De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1897 23 mei pagina 9

23 mei 1897 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

No. 1039 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. methode, die hij bij de uitoefening daarvan volgde. Ja, zeg ik, ongevaarlijk ben je, en dat strekt je tot eer, want het bewijst dat je niet al te nieuwsgierig bent en de interviewer nog "iets anders kan zijn da.i de gek, die meer weet te vragen dan tien wiizen kunnen antwoorden, maar zoo als je het bij A. C. hebt aangelegd, dat was toch, dunkt me, voor verbetering vatbaar. De eerste vraag, die ik van .je las, luidde: »U hebt het zeker ? zeer druk?" Ver beeld je nu mij of' Wertheim te vragen: U hebt het zeker zeer druk? Zoo iets zeg je tegen je barbier als hij te laat komt Was het je plan om bij mij je discours daar ook mee te openen'? Ik hoor je het al vragen : Mijnheer Brommeijer u heeft het zeker erg druk ! En als iemand, die zich laat interviewen, moet ik dan antwoorden: O ja, mijnheer Elout, als een moeder met zeven kinderen op Zaterdagavond en een bakkersknecht tegen Kersttijd en. Paschen ! Enfin, alle begin is moeielijk en ik wil aannemen dat je zoo'n zetje noodig hebt om op dreef te komen, maar wat heb je nu van dat verhoor, dat je mijnheer Wertheim deed ondergaan, gemaakt? Nietwaar, daar zat je tegen over een van de merkwaardigste mannen uit Amsterdam, een monster van kennis en bekwaamheid in practische finantiëele zaken. Een bibliotheek vol wijsheid, een boek vol geheimen. Een. veldheer, wiens krijgsbedrijven hem tot eere hebben gebracht; die den naam heeft, en ook het bewijs heeft ge leverd een meester te zijn in de strategie van het financieren ; een zóó uitstekend zakenman, dat hij zich de weelde mag veroorlooven aan het idealisme van zijn goed hart den teugel te vieren; daar hadt je hem dan voor je, dien bedrijvigen reus met onverwelkbare lauweren om zijn helden kruin ; en wat doe jij nu? Je gaat met hem zitten praten als met een ietwat belezen oudeheer, die van den hak op den tak springt. Mijn beste jongen, hoe was dat nu toch moge lijk V Hoe kwam je aan die zotte vragen : wat Wertheim over de politiek, over de liberalen, over de school, over belastingen, over de zelfstandigheid der natie, over liefdadigheid, over clericalisme en anti clerical isme denkt.... wie ter wereld, die eenmaal weet, dat de heer Wertheim min of meer geavanceerd liberaal is, zou nu nog eens in 't bijzonder verlangen te vernemen welke meeningen dit eerste-kamer lid ten opzichte van deze onderwerpen voorstaat? Het heeft er werkelijk wat veel van alsof je het er op hebt toegelegd hem juist niet uit den hoek. te laten komen; ja alsof je zelfs niet wist in welken hoek hij gewoon was te staan. Telkens ga je rake lings de quaesties voorbij, waaromtrent niemand beter dan hij je had kunnen inlichten. Je noemt zelfs de woorden maar, als had je gezworen A. G. niet tot zijn recht te doen komen,-altoos in een verkeerd verband. Is er b. v. van de Unie sprake, dan is het niet van de Unie der Staten van NoordAmerika, een terrein, waarvan deze Bankier je dingen zou kunnen vertellen dat je _ er van zat te rillen en te beven, maar je houdt een praatje over de Liberale Unie, iets dat, -vergeleken met de Amerikaanse!ie Unie, als object van Wertheims denken en dom, ter nauwernood een onze-lieve-heersbeestje kan zijn, dat over den gestreepten pantalon van Uncle Sam kruipt. Wat later noem je het woord roof staat" en je vraagt notaber.e onzen finanrierfoi'. . . of Nederland niet is een li/lerairen roofstaat ?! Is het niet ongeveer hetzelfde, alsof je tot dr. Jan ten Brink of tot Willem Kloos eens het verzoek had sericht, zijn oordeel te geven over een fïnstncieelen roofstaat? Natuur lijk aangaande roof en roofstaat zou Wertheim je kunnen inlichten, gelijk misschien niemand in Nederland. Hij zal van Grieken, l'ortugeezen, Turken, Metallieken, enz. enz. meer weten dan de meesten. Ik begrijp dan ook opperbest, dat hij je met open oogen heeft zitten voor mal te houden, toen hij die gekke vraag hoorde, en dat hij tot je zei: Mijn heer Elout h c t heeft mij dikwijls verhinderd naar litteraire congressen te gaan, omdat ik mij als Nederlander moest schamen, dat de geestesvoortbrengselen van den vreemde in ons land niet veilig zijn"; want je vat toch wel, Wertheim heeft, evenals ik, iets beters te doen dan litteraire congressen bij te wonen, en al had hij mijn Luthersche opvoeding ge noten en het gebracht tot die gevoelsteerheid, waarvan mijn grootmoeder altijd sprak, als zij mijn grootvader mij tot voorbeeld stelde: de man had eens laten omroepen, dat hij een dubbeltje had gevonden ! hij weet net zoo goed als jij en ik, dat de enkele buitcnlandsche boeken, die de Nedeiiandsche natie steelt, maar een peulsehilleije zijn, ?niet eens een mug in vergelijking met de kaïneelen, die zij naar zicii heeft weten toe te halen. Het is nog al een be kend woord: daar ligt een roofstaat tussol en de Dollart en de Schelde en Sprenger v. Kijk heeft nu al een paar maal inde Kanier verklaard, (lat de Nedei landsche belastingplichti gen schatten aan den fiscus ontstelen.... en dan behoef ik je nie.t te zeggen, dat A. C. en ik, nu wij in zoo'n land wonen, en dagelijks de Hews bezoeken! toch ook nog wtl den moed zouden hebben, als wij er pleizier in hadden, naar een letterkundig congres te, gaan! Maar, enfin, dat interessante onderwerp »de roofstaton" heb jij laten loopen, zooals alles, waarvoor het publiek bij een interview meteen bankier, het meest ooren zou hebben gehad. Want, eindelijk kom je aan liet chapitre (jaranlir.x. Ziezoo denk ik, nu zullen wij het hebben; leeningen met en zonder garantie, het voordeel van garantie, het karakter van garantie, toereikende en ontoereikende garantie nietwaar, een onderwerp, bijna voor elk Nederlander van 't, hoogste gewicht. En wat doe je'? Daar begin je over een ?i/rijarainlrrrilr neutra liteit rail Xeilcrlaifi". God bewaar me, welk verband be staat er nu tussehen een man als A. 0. Wertheim en ge garandeerde neutraliteit! Hoe kreeg je liet in je hersens dien persoon en die zaak te combineereu.... nog al met het oog op on s volksbestaan? A. C', is, net als ik, in zijn heele leven nooit imdfrinl geweest. Hij is militant, u la baisseof u la haus.se, maar onzijdig... Laat naar je kijken! Welkeen ge!< gen held liet je hier voorbijgaan! Hoe gemakkelijk had je, nu je eens over garanties begon, de emissies te pas kunnen brengen, de juiste methode tot samenstelling van een goed prospectus, de bankierspremie, het plaatsen, het: niot-pJaatsen der aandeelen, de doeltreffendste wijze om den koers te doen rijzen, het spuien.... maar zelfs als Wertheim je de woorden in den mond geeft, _ laat je hem maar praten. Zoo 'o v. toen hij over Couperus' fantasie redeiieerend, zei: >muar ik merk in hem een eigenschap die vet-1 terugkoopt,"had je immers, als je bij do pinken waart geweest, moeten uitrof pen : top! over verkoopen en terugkoopen zou \\ \\ wel eens willen hooren ! maar je deed maar alsof er in A. C.'s wereld n iet s ie koop was dan wat praatjes over alles en nog wat, tot zelfs over een gegarandeerde neutraliteit! Kijk, dat je, een weinig over semiüsme, en antisemitisme mot hem gehandeld hei>f> was volkomen in. den haak, maar moc-st do' lieer Wertheim ion nu vertellen, dat de Joden niet weiier in Palestina kunnen geborgen worden, jou nogal, die dnwlijks mijn vriend Boissevain ontmoet, nog maar kon gelod,.n uit Jerusalem teruggekeerd, die je tienmaal meer iv.m.giv.mdc dat punt. kan mededeelen, _diin in ij n vriend Werilieim, wijl hij geen anderen Jordaan ooit heeft gezien, dan die ons alleu 'egenwoovdig zooveel lust veroorzaakt. Wezenlijk, jon non lief, dat geeft geen houding tegenover je patroon. Wat scheelde j<3 toch? Van het begin tot het eind viel je takt me zoo tegen _ en je ziet er niet z< o buitengewoon taktloos uit.... Was je misschien te weinig op je gemak tegenover een zoo groot man? Elout trok zijn schouders op, en ik vervolgde-;: Bovendien nog een andere zij van A. C. heb je geïieel onbesproken eii dus zonder toelichting gelaten. Wertiieim Het bedanken van den heer de Beaufort voor de Amsterdamsche candidatuur. " 1^.1 ^'fin ,,-"*/« '?-- .--? -^ P-ïii1.' ...Hier hebt ge W. H. de Beaufort! Mijn makkers zijn gered! (Naar TOLLENS' Jan v. Schaffelaar.) tr .t BwpM l^lpMprf^V ~^< 'M f K <> - \^ io^J-34 <MA «?" V°if, >i IIIIMIIIIIIIIflIi is een beste kerel. Hij bezit een goed hart, hij heeft veel over voor zijn naaste, meer nog dan ik. al heb ik op ontelbaar veel van zijn lijsten geteekend; het was dus verklaarbaar dat je een woordje niet hem geuisseld hebt over liefdadigheid, over de hulp te verieenen aan noodlijdende }«-f.-<iini'ii\ maar als je Wertheim wil karakteri>eeren, dan moet je hem dat doen, als specialiteit in het helpen van noodlijdende ?\iil;cn; die/elfde mijnheer, dien je al die onbeduidende vragen hebt gesteld, kent tle Vennootschap door CM door. z.ou je precies kunnen zeggen wat de oorzaak is van bet M'huin gaan van zooveel zaken, is capabel je een beeld van de \ m.-terdamschc commercicele wereld te ontwerpen, waarvan y.eit's ik te kijken zou staan; noodlijdende :nl;cn. en ook noodlijdende /ütiihc.ii hebben voor dezen dokter ct.e,n geiniincti meer en waarmee kom je hem nu aan boord? -Ik il r,, nlsii:/f... dat is een onderwerp, waarover ik ook uw ineening wild-..- weten" A. C. Wertheim en ... de <loiiiL<ir<if. A C. en Iv-t schavot, de galg of de guillotine. Wie !uvfi,d;<t ooit op de %'iooi hooren spelen? Was het nu nog over een elKeieii-bclasting, over tic nieuwe wet op het faillissement. .. over de. enkele of de dubbele standaard, maar onze InnL-ii'/- nv< r de doodstraf... Je doel. me denken aan een duiker, die op d gelaten om Spaansche matten ie zoe In zijn zak steekt; d.iar ben je o;:d onbekende land, eindelijk Ii;/! h nooit geziene schatren, die jt je blijft in de kajuit /iiien i-.-/,e: De doodstraf!! Tv tuuilijk hond je er een steil naar de gelegenheid een beetj'; misschien voorgenomen bij ;n'; t niyn opinie omtrent de wt.' Mijnheer Brommeijer hoe dei als dat je plan was, \vi! ik ji meening heel wat, lui verdiend.-n gegees o. a. ook een -zekeren Heer l eens, je, m au Kt de.n indruk van een je gelaatstrekken getuigt1!! v.i.i '?; n j<? naam klinkt maar weinig mijne, je bent 1102 jong. en u het emplooi van ,111,101 vervullen om aan den ko-t, t< ik zou j e, sparen, hromU.gt'm laat je je door dien uitgever want de redactie staat, d.-.avtoe, laat je je gebruiken? Om ee konjiPii. ... om geld t,e slann waar, ah ik maar wou, waren e schatten aan mij te verdienen. anders dan A. G. //,? kan neen zeggen. En meer dan dat: ik durf je do waarheid zeggen ook. Jij jonge man, die nog een toekomst hebt, mag je tot zoo iets niet verlagen. Jij moogt; niet, speculeeren op de ijdelheid van den een, en op de oppervlakkigheid van den ander, van jou verwacht ik iets beters. Wertheim zelf heel gesproken over een Kransehmati, die hem den raad had gegeven nooit een denkbeeld te uiten voor hij het, had opgeschreven, want bij het opschrijven komen de moeilijkheden voor den dag, ilie je in 't eerst niet had overdacht'. Welnu houd ,/'/) je in liet vervolg aan dien raad van dezen Fransclnnan, en zoo dra je merkt, dat een ander maar toebabbelt, steek jij je potlood ia je zak en teeken er geen woord van op. Geloot' je mij of dien Fransc'nman niet, vraag het dan maar aan lióiuinger. Ik weet zeker, dat er niemand op de wen id i.-, die van een preekstot l ooit zooveel degelijke denkbeelden hoeft verkondigd als hij, maar dat laakt je tle koekoek l Hij stond daar maar niet over honderd dingen te gelijk voor de vuist te ort.erer., neen, over n punt, wél overwogen, van alU1 kanten bekeken, en dan had hij het op schrift, van a tot z van builen geleerd, daarom sloot altijd het eeivte woord op hel laatste, als een bus. Wal haast niet anders te verwachten was, iri (ion meest be scheiden voi'in, opperde hij eenige bedenkingen tegen hetgeen ik gezegd had: over htt algemeen scheen hij het met, mij te zijn. alleen meende hij. dat. voor nu j en Wertheini w,'! een uitzondt ring mocht worden gemaakt. i ik hom uat niet zonder voorbehoud kon toe ging toch ten deele met hem mee. Wat Wertzei ik, dut is zoo'n patente goede kerel, die -1 Inj mij breken: hem heb ik zijn medeplichtig heid al lang vergeven, maar ais ik jou weer op een der gelijk nd-dn;f octrap jongmensch. ik vergeef het je nooit! Even <iaan;;i lier, i?: in eigen persoon hem uit. I']r was iets in hem tiai .nij aan, rok, zoodal ik hem op de den drempel, toen ii 11 daal' vi.nr me -o.'ad, toevoegde : niet zoo lang gel ei Ie n Elout, iieb ik '.Aeii als jen. mijn uitgever, die natuurlijk ook iets aan mij vilde, verdienen, moeten weigeren, en hen> voor u'oed mijn ra1/ ioegekeei'd. De/e zelfde stoep werd voor hem i-eiie rot.-. Hij komt; het er niet weer boven op. uo.'p iic nog eens terug te zien. Kom eens bij i ken b. v. dinsdagavond, als Sauvas-'e er i:-; dan ?'.n;s maken met nnju vrouw en Théi'èse eens ... dat moet, dunkt, me, veel aardiger voor je een Tarp Maar jou ' iii', ti'-ei' Kun je K :ntervie'.ve zijn, m -.vu r 'Uu l:e.u. je iu 't vevvo'g al die oude ht-ereiv niet ruM. - II ij gal' mij een liaiiildruk tot afscheid, ea ik voei-ie, dunkt >:\e, dat wij vriendschap hadden gesloten. L

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl