Historisch Archief 1877-1940
No. 1039
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
methode, die hij bij de uitoefening daarvan volgde. Ja, zeg
ik, ongevaarlijk ben je, en dat strekt je tot eer, want het
bewijst dat je niet al te nieuwsgierig bent en de interviewer
nog "iets anders kan zijn da.i de gek, die meer weet te
vragen dan tien wiizen kunnen antwoorden, maar zoo
als je het bij A. C. hebt aangelegd, dat was toch, dunkt
me, voor verbetering vatbaar. De eerste vraag, die ik van
.je las, luidde: »U hebt het zeker ? zeer druk?" Ver
beeld je nu mij of' Wertheim te vragen: U hebt het zeker
zeer druk? Zoo iets zeg je tegen je barbier als
hij te laat komt Was het je plan om bij mij je discours
daar ook mee te openen'? Ik hoor je het al vragen : Mijnheer
Brommeijer u heeft het zeker erg druk ! En als iemand, die
zich laat interviewen, moet ik dan antwoorden: O ja,
mijnheer Elout, als een moeder met zeven kinderen op
Zaterdagavond en een bakkersknecht tegen Kersttijd en.
Paschen ! Enfin, alle begin is moeielijk en ik wil aannemen
dat je zoo'n zetje noodig hebt om op dreef te komen, maar
wat heb je nu van dat verhoor, dat je mijnheer Wertheim
deed ondergaan, gemaakt? Nietwaar, daar zat je tegen
over een van de merkwaardigste mannen uit Amsterdam, een
monster van kennis en bekwaamheid in practische finantiëele
zaken. Een bibliotheek vol wijsheid, een boek vol geheimen.
Een. veldheer, wiens krijgsbedrijven hem tot eere hebben
gebracht; die den naam heeft, en ook het bewijs heeft ge
leverd een meester te zijn in de strategie van het financieren ;
een zóó uitstekend zakenman, dat hij zich de weelde mag
veroorlooven aan het idealisme van zijn goed hart den
teugel te vieren; daar hadt je hem dan voor je, dien
bedrijvigen reus met onverwelkbare lauweren om zijn helden
kruin ; en wat doe jij nu? Je gaat met hem zitten praten
als met een ietwat belezen oudeheer, die van den hak op
den tak springt. Mijn beste jongen, hoe was dat nu toch moge
lijk V Hoe kwam je aan die zotte vragen : wat Wertheim over
de politiek, over de liberalen, over de school, over belastingen,
over de zelfstandigheid der natie, over liefdadigheid, over
clericalisme en anti clerical isme denkt.... wie ter wereld, die
eenmaal weet, dat de heer Wertheim min of meer geavanceerd
liberaal is, zou nu nog eens in 't bijzonder verlangen te
vernemen welke meeningen dit eerste-kamer lid ten opzichte
van deze onderwerpen voorstaat? Het heeft er werkelijk
wat veel van alsof je het er op hebt toegelegd hem juist
niet uit den hoek. te laten komen; ja alsof je zelfs niet wist
in welken hoek hij gewoon was te staan. Telkens ga je rake
lings de quaesties voorbij, waaromtrent niemand beter dan
hij je had kunnen inlichten. Je noemt zelfs de woorden maar,
als had je gezworen A. G. niet tot zijn recht te doen
komen,-altoos in een verkeerd verband. Is er b. v. van de Unie
sprake, dan is het niet van de Unie der Staten van
NoordAmerika, een terrein, waarvan deze Bankier je dingen zou
kunnen vertellen dat je _ er van zat te rillen en te beven,
maar je houdt een praatje over de Liberale Unie, iets dat,
-vergeleken met de Amerikaanse!ie Unie, als object van
Wertheims denken en dom, ter nauwernood een
onze-lieve-heersbeestje kan zijn, dat over den gestreepten pantalon van Uncle
Sam kruipt. Wat later noem je het woord roof staat" en je vraagt
notaber.e onzen finanrierfoi'. . . of Nederland niet is een
li/lerairen roofstaat ?! Is het niet ongeveer hetzelfde, alsof je tot dr.
Jan ten Brink of tot Willem Kloos eens het verzoek had sericht,
zijn oordeel te geven over een fïnstncieelen roofstaat? Natuur
lijk aangaande roof en roofstaat zou Wertheim je kunnen
inlichten, gelijk misschien niemand in Nederland. Hij zal
van Grieken, l'ortugeezen, Turken, Metallieken, enz. enz.
meer weten dan de meesten. Ik begrijp dan ook opperbest,
dat hij je met open oogen heeft zitten voor mal te houden,
toen hij die gekke vraag hoorde, en dat hij tot je zei: Mijn
heer Elout h c t heeft mij dikwijls verhinderd naar litteraire
congressen te gaan, omdat ik mij als Nederlander moest
schamen, dat de geestesvoortbrengselen van den vreemde in
ons land niet veilig zijn"; want je vat toch wel, Wertheim
heeft, evenals ik, iets beters te doen dan litteraire congressen
bij te wonen, en al had hij mijn Luthersche opvoeding ge
noten en het gebracht tot die gevoelsteerheid, waarvan
mijn grootmoeder altijd sprak, als zij mijn grootvader mij
tot voorbeeld stelde: de man had eens laten omroepen, dat
hij een dubbeltje had gevonden ! hij weet net zoo goed
als jij en ik, dat de enkele buitcnlandsche boeken, die de
Nedeiiandsche natie steelt, maar een peulsehilleije zijn,
?niet eens een mug in vergelijking met de kaïneelen, die zij
naar zicii heeft weten toe te halen. Het is nog al een be
kend woord: daar ligt een roofstaat tussol en de Dollart en
de Schelde en Sprenger v. Kijk heeft nu al een paar maal
inde Kanier verklaard, (lat de Nedei landsche belastingplichti
gen schatten aan den fiscus ontstelen.... en dan behoef ik
je nie.t te zeggen, dat A. C. en ik, nu wij in zoo'n land
wonen, en dagelijks de Hews bezoeken! toch ook nog wtl
den moed zouden hebben, als wij er pleizier in hadden,
naar een letterkundig congres te, gaan! Maar, enfin, dat
interessante onderwerp »de roofstaton" heb jij laten loopen,
zooals alles, waarvoor het publiek bij een interview meteen
bankier, het meest ooren zou hebben gehad. Want, eindelijk
kom je aan liet chapitre (jaranlir.x. Ziezoo denk ik, nu zullen
wij het hebben; leeningen met en zonder garantie, het
voordeel van garantie, het karakter van garantie, toereikende
en ontoereikende garantie nietwaar, een onderwerp,
bijna voor elk Nederlander van 't, hoogste gewicht. En
wat doe je'? Daar begin je over een ?i/rijarainlrrrilr neutra
liteit rail Xeilcrlaifi". God bewaar me, welk verband be
staat er nu tussehen een man als A. 0. Wertheim en ge
garandeerde neutraliteit! Hoe kreeg je liet in je hersens dien
persoon en die zaak te combineereu.... nog al met het
oog op on s volksbestaan? A. C', is, net als ik, in zijn heele leven
nooit imdfrinl geweest. Hij is militant, u la baisseof u la haus.se,
maar onzijdig... Laat naar je kijken! Welkeen ge!< gen held liet
je hier voorbijgaan! Hoe gemakkelijk had je, nu je eens over
garanties begon, de emissies te pas kunnen brengen, de
juiste methode tot samenstelling van een goed prospectus,
de bankierspremie, het plaatsen, het: niot-pJaatsen der
aandeelen, de doeltreffendste wijze om den koers te doen rijzen,
het spuien.... maar zelfs als Wertheim je de woorden in
den mond geeft, _ laat je hem maar praten. Zoo 'o v. toen hij
over Couperus' fantasie redeiieerend, zei: >muar ik merk in
hem een eigenschap die vet-1 terugkoopt,"had je immers, als
je bij do pinken waart geweest, moeten uitrof pen : top! over
verkoopen en terugkoopen zou \\ \\ wel eens willen hooren !
maar je deed maar alsof er in A. C.'s wereld n iet s ie koop
was dan wat praatjes over alles en nog wat, tot zelfs over
een gegarandeerde neutraliteit! Kijk, dat je, een weinig
over semiüsme, en antisemitisme mot hem gehandeld hei>f>
was volkomen in. den haak, maar moc-st do' lieer Wertheim
ion nu vertellen, dat de Joden niet weiier in Palestina
kunnen geborgen worden, jou nogal, die dnwlijks mijn vriend
Boissevain ontmoet, nog maar kon gelod,.n uit Jerusalem
teruggekeerd, die je tienmaal meer iv.m.giv.mdc dat punt. kan
mededeelen, _diin in ij n vriend Werilieim, wijl hij geen anderen
Jordaan ooit heeft gezien, dan die ons alleu
'egenwoovdig zooveel lust veroorzaakt. Wezenlijk, jon non lief, dat
geeft geen houding tegenover je patroon. Wat scheelde
j<3 toch? Van het begin tot het eind viel je takt me zoo
tegen _ en je ziet er niet z< o buitengewoon taktloos uit....
Was je misschien te weinig op je gemak tegenover een zoo
groot man? Elout trok zijn schouders op, en ik vervolgde-;:
Bovendien nog een andere zij van A. C. heb je geïieel
onbesproken eii dus zonder toelichting gelaten. Wertiieim
Het bedanken van den heer de Beaufort
voor de Amsterdamsche candidatuur.
" 1^.1 ^'fin ,,-"*/«
'?-- .--? -^ P-ïii1.'
...Hier hebt ge W. H. de Beaufort! Mijn makkers
zijn gered!
(Naar TOLLENS' Jan v. Schaffelaar.)
tr .t BwpM
l^lpMprf^V
~^<
'M f K <> - \^
io^J-34 <MA «?" V°if,
>i
IIIIMIIIIIIIIflIi
is een beste kerel. Hij bezit een goed hart, hij heeft veel
over voor zijn naaste, meer nog dan ik. al heb ik op ontelbaar
veel van zijn lijsten geteekend; het was dus verklaarbaar
dat je een woordje niet hem geuisseld hebt over liefdadigheid,
over de hulp te verieenen aan noodlijdende }«-f.-<iini'ii\
maar als je Wertheim wil karakteri>eeren, dan moet je hem
dat doen, als specialiteit in het helpen van noodlijdende
?\iil;cn; die/elfde mijnheer, dien je al die onbeduidende vragen
hebt gesteld, kent tle Vennootschap door CM door. z.ou je
precies kunnen zeggen wat de oorzaak is van bet M'huin gaan
van zooveel zaken, is capabel je een beeld van de \
m.-terdamschc commercicele wereld te ontwerpen, waarvan y.eit's ik te
kijken zou staan; noodlijdende :nl;cn. en ook noodlijdende
/ütiihc.ii hebben voor dezen dokter ct.e,n geiniincti meer en
waarmee kom je hem nu aan boord? -Ik il r,, nlsii:/f... dat is
een onderwerp, waarover ik ook uw ineening wild-..- weten"
A. C. Wertheim en ... de <loiiiL<ir<if. A C. en Iv-t schavot,
de galg of de guillotine. Wie !uvfi,d;<t ooit op de %'iooi hooren
spelen? Was het nu nog over een elKeieii-bclasting, over tic
nieuwe wet op het faillissement. .. over de. enkele of de dubbele
standaard, maar onze InnL-ii'/- nv< r de doodstraf... Je doel.
me denken aan een duiker, die op d
gelaten om Spaansche matten ie zoe
In zijn zak steekt; d.iar ben je o;:d
onbekende land, eindelijk Ii;/! h
nooit geziene schatren, die jt
je blijft in de kajuit /iiien i-.-/,e:
De doodstraf!!
Tv tuuilijk hond je er een steil
naar de gelegenheid een beetj';
misschien voorgenomen bij ;n'; t
niyn opinie omtrent de wt.'
Mijnheer Brommeijer hoe dei
als dat je plan was, \vi! ik ji
meening heel wat, lui verdiend.-n gegees
o. a. ook een -zekeren Heer l
eens, je, m au Kt de.n indruk van een
je gelaatstrekken getuigt1!! v.i.i '?; n
j<? naam klinkt maar weinig
mijne, je bent 1102 jong. en u
het emplooi van ,111,101
vervullen om aan den ko-t, t<
ik zou j e, sparen, hromU.gt'm
laat je je door dien uitgever
want de redactie staat, d.-.avtoe,
laat je je gebruiken? Om ee
konjiPii. ... om geld t,e slann
waar, ah ik maar wou, waren e
schatten aan mij te verdienen.
anders dan A. G. //,? kan neen zeggen. En meer dan dat:
ik durf je do waarheid zeggen ook. Jij jonge man, die nog
een toekomst hebt, mag je tot zoo iets niet verlagen. Jij
moogt; niet, speculeeren op de ijdelheid van den een, en op
de oppervlakkigheid van den ander, van jou verwacht ik
iets beters. Wertheim zelf heel
gesproken over een
Kransehmati, die hem den raad had gegeven nooit een
denkbeeld te uiten voor hij het, had opgeschreven, want bij
het opschrijven komen de moeilijkheden voor den dag, ilie
je in 't eerst niet had overdacht'. Welnu houd ,/'/) je in liet
vervolg aan dien raad van dezen Fransclnnan, en zoo
dra je merkt, dat een ander maar toebabbelt, steek jij
je potlood ia je zak en teeken er geen woord van
op. Geloot' je mij of dien Fransc'nman niet, vraag het dan
maar aan lióiuinger. Ik weet zeker, dat er niemand op
de wen id i.-, die van een preekstot l ooit zooveel degelijke
denkbeelden hoeft verkondigd als hij, maar dat laakt je tle
koekoek l Hij stond daar maar niet over honderd dingen
te gelijk voor de vuist te ort.erer., neen, over n punt, wél
overwogen, van alU1 kanten bekeken, en dan had hij het
op schrift, van a tot z van builen geleerd, daarom sloot
altijd het eeivte woord op hel laatste, als een bus.
Wal haast niet anders te verwachten was, iri (ion meest be
scheiden voi'in, opperde hij eenige bedenkingen tegen hetgeen
ik gezegd had: over htt algemeen scheen hij het met, mij
te zijn. alleen meende hij. dat. voor nu j en Wertheini
w,'! een uitzondt ring mocht worden gemaakt.
i ik hom uat niet zonder voorbehoud kon toe
ging toch ten deele met hem mee. Wat
Wertzei ik, dut is zoo'n patente goede kerel, die
-1 Inj mij breken: hem heb ik zijn medeplichtig
heid al lang vergeven, maar ais ik jou weer op een der
gelijk nd-dn;f octrap jongmensch. ik vergeef het je nooit!
Even <iaan;;i lier, i?: in eigen persoon hem uit. I']r was iets
in hem tiai .nij aan, rok, zoodal ik hem op de den drempel, toen
ii 11 daal' vi.nr me -o.'ad, toevoegde : niet zoo lang gel ei Ie n Elout,
iieb ik '.Aeii als jen. mijn uitgever, die natuurlijk ook iets
aan mij vilde, verdienen, moeten weigeren, en hen> voor
u'oed mijn ra1/ ioegekeei'd. De/e zelfde stoep werd voor hem
i-eiie rot.-. Hij komt; het er niet weer boven op.
uo.'p iic nog eens terug te zien. Kom eens bij
i ken b. v. dinsdagavond, als Sauvas-'e er i:-; dan
?'.n;s maken met nnju vrouw en Théi'èse eens
... dat moet, dunkt, me, veel aardiger voor je
een Tarp
Maar jou
'
iii', ti'-ei'
Kun je K
:ntervie'.ve
zijn, m -.vu r 'Uu l:e.u. je iu 't vevvo'g al die oude ht-ereiv
niet ruM. - II ij gal' mij een liaiiildruk tot afscheid, ea
ik voei-ie, dunkt >:\e, dat wij vriendschap hadden gesloten.
L