De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1897 23 mei pagina 3

23 mei 1897 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 1039 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. alings-voorstelling niet meer toereikend zal zijn om al de volgelingen en bewonderaars van Wagner ia de gelegenheid te stellen tegenwoordig te zijn Ia Frankrijk is de oppositie nog meer verstomd dan hier en wie het nu zou wagen te fluiten bij zulk een voorstelling zou de geheele zaal tegen zich hebben. Toc'i begrijp ik dat enthousiasme van het groote publiek aldaar voor die werken niet recht. Want de vertolkeis in de Opera kunnen met 's meesters stijl nog verbazend slecht overweg. Ik hoorde in de Grand Opera dezer dagen Tannhiiuser en ergerde mij aan het valscue pathos van de zangers en zangeressen, de onjuiste tempi van den orkest-directeur en den ouderwetschen stijl waarin alles gezongen werd. Geheel in den geest van eene opera van Meyerbeer zong o. a. de Herderskuaap de solo in de eerste akte als een bravour-aria. Tannliduser ging wanneer hij tot Venus sprak of voor den Lttn'lgi'unf en de edelen zong vlak voor het voetlicht staan niet den rug naar allen toe en de claque app'audiseerde bij iedere, met pathos uitgestooteu, frase op de meest ongeschikte momenten Na de tweeje akte had ik er genoeg van en vertrok. Toen ik dit met iemand aldaar besprak, zeide hij mij: Dan had ge Don Juan eens moeten hooren ! Verbeeld u dat Don Juan de Serenade in de tweede acte zong als een zeer ernstig gemeende liefdes verklaring met het noodige pathos en een groot aantal niet noodige portamenti, b.v. Devant cette fe-nê-hê-tre Daiguez en fi-biu-^a-rfii-La.-tre. (Wat zal de luchtige pizzieatibegeleiding daartegen een curieus effect gemaakt hebb«u.) Ik weet niet hoe men te Parijs Les Valkyrïes gegeven heeft, doch na hetgeen ik gehoord heb twijfel ik of dit als stijl genietbaar geweest zal zijn. Er moet dus aldaar bij de Wagner-vereeriug wel een beetje mode zijn en groote zuclit tot navolging in het spel zijn, omdat het meer serieuse concertpubiiek met die vereeriug is voorgegaan. Het is moeielijk te zeggen hoeveel echte en nagemaakte Wagner-vereeriug teri onzent te vinden is, doch men is bij ons meer oprecht en het enthousiasme is minder gekunsteld. Het heeft mij bij de opvoering van Gollerddmerung getroffen dat men het voorspel en de eerste acte die zoo prachtig vertolkt werden zoo kalm opnam, doch aan het einde kwamen de hoorders toch sterk onder den indruk. Wat mij betreft moet ik verklaren dat ik nog van geen opvoering zoo onverdeeld genoten heb als van die van Golterdammerung. Was het de zoo hoogst gelukkige bezetting van de solopartijen? (Ilosa Suclier als Bruint/tilde niet te evenaren, Burgstaller als Kiegffk:! uitstekend wat stijl, karakter en juistheid van uitvoering be treft, Eimblad als Hagen zeer typisch, alleen zou men met een tooueelterm kunnen zeggen: wat te dik opgelegd en te weinig zich matigende, Kuapp als Gtinther zeer te prijzen, mej. Oiive l'remstad als WuUraute bui engewoon goed en mevr. Keu-<s Belie als Gutrune eveneens te prijzen) was het de schoone wijze waarop ons orkest versterkt met het kwartet der tuba's, de contrabas-tuba en de bastrompet uit Brussel deze partitie tot zijn recht, bracht, waren het de mise en-scèue eu de zeer schoone decors, of was het de zeer goede wijze waarop het koor zong? Het was niet iu het bijzonder het een of het ander, hel was list geheel dat die grooten indruk vermocht te geven. Den artistieken leider mr. Viotta, dir met al die krachten eu middelen een zoo schoon geheel wist te vormen, komt dus in de eerste plaats de hulde voor het geschonken kunstgenot