir Icurs amcs en ailées Kevieunent douceiiumt par les pAles allées Et vous disaut tont bas les douccnrs de la mort, La posent en treinblant coutre vos lougs rcrura d'or. Et font parmi 1'énioi des ivivsses fatales Comme uu r;iyon de luue ci'i'cr vos blaucs pétales, Prêles ii'is, clonncz en un deruiei' sotipir, En un deroier parfum Ja douccur de moiini*, Kt que de vos cocirrs d'or a rnon cieur de eliair vi\e L'rminense voluptécomme un parfum arrive. Ziehier in roerende verzen dood en liefde on afscheidelijk saamgevat: DEENIER Airoru. Ne lui ditcs plus rien, elle sait qu'on en meurt! Elle coute déja l'apaisante rnineiu1 De la mort se meier aux rumeuL's de la vie; Et pourtaiit lle rêve, trangeinerit sui\ie Par Ie parfum léger des jeunes glantiiies. Souvent Ie rythme cri'ant des chansons enfantines Qui donnaient ilans son coeur Iremble au bord de sa voix. C'est qu'elle aime aujourd' hui pour la dcrnière fois Y.t qu'ellc voit tres bicn qu'apri's cettt: lieure immense L'avi-nir s'cmplirait d'otnbres et de dénieuce, Si la tombe tait ]ache et pouvait refuscr Un peu de terre fraiche aux lèvi't-s qu' uu baiser Jirule imrnortellemunl d'une tièdc blessure, Xe sonde/ pas ses ycux; elle rit, elle est silre D'en mourir, et les jours lui semblent longs et doux Conime Ic^s psaumes d'or qu' ou coule a genoux Dans rensoieillemt'iit des claires cathédrales, La-b:is en Italië, ou les fleurs aroiualcs Par Ie portique ouvert sur Ie ciel large et bleu Répaudcut longuemeut leurs aincs düvaut Dieu. Gaarne ging ik voort met tal van verzen te citeeren en men zou zien dat de al te bescheiden dichteres zich vergist als ze meent dat de zeer bizondere sympathie waarmede haar werk ont vangen werd »s'adresse aux malheurs du poète plutót qu'au mérite de ses chants". Laat ik alleen nog overnemen dit kleine gedichtje : E 1.' N K S. Oh ! grave sur mou front les runes de la joic Doiit s'euivraient ja*lis les skaldcs radicux. Le soir bleuit et tombe et la mt-r se déploie Aa loin, comme uu pi d'argeut coutre les deux iiiiiiiiiiimiiiiiiiiiniiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiii _ CORRESPONDENTIE. K. Erlin, Wien. Herrn Koekelkom bat in beiden Aufgaben Nebenlüsungen entdeckt. Der Vierzüger geht in 3 Zügen mit l D d7: 2 S e7, 3 D fó resp. gl f. Ein Nebeulösung in 4 Zügen existirt aach l S e5 : 2 L h?, 3 L g3 und 4 (spii estens) D d3 resp. g6f. Der Dreizüger hat folgende Nebenli'Sung: l D e6: S c2, 2 L c2 f u. s. w. S b3 > 2 c5! 02 2 T b4 f. Ch. Chevet. W7ir bitten um Verzeihung, sie haben ganz recht. Das Ideenspiel liisat sich ab r durch eine M. Kürzung urngehen nimlich: l S cJ :, L d3 : 2 S e3 t 3 L d5 f. Der Dreizüger hat nun andere Nebenlüsungen A l D b6 : , D b6 : 2 S b6 f 3 8 f l?D d8 2 D d6 u. 9. w. B l D b4 , D c5 2 S b6 f 3 S fó resp. D c5 : =f l?D d8 2 D il6 t 3 D oder T f5 : f. Den zweizüger boffen wir nacbstens zu vei ffeutlichen, ebenso die Widmungs aufgabe. H. Mendes. Uw problemen in 2 en 3 zetten zijn accoord bevonden en zullen binnenkort verschijnen. Adama te JI. Uw probleem in 3 y.etten (l D f4) hebben wij als No. 372 (7 Maart) geplubiceerd. Pro blemen in 4 en 2 zetten in dank ontvangen. Eva jr. 10 Febr. '95 verscheen volgende 3 zet: Wit K cl, D d8, R c7 en c8, P e6 en gl; b3, bl, cüen g2. Zwart K el, R h3, P bl; a4, bG, e5 on e7. Alle 3 inzendingen zijn correct bevonden en zullen voor Juli opgenomen worden. X. te A. Verzoeke beleefd Weekblad van a. s. Zon dag te zenden aan zelfde adressen als vorig maal (Erlin en Kondelik). TWEEDE NAT. COBRESP.WEDSTRIJD. Groep A No. 7 niets vernomen. P 3 68 T el f F 8 58 f2 f Partij F 5 wordt door Wit opgegeven. Zeer gaarne ontving ik opgave van den afloop der in groep C nog niet opgenomen partijen. J. J. S. Les ruues de l'ainoui-, grave-lcs sur ma bouche : L'air subtil a garde l ame des grands lys morts. Les pins ont retenli, puisque Ie vent les touche, Comine une hai'pc rude aux somptueux accords. Pas uu vol de corbcau, pas un vol de colombe, L'azur vide a vétu sa nocturne douceur. Les runes du sommei], je les veux sur ma tombe, Ou Ie songe ternel tonnera mou coeur. Door lijden hoog in voelen, hoog in denken, met wonderbaar poëtischen aanleg is alleen de vreugde van denken en schrijven haar gebleven. En mocht zij ook in bange eenzaamheid haar blikken niet durven wenden naar de leege, zwarte toekomst, een stralende, blijvende heerlijkheid omglanst haar verleden. Zij is een van die weinige vrouwen die zeggen kunnen tot hem dien ze liefhadden : >Als soms het puur visioen van ons samenzijn tot je komt, verdrijf het niet. Sois aceucillant, puisque ce n'est qu'une ombre, A son baiser furlif comme un soupir ? Et dis lui : Toi qui virus dans la nuit sonibrc, Fantóme crrant, tu fais bieu de venir." CAHOLISE BKELOO. Boet en Tjjtórift, Het boek van Nirwana uit Couperus nieuwe roman Metamorfose in de Gids van Mei, spant door treffend mooie scènes, voornamelijk die tusschen de hoofdpersoon Hugo Aylvaen Helene de Vicrj. Over hare figuur, omwaasd door rouw zwarte tulle ligt de doft'e somberheid van een trotsche aristocrate, die intellectueel en artistiek nog wel in haar Parijsche salon een high life voert, maar waarin het liefdeleven is vernield. Al is de hoofdpersoon uit de roman Couperus zelf niet, in dit gedeelte is het of hij toch zijn eigen ziel opent en spreekt met een stem zoo waar als van een acteur, die zijn eigen leven speelt. Er zijn weer veel bevallige en zeer delicate partijen in. Teer gevoeld is o. m. de aanvang van het 10e hoofdstuk: »De grootste vergelukkingen duren maar secondekort. »Zooa's het hoogste punt van vlucht van den vogel, opwaarts, opwaarts, en het allerhoogste is dan n stip van tijd, n stip van ruimte, nauwlijks besef'baar, verloren in het blauw . . . Het is geweest voor het beseft wordt: dat het de grootste vergelukking was, die zijn kon . . . En is er het besef, dan daalt de vergelukking. onverbiddelijk, onverzoenlijk .. ." Helene Lapidoth?Swarth zond weer trouw een tiental sonnetten. Het vers .I nnnstiis is sterk van benauwend-zwoele zomerstemming enDroomeidand zelfs grandioos-legendair, met groote volheid en bloei van klank. Nu en dan schijnt de vaardigheid toch sterker dan het gevoel. Mej. G. II. Marius huldigt in een opstel Idealisten, de kunstopvatting en edele denkwijze van den schilder Henry de Groux, die evenals Steinleri en Morris mee laat voelen voor het proletariaat. ->Er is iets van Piubens in dezen Belg gevaren, zegt mpj. Marius, iets van de gemakkelijkheid om menschenmassa's te formeeren, zóó dat zij levens zijn, en geen poppen om ideeën te dragen. Hij is ook een uit het land van Kubens, voor wien de kleur levend bleef, die het licht en kleur voelen als de beweger, als de levenbrenger." Albert Verwcij krijgt van den oudsten Gidsredacteur 't noodige voor zijn jongste bundel verzen : »Als curiositeiten, als rij m-curiositeiten vooral, mogen zij in het museum van onze letterkunde een plaa's vinden, wat van den dichter Verweij in dit museum verdient bewaard te blijven, zal men in den bundel Aarde niet hebben te zoeken." * * Zwaar, dof en geleerd blijven de afleveringen van het Tioeemaandclijksch Tijdschrift. Van jeugd en frischheid schijnt men daar afkeerig te zijn. De meeste belangrijke artikelen zijn van filosofischen aard. Nu en. dan schrijft van Deyssel een stuk en is er wat passie en mooi proza in het gewichtige boek. Ditmaal repliceert hij op UIT DE SCHAAKWERELD. De uitslag van den Jaarl. Wedstrijd om 't Kampi oenschap van Schotland, die dit jaar te Glasgow plaats vond, is als volgt: Ie prijs D. Y. Mills (9 uit 10!), 2e prijs Mac Grouther ((i j), Sheriff Spence, Paton en Foreyth deelen de 3 overige prijzen. Mr. Mills heeft thans 4 jaren achtereen den Ion prijs ge wonnen (in 't geheel won hij 7 wedstrijden) en de Championship Cup wordt dientengevolge zijn eigendom . TWEEPAARDSPEL IX DE NAHAND. Schotsche Nationale Wedstrijd. (De eenige partij die Mills verloor). Wit. Zwart. W. N. Paton. D. Y. Mills. l el e5 15 dl! T a-2: 2 P f3 P c6 16 T !l2: D a'-: f «a i» VB 17 b31 T ds ,5 K <?* r t« 1S p e&. p e5: 4 d3 R ca 19 T e5. P e6 a 11 eó R b(> 20 P fa #6 O h33 da J 21 P h6 K g7 d6 is wel zoo soliede. ?_>'_> p f7;! 7 eda: P do: Een meesterlijk zetje. 8 R b(>: abö: 22 K f7: 'J P bd2 23 D f3 K g7 Met 't oog np den zwak- K e7 dan D el, T do ken e-j/ion, lijkt ons 00 25 d5. en T el meer doeltreffend. ->^ T e6 ? D al "f 9 PM! 25 K h2* D dl: 10 0-0 0-0 20 T e7 f K h<5! 1-1 P e± 27 D 17 K &5 Sterker was cog altijd i>q ?> -p ],g T el. Op 11- D f6 kan " T ?7 n b, dan volgen: 12 P el, -j? J. "i , " "* D eö13 P g3. du v Uo T K llb 11 K 1,8 «l 'ft. Dc? 12 P g3 D f6 32 £ £1 f go Van zeer twijfelachtige 33 T da D e7 waarde. 34 T ga: 13 T el! R e6 Zwart geeft op. U R e6: D e6: de beoordeeling van zijn Akedysseril-vertaling door Prof. van Hamel in de Gids van April, Hij wil o. a. het onderscheid duidelijk maken tusschen aesthetisch-linguistische en zuiver aesthetische kritiek. Maar het is de vraag of daartusschen wel scherpe grenzen te trekken zijn. Albert Verweij beoordeelt enkele nieuwste boeken : Gedichten van Jacques Perk; Ulas, door Karl Wolfskehl en De geschiedenis der Neder landsche Letterkunde van Dr. Jan ten Brink. * * Kloos zet in de Nien.wc-Gids de vertaling van Sophocles Antigone geregeld voort. De Mei aflevering geeft een belangrijk gedeelte. Van J. Winkler Prins weer drie sonnetten uit zijn frissehen, en fraaien cyclus Naliiur-tiymboliek. Ary Prins, die in de jongste jaren heel weinig hooren liet, besluit zijn J)rai/iiHios>is met een laar prachtig-woeste gedeelten: de belegering van een burcht met hooge torens, die stuwen naar maanlichtglorie, dan de brand van dat oude asteel, ingenomen door de Barbaren en de dood van den Koning der Franken. Jac. van Looy zegt in frisch en smakelijk proza veel goeds over de nieuwe uitgave van Perk's gedichten, versierd door ISTieuwenhuys. Een aardige herinnering aan de stormperiode van de Nieuwe Gidsma.wa.en schuilt in deze pennetrek: >Er bewoog zich in alle opzichten veel jongs om dat jonge boek." Drie sonnetten van Kloos, Adoratie en een wat te vage stemming bij den dood van Johannes Brahms door A. van Breull sluiten deze Mei aflevering, die meer zuivere litteratuur geeft dan het dikke Tioeeiiiuundelijksuh Tijdschrift. In Nederland een heel mooi portret van de jonge, gevierde schrijfster Anna de Savornin Lohman. * * Ben interessante karakterschets over den ac teur Willem Kooijaards, in het levendige, af wisselende maandblad De llollandsehe lievite. De schets is een beetje lang en niet zeer ver zorgd, maar een juist en scherp idee over dezen gevierden Hcengali krijgt men zeer zeker. Als »Boek van de Maand" wordt behandeld : »Sir George Tressady" van Mrs. Ilumphry Ward. De heer Xetscher maakt in dat opstel o. a. dui delijk het verschil tusschen kumt- en intellect romans. F. II. Taal- en Letterkundig Congres. De heer Paul Kriiger, president der ZuidAfrikaansche Kepubliek, heeft het bescherm heerschap aanvaard van het XXIVe Ned. Taal-en Letterkundig Congres, van 2:) tot 2G Augustus a.s. te Dordrecht te houden. Inhoud van Tijdschriften. Tijdschrift run hel Nederlamlseh (.fenootschiip voor limit- en I'enningkiinde: lies monnaises des seigneurs de Bronchorst-Batenbourg, par Th. M. Hoest. Penningen van het St. Lucia- of Bakkerinnegüde te Zierikzee, door mej. M. de Man. Bijdragen tot de Penningkunde van NoordBrabant, door jhr. M A. Snoeck. Beschrijving der Medailles sedert '23 November 1880 tot l Januari 1897 geslagen aan de Kon. fabriek van Zilverwerken, firma C. J. Begeer te Utrecht, door W. K. F. Zwierzina. In memoriam mr. G. J. Th. Beelaerts van Blokland, door D. C. In memoriam mr. "W. J. Royaards van den Ham, Redactie. Kigen Jlmird No. 10: Eenzaamheid, door A. Peaux. III. Aan het hof van Koetei, door Bintang Djaoeh, met portretten en afbeeldingen. De vrede van Rijswijk, door Prof. H. C. Rogge, met afbeeldingen. (Slot.) De Waag te Alk maar, naar eene opname van den amateur-photograaf Gerh. O. 't Hooft. Lente in Gelderland. Ben herinnering, door Etlw. B. Koster. De electrische gloeilamp, met afbeeldingen. Johan nes Brahms, door S. van Milligen, met portret ten. Verscheidenheid. Feuilleton. CORRESPONDENTIE. Het stuk van Xivenus kan niet worden opge nomen en ligt te zijner beschikking. iiiiimiiimmiiiiiiMiiimimi SPAAN3CBE PARTIJ. Nationale Wedstrijd te Amsterdam. Wit. Zwart. J. W. te Kolstii, Utrecht. D. Bleijkmans, Amsterdam. l e4 <N> !> fc3: P f6 * P f'5 P ffi 70 P e2 0- %R hf « 1IP^J g6 *> K !><> a6 j2 D d2 h5 4 R c<> 13 D f2 P h7 ht dan 14 p h4. eil Door Lasker's succes hiermede tegen Taraseh en Steiuitz is deze voort- ji " ]]QJ zetting weder i,i gebruik Deze p[ou WQ1.J(. Qu ecn geraakt. ^ geschikt handvatsel voor * UCo: /wart bij zijn pionnenJ l e"! aanval op den K vleugel. In zijn eerste match Beter was P e2. met Steiuitz speelde Las- J.J. JJ ^7 ker 5 dl en verloor de i^ p p? tr\ partij. Te Neurenberg (ISOb'l verbeterde hij dit met P c3, welke zet ook door Dr. Tarraseh voor den besten wordt ge- -16 £* honden. 17 P 42 gh3: 6 R c5! 18 gh3: R h3: <; d3! 19 T fel T d?S 6 P ea:? dan R f2: f 20 D h2 D Il4 7 K f2:, D dl f eii Deo; 21 K f2 P i'6 met goed spel voor zwart. 22 P f 3 P g4 -fr 6 D e7! 23 K "l P h2: ... V1<-Jse"s,_Dr-,..ïa"as"la 24 P ht: P f3:'f! K; P ?3 En bier had P d2 moe ten geschieden. is dit sterker dan R gi, 25 P f3: T g3: f zooala in de partij Lasker- "'* "i' _, , Terrascb. Jb K I - l g^ 7 0-0 R s4 27 K fl Beter is o. i. R d7. 8 R e3 R e3: Ea /wart kondigde mat in 5 zetten aan.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl