Historisch Archief 1877-1940
No. 1038
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
By eenzaamheid behoort karaktersterkte; het is gemakkelijker,
op den duur anderen te verdragen, dan zich zelf, alleen reeds
omdat men in het leven anderen toch slechts gedeeltelijk en
niet geheel te verdragen heeft. Anton Knbinstein.
* * *
Allegorie en symboliek zyn de wapenen, van welke de kerk
zich bedient, wanneer men haar ernstig te lyf gaat: adat is
allegorisch", of »dat is symbolisch gedacht" is haar antwoord op
wetenschappelijke bewijzen, die voor haar lastig dreigen te
worden. Anton Bubinstein.
* *
Europa is interessant door zyn verleden, Amerika door zijne
toekomst, maar het tegenwoordige is in deze beide werelddeelen
verre van stichtelijk. Anton Bubinstein.
* *
Wanneer men bedenkt, dat nog tegenwoordig de moeders hun
dochters gaten in de ooren laten boren, om ze oorringen te
laten dragen, dan zou men kunnen vragen, of de beschaving
der Europeesche vrouwen zich slechts daardoor van die der
wilden onderscheidt, dat de eersten niet, gelijk de laatsten, de
ringen door den neus dragen. Anton Bubinstein.
Zendeling:
myn zoon?"
Inboorling:
»Ge wenscht dus een waar christen te worden,
»Ja massa".
Zendeling: Hoeveel vrouwen hebt ge?"
Inboorling: »Vier massa."
Zendeling: O foei l een waar christen mag maar n vrouw
hebben; vergeet dit niet, myn zoon l"
Inboorling (volgenden dag): »Sambo niet meer noodig te leeren,
massa, Sambo al christen geworden, (grijnzend) de drie te veel
vrouwen zelf dood gemaakt!
(Lustige Bliitter.)
* *
Theaterdirecteur (tot een nieuw medelid van den troep) :
Is u bekend met de gebruiken van het tooneel ?
Acteur: Dat zou ik meenen. Eerst een voorschot
asjeblieft, anders speel ik van avond niet. Is u nu overtuigd,
dat ik geen nieuweling ben ? Lustige Bliitter.
f f
Onder finaneiertjes. »Ik heb de bewijzen in handen, dat X.
een oplichter en een schurk is."
»Zoo, dat doet me genoegen. Dan heb ik een voorwendsel bij
de hand, als het in myn belang is met hem te breken."
Jfigaro.
* * *
Bij den dokter. Myn waarde dokter, wees zoo goed en verbied
myn schoonmoeder de fiets of zoo gij meent haar het fietsrijden
te moeten veroorloven, ontzeg het mij. 'Fig.
* *
Kritieke vraag. Papa, heeft mama als ze naar den poelier
gaat, óók een jachtacte noodig, net als u ? Kladderadatsch.
* *
Ik kom jelui even een nieuwtje vertellen, meisjes, Jack en
ik zyn geëngageerd, we zijn dol-gelukkig.
Heb je veel moeite gehad, om de toestemming van je papa
te kry'gen.
Precies andersom, pa en ik hebben verbazend veel moeite
moeten doen om Jack er toe te krygen. Pearsons Wcekly.
INGEZONDEN.
Nos eens Vrapsioefle,"
(Een woordje aan Dr. H. J. Betz).
Zeergeleerde Heer'.
Wat my houd het my ten goede zeer onjuist schijnt in
uw woorden is, dat u, hetgeen Dr. Knappert op de bewuste
vergadering zei (ik was niet tegenwoordig en kan dus niet
beoordeelen of laatstgenoemde werkelijk uit de hoogte" sprak) op
rekening zet van de moderne theologie in 't algemeen. Ik zou
u willen wyzen op hetgeen ik destyds in de *Holl. Lelie" schreef
over 't bedoeld werk, dat ik o. a. noemde »een ernstig boek,
»zooals wy' verwachtten van de schryfster van Miserere, een boek,
»dat ver boven de gewone romanlectuur staat, met bladzijden,
»die wy herlezen alvorens om te slaan, een boek, dat boeit en
»tot nadenken stemt."
Wat ik evenwel van »Vragensmoede" de groote fout vind ?
Het antwoord daarop gaf ik in 't zelfde blad; »altijd weer dat
»waarom?" die oude vraag reeds door Israëls vromen dichter in
de Jobeïde opgeworpen; maar waar eeuwen voor onze jaartelling
iemand zich waagde aan 't antwoord op die vraag, daar vinden
wy hier alleen die vraag gesteld. U zult voorts merken, dat
ook ik nog niet de onoplosbaarheid inzie van deze oude vraag,
al geef ik toe, dat dit juist het heerlijke van de waarheid is, dat
zy niet spoedig is te ontdekken. Trouwens wij weten hoe o. a.
een Lessing over deze dingen dacht en ik geloof met hem,
dat het zoeken en streven naar waarheid grooter goed voor den
mensch is dan haar bezit. Maar ook geloof ik, dat ongelukkig
zich gevoelen moet de mensch, die zoekens- en vragensmoede is.
Wat my betreft, ten slotte, wel verre van uit de hoogte op
Anna de Savornin Lohman's werk neer te zien. heb ik met u
de eerly'kheid en den moed der schrijfster bewonderd niet
minder dan haar talent alleen haar boek heeft mij niet
bevredigd dankbaar, voor hetgeen zij gaf, was ik echter niet
voldaan.
Met achting,
Grosthuizen, 10-5-'97. F. W. DHI.JVKH.
P.S. Waar u over drukfouten spreekt, wil ik er nog even op
wy'zen, dat ik in de eerste uitgaaf o. a. vond: verwisschen,
vervoering, nevenzaak, maagdelyk ledekant (welke laatste gehetsl
iets anders beteekent dan de schrijfster er mee heeft willen
zeggen), woorden, die zeer waarschijnlijk in den tweeden druk
veranderd zijn.
SNUIFJES.
Een van de aardigste bedenksels om de huldiging van
Wilhelmina glans bij te zetten is de oprichting van de
verVerhuizen ?
WILHELM II (tot den koning en de koningin van Griekenland):
»Geeft u dien rommel maar hier; zal ik ze te Parijs of te
Berlijn bezorgen?"
eeniging ^Keurvendel Prins Maurltx." De vereniging stelt
zich ten doel met in achtneming der wettelijke bepalingen
den wapenhandel uit den tijd van Prins Maurits te beoefenen,
ten einde de feesten, te geven bij gelegenheid van de inhul
diging van Hare Majesteit Koningin Wilhelmina binnen
Amsterdam, op te luisteren."'
Natuurlijk »met in achtneming der wettelijke bepalingen,"
een keurvendel dat de wet wilde schenden, zich boven de
wet dacht te plaatsen, zou niet het beschermheerschap ge
nieten van Mr. Vening Meinesz, noch tot eere-voorzitter
hebben kunnen verwerven den heer Fabius, kapitein adju
dant der artillerie.
Ik onthoud mij steeds zooveel mogelijk van wat men
noemt het zoeken van spijkers op laag water, maar op
gevaar af door een enkel oppervlakkige of onwelwillende
lezer daarvan verdacht te worden, wil ik nu toch even
constateeren, dat een dergelijke verzekering, nogal in een pros
pectus van deze vereeniging zelf' uitgaande, een beleediging
is voor onzen achtbaren magistraat.
Volkomen terecht schrijft het bestuur in zijn Pmsjirclim:
Treffend zal het zeker zijn, wanneer II. M. Koningin
Wilhelmina, de laatste telg van ons doorluchtig Oranje
huis, bij Hare inhuldiging, omringd zal zijn van eene rere
'i.cncld van mannen, die Haar dat glorierijk verleden voor
den geest brengen, omringd van mannen die door bewape
ning, uitmoiistcrinij, formatie en exercitii'it verbeelden de
strijders, die door de roemruchtige Prinsen van Oranje wer
den aangevoerd tot de overwinning, gebracht tot de vrijheid."
Ook ik hoop bet te beleven, Wilhelmina omringd van een
eerewacbt, van mannen die door bewapening,
uitmonstering, formatie en exercitiün onze strijders uit dien
roemvollen tijd verbeelden. Maar met een zacht woord van
kritiek, meen ik toch liet verzonden prospectus te mogen
vermelden. Daaruit blijkt, dat er van dit Keurmidr.l nu
reeds een keurcorps bestaat van 11;! leden, zoo iets als de
Grenadiers en Jagers in den Haag, die het eerecorps zijn, dat
bij H.H. M.M. de wacht betrekt. En onder deze l II! leden
zijn er, welke ik alleszins in staat acht door bewapening,
uitmonstering, formatie en exercitiën die vuurvreters uit de
10de en 17de eeuw te ^verbeelden". Ik noem slechts Henry
Tindal, Treub, Wertheirn (oud-kolonel), Klaap
(luitenantkolonel der schutterij), Loett, (kolonel-commandant), Dudok
de Wit, Prof. Fabius, Mr. Jolles.... zoo zijn er tientallen
onder. Maar daar komen onder die l U! ook verscheidenen
voor van wie het mij verwondert, dat zij zich als leden
hebben laten inschrijven op de lijst eener vereeniging, die
een eerewacht wil formeeren, bewapend, uitgemonsterd
enz. als Kide eeuwsche krijgers. Ik denk b.v. aan Dr. E.
Laurillard, aan Prof'. Rogge, aan A. C. Weitheim, aan Hovy, aan
mijnen ouden vriend Prof. Asser, thans Staatsraad, aan van
Boncval Faure. al noemden zijn studenten hem ook Ra
thaplan", aan Ds. Visser, aan Dr.Hchaepman, enz. enz. Van dezen
allen zou, dunkt me, alleen Schaepman een goed figuur maken
in de bewapening, uitmonstering, formatie en excercitie ; de
overigen moest men met nog eenige tientallen sparen bij dit
moeilijk verbeelden". En zelfs is het de vraag of ook Schaep
man daarbij wel past. Van de 11.'! is hij waarschijnlijk een der
overrompelden. Wat ter wereld kan hem bewegen zich als een
soldenier van een Prins van Oranje Ie costumeeren en mede
te doe,n aan een voorstelling van de «herovering van gewe
tensvrijheid" waarover bet prospectus zoo duidelijk spreekt ?
Dit moet een vergissing zijn !
Doch een opmerking van meer gewicht, wijl zij de verdere
vorming van het keurvendel betreft, moet mij uit de pen.
Zou het niet mogelijk zijn, nu we reeds 11.'! leden vooreen
eere-keurcorps hebben, dit aantal nog een weinig te doen
toenemen, zoodat het gewone vendel achterwege kon blijven ?
Misschien zou het maar weinig moeite kosten dat aantal te
verdubbelen en het ware toch veel aardiger de bedoelde
wacht uitsluitend met een e«r-keurcorps te bezetten dan
met een keurvendel, dat hoe goed ook, toch niet eerste keur
is. Waar er 11.'! zoo dadelijk te vinden waren zijn er onge
twijfeld meer!
* *
*
Ik dacht waarlijk dat wij het, vergeten hadden. Van alle
potentaten en volken kreeg de Fransche Republiek een
woordje ter betuiging van medelijden bij de ontzettende
ramp. die Parijs in haar liefdadigheidscomitéen zijn helpers
getroffen had, en van Nederland hoorde ik niets. Maar toch,
eindelijk, ten langen leste, heel op bet laatst, heeft onze
gezant, de heer de Stuers zich naar president Faure bege
ven, om hem te verzekeren, dat ook wij van den brand gehoord
hadden en dit niet zonder leedwezen. Ik vond deze manier van
handelen in elk opzicht correct... Wees nationaal, zeg ik, ook
in uwe condoleance-visites. Verloochen uw karakter nooit. Wij
zijn nu eenmaal phlegmatisch. Waarom zouden wij dien naam
te schande, maken, door bij een ramp dadelijk ons gevoel te
laten spreken; er een stapje op te leggen, in plaats van kalm
en statig naar het sterfhuis te gaan ? Gelukkig, wij hebben
ons ook nu echt Nederlandsch, waardig, gedragen en wie
daar de eer van toekomt, neme mijn dankbetuiging in
ontvangst.
Doch afgescheiden van deze overweging, kan ik het niet
anders dan prijzen, dat we wat heel laat onze opwachting
bij de Fransche Republiek hebben gemaakt. Er bestaat
hier en daar de meening, dat wij Nederlanders nogal
sympathiseeren met de Fransche natie. Dat vind ik een ge
vaarlijke onderstelling .En daarom oordeel ik het juist zoo
goed, dat wij aan Europa, en aan Parijs in de eerste plaats,
den indruk gaven als dachten wij: wat gaan ons die
Franschen aan! Als een klein volk kan je nooit te voor
zichtig wezen, en mitsdien ligt er iets bijzonder
geruststellends in, nu alweder gebleken, is dat de moeder van de
porceleinkast nog steeds over ons waakt.
Met de beide antirevolutionaire groepen wil het nog maar
niet gaan zooals het behoort. In Schiedam, zoo lees ik, wordt
het : i/tf».il lid v. Limburg Stirum voorbijgegaan door Ned. en
Oranje; in Hilversum wordt het \MendUd Quarles van Ufford
r.uorbijgeyaaii door de Kies vereeniging, en in Delft gebeurde
iets dergelijks met het vroeger gezeten hebbend lid Wassenaer
van ('atwijck. En dit daags nadat de provinciale vergadering
gehouden was, onder leiding van Dr. Kuyper Wat is hier
van te denken", zoo vraagt men. ;,Zijn, na de toezegging
van den steun der R. Kath. partij, de hekken verhangen ?"
Ook ik ben hierover gaan filosofeeren. De zaak echter is
mij nog niet helder. Dat een :-.itlend lid wordt
roorbijgeijfvin. wijl hij geen infleyaaiid lid is, vind ik niet zoo heel
onnatuurlijk, maar dat dit geschiedde juist den dag.^ nadat
de anti-revolutionairen vergaderd hebben onder Dr. Kuyper,
begrijp ik ook niet. Want ik weet zeker, dat hij zoo
wel de Lohmannianen als de Schaepmannianen tot zijn
kiezers begeert, alleen voor de Brqnsveldianen is geen ruimte
in zijn politieke ark. Bovendien is Kuyper er de raan niet
naar om samenwerking met die broederen op te geven, een
voudig omdat hij zonder de broederen er wel komen kan.
En hij verhangt de hekken nooit. Het meest waarschijnlijk
komt het mij voor, dat we hier eenvoudig aan de onver
biddelijke doorwerking van een beginsel hebben te denken,
het anti-twee namen-princicp. Limburg Stirum, Quarles
van Ufford, Wassenaer van C'atwiick, hoe zouden dat nu
candidaten kunnen zijn van de iloiwcmiixche antirevolu
tionaire parlij ?
Dat er eenmaal een verbond tusschen de democraten
Kuyper en Schaepruan zou tot stand komen, heb ik altijd
wel gedacht;-- ik geloof ook dat het juist, wijl de een niets
minder democraat is dan de ander, een hrcht verbond zal
zijn. Maar op n ding zal Schaepman toch dienen te
passer-: bij moet Kuyper niet met candidaten met te veel
namen aankomen. Een candidaat met drie namen, zooals
wijlen De Bieberstein Rogalla Zawadsky, krijgt Schaepman
bij Kuyper er nooit door!