toe. Hij heeft getoond dat hij het recht had dit waagstuk te ondernemen en aan zichzelf de zwaarste taak te stellen die hij als directeur BMiuiimiimiMllliiiiiilliiliniiiiiiimiMinmiimiin ?tiiimmimHtiiiimiminmiiiHiiii PIPS BE HOND. Toen Hans de poes, zooals ik jaren geleden verteld heb, gestorven was, gevoelden wij een zekere leegte orn ons heen. Als men met een beest op meuscüelijke wij^e omgaat en liet toespreekt, mist men het, zoo het heengegaan is, even goed als een medemensen. En op zekeren avond, toen onze stamhouder die toen nog //liet kiud" was, naar bed was ge bracht, begon mijn vrouw er over te klagen. Je weet niet," zei ze, hoe stil het hier nu is, als 't kind naar bed is en jij zit te werken. Vroeger had ik zooveel aan Hans. Had ik het kind in han den, dan hield hij zich stil eu zat ni'tiir naast mij zich te wasschen of te dutten. Liep ik door de kamer, dan liep hij mee, al was 't honderdmaal heen en weer. Bracht ik het kind i.aar boven, hij wipte ook de trappen op. Maar als wij weer beneden kwamen, dan vond hij, dat, ;ij,i tijd ge komen was ; hij sprong op mijn stoel en ik moest, mij eens met hem bemoeien. Oeh, hij was zoo aardig voor mij. Ik mis hem zoo." Xaar mijn meeniug was de oplossing nog al gemakkei ijk. Je nam een andere kat eu k!aar was je. D.ieli op dit denkbeeld wilde mijn vrouw niet intraan. Neen !'' hernam zij op haar meest, i;edeeideerden toon ; j/neen ! vau een andere p>>e» zou ik nooit zooveel kunnen houden als van Hans. Hij mijn vrouw zegt altijd hij" van een beest is zoolang mijn metgezel geweest. Jk had hem al vóór ik jou leerde kennen." Glimlachend scheen zij eensklaps aau den tijd te denken toen het jonge poesj,: voor mij zulk een welkome aanleiding «as om mij ia de nabijheid der meesteres t : bevinden. Ik zag aan haar oogen, dat zij, zooals men dat doen kan, de gebeurtenissen vau eeuw j'ireu van haar leven in even zoovele oogeublikkeu aan zich voorbij liet gaan, en de uilkomst scheen nog al gunstig voor mij te zijn, want zij trok mij bij een oor naar zich to« en gaf mij ecu echten-<retrouwdemeuschen zoen. Weet je wat jij doen moest", zei ze daarna weer. ,,Jij mo st een hond nemen, die kan meteen aardig wordeu voor het kiud." Een h >nd nemen en koopeu, wel, iu beginsel had ik er niet op der Wagner-vereeniging wellicht tot heden toe ondernomen had. Op zulke kunstuitingen mogen wij tratsch zijn, want daaruit blijkt alweer een keer te meer dat ons kleine land zich op artistiek gebied ge rust mag meten met de groote landen van Europa. Doch niet alleen bij groote concerten, ook op avonden waar de kunst m kleineren vorm wordt gekweekt, mogen wij trotsch zijn op vele onzer kunstenaars. Dat, bleek weer toen den volgenden avond de heer Orelio, begeleid door deu heer Mann, ecne herhaling gaf van den Kederlaudschen Liederenavoud. Toen ondervond men, dat het buitenland ons een zanger als Orelio mag benijden, die onver moeid en met groot talent het programma vertolkte dat ik vroeger besprak in dit blad. Thans was liet een volk.seoiicert dat <verd ge geven, liet, bleek dat ons volk evengoed den geest, van het Nederlaadsche lied gevoelt eu verstaat als de meer muzikaal ontwikkelden. Hut applaus klonk vaak op onstuimige wijze eu ouianks het groot aantal liederen werd de solist genoodzaakt enkele liederen te herhalen. Het is dus niet alleen voor de schooiie vertol king, doch ook voor het kijkje dat ons weer gegund is op liet streven eu het compositietalent van onze laiidgenooten, dat wij den coucertgevers van harte dankbaar mogen zijn. Is bet aangenaam te hooreii wat onze kunste naars kunnen presteeren, niet minder belangrijk is het na te gaan wat jonge talenten voor de tjekomst beloven. Op eene uitvoering hoorde ik drie jonge dames, leerlingen van het conservatorium een paar terzetten met klavierbegeleiding zingen. Kekeuiug houdende met de bcvauglieid die in het begin vooral zoo be lemmerend kan werken, dan geloof ik te mogen verklaren dat wij iu de toekomst iets goeds van deze jonge, dames mogen hopen en dat de dames da Louw, Timmermans en Koenen, wanneer zij evenals tot heden zooveel vrucht blijven trekken van de voortreü'.-lijke lessen van hare onderwijzeres mej. Van Zanten op het Conservatorium later een schoone plaats ouder onze zangeressen zullen kunnen innemen. Vooral de alt-zangeres die zich reeds het meest vrij gevoelt in de voordracht, heeft eeu zeer sehoone stem. Mej. van Zanten heeft met den heer Tierie haar tiveeden Liedereu-avond gegeven. Vroeger heb ik reeds gemeld over welke artistieke gaven deze dame als zangeres beschikt, eu hoezeer zij behalve hare kunst, de techniek vau den zang beheerscht. Van hare verschillende leermeesters Carl Schneider, Lamperti en Stockhausen heeft zij met veel oordeel het goede w<jteu te behouden en daaruit eeu zelfstandig oordeel weten te vormen. Zij zong liederen van Bungert, Soumier, Bra'ims, Peter Cornelius, 'Zweers, Sehults, Averkarnp, Coru. van Zanten, Va i Milligen, Tierie, de Lange, Jan raudts Buys en met hare leerlingen vau bet conservatorium de Arond-(.'unlnlc van Cath, van Hennes voor alt-solo en vrouwenkoor ouder leiding van de componiste. Met groote intelligentie en warm gevoeld werden al deze liederen vertolkt en uitstekend begeleid door den heer Tierie. liet was eeue uitvoering die op h,;t publiek veel indruk maakte, de vertolking was dan ook vau dien aard, dat de aanwezige compjuisten slechts reden tot daakbaarheid hadden. Uit de voordracht van de Aconil-Cn>ita/.<', een eenvoudige, expressieve eu schoon klinkende com positie, bleek bovendien hoe goed mej. vau Zanten de stemmen van hare leerlingen weet te vormen en te leiden want de klank vim het koortje was zeer schoon en de uitspraak zeer duidelijk. Mej. van Hannes had zeer veel succes met hare compositie, die een effectvol slot vormde. Met bloemen werd de concertgeefster eu met een krans de componist-accomp:iguateur Tierie gehuldigd. VAN MILLIGEN. HllmlIMIIMMtlHIl tegen, maar van de daad zelf kon men zeggen: Dn xpi-ic/isf i'iit r/i'nsxi's U'tirl (ji'lusseii aan! Eeu houd kojpen is met het werk van iedereen. Ja, je kon naar bet Aiustelveld gaan, maar ik ga liever overal elders dan daarheen. Want, als ze j : geen gestolen hond verkoopeii is het minstens een geverfde of een zieke of een die altijd weg loopt. Keen, dan zou ik mij liever eens tot het bekende instituut CVï'w/- umi M/nhi wenden. Eu dit voornemen sprak ik ook uit. »Zou je daar iets goeds kuuuen krijgen?" vroeg mijn vr mw. //.Ia, zeker, en tot billijken prijs." //Maar wou je dan een houd koopen," riep mijn Vrouw met iL weet niet hoeveel o's, uit. //Wel, bij ons thuis en hiermee bedoelt zij nog altijd bij haar ouders bij ons thuis kregen wij altijd alle beesten cadeau. A een, laat mij dan maar eens zorgen." Ja" nuendc ik //'.naar als je. ecu hond krijgt, moet j t; ook alles nemen, wat men je geven wil. Dau weet je heelemaal niet, wat voor ras je hebt.'' /?Maar wat, kau je nu bet, ras schelen," repli ceerde mij u vrouw met een onbeschrijflijk dédaiu. //Als de noud maar lief is eu gezond eu trouw en waaksch, vriendelijk voor huisgenooteu en streng tegen vreemden, als hij glad ha'ir heeft met, eeu mooieu pluimstaart, wat, kunstjes, ken eu niet zoo altijd de straal, op wil, wel, dan heb j-.; alles wal, je verlangen kan eu gaat je het ras heelemaal niet, aan." Ik heb ti: veel achting voor mijn beminnelijke en brave wcderhelft om haar uit te laciien, maar een glimlach kon ik toch niet onderdrukken, toen ik zeide, dat, als zij ;////' een hond kon viuden, ik er vrede mede hebben zou. En dus zou mijn vrouw eens naar een hond uitzien. De eerstvolgende dagen maakt: ik natuurlijk van de gelegenluid gebruik om telkens als ik Ie huis kwam plagend de vraay; te stellen //waar is (ie hond?" doei »ii:in vrouw was ouverstoiirbaar en gaf mij deu ruad m:jn tijd maar al te \\ a hlen. En waarlijk, toen ik op zekeren middag weder de huiskamer binnentrad vond ik mijn vrouw, mijn jongen, de meid, het, dagmei^j ; en de schoon maakster, allen op den grond zittende, zieh ver maken met de malle sprongen van eeu bond zoo groot ais een dikke rat. (Jus personeel stoof on der den kreet O jees, daar is meneer al," de kamer uit en zoo had ik gelegenheid den nieuwen huisgenoot met alle aandaclit te beschouwen. Het was een wit korthirig hondje, met twee gele vlekken op zijn lijfje en twee gele hangende Feest van Atnstels fanfarecorps. Het Dilettantenmuziekjrezelschap »Amstels Fanfarecorps" hoopt den liMen Juni a. s. zijn lOjarig bestaan te herdenken door het geven van een Vocaal- en Instrumentaal Feestconcert met wel willende medewerking van de Mannenzangvereenigingen »Amicitiae", »Apollo", Caecilia", »Erato" en >;de Vereenigde Zangers" te samen circa 401) executanten, w.iar o. m. zal worden uitgevoerd »Fi-stgesang an die Künstler" van Mondelssohn, Mannenkoor niet Fani'arebegeleiding. Tentoonstelling M. , . d. Valt Bij van Wisselingh wordt die nu gehouden, 42 nummers sterk, meest pastels, on ze sluit den 29ste van deze maand. Voor wie van de genera ie, die in HO tot de jongeren be hoorde, in den laatsten tijd slechts teekeningen op tentoonstellingen gezien heeft, is het een genoegen deze zoo compleete verzameling van de werken van Valk bij elkaar te zion, wa-irvan er enkelen van zoo uiteenloopend karakter, van zoo geheel verschillende bedoeling zijn. Over 't algeheel evenwel zijn deze werken de kinderen van denzelfden geest, ik meen zoo, dat al mocht in een zonnigen lentemorgen een tijtiheid bekooren, die men mist in de zwaar getoetste groepen wilgenboornen, toch bij geen van deze twee zoo uiteenloopende onderwerpen naar hooger expressie dan schoonheid van kleur en lijn, en evenmaat van compositie gestreefd is; ik meen dat geen van deze werken, in wat teere effecten zij soms zijn neergezet, of' in wat zware en grandiose fjrschheid de boomengroepon dik wijls zijn aangegeven, ooit meer bedoelen dan wat zij te aanschouwen geven, en deze werken allerminst bekooren door de vredige nawerking in de van stille genoegelijkheid aangedane ziel. liet werk van Van der Valk is, als ik het zoo zal mogen omschrijven, een soort van natuur verwerking, van poëtiseering op het dikwijls grove papier, die, bekoord door de ongekende ett'dcten van het mooie en vol-op gezonde doen, door de kleurcombinatie, door grootsche verdeeling van het beteekende vlak, door het wijde en vooral niet al te documenteele van hun aspect, en vooral door een groote mate van oprechte liefde voor het werk als zoodanig, dat misschien nu en dan tot een eenigzins grof manierisme hellend, aan oorij -s, die als hij sprong op en neer wipten. Hij had twee, sluwe donkere oogj s en een staan je als een kiudervingertjri. Oiii zijn snoet eu op zijn voorhoofd was het haar toen eeuigsziiis kroes, hetgeen mij deed denken, dat hij wel eens een poedel of does in de familie gehad kon hebben. Overigens had hij iets vau een pointer, doch moest ook aau een dog verwant zijn. Hij was dus ecu houd niet van een, miar vau vele rassen, een echt Amsterdamsen Jiükie", voorbestemd u m het lief en leed vau een seliarenslijper of van een turfschipper te deelen en nu door de goedheid van do schoonmaakster m onze woning opgenomen. Mijn vrouw wees in'.j op zijn witte tandjes en zijn aardige korte breede pootjes, beweerde dat zij reeds aau zijn oogeu kou zien, dat hij trouw zou zijn en duwde zijn iicus in mijn gezicht om *e laten voelen hoe gezond hij was. Kortom de nieuwe huisgenoot was een siioes." De eerste moeilijkheid waarin hij ons bracht was, dat wij een naam voor hem moesten beden ken. En hoe vele de bes'aundo iioudeniiaineii zijn, het, is soms verbazend lastig een passende uit te zoeken. Heb je een foxterricr dan noem je hem tox, en is hij een does, dan noem je lum bij zijn familienaam, maur een houd, die niets, of iiever van alles \vat is, is zeer moeilijk te doopeu. Fulid is zoo algemeen; als je zegt /l,-//,/*,, denk je aan een deftigen Kewfuuudlaiider, maar zoo'n jongen speelschen rot kan men zoo'n naam niet neven. Doch ziet, terwijl wij z-iten te overwegen hielp onze jongen ons uit, den nood. Hij was tegen mijn beeneii opgeklommen om bij den hond te komen, die op deu scliuut mijner vrouw zat, en terwijl hij zijn handjes uilslak nep hij met, zijn helder vleiend stemmetje: ,,1'ips wof!" Het is tot, den huldigen dat;- onbekend gcbU'veii hoe hij aan dat. woord Pips kwam. Misschien heb ben wij hem ook wel verkeerd verstaan, maar naar onze ineening kwam dat woor l 't dichtst bij den klank, dien de jongen uitbracht en herhaalde, en (laar de hond ook bestemd v\as hem lot speclkameraa i te dienen, namen wij het, over en zoo was dun de nieuwe huisgenoot gedoopt. liet bleek weldra dat Pips een nog erg j ons: hondje was. Hij w i.-,t van mets. Mijn vrouw ei de schoonmaakster beweerden, ilat dit juist zoo mooi was, omdat je hem dan alles kon leereu. Jk vond bet erg lastig zoo voorzie.,lig met loopen 1e moeten zijn. Maar dat is nu eenmaal zoo met jonge houden. Spoedig waren wij zoo ver dat wij kouden zien veel van deze werken een geest van grandioos heid geeft. Want zoo is die groote, zware wilgenboom tot een mooie compositie in het langwerpig kader geteekend, zwaar en soliede zich tegen de grijzende fond zettend, als een oude kopergravure uit vroeger dagen met vaste en breede hand gesneden. Zoo zijn enkele van die zware boomenrijen, ziek zwart proiileerend tegen de grijzende lucht van het onbewerkte papier, zoo is vooral een groote kijk op een wijd land, in de ondergaande zon, met donker zwarte kleuren in stevige halen tot een sterk geheel gecomponeerd. Eenigsins teerder zijn stillere gezichten langs den wf.terkant of' over vlakke landen, waarvan de horizon, vlak aan de bovenkant van 't papier, met lijue lijntjes de kleine boompjes en huisjes in de verte vertoont. En eenigsins in denzeü'len geest zijn een paar pastels, twee Lijken op een zelfJe buis, op verschillende uren, waarvan het meest stille en meest grijze, een waarlijk prachtige visie van een subliem moment mag genoemd worden. In blank-lichte kleuren is heel een mooi, vlak landschap als op een lentensche dag, misschien liet fijnste van de werken die hier zijn tentoongesteld. Het is een vreugde iemand met zooveel liefde voor zijn vak on voor de natuur zoo verscheiden dingen te zien maken. Til. MOI.KKNIJOER. Architectura. Het feestnummer dat de vereeniging bij gele genheid van Dr. Cuypers' feest had uitgegeven, zag er zeer goed uit. Op llollandsch papier, met bijzondere zorg gedrukt, met verscheidene houtsneden heeft het acht aardige lichtdrukken, waarvan die naar de teekeningen misschien wat te licht zijn. Het bevat een paar lezenswaardige artikelen, onder anderen van Dr. A. Diepenbrock, en een lezing van Dr. Cuypers, vroeger reeds gehouden. Van de week opent de galerij Il;mbrandt in den Haag, Hot'straat (i, haar hoofdbureau. liet tweede nummer van de Boekband is ver schenen. liij Buiïi is een mooie teekening vau J os. Israéls: -Een gezicht op Tanger'. Ook een lithographie in kleuren van »IIart Nibbrig »In zijn eerste levensdagen". Maatschappij ,.Arti et Amiciüae ' Door bestuurderen der Maatschappij Arti et Amicitiae" werd in hunne vergadering vau den S.sten Mei j.l. besloten om ter beschikking te stellen vnn II.II. Directeuren der verschillend* Kunstscholen hier ter stede, tuögan/sbilletten voor de tentoonstellingen welke in de kunstzalen der Maatschapij »Arti et Amicitiae" zullen worden gehouden, teneinde deze tocgangsbilleUen uit te reiken aan de meest gevorderde leerlingen hunner inrichtingen, voor dit besluit mochten /.ij van genoemde directeuren den meest urkentelijkea dank ontvangen. Bij de iirma E. J. van Wisselingh & (,'>., Spui 23, is tentooi.gesteld een schilderij van \Vally Moes. »Bij de \Yieg". iiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiimninimiiiiiiiiimMiiiiiimm wanneer er wat dreigde. Dan werd Pips, door wie het dichtst, bij hem was, in zijn halsvcl ge pakt1- en naar den tuin gedragen, wat hij Heel in willig toeliet. Zelfs kwam hij weldra tot het bewustzijn, dat men een tapijt niet mag misbrui ken en gaf hij door bij de kamerdeur te gaan staan aau, dat het beter zou zij u als men hem even verwijderde. Zoo leerde hij zien in de maat schappij bewegen eu het was alsof hij in zijn schik was over zijn vlug begrip, want, opende men de deur dan holde hij zoo suei vier korte pootjes het veroorloofden de gang door naar de plaatsdeur. Eu als hij terugkwam kon hij naar mijn vrouw loopen met een houding als wilde hij Zeegen: K et bij tijds, hè? "... * ^ Pips groeide flink en spoedig, maar mocier werd hij /.L-ker niet. Als hij ergens b'j een u'eopeiide deur stond, zooals hij gaarne deed met hei, achter lijf in de kamer en zijn voorlijf in de gang, zou wie iu deu gang liep een eed hebben du'rveu'doen dat hij een jongen pointer zag, terwijl een toeschou wer 111 de kamer alles verwed zou hebben, dat het beest, een dog was Zoo leelijk als bij «-as, j zoo gezond was hij ook. Hij heeft d"e hondeiiziekt totaal genegeerd. En na ongeveer een jaar was Pips een ste\igt: hond, met een breeJe borst, o-e. spicrde ietwat gebogen poolen, schruu.lere oosten, maar met de leelijkstc gele vlekken op zijn lijf, die men kan bedenken en met twee ooren vau dezelfde kleur, die zelf nooit recht schenen te weten of zij wilden gaan sta ui of maar liever l/lijven handen. D.e gele vlekken kostten mijne \MIIW menige j verzuchting. Zij kou zoo gemoedelijk zeggen ..waren zij ten nmi.sie maar bruin of zwart." Doch er was niet .s aan 1e veranderen. Pips draaft zijn n-ele l l l A - - J O vlekken nog. 'Joch hield iedereen veel van hem. Ik heb ook 1100,1 weer een hond gezien, die zooveel 1;tet had om mei meiisclien om te i^aan. \ oor onzen j jiigcn, die nu op eigen beenen kou staan, was Pips een trouw vriend, liet was allervcunakelijkst ze samen een trap on i.f ui te ziet gaan. Pips scheen zich altijd gi reed te houden hem, zoo hij mocht vaKen, bij zijn pon vast te grijpen. Hij kwam steeds vlak aclit.-r hem. Eu toen onze s amj,ouder niet meer on/.e eeniue spruit j was, is uie vriendschap steeds blijven beslaan. 't U as alsof Pip. de laler gekomeiien wilde toonen dat hij \iiij;- hen in huis was geweest. -:> # Pips gedrag bij uitbreiding der familie was altijd hoogst merkwaaidi/, maar de eerste maai, dat, hij die opni'jrkte, was hij zoo verbaasd dat hij zelfs de

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl