Historisch Archief 1877-1940
No. 1039
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
alings-voorstelling niet meer toereikend zal zijn
om al de volgelingen en bewonderaars van Wagner
ia de gelegenheid te stellen tegenwoordig te zijn
Ia Frankrijk is de oppositie nog meer verstomd
dan hier en wie het nu zou wagen te fluiten bij
zulk een voorstelling zou de geheele zaal tegen
zich hebben.
Toc'i begrijp ik dat enthousiasme van het groote
publiek aldaar voor die werken niet recht. Want
de vertolkeis in de Opera kunnen met 's meesters
stijl nog verbazend slecht overweg.
Ik hoorde in de Grand Opera dezer dagen
Tannhiiuser en ergerde mij aan het valscue pathos van
de zangers en zangeressen, de onjuiste tempi van
den orkest-directeur en den ouderwetschen stijl
waarin alles gezongen werd.
Geheel in den geest van eene opera van Meyerbeer
zong o. a. de Herderskuaap de solo in de eerste akte
als een bravour-aria. Tannliduser ging wanneer
hij tot Venus sprak of voor den Lttn'lgi'unf en de
edelen zong vlak voor het voetlicht staan niet den
rug naar allen toe en de claque app'audiseerde
bij iedere, met pathos uitgestooteu, frase op de
meest ongeschikte momenten Na de tweeje akte
had ik er genoeg van en vertrok.
Toen ik dit met iemand aldaar besprak, zeide
hij mij: Dan had ge Don Juan eens moeten hooren !
Verbeeld u dat Don Juan de Serenade in de tweede
acte zong als een zeer ernstig gemeende liefdes
verklaring met het noodige pathos en een groot
aantal niet noodige portamenti, b.v. Devant cette
fe-nê-hê-tre Daiguez en fi-biu-^a-rfii-La.-tre. (Wat
zal de luchtige pizzieatibegeleiding daartegen een
curieus effect gemaakt hebb«u.) Ik weet niet hoe
men te Parijs Les Valkyrïes gegeven heeft, doch
na hetgeen ik gehoord heb twijfel ik of dit als
stijl genietbaar geweest zal zijn.
Er moet dus aldaar bij de Wagner-vereeriug wel
een beetje mode zijn en groote zuclit tot navolging
in het spel zijn, omdat het meer serieuse
concertpubiiek met die vereeriug is voorgegaan.
Het is moeielijk te zeggen hoeveel echte en
nagemaakte Wagner-vereeriug teri onzent te vinden
is, doch men is bij ons meer oprecht en het
enthousiasme is minder gekunsteld.
Het heeft mij bij de opvoering van
Gollerddmerung getroffen dat men het voorspel en de
eerste acte die zoo prachtig vertolkt werden zoo
kalm opnam, doch aan het einde kwamen de
hoorders toch sterk onder den indruk. Wat mij
betreft moet ik verklaren dat ik nog van geen
opvoering zoo onverdeeld genoten heb als van die
van Golterdammerung.
Was het de zoo hoogst gelukkige bezetting van
de solopartijen? (Ilosa Suclier als Bruint/tilde niet
te evenaren, Burgstaller als Kiegffk:! uitstekend
wat stijl, karakter en juistheid van uitvoering be
treft, Eimblad als Hagen zeer typisch, alleen zou
men met een tooueelterm kunnen zeggen: wat te
dik opgelegd en te weinig zich matigende, Kuapp
als Gtinther zeer te prijzen, mej. Oiive l'remstad
als WuUraute bui engewoon goed en mevr. Keu-<s
Belie als Gutrune eveneens te prijzen) was het de
schoone wijze waarop ons orkest versterkt met
het kwartet der tuba's, de contrabas-tuba en de
bastrompet uit Brussel deze partitie tot zijn recht,
bracht, waren het de mise en-scèue eu de zeer
schoone decors, of was het de zeer goede wijze
waarop het koor zong? Het was niet iu het
bijzonder het een of het ander, hel was list geheel
dat die grooten indruk vermocht te geven.
Den artistieken leider mr. Viotta, dir met al die
krachten eu middelen een zoo schoon geheel wist
te vormen, komt dus in de eerste plaats de hulde
voor het geschonken kunstgenot toe.
Hij heeft getoond dat hij het recht had dit
waagstuk te ondernemen en aan zichzelf de
zwaarste taak te stellen die hij als directeur
BMiuiimiimiMllliiiiiilliiliniiiiiiimiMinmiimiin
?tiiimmimHtiiiimiminmiiiHiiii
PIPS BE HOND.
Toen Hans de poes, zooals ik jaren geleden
verteld heb, gestorven was, gevoelden wij een
zekere leegte orn ons heen. Als men met een beest
op meuscüelijke wij^e omgaat en liet toespreekt,
mist men het, zoo het heengegaan is, even goed
als een medemensen.
En op zekeren avond, toen onze stamhouder
die toen nog //liet kiud" was, naar bed was ge
bracht, begon mijn vrouw er over te klagen.
Je weet niet," zei ze, hoe stil het hier nu is,
als 't kind naar bed is en jij zit te werken. Vroeger
had ik zooveel aan Hans. Had ik het kind in han
den, dan hield hij zich stil eu zat ni'tiir naast mij
zich te wasschen of te dutten. Liep ik door de
kamer, dan liep hij mee, al was 't honderdmaal
heen en weer. Bracht ik het kind i.aar boven,
hij wipte ook de trappen op. Maar als wij weer
beneden kwamen, dan vond hij, dat, ;ij,i tijd ge
komen was ; hij sprong op mijn stoel en ik moest,
mij eens met hem bemoeien. Oeh, hij was zoo
aardig voor mij. Ik mis hem zoo." Xaar mijn
meeniug was de oplossing nog al gemakkei ijk. Je
nam een andere kat eu k!aar was je. D.ieli op
dit denkbeeld wilde mijn vrouw niet intraan.
Neen !'' hernam zij op haar meest,
i;edeeideerden toon ; j/neen ! vau een andere p>>e» zou ik
nooit zooveel kunnen houden als van Hans. Hij
mijn vrouw zegt altijd hij" van een beest
is zoolang mijn metgezel geweest. Jk had hem
al vóór ik jou leerde kennen." Glimlachend scheen
zij eensklaps aau den tijd te denken toen het jonge
poesj,: voor mij zulk een welkome aanleiding «as
om mij ia de nabijheid der meesteres t : bevinden.
Ik zag aan haar oogen, dat zij, zooals men dat
doen kan, de gebeurtenissen vau eeuw j'ireu van
haar leven in even zoovele oogeublikkeu aan zich
voorbij liet gaan, en de uilkomst scheen nog al
gunstig voor mij te zijn, want zij trok mij bij een
oor naar zich to« en gaf mij ecu
echten-<retrouwdemeuschen zoen.
Weet je wat jij doen moest", zei ze daarna
weer. ,,Jij mo st een hond nemen, die kan meteen
aardig wordeu voor het kiud." Een h >nd nemen
en koopeu, wel, iu beginsel had ik er niet op
der Wagner-vereeniging wellicht tot heden toe
ondernomen had.
Op zulke kunstuitingen mogen wij tratsch
zijn, want daaruit blijkt alweer een keer te meer
dat ons kleine land zich op artistiek gebied ge
rust mag meten met de groote landen van Europa.
Doch niet alleen bij groote concerten, ook op
avonden waar de kunst m kleineren vorm wordt
gekweekt, mogen wij trotsch zijn op vele onzer
kunstenaars.
Dat, bleek weer toen den volgenden avond de
heer Orelio, begeleid door deu heer Mann, ecne
herhaling gaf van den Kederlaudschen
Liederenavoud.
Toen ondervond men, dat het buitenland ons
een zanger als Orelio mag benijden, die onver
moeid en met groot talent het programma vertolkte
dat ik vroeger besprak in dit blad.
Thans was liet een volk.seoiicert dat <verd ge
geven, liet, bleek dat ons volk evengoed den geest,
van het Nederlaadsche lied gevoelt eu verstaat als
de meer muzikaal ontwikkelden.
Hut applaus klonk vaak op onstuimige wijze
eu ouianks het groot aantal liederen werd de
solist genoodzaakt enkele liederen te herhalen.
Het is dus niet alleen voor de schooiie vertol
king, doch ook voor het kijkje dat ons weer gegund is
op liet streven eu het compositietalent van onze
laiidgenooten, dat wij den coucertgevers van harte
dankbaar mogen zijn.
Is bet aangenaam te hooreii wat onze kunste
naars kunnen presteeren, niet minder belangrijk is
het na te gaan wat jonge talenten voor de tjekomst
beloven.
Op eene uitvoering hoorde ik drie jonge dames,
leerlingen van het conservatorium een paar terzetten
met klavierbegeleiding zingen. Kekeuiug houdende
met de bcvauglieid die in het begin vooral zoo be
lemmerend kan werken, dan geloof ik te mogen
verklaren dat wij iu de toekomst iets goeds van
deze jonge, dames mogen hopen en dat de dames
da Louw, Timmermans en Koenen, wanneer zij
evenals tot heden zooveel vrucht blijven trekken
van de voortreü'.-lijke lessen van hare onderwijzeres
mej. Van Zanten op het Conservatorium later een
schoone plaats ouder onze zangeressen zullen kunnen
innemen.
Vooral de alt-zangeres die zich reeds het meest
vrij gevoelt in de voordracht, heeft eeu zeer sehoone
stem.
Mej. van Zanten heeft met den heer Tierie haar
tiveeden Liedereu-avond gegeven.
Vroeger heb ik reeds gemeld over welke artistieke
gaven deze dame als zangeres beschikt, eu hoezeer
zij behalve hare kunst, de techniek vau den zang
beheerscht. Van hare verschillende leermeesters
Carl Schneider, Lamperti en Stockhausen heeft zij
met veel oordeel het goede w<jteu te behouden en
daaruit eeu zelfstandig oordeel weten te vormen.
Zij zong liederen van Bungert, Soumier, Bra'ims,
Peter Cornelius, 'Zweers, Sehults, Averkarnp, Coru.
van Zanten, Va i Milligen, Tierie, de Lange, Jan
raudts Buys en met hare leerlingen vau bet
conservatorium de Arond-(.'unlnlc van Cath, van
Hennes voor alt-solo en vrouwenkoor ouder leiding
van de componiste. Met groote intelligentie en
warm gevoeld werden al deze liederen vertolkt en
uitstekend begeleid door den heer Tierie. liet
was eeue uitvoering die op h,;t publiek veel indruk
maakte, de vertolking was dan ook vau dien aard, dat
de aanwezige compjuisten slechts reden tot
daakbaarheid hadden.
Uit de voordracht van de Aconil-Cn>ita/.<', een
eenvoudige, expressieve eu schoon klinkende com
positie, bleek bovendien hoe goed mej. vau Zanten
de stemmen van hare leerlingen weet te vormen
en te leiden want de klank vim het koortje was
zeer schoon en de uitspraak zeer duidelijk.
Mej. van Hannes had zeer veel succes met hare
compositie, die een effectvol slot vormde.
Met bloemen werd de concertgeefster eu met
een krans de componist-accomp:iguateur Tierie
gehuldigd.
VAN MILLIGEN.
HllmlIMIIMMtlHIl
tegen, maar van de daad zelf kon men zeggen:
Dn xpi-ic/isf i'iit r/i'nsxi's U'tirl (ji'lusseii aan!
Eeu houd kojpen is met het werk van iedereen.
Ja, je kon naar bet Aiustelveld gaan, maar ik ga
liever overal elders dan daarheen. Want, als ze
j : geen gestolen hond verkoopeii is het minstens
een geverfde of een zieke of een die altijd weg
loopt. Keen, dan zou ik mij liever eens tot het
bekende instituut CVï'w/- umi M/nhi wenden. Eu
dit voornemen sprak ik ook uit.
»Zou je daar iets goeds kuuuen krijgen?" vroeg
mijn vr mw.
//.Ia, zeker, en tot billijken prijs."
//Maar wou je dan een houd koopen," riep mijn
Vrouw met iL weet niet hoeveel o's, uit. //Wel,
bij ons thuis en hiermee bedoelt zij nog altijd
bij haar ouders bij ons thuis kregen wij altijd
alle beesten cadeau. A een, laat mij dan maar
eens zorgen."
Ja" nuendc ik //'.naar als je. ecu hond krijgt,
moet j t; ook alles nemen, wat men je geven wil.
Dau weet je heelemaal niet, wat voor ras je hebt.''
/?Maar wat, kau je nu bet, ras schelen," repli
ceerde mij u vrouw met een onbeschrijflijk dédaiu.
//Als de noud maar lief is eu gezond eu trouw en
waaksch, vriendelijk voor huisgenooteu en streng
tegen vreemden, als hij glad ha'ir heeft met, eeu
mooieu pluimstaart, wat, kunstjes, ken eu niet zoo
altijd de straal, op wil, wel, dan heb j-.; alles wal,
je verlangen kan eu gaat je het ras heelemaal
niet, aan."
Ik heb ti: veel achting voor mijn beminnelijke
en brave wcderhelft om haar uit te laciien, maar
een glimlach kon ik toch niet onderdrukken, toen
ik zeide, dat, als zij ;////' een hond kon viuden,
ik er vrede mede hebben zou. En dus zou mijn
vrouw eens naar een hond uitzien.
De eerstvolgende dagen maakt: ik natuurlijk
van de gelegenluid gebruik om telkens als ik Ie
huis kwam plagend de vraay; te stellen //waar is
(ie hond?" doei »ii:in vrouw was ouverstoiirbaar
en gaf mij deu ruad m:jn tijd maar al te \\ a hlen.
En waarlijk, toen ik op zekeren middag weder
de huiskamer binnentrad vond ik mijn vrouw,
mijn jongen, de meid, het, dagmei^j ; en de schoon
maakster, allen op den grond zittende, zieh ver
maken met de malle sprongen van eeu bond zoo
groot ais een dikke rat. (Jus personeel stoof on
der den kreet O jees, daar is meneer al," de
kamer uit en zoo had ik gelegenheid den nieuwen
huisgenoot met alle aandaclit te beschouwen.
Het was een wit korthirig hondje, met twee
gele vlekken op zijn lijfje en twee gele hangende
Feest van Atnstels fanfarecorps.
Het Dilettantenmuziekjrezelschap »Amstels
Fanfarecorps" hoopt den liMen Juni a. s. zijn lOjarig
bestaan te herdenken door het geven van een
Vocaal- en Instrumentaal Feestconcert met wel
willende medewerking van de
Mannenzangvereenigingen »Amicitiae", »Apollo", Caecilia",
»Erato" en >;de Vereenigde Zangers" te samen
circa 401) executanten, w.iar o. m. zal worden
uitgevoerd »Fi-stgesang an die Künstler" van
Mondelssohn, Mannenkoor niet Fani'arebegeleiding.
Tentoonstelling M. , . d. Valt
Bij van Wisselingh wordt die nu gehouden,
42 nummers sterk, meest pastels, on ze sluit
den 29ste van deze maand. Voor wie van
de genera ie, die in HO tot de jongeren be
hoorde, in den laatsten tijd slechts teekeningen
op tentoonstellingen gezien heeft, is het een
genoegen deze zoo compleete verzameling van de
werken van Valk bij elkaar te zion, wa-irvan er
enkelen van zoo uiteenloopend karakter, van
zoo geheel verschillende bedoeling zijn.
Over 't algeheel evenwel zijn deze werken de
kinderen van denzelfden geest, ik meen zoo, dat
al mocht in een zonnigen lentemorgen een tijtiheid
bekooren, die men mist in de zwaar getoetste
groepen wilgenboornen, toch bij geen van
deze twee zoo uiteenloopende onderwerpen naar
hooger expressie dan schoonheid van kleur en
lijn, en evenmaat van compositie gestreefd is;
ik meen dat geen van deze werken, in wat teere
effecten zij soms zijn neergezet, of' in wat zware
en grandiose fjrschheid de boomengroepon dik
wijls zijn aangegeven, ooit meer bedoelen dan
wat zij te aanschouwen geven, en deze werken
allerminst bekooren door de vredige nawerking
in de van stille genoegelijkheid aangedane ziel.
liet werk van Van der Valk is, als ik het zoo
zal mogen omschrijven, een soort van natuur
verwerking, van poëtiseering op het dikwijls grove
papier, die, bekoord door de ongekende ett'dcten
van het mooie en vol-op gezonde doen, door de
kleurcombinatie, door grootsche verdeeling van
het beteekende vlak, door het wijde en vooral
niet al te documenteele van hun aspect, en vooral
door een groote mate van oprechte liefde voor
het werk als zoodanig, dat misschien nu en dan
tot een eenigzins grof manierisme hellend, aan
oorij -s, die als hij sprong op en neer wipten. Hij
had twee, sluwe donkere oogj s en een staan je als
een kiudervingertjri. Oiii zijn snoet eu op zijn
voorhoofd was het haar toen eeuigsziiis kroes,
hetgeen mij deed denken, dat hij wel eens een
poedel of does in de familie gehad kon hebben.
Overigens had hij iets vau een pointer, doch moest
ook aau een dog verwant zijn. Hij was dus ecu
houd niet van een, miar vau vele rassen, een echt
Amsterdamsen Jiükie", voorbestemd u m het lief
en leed vau een seliarenslijper of van een
turfschipper te deelen en nu door de goedheid van
do schoonmaakster m onze woning opgenomen.
Mijn vrouw wees in'.j op zijn witte tandjes en
zijn aardige korte breede pootjes, beweerde dat zij
reeds aau zijn oogeu kou zien, dat hij trouw zou
zijn en duwde zijn iicus in mijn gezicht om *e
laten voelen hoe gezond hij was. Kortom de
nieuwe huisgenoot was een siioes."
De eerste moeilijkheid waarin hij ons bracht
was, dat wij een naam voor hem moesten beden
ken. En hoe vele de bes'aundo iioudeniiaineii zijn,
het, is soms verbazend lastig een passende uit te
zoeken. Heb je een foxterricr dan noem je hem
tox, en is hij een does, dan noem je lum bij zijn
familienaam, maur een houd, die niets, of iiever
van alles \vat is, is zeer moeilijk te doopeu. Fulid
is zoo algemeen; als je zegt /l,-//,/*,, denk je aan
een deftigen Kewfuuudlaiider, maar zoo'n jongen
speelschen rot kan men zoo'n naam niet neven.
Doch ziet, terwijl wij z-iten te overwegen hielp
onze jongen ons uit, den nood.
Hij was tegen mijn beeneii opgeklommen om bij
den hond te komen, die op deu scliuut mijner
vrouw zat, en terwijl hij zijn handjes uilslak nep
hij met, zijn helder vleiend stemmetje: ,,1'ips wof!"
Het is tot, den huldigen dat;- onbekend gcbU'veii
hoe hij aan dat. woord Pips kwam. Misschien heb
ben wij hem ook wel verkeerd verstaan, maar naar
onze ineening kwam dat woor l 't dichtst bij den
klank, dien de jongen uitbracht en herhaalde, en
(laar de hond ook bestemd v\as hem lot
speclkameraa i te dienen, namen wij het, over en zoo
was dun de nieuwe huisgenoot gedoopt.
liet bleek weldra dat Pips een nog erg j ons:
hondje was. Hij w i.-,t van mets. Mijn vrouw ei
de schoonmaakster beweerden, ilat dit juist zoo
mooi was, omdat je hem dan alles kon leereu. Jk
vond bet erg lastig zoo voorzie.,lig met loopen 1e
moeten zijn. Maar dat is nu eenmaal zoo met jonge
houden.
Spoedig waren wij zoo ver dat wij kouden zien
veel van deze werken een geest van grandioos
heid geeft.
Want zoo is die groote, zware wilgenboom tot
een mooie compositie in het langwerpig kader
geteekend, zwaar en soliede zich tegen de grijzende
fond zettend, als een oude kopergravure uit
vroeger dagen met vaste en breede hand gesneden.
Zoo zijn enkele van die zware boomenrijen, ziek
zwart proiileerend tegen de grijzende lucht van
het onbewerkte papier, zoo is vooral een groote
kijk op een wijd land, in de ondergaande zon,
met donker zwarte kleuren in stevige halen tot
een sterk geheel gecomponeerd.
Eenigsins teerder zijn stillere gezichten langs
den wf.terkant of' over vlakke landen, waarvan de
horizon, vlak aan de bovenkant van 't papier,
met lijue lijntjes de kleine boompjes en huisjes
in de verte vertoont. En eenigsins in denzeü'len
geest zijn een paar pastels, twee Lijken op een
zelfJe buis, op verschillende uren, waarvan het
meest stille en meest grijze, een waarlijk prachtige
visie van een subliem moment mag genoemd
worden. In blank-lichte kleuren is heel een
mooi, vlak landschap als op een lentensche dag,
misschien liet fijnste van de werken die hier
zijn tentoongesteld.
Het is een vreugde iemand met zooveel liefde
voor zijn vak on voor de natuur zoo verscheiden
dingen te zien maken.
Til. MOI.KKNIJOER.
Architectura.
Het feestnummer dat de vereeniging bij gele
genheid van Dr. Cuypers' feest had uitgegeven,
zag er zeer goed uit. Op llollandsch papier, met
bijzondere zorg gedrukt, met verscheidene
houtsneden heeft het acht aardige lichtdrukken,
waarvan die naar de teekeningen misschien wat
te licht zijn. Het bevat een paar lezenswaardige
artikelen, onder anderen van Dr. A. Diepenbrock,
en een lezing van Dr. Cuypers, vroeger reeds
gehouden.
Van de week opent de galerij Il;mbrandt in
den Haag, Hot'straat (i, haar hoofdbureau.
liet tweede nummer van de Boekband is ver
schenen.
liij Buiïi is een mooie teekening vau J os.
Israéls: -Een gezicht op Tanger'.
Ook een lithographie in kleuren van »IIart
Nibbrig »In zijn eerste levensdagen".
Maatschappij ,.Arti et Amiciüae '
Door bestuurderen der Maatschappij Arti et
Amicitiae" werd in hunne vergadering vau den
S.sten Mei j.l. besloten om ter beschikking te
stellen vnn II.II. Directeuren der verschillend*
Kunstscholen hier ter stede, tuögan/sbilletten
voor de tentoonstellingen welke in de kunstzalen
der Maatschapij »Arti et Amicitiae" zullen worden
gehouden, teneinde deze tocgangsbilleUen uit te
reiken aan de meest gevorderde leerlingen hunner
inrichtingen, voor dit besluit mochten /.ij van
genoemde directeuren den meest urkentelijkea
dank ontvangen.
Bij de iirma E. J. van Wisselingh & (,'>., Spui 23,
is tentooi.gesteld een schilderij van \Vally Moes.
»Bij de \Yieg".
iiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiimninimiiiiiiiiimMiiiiiimm
wanneer er wat dreigde. Dan werd Pips, door
wie het dichtst, bij hem was, in zijn halsvcl ge
pakt1- en naar den tuin gedragen, wat hij Heel in
willig toeliet. Zelfs kwam hij weldra tot het
bewustzijn, dat men een tapijt niet mag misbrui
ken en gaf hij door bij de kamerdeur te gaan
staan aau, dat het beter zou zij u als men hem
even verwijderde. Zoo leerde hij zien in de maat
schappij bewegen eu het was alsof hij in zijn schik
was over zijn vlug begrip, want, opende men de
deur dan holde hij zoo suei vier korte pootjes het
veroorloofden de gang door naar de plaatsdeur.
Eu als hij terugkwam kon hij naar mijn vrouw
loopen met een houding als wilde hij Zeegen:
K et bij tijds, hè? "...
*
^ Pips groeide flink en spoedig, maar mocier werd
hij /.L-ker niet. Als hij ergens b'j een u'eopeiide
deur stond, zooals hij gaarne deed met hei, achter
lijf in de kamer en zijn voorlijf in de gang, zou
wie iu deu gang liep een eed hebben du'rveu'doen
dat hij een jongen pointer zag, terwijl een toeschou
wer 111 de kamer alles verwed zou hebben, dat
het beest, een dog was Zoo leelijk als bij «-as,
j zoo gezond was hij ook. Hij heeft d"e hondeiiziekt
totaal genegeerd. En na ongeveer een jaar was
Pips een ste\igt: hond, met een breeJe borst, o-e.
spicrde ietwat gebogen poolen, schruu.lere oosten,
maar met de leelijkstc gele vlekken op zijn lijf, die
men kan bedenken en met twee ooren vau dezelfde
kleur, die zelf nooit recht schenen te weten of
zij wilden gaan sta ui of maar liever l/lijven handen.
D.e gele vlekken kostten mijne \MIIW menige
j verzuchting. Zij kou zoo gemoedelijk zeggen ..waren
zij ten nmi.sie maar bruin of zwart." Doch er was
niet .s aan 1e veranderen. Pips draaft zijn n-ele
l l l A - - J O
vlekken nog.
'Joch hield iedereen veel van hem. Ik heb ook
1100,1 weer een hond gezien, die zooveel 1;tet had
om mei meiisclien om te i^aan.
\ oor onzen j jiigcn, die nu op eigen beenen kou
staan, was Pips een trouw vriend, liet was
allervcunakelijkst ze samen een trap on i.f ui te ziet
gaan. Pips scheen zich altijd gi reed te houden
hem, zoo hij mocht vaKen, bij zijn pon vast te
grijpen. Hij kwam steeds vlak aclit.-r hem. Eu
toen onze s amj,ouder niet meer on/.e eeniue spruit
j was, is uie vriendschap steeds blijven beslaan.
't U as alsof Pip. de laler gekomeiien wilde toonen
dat hij \iiij;- hen in huis was geweest.
-:> #
Pips gedrag bij uitbreiding der familie was altijd
hoogst merkwaaidi/, maar de eerste maai, dat, hij
die opni'jrkte, was hij zoo verbaasd dat hij zelfs de