De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1897 23 mei pagina 2

23 mei 1897 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1039 zoodanig, dat de wet er zich mee kan bemoeien ? Wonderen worden hier verricht', want het hoofd e» titrc kan niet altijd aanwezig zijn, de overige onderwijzers zy'n wel eens ziek of met verlof en de vierde rangs-eigenaar heeft maar een lichaam. Gelukkig zijn kindertjes-bezighoudende-juffers onvermoeid ! Zwaar is al.lus de taak dezer laatste, die on geveer f.0 a 60 kinderen voor hare rekening krijgen, kleintjes en groote; van drie tot zes j[aren en ouder. Jongens en meisjes, die wel eens kattekwaad uitvoeren, aan de verroeste kachel geen stuk heel laten en niet altijd op de krnimpjes van hunne boterhammetjes passen, waardoor de instituut-eigenaar in de gelegenheid ?werd gesteld in een der boekenkasten een ver zameling oud brood bijeen te houden, die eiken kippeneigenaar moet jaloersch maken. Zwaar is de taak der vrouwen, maar er schuilt poëzie in die verzameling van kleintjes, een beetje morsig en goor, dicht opeen gedrongen, lawaaierig koutende en babbelende, een trocpje om een tchilder naar het penseel te doen grijpen, en om een wettenfabrikant voor altijd het staatsblad naar de prullemand te doen verwijzen. Zoo behoort deze school tot de zeldzaamheden Tun Amsterdam; moge zij een zeldzaamheid blijTen, die ook verdwijnen zal. En toch ... onwille keurig krijgt men medelijden met het bejaarde groezelige mannetje, vergrysd onder de onschul dige asempjes dr-r honderden kleinen, die hij op xjjn wijze heeft trachten te onderrichten. Waargchjjnlijk zal hij niet uit weelde zijn inrichting aanhouden, want zijn geheele figuur doet niet Termoeden, dat hij zich heeft rijk geschoolmeesterd. Of zou het kerkgenootschap, welks belangen hij door zijn godsdienstig onderwijs jarenlang heeft behartigd, zich zijner aantrekken en daar door een weldaad bewijzen en aan den meester «n aan zijne leerlingen ? Ik wil het hopen. F. A. B. Brief nit trecüt Misschien zullen de ingezetenen van de stari, ?waar ik eei.igR weken gastvrijheid, geniet het niet aardig vinden dat ik zoo vrijmoedig beu om maar dadelijk in het openbaar te gaan pchiijven over hetgei n ik hier heb gezien en opgemerkt. En als mijne ecuige verontschuldiging voor die handeling wanneer zo eene verontschuldiging iiooiiis; heeft moet ik helaas aanvoeren, dat ik een brood^chrijfsler ben, die zich de weelde niet veroorloven kan een week of vier de pen in de scheede te laten, ook al heeft zij het voorrecht gedurende dien tijd do gast te zijn van een onafzienbaar verren neef. die haar met vriendelijkliedin overlaadt. Hij heeft mij leeren wielrijden op de fiets van zijne verleden jaar gestorven vrouw en toen ik het in een paar dagen kende dank zij het practibche onderwijs in de rijwielsehool van Goettsch op de Hiltstraat (de stalen mai ^e noen.t mijn neef die school) verzekerde hij met blijdschap dat ik //vlug van aannemen" ben en verklaarde aan zijne moeder dat ik rr veel sierlijker op zit dan zijne betreurde echtgenoote. Sinds dien maken we samen dagelijks toertjes door de stad en omstreken en ik m'H-t, zeggen: het is liicr prachtic, heerlijk! .\liju onafzienbare neef ik kau mijn oogen haast niet van hem afhouden is een alleraardigste man, nog ;n de kracht van zijn leven, die naar ik zoo aan zijn moeder meende te merken, lut, mi t zijn eerste vrouw niet al te best schijnt getroii'en te hebben en de wandelingen zijn hier verrukkelijk. Ik heb al tegen niiju neef gezegd dat ik hier mijn lieeie leven wel zou willen blijven. Verleden weck reden wij in de M~alieija.in onder het jeugdig groen en kwamen daar twee heeren in ernstig gesprek gewikkeld tegen. Ik maakte de opmerk il.l', dat die wel uit een reclameplaat gestapt schenen: vóór en na het gebnr.k van havermout. Maar o, wat, maakte mijn neef zieli boos. Stil Mina, zei hij ik heet Mina stil, niet zoo oneerbiedig! Dat zija professor De Louter en meneer Van Beuningen. Jk sol rok wel een beetje maar was spoedig gerustgesteld toen mijn neef, i.adat we uit het, gehoor waren mij toeriep: ,vja, er schijnt uit de steei,koli'.i meer voedsel te halen te zijn dan uit de rechtskundige wetenschappen." i/Q, zo-,, antwoordde ik; is Jat die meneer Van Betalingen, die in steenkolen doet, lid van het, steenkolen?yndicaat, of zooals ze dat, bij ons noemen van de zwarte bende. Een knappe man, hoor l Dat, zou eeu (linke otiieier van de schut terij zijn." Ik hoop dal het jaloerschheid was, die mijn neef op bitteren toon deed zeggen: ik v'nd er niks aan. Ku dan zoo'n weerhaan. Hij draait, met. alle winden, die raar de Tweede Kamer waaien. Dan is hij het niet de radicalen eens en nu weer niet de liberalei', ik zie hem nog eens Koomseh worden, als het maar dienen kan om in den lliuiir weer een zetel te veroveren." Het kostte mij ceuicre moeite hem te lioen be grijpen dat ik den heer Van Beuuingcn alleen van zijne buitenzijde beoordeelde, niet van zijn inuerlijken, noch veel minder van zijn politieken kant, en het gezicht, van mijn neef stond volstnkt niet, vroolijk toen wij de Alaliebaau uittrapten, het Hooglandspaik door en zoo naar het sportterrein. Daar vertelde mijn neef dat ik correspondent van een buiter.landsch blad was en hief daarmede de bezwaren op die er schenen te be; taan tegen onze toelating. Xadat we een ritje over de rijwielbaan gedaan hadden, de uitmuntend ingerichte zwemscholen hadden bekeken het damesbassiu zoowel als liet heerenbassin, er was toch niemand in, dus liet kon best, zei mijn neef ontmoetten we een beleefd heer, die ons begroette als meneer en mevrouw, zoodat ik maar heel gauw zei: neef, houdt, mijn fiets even vast." Die heer vergezelde ons op onze wandeling over het terrein en uit het gesprek met mijn neef vernam ik nu al spoedig dat hij lid der directie is en met zijne vennoot overhoop ligt. Beide vennooten verspreiden circulaires, waarin zij aan liet publiek vertellen dat, de andere geen recht heeft om de zaak te drijven, met liet gevolg dat, het fatsoenlijk publiek zich geheel onthoudt en het op het waarlijk fraaie en uitgestrekte terrein zoo eenzaam is als in een woestijn. 's Avonds het was Zondag nam mijn neef mij mede naar het Park ivoli. Daar waren ook al weinig mensehen en toch goede muziek van Hutschenruijter. Hebben hier de vennooten ook al ruzie?' vroeg ik aan mijn neef. //Neen dat nog niet,," was het antwoord ; maar hier jaagt Hut schenruijter de lui weg. Die wil in navolging van Kes en Mengelberg de menseden hier eerbied laten bewijzen aan de kunst. Nu, dat, gaat maar zoo gemakkelijk niet; om eerbied te bewijzen dient men toch eerbied te hebben. En dat, ontbreekt nog wel een beetjp. Al houdt men zich stil wanneer Hutsehenrutjter nijdig omkijkt, omdat er een stoel verschoven is, een gevoel van bitterheid dat in den schuldige oprijst laat zich niet weerhouden. Het gehoor bestaat hier grooteudeels uit welvarende, burgers, die de geheele week druk in zaken zijn en zich des Zondags wel eens met vrouw en kinderen willen ontspannen. Daarom zijn zij lid geworden vau Tivoli, betalen gezamenlijk daarvan alle onkosten, het orkest en zijn directeur incluis, eu als zij er nu 's Zondags met hunne familie komen dan worden zij gedrild tot kunstvereerders. En bij dat, drillen wordt niet begonnen met, de eerste haudgrepen, met het abc der kunst, zelfs nitt eens met het ellemennoopee, neen dadelijk met het x ij z. Op de knucn zult ge voor Wagner, voor Beethoven, op de knieën een half uur lang en als ge weer oprijst moet, het, op uw gezicht te lezen zijn dat, het edelste in den mensch in u is ontwaakt." Als er duizend menschen in de zaal zijn, zijn er zeker wel dondcrd bij, die dat, uit eigen aandrift, doen en nog wel twee honderd die hun voorbeeld uit aanstellerij navolgen, maar de zeven honderd anderen zouden er vermoedelijk niets op tegen hebben, zieh ten gelieve van de min derheid eens een enkele maal heel stil te houden, doch eiken Zondagavond... daar geven zij de brui van. Eu om nu niet, als een schooljongen te worden heknord, blijven ze maar liever weg!" Neef," viel ik hem in de rede, wat kijken de menseden ons hier allemaal brutaal aan. Zie eens, overal steken de dames hare hoofden bijeen en thiistfren terwijl hare oogeu telkens op ons gericht zijn. Heb ik iets bijzonders aan r" //Neen, maak je maar niet ongerust, Mina, dat zijn die driehonderd kuustvereerders; dat komt van den verin H'enden invloed der muziek De pauzen worden aangevuld met, kwaadsprekerij; daar hel) ik vooral veel last, van sinds ik weduwnaar ben. ' ,/Maar dan ga ik heen. zei ik, en voegde de daad bij het woord. //Ik bedank er voor om het onderwerp van gesprek van al die uun"''ii te /ijn.'' Mijn neef stond niet, mij op eu wij verlieten de zaal ofschoon juist de eerste tonen van een, ik weet niet de hoeveelste, symphonie weerklonken en de kellners ons met, stomme verbazing over onze stoutmoedigheid aankeken. Nu we toch cenmual uit waren stelde neef mij voor nog even in den schouwburg aan te wippen, wat. we deden. Ook al niet veel menschen, maar althans lui die niet in ei n keurslijf van gemaaktheid waren geperst. Die schouwburg vernam ik gaat ook al niet voordcelig hoewel hij staat, onder de leiding van een hooggeleerder, hei r. Die hooggeleerde heer, professor arbeek de M>-ijer, gaat, zoo vertelde mijn neef me, binnen kort, i aar liuiii"- waar zijne kinderen gevestigd zijn. Eeu krasse daad voor zoo'n oud man. Uijiui /.eveiitig jaar, maar hij heeft, den tijd niet willen afwachten, waarop de o lieieele rust, hem zal gegund worden, en daar verlof hem is geweigerd, neemt hij zijn ontslag. Als zij u opvolger aan de komedie wordt, pro fessor ii'Aub;is de liourrouill genoemd, tenzij deze hvj de aa\\st,a;iiide verku-iingen tot lui vun de Tweede Kamer gekozen wi rd, welke betrekking hij niet met die van looueeldirecteur v c reemi/baar acht. Den volgenden morsen aan het ontbijt, \\as een stuk koude biefstuk de aanleiding dat neefs i.iueili r het gesprek braeht, op le-t, abattoir (lat, hii-r tot, erirernis der slagers /ai ges! eiit. worden. Neef meende dat het, niets den wangunsf wa«, waarom men de s-lau'irs hier zoo in hun bedrijf belemmerde.. Men kon het, niet, dulden dat dtze nijvere minnen zich in groote welvaart verheugden en poogde daarom den te bcna.leelen ondi r al'crlei selioonseliijneiide voorwendsels van gezondheid. Eu daarvoor moest nu de burgerij v.eer b.-'a-,t worden met zes ton \oor d^n uouw van zeo u abattoir. Ma'.tr n ei f s moeder maakte als een ei Me huis vrouw de opmerking, dat zij iwaaif stuivi rs Ivtaalil.' voor een pond vieeseh dat, deu slager maar ren j kwartje kostte en no: inde dat kortweg ei n scleodaal. Ea een buurman had haar verteld dat. de kosten \aii liet abattoir wei ;n eeu jaar of lieu, twaalf Z'nuli u teruggevonden zijn uit de IIOOLI ;v opltri1' V; dl r aeenuseu. Iu Amsterdam hadevn d"- ii; >-'",\ jaar /' l llü.ii'ni,?met r opgebracht, teen i.it, abattoir v,a-- opgericht. Moedir en zoon zetten het gesprek voort en ik vroeü' verlof mij even te verwijderen om ;eo. een vriendin te schrijven. Ik hel) aan haar n: .t >i nrlijk geen \unrd gekikt, over n ijn onaf/.ieniian n nei f want, xij is wel een vnete.liii, maar ;<U l.ei, ',';n,op aai'kdiiit zijl' alle vroie.ven hel/elf ir en het meiisch zou ei' eiis-ehieüd;uK lijk heel wat kwaad van eenken en spri ken. 's Middags was de afspraak, zou ik verin kken, maar ik kwam Oreiio en zij u vrouw te^en en dehaalden mij over om des avonds zijn lloilandschc Iu deren te komen hooren, die hij onder piano begeleiding van (jottfried -Manu zou zingen, ik ging er heen eu daar «as het waarachtig ook a! leeg. 7,une vrouw, i og dezelfde ronde, ruüe Vlaamscde als toen ik met haar in Brussel op kostschool lag, ergerde zich een beetje toen zij haren man zoo heerlijk hoorde zingen voor dat kleine, koude, in- en infatsoenlijke auditorium. Die Rennes zei ze, doelende op de aanwezige componiste van wie Oreiio ook een lied zong, is nog de eenige waar wat beweging inkomt als er wat moois gezongen wordt, de rest is een goed publiek voor eeu kerk. Of, merkte een heer die er bij zat ondeugend op, of voor een mallemolen. iitiiiiiifiiimiiiiiiiliMMiimiHiMiiiiMiiMtiiiiiiHiiiiiiiiiitimmiiimiimimiiH Sociale' U HiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiifwiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiHiiiiiiimiiiii O1 ' (Ingezonden). Groot is 't aantal dichters, die den wijn hebhen bezongen. Een bloemlezing van lof spraken, van dichterlijke ontboezemingen, zou een heelen bundel vormen. Wie zich aangordt ten strijde tegen het drankgebruik, moet daarom wel krachtige motieven hebben voor zoo omvangrijken strijd, moet ernstige gronden hebben voor z'n overtuiging, dat alle drank gebruik zoowel als misbruik, schadelijk is voor den mensch. Waarom geheelonthouder! wordt ons gelukkig telkens en telkens weer gevraagd door ben, die nog niet konden besluiten ons program te onderschrijven, ons beginsel te belijden. Ons antwoord ? Omdat een wetenschappelijk onderzoek aan het licht heeft gebracht, dat van de veronderstelde goede eigenschappen van den alcohol (een hypothese slechts) niet veel waar blijkt. Dat hij uitnemende voedende, versterkende, verwarmende waarde voor den mensch zou bezitten, daarover wordt zelfs niet meer gedacht. Voordeden aan zijn ge bruik verbonden, hebben de physiologen nimmer gevonden; hoogstens waren het «geen nadeden." Waar een man als prof'. Forel, waar prof'. Buiige, dr. Uichardson en zoovelen meer, aantoonden, dat alcohol h» t lichaam iti lk opzicht benadeelt ; waar prof. Yon Htriimpell hem veroordeelt; waar dr. Parker nut zijn proefnemingen op soldaten in het Eng. Indische legt r zijn verderfelijke werking aantoonde ; waar prof. Stokvis hem een »hersenvergifl" noemt en de onderzoekingen van den beroemden IIiidelbergschen hoogleeraar Kraepdiu ten duiddijkste in het licht gesteld hebben het goed richt dezer benamii g, daar n ogen wij aan den sohadeli.jken invloed van den alcohol op het lichaam niet langer twijlden. (rehet-lonthoudieg, omdat de wetenschap hel, gebruik van alcohol in eiken vorm en in elke hoeveelheid U n sterkste ontraden moet. Niet daarom in de eerste plaats vragen we van 't individu gdu>elonthoudin<r. Kukelen 01 der ons mogen op dit egoïstische standpunt staan, verreweg de groote meerdi riieid heeft m i ruk r zcIf'/Aie.Utigen grond onder de. voeten. Al wi rd morgen aan dendaguitgemankt.dat een matig gebruik onschadelijk i.-, niettemin zouden we blijven voortgaan met ons beginsel te propageeren. ll'itarnm iji IirrliinllniHilhifj^ Omdat zij aan beveling verdient met het oog op het. gezin, omdat /.ij zulke /i jjeM'iike gfvoK-'ii met zieh zal Inenten voor lui groote huisgezin der meiischheid, de maatschappij. Tal van proote 10::g. werklieden v, reeriigingen volden voor de fieheeloidhoteiers n een geringere stel l'iekaüs n een geringer aantal ziektedagen per persoon dan vnor de tegen partij. Ondcrsclüidene Erg. m!i;,;s<:happijen ('ha:,s ook r< cds e< n paar Xt dei landsche) geven gemiddeld ]u p('t. of i:;ei-r \crlaging van premie als <ie te verzeki ren |H : s'>on nooit aieoholi-ehe ('ranken gebruikt.-- ( >? heeloi; thoudiug een e^rooi algemeen, een m:;<iisd'ap pdijk belang. Werd nier ordüi.i;- door n onzer gence.-lie< n n de alcohol goi-,.>i'md uie steenkool van een Midirein naar Lel. kiankzini:i<rcr.gestieht .' Is alcohol nis r <!,- vijat.d, die env.e ziekenhui/en, idioU'iige.-l idiieii, onze, armluiizen en gevangenissen vo< r ee-n deel vuil; die de voiLs^ezondheid bedreigt, de volk.-Nvelvaart «nde'mijnt, en liet hui.-dijk geluk ;-'te( ds bediei.-t, vaak vi rstoort, soms verwoesl ''. ' ii; duift, cv \vilr toch niet volhouden, dat al deze ilir.gi r, n ;,iM aangaat!'.' l- de>. smart van tnven n:<-di in--nsch d:in i;ieis vooi' u? ICn x'nn vr, tm'<lo oe-is? Zijn wij. oio slerk zijn, n iel schuldig iie /wak in den dei' ons!e:!« u te <!;';;._?? n iiii! IM-S zelveii Ie boh;iU:'ii'.' Ais <bu;r ei n l'ani'js in ons midden \\:;- en we vrocgdi iu m lio denkt gij ovi r '; drankge bruik.1' h;.' /i-i: ons vragen: Is ir. v broedir /,uak iu th aiikg"!!! nik 't lied! hii :;iei de. wilfltradjl. o;;: ma!'g te drinken'.' !?? hij ge valle", deovd-.U ziji zdf heheerr-d\:i;4' : iei. s terk gei;»!:; \va-? Wei.'U. dan zuil g.:j iu der ( euv.'ii-heid ;M:< n s! ei !<en drank n u-e r drinken! l K t nvlziju <ler maatschappij is de i;oo::.-ie wet, '.ie wij cikti:ren. Alle ii.di'i idiicdo leehlce. die aat'a.i;', m den wei; :? ',???:'. M. hebben hu.i r'elits<>iv>-,d \-, ? ioren." f .M r. Ti'.-iJ.i. \\'n"i'i'i:i iiiln t!<ii:ii:!>nilin:i ' l )mdvi /.e in 't wann.eliiig !>ei;:i;;/ va:i onze kiudi i'1 ' . Leien u ij i n Int ro;~. voo;1;'. l lep:von \vo d e-n opdruk d' )or oi.s voorl:?.]e!d \';!üizehi eloh i in,:,<!;nu' on/ o, kaderen \vapene!' in den s', ii^d h^-eu de dan mogen wij er ons later niet over vAwonderen als zij naar de kroeg gaan en daar meer behagen vinden dan in den huir.elijken kring. Eerst wanneer het te laat is wordt zoo menig matig ouder door de onmatigheid van z'n kind herinnerd aan de kracht van het voorbeeld- Voorbeelden trekken ! We weten allen wel: dat uw kind te vér zou gaan lag nooit in uw bedoeling, neen natuurlijk niet! Maar wie kon nu ook weten dat de zoon, als 'ter op aankwam, niet denzelfden vasten wil zou hebben als de vader? Wie kou nu ook weten, dat de zoon door den aard van zijn bedrijf' zooveel meer dan zijn vader in aanraking zou komen met de drankverleidiiig? Wie kon nu ook weten, dat de zoon juist vriendschap zou sluiten met makkers, die hem op den verke-rden weg zouden brengen ? Wie ken nu ook weten, dat _ de zoon ^bij het eerste Jeed, dat hem zou treffen, bij de eerste zorgen, die hem zouden drukken, dadelijk naar de ftesch zou grijpen en tot bedwelmende dranken zijn toevlucht nemen? Als ge dat alles vooruit had kunnen weten, dan .... Maar nu is het onherroepelijk te laat om hem terug te houden van den weg, die zonder eenigen twijfel op zijn verderf zal uitloopen. Zelf hebben wij onzen kinderen geleerd een gevaarlijken vriend, wiens kracht in de toekomst ons onbekend was, mede te nemen_op hunne levensreis, [ritusschen aan wien _de schuld, als uw kind misschien eenmaal uit de goot wordt opgeraapt,, aan wien de schuld, als uw kind ook iu figuurlijken zin te gronde gaat? Uw antwoord? Daarin schuilt het groote gevaar van het geregeld matig gebruik van alcohol, dat we daardoor dank zij ons goede voorbeeld ! onze kinderen vaak diep ongelukkig maken. Daarom vooral vragen wij geheel onthouding van allen, voor wien naastenliefde meer ia dan een ijdde klank; in de allereerste plaats van u vaders en moeders! die uw kinderen toch zoo innig lief'hebt, nietwaar? Geheel onthouding of niet? is bovenal een ethisch vraagstuk. Ge moet deze vraag niet stellen aan uw dokter, maar hoofdzakelijk aan uw geweten. Zij doet een beroep op dei'menschen gevoel van verantwoordelijkheid voor 'netlijden hunner medenienschen. Waarom (jelieeluiUltundcr? Is matigheid niet beter ? De matige sticht groot kwaad. De matig heid is een verderfelijk begir, s> 1. Waarom? Omdat, 't matig gebruik bij on/e slechte ge zelligheid (altijd drinken) den mensch voert tot buitensporigheden, vooral in hel geslachts leven. I'ercentsgewijze zuchten er mier uwtig gebruikers iu de gevangenis dan bep.ialde drinkers. Omdat 't, matig gcbvi ik het lichaam drijft tot telkens vermeerdo.nl ge bruik. Overal en ten allen (ij Ie heeft 't ge bruik van alcoholische dranken to; misbruik gevoerd. Ook in de toekomt zal d;ii, voort duren, zoolang de menseden ineiisdiei) biijvtn en de alcohol alcohol. Daarom : -geen druppel brandewijn moge ooit.de lippen v;m dui -i erisch bevochtigen'' (prof. Donders). -?Omdai. voor beelden trekken l leder, die door /.ij:i voor beeld anderen tot matig mié.ioen verleidt, verleidt ook een deel van hen in!, onmatigheid. Hij is 'iet, die den steen anii 'i roii'-n brengt, terwijl het later soms niet me, r in /ijn macht staat hem legen te houdt n. De verleidende invloed op de groote massa ga,K. u i r, i-iet van de dronkaards, die veeleer doi r hun ai'-ehrikwekkend voorbeeld propaganda maken voor ons beginsel dan dat zij tot, drinken aan moedigen, maar van do drinkgewoonten (overal en altijd drinken). Ku wie vonnen die ? De matige diinkers. Op hunne hoofden komt dus de verantwoordelijkheid vui d<; uljoholdleiide voor een groot deel neer. Wat /.oudt gij oordeeïen als eens iemand 'zei : Ik ben een verirouwd /we'umér >".\ het is mij een genot den Ki]!i over v /\\ mmen. Hel, is echter vervelend den iedii aio-on (e doen. Daarom zal ik In proeven aeli; :;:;deren ov< i' te halen niet, iu1..) mede ie, i '?'?,<i;uniC!i. W d wi.'cl ik, dat n van die aeiit verdrinken zal, maar dal is builen mijn s ."huid; ik heb hem meegenomen om mei mij óieue ie zwem men, n,"l om te verdrinken. Wei k onderscheid is er tusselieii '!;-:'.<-!i geweleidoozen zwemmer en den matigen drinker? /.iet iemand hier op zedelijk gebied -, enig verse)'.il ? Alleen voelt de mali^'o '.:!< h minder l>ez\\;uu'd. omdat hij zoovee! n.ede'-ehuidigeu heeti," i pro f'. Buiige). Geheelotiihouding of' niet? i-- in de aller eerste plaats een gewetensvraag. ?il J. J'. B.':I:<;MAX. » ? ' i ' \ , ' ^ i ~7 ! ,O !-'' i f 1 f ^tH^ J X , ., i ? J L: . l» V seliiipffii, maar \'\\ komen, konoin... overal. Als wij niet biekiii met de vele zei dJot.ligc driiikgowooiiion. als wij onze kinden n opvoeden in <!e- nuiiiing, dat drank een nood zakelijk bestanddeel is van onze samenleving, In ons huid heeft zich de \\ :ig:.,?!?-')< \\e:;-ipg op uis'Le ;-e,ar ztki sv wii/v au; wikkr!.'. ( evi \vo"bt.e '>]em-.i!ie h.-e!* do'n- !!,i.!en ^i,; rne:;' .-,:,? \, r vrders ie nvers'e,urnen Z')0;iN vro;-.;.'-r iü!V.'.i !;i ijk het Mvval wu-., dat, ligt. o ,k K;:,t, X'M u. e.n,'iüaard. iH'ia1' <' eu kalme opposi ie, die 'il!', i ','i.-[i!i "\'e:;\ -et weiliei V nog meer - invloed uit;/; :'c::-i.', h.vft in woord in w-cdrift getracht die slrunmii g' tegen Dat /niks i,iet gelukt is bewijzen iio voorstel lingen van dr U'a'jjuer-vcreci.r-Mi'g 'ilhiei'. Vrnejrer was n voorstelling ridm vohh,i mie voor alle toe hoorders, thans laat het zieh aai:/.ie:i dat de her

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl