Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1040
vooral Meelis, inspireerden zich al te veel . op
een bekende reclamekaart van een Duitache firma.
De tentoonstelling bl\jft tot en met 4 Juni
geopend. TH. M.
De vereeniging tot bevordering van Beeldende
Kunsten, onder beheer van bestuurderen van
Arti et Amicitiae te Amsterdam heeft een pro
spectus voor haar premiënuitgave voor 1897
rondgezonden, waarin wordt meegedeeld dat 't dit
jaar, evenals de twee voorgaanden, een plaatwerk
zal zjjn, en zal zjjn, en wel inhoudende 12
reproductiën naar kunstwerken van moderne
meesters uit de verzameling J. J. Tiele te
Rotterdam.
Het lidmaatschap van de vereeniging bedraagt / 5.
Tentoonstelling.
In de Kunstzaal van Krasnapolsky wordt aan
staanden Maandag door de firma C. F. Roos
en Cie eene tentoonstelling geopend van
teekeningen van Johan Braakensiek.
Aanbeveling onzerzijds zal hier wel overbodig
In de kunstzaal van de firma A. Preijer, 35,
Kalverstraat, zijn thans geëxposeerd, enkele fraaie
werken van Josef Israëls, AIbt. Neuhujjs, J. B.
Jongkind, Fred. F. J. du Chattel en anderen.
IHIIllllllllllllllllllllllllllllllll
iimimimiiiniiiiiiimiiim
De zonde fier ouders').
Herr Menzel aber schwang seinen Flamberg
am liebsten gegen Weiber, er hat sie bei
Duizenden niedergesabelt, die deutschen
Schriftstellerinnen, arme Wesen, die, um
Brot für ihre Kinder zu erwerben, zur
Feder gegriffen und der rohen ffentlichen
Verspottung nichts als heimliche Thranen
entgegensetzen konnten ! Er hat gewiss
uns Mannern einen wichtigen Dienst ge
leister, indem er uns von der Konkurrenz
der weiblichen Schriftsteller befreite, er
hat vielleicht auch der Literatur dadurch
genutzt, aber ich möchte in einem solchen
Feldzuge meine Sporen nimmer mehr
erworben haben.
H. HEINE, Ueber den Denunzianten.
Mevrouw Thérèse Hoven zal dit wel van de
mannen-boekbeoordeelaars in het algemeen willen
aannemen, dat zij niet gaarne een Wolfgang
Menzel zijn. Het helpt toch niet, of wij de
schrijfsters bij dozijnen tegelijk het hoofd afslaan;
bet droge brood, dat een vrouw met schrijven
verdient, is haar gaarne gegund, en de litteratuur
wordt door mooie boeken wel ryker, maar door
leelyke niet armer. Wat mij betreft, hoe meer
dames-schrijfsters, hoe liever; dat maakt de let
terkundige congressen genietbaar. Bij de beoor
deeling van vrouwenarbeid echter loopt men licht
gevaar, in Heine's fout te vervallen, die van zichzelf
erkent: »Ich habe manchem Thoren ins Gesicht
gesagt, er sei ein Weiser, aber ich that er aus
Höflichkeit." Daarom moet de »Ehrenmann"
Menzel als tegenhanger dienst doen, opdat, wan
neer ik Blauwbaardje ga spelen, ik tenminste op
een antecedent kan wijzen. Ik hoop intusschen,
mevrouw, dat het geval zonder »heimliche Thriinen"
zal afloopen ; ik zal er mijn best voor doen.
Dit boek van Mevr. Thérèse Hoven heet De
zonde der ouders. Een pretentieuse titel; maar
dat is ook al wat aan het heele boek pretentieus
is. Het is argeloos geschreven, argeloos gecon
cipieerd. Het is niet het werk van een Haagsche
dame, die door Ibsen-lectuur allerlei trieste
MlllllllmlIIIIIIIIIUHItl
met haar doen. Daartoe waren de negenhonderd
gulden niet voldoende.
Evi vertaalde voor couranten en borduurde en
naaide voor linnenwinkels. Zij trachtte uit die
bestaansbronnen, die voor alleenstaande vrouwen
geopend zijn, vermeerdering van inkomsten te put
ten ; de verootmoedigingen en teleurstellingen,
daarmee verbonden, verdroeg zij kalm, dat behoorde
er nu eenmaal bij.
Ik geloof heusch, dat het kind opkomt en in
leven blijft! zei de dokter. ./Eene verzorging, die
dat mogelijk maakt, is bewonderenswaardig! En
dat alles voor een vreemd kind!''
Of de natuur zich daarbij niet verraden heeft?'1
vroegen de heeren op de sociëteit. De dokter
haalde zijn schouders op. Een zoo groote op
offering is anders bijna niet mogelijk."
De kleine Lina kreeg blozende wangen eu blanke,
stevige ledematen, zij leerde loopen en ten slotte
ook praten. Zij moest haar pleegmoeder tante"
noemen.
Soms, in het vroege morgenuur, als E^i het
kleintje toestond, bij haar in bed te komen en
het zich dan, warm als een jong vogeltje en nog
half slaperig, tegen haar aanvleide, als het nuch
tere daglicht nog niet door de gordijden naar bin
nen drong en Evi zeker was, dat geen mensch
haar kon hooren, fluisterde zij Lina in: Zeg
Mama!" En dan 'sloeg het kind hare armpjes om
Evi's hals, klemde zich vast tegen haar aan en
riep haar guitig ia 't oor: Mama!"
De tranen rolden stil over Evi's wangen en hon
derd- en honderdmaal kuste zij het vreemde kind.
* *
Je zult dat kind toch niet op een voorname
school laten gaan," zeiden haar bloedverwanten.
Wat verwen je haar toeh! Breng haar groot vol
gens haar stand, als een gewoon dienstmeisje!"
Heeft mijne moeder mij tot dienstmeisje doen
opvoeden?" vroeg Evi.
Toen de kleine Lina ouder werd, begon zij
haar pleegmoeder te klagen, dat de menschen haar
zulke vreemde vragen deden, die zij dikwijls niet
kon beantwoorden. Ea zij wilde weten, wie haar
ouders waren.
Arme lieden, die lang dood zijn," antwoordde
juffrouw Evi. Zij vond Lina nog te jong, om de
geheele waarheid te hooren, het zou zulk een
dingen in haar hoofd heeft gehaald, en ook een
epos van erfelijke belasting heeft willen zingen:
dit boek komt voort, eerder dan uit
gevoelsziekelykhbid, uit verstandelijke overweging. Het
samenstel der novelle berust in zijn geheel op
de maatschappelijke verhoudingen van het
oogenblik; de schrijfster is betrokken in de vrouwen
beweging ; zjj is herhaalde malen verontwaardigd
geweest en heeft medelyden gehad om wat de
vrouw onschuldig heeft te dragen in onze samen
leving, en, schrijfster, heeft zy begeerd, door
voorbeelden, naar waarschijnlijkheid geteekend,
de wereld van dit onrecht te overtuigen. De
zonde der ouders en Voor het kind, de beide
novellen die samen dit boek vormen, zijn twee
aanklachten tegen de huwlijkswetgeving.
Tendenz-litteratuur kan een hooge kunstwaarde
hebben. Wanneer de auteur leeft in zijn str\jd,
zoodat hij (of z\j), kunstenaar zijnde, toch alleen
wordt aangedaan door de dingen die met dien
stryd in nauwer of losser verband staan, zoodat
alle beelden en conflicten die in zijn verbeelding
ontstaan, steeds daarvan een afspiegeling zijn, en
er dus in hem geen zoeken is naar gevallen,
omstandigheden, voor zijn doel onontbeerlijk,
maar hij, onbewust byna, uit den rijkdom van zijn
aandoeningen slechts heeft te kiezen en bijeen te
voegen ??wanneer dus de tendenz een natuurlijken
oorsprong beeft, zal zy aan de waarde van het
kunstwerk geen afbreuk doen. Maar anders
wordt het, wanneer de gevallen zijn bedacht,
met moeite samengesteld, wanneer de onderdeelen
moeten worden gedraaid en gewrongen tot het
geheel een. schijn van gebeurlijkheid heeft ge
kregen. Zoo is echter de genesis van De zonde
der ouders. Om tot het gewilde conflict te, ge
raken, heeft de schrijfster een aantal omstandig
heden in elkander moeten werken, met zooveel
bedachtzaamheid en moeite, dat het geval iets
buitengewoons, iets onnatuurlijks heeft gekregen.
De lezer zegt: dit zijn uitzonderingen; een
dergelijk geval zal zich niet voordoen; of: men
schen met dergelijke scrupules moeten wel onge
lukkig worden en wat de schrijfster ons wil
doen gelooven, wint door haar pleidooi niet aan
geloofwaardigheid.
Twee menschen hebben elkander lief. Toch
trouwt de man een andere vrouw. Die vrouw
is ongeneeslijk krankzinnig, scheiding is onmo
gelijk. De verliefden vinden elkander terug
en er worden twee meisjes geboren, die, vol
wassen geworden, eindelijk haar «onechtheid"
moeten vernemen. Ea dan wordt verder verhaald,
hoe deze onschuldigen, de eene door eigen toe
doen, de andere trots haar braafheid en waardig
heid, voor goed zijn buitengesloten uit de wereld
der beschaafde en fatsoenlijke lieden. Er zijn
te veel bijzonderheden noodig geweest, vóór de
schrijfster haar geval kon stellen en al laten
wij de kwestie der uiterlijke onwaarschijnlijkheid
geheel rusten het ontbreekt de handelende
en lijdende personen van dit verhaal aan inner
lijke waarschy'nlijkheid, aan leven. Er wordt
medegedeeld dat, soms hoe, zelden of nooit wat
zij lijden. Wy hebben een geïllustreerd betoog,
en de illustraties zijn maar matig. De schrijfster
heeft niet een boek gegeven uit een verbeeldings
wereld die zich ondanks haar aan haar heeft op
gedrongen, maar een boek bedacht, om een ver
standelijke overtuiging te kunnen uitspreken.
Dat ik het recht heb, dit te zeggen, wil ik
bewijzen door voorbeelden aan te halen van de
manier, waarop mevrouw Thérèse Hoven schryft.
Digna geeft aan haar vriendin het relaas van
de onthulling, door haar moeder, van het geheim
harer geboorte.
»En wij, die Mama zoo hoog achtten en haar
als een heilige vereerden! Och ! arme ze nam
zich zelce 't aureool van 't hoofd.
i>Ze, zat als verbrijzeld ter neder."
Zij schrijft over den man, die haar zuster ver
leidde.
»'t feit alleen, dat hij Henriet van ons allen
weg roerde."
Verder:
»'t Is zoo klein, zoo min om al die
speldeprikken te voelen, terwijl er zulk een scherp,
tweesnijdend zwaard door mijn ziel is gegaan."
Ook:
»Ik voel dat ik nog ~oo lang sta en dat ik tel
kens stmtkel."
Nog:
»dat onze hersenen ons leiden op paden, waar
we niet aan dachten."
Op bladz. 68 :
»Heur hart was onrustig in haar geworden en
ze had het geschonken aan hem, den sympathieken
jongen dokter.
Kalm bekende ze 't feit aan haar zelve."
En op bladz. 69, geen twintig regels verder:
»En toen ze dit feit als voldongen had
aangemen in haar verhitte verbeelding."
Dit is voldoende, om aan te toonen, dat mevr.
Th. H. niet scherp en duidelijk de visie heeft van wat
zij beschrijft. Zij duidt toestanden aan, en ge
bruikt voor het vaderland weg, elk woord, elke
uitdrukking, elk beeld, oud of verouderd, juist
of onjuist, dat zij bij de hand heeft. Zij geeft
zich geen rekenschap van wat zij neerschrijft
gevolg hiervan, dat haar beelden haar niet voor
den geest staan in het helle licht, dat voor elke
lijn maar n woord, het juiste heeft.
Ziehier wat een dokter, een man die moeder
en zusters trotseert, die een carrière opgeeft en
van zijn wetenschappelijk idealisme afstand doet
om Digna te trouwer, van zijn liefde aan haar
vriendin te vertellen heeft.
»Wat mij betrof, ik had den volgenden ochtend
wel met haar naar het stadhuis durven gaan,
want ik voor mij was zeker, dat ze een allerliefst
vrouwtje voor me zou zijn, .zoo echt, n-at ik noo
dig heb. Eu ik was zoo betooverd door haar
schitterenden glimlach, dat ik toen wel een ge
lofte had willen afleggen, om steeds alles te
willen doen, ten einde haar te doen
glimlachenWeet u, ik aanbid haar eenvoudig .. ."
De lezer, die zich rekenschap geeft van. de
beteekenis der woorden, wordt bij zulke tirades
kregelig, en komt in de verzoeking, een hard
vonnis over de auteur te vellen. Hard, maar
onbillijk 't
J. J. I>K ROOIIH.
1) TIIÉKKSK HOVKN', De zonde der ouders,
'sGravenhage, Loman & Funke.
van
NIEUWE UITGAVEN.
Land en volk run Nederland. W.
Stockum & Zoon te 's Gravenhage.
Verslut) orer het jaar 1NHG, uitgebracht door
het bestuur der Nationale Levensverzekering-bank
aan de algemeene vergadering van aandeelhouders,
op Zaterdag 15 Mei 1807, ten kantore der Bank,
Boompjes 9, Rotterdam.
schaduw werpen over haar vroolijke onbezorgdheid.
Niemand had met ronde woorden tegen Evi
gezegd, dat de meiischen meelijdend of verwijlend
van haar praatten, en dat zij slechts door weinigen
geacht werd, omdat zij zich boven het vooroordeel
had weten te verheffen. Maar vrouwen, wier kracht
ligt in de sterkte van het gevoelsleven, hebben
een sensitief vermogen om zoo iets toch te ont
dekken. Evi had niet kunnen zeggen, wat haar het
meest kwetste, het medelijden of de verwijten of
de hoogachting om vrijheid van vooroordcelen.
Het liefst had zij zich geheel uit de samenleving
teruggetrokken.
Maar Lina moest natuurlijk kennissen hebben
en had behoefte aan vroolijklieid en gezelligheid.
Als zij de trap opstormde, hare schooltasch neer
gooide en hare pleegmoeder om den hals viel, dan
met hare witte tandjes in haar boterham hapte
en schaterde, dat de mensehen op straat het dooi
de dichte ramen konden hooren, als zij dan ver
trouwelijk over honderderlei dingen babbelde, juist
zooals die op het oogenblik iu haar hoofdje om
gingen, dan woei tot Evi een stroom vau geluk
over als frisschc, warme lentelucht op een zonnigen
Meimorgen.
En jullVouw Evi dacht dau met trotsch bij zich
zelf: -/Die zal mannen anders bekoren dan ik liet
heb gekund! Dat ze niet zou trouwen, daar beu
ik heelemaal niet bang voor !"
p zekeren avoud zag juffrouw Evi tot haar
schrik Lina op de trap iu de armeu van een
schooljongen, die haar een kus gaf op haar mond.
Juffrouw Evi had die hooge achting voor ware
liefde, die aan alle vrouwen eigen is, voor wie de
genegenheid van eeu man een oiiverwezi'nlijkt
ideaal is gebleven. Zij sprak zeer ernstig nut Lina.
Het meisje mocht zich zoo niet weggooien. Vau
dieu tijd af werd zij wat strenger en ook wat
koeler tegen haar pleegkind. Zij voelde, dat er zich
iets vreemds ontwikkelde, waarvan zij het rechte
niet begreep.
Lina was ternauwernood volwassen, of zij werd
onophoudelijk voor sledevaarten, bals eu
buiteupartijen uitgenoodigd. Hare pleegmoeder was dikwijls
ten hoogste verbaasd over de brutale, onbeleefde
manier, waarop Lina jonge en oude heeren behan
delde. Maar dat scheeu hen juist goed te bevallen.
Tot trouwen kwam het echter niet dadelijk. Er
iiiiimiiiiiiiiMMimmmiiiiiitill
was iemand van middelbaren leeftijd, die werk
van Lina maakte. Hij werd de Austraiiër" ge
noemd omdat hij daarginds een farm" had gehad.
't Was een bijzonder mooie mau eu zeer iu't
oogvallend gekleed.
Evi had niet met hem op, maar het jonge meisje
scheeu van hem te houden, hoeveel, daar kon Evi
j niet goed achter komen. Plotseling kwam haar
ter oore, dat Lina deu Austraiiër iu zijn hotel
had opgezocht. Evi kou nauwelijks de trap opkomen,
nadat zij dit op straat van eene vriendin had ge
hoord. Zij kwam waggelend de kamer biunen,
waar Lina, mooi eu krachtig' als zij was, haar
lachend aan de kofiietafel opwachtte.
Tante, is er wat gebeurd? scheelt u iets?"
Neen neen!"
Lina was niet op haar gemak. Uitdagend vroeg
zij: Maar wat is er dau?"
Nu kwam er een scène veel, veel erger dau
de eerste.
Eerst ontkende Lina, doch niet lang; daarop be
waarde zij een koppig zwijgen, maar verried, door
driftige tegenwerpingen nu en dan meer dau hare
pleegmoeder had gedacht, vermoed, gevreesd. Eu
eindelijk verdedigde Liua zich in 't geheel niet
meer. Zij stond bij het raam en staarde somber
? naar buiten.
| Evi's roodgeschreide oogcn volgden haar daarheen.
Door deii schrik bevangen herhaalde zij altijd maar
stil bij zich zelf; Hoe was het mogelijk? Hoe
kou het, toch gebeuren?1'
En weer ontlokte het, groote verdriet over haar
'? verwoest levenswerk en hare verspilde liefde haar
een luide klacht: Ongelukkig kind, hoe kon je
je toch zoover vergeten?"
Vraagt u dat?" gaf Liua iiaar ten antwoord.
: En langs hare pleegmoeder heen ging zij de
kamer uit.
Na uren en dagen vau vijandig stilzwijgen
ging Evi naar hare pleegdochter toe. Zij had ziel
overtuigd, dat het voorgevallene als eene ziekte
moest, beschouwd worden, die misschien even als
! de vroegere door geduld en liefde en verstandig
beleid te overwinnen was.
Lina," zei ze, ik moet je uit den droon:
helpeu. Ik beu je moeder niet."
Liua wierp een vlugger, scherft n blik op de
Darwinisme en maatschappelijke vooruitgang, .
door J. B. HAYCKAFT, hoogleeraar in de
physiologie te Cardiff, met een voorrede en vertaald
onder toezicht van Mr. S. R. STEINMETZ, privaat
docent in de Ethnologie te Utrecht, 's Graven
hage, Loman & Funke.
Warendorf's Novellen -Bibliotheek. No. 88.
Jlaggie's Misdaad door MEISCHKE-SMITII.
Vergelding, door GEORGE KEITER. Amsterdam,
P. N. van Kampen & Zoon.
Op 't bla/cwhuis, door CYHIKI, BI/YSSK. 's Gra
venhage, Loman & Funke.
oijk van Deijssel, door J. M. ACKET. Am
sterdam, Scheltema's & Holkema's Boekhandel.
De Klemtoon in de Nederlandsche Taal, door
J. H. GAAHEKKTKOOM. Culeaiborg, Blom &
Olirierse.
Kompas. Volledige opgave van de opstellen
der in 1896- gehouden Examens acten M. O. en
. O. Fransch, Engelsch en Duitsch, benevens
de Verslagen der Examen- Commissiën.
Culem>org, Blom & Olivierse.
Zomerdienst-plan der Vlissingen-Queenboro'
route, met vele kaarten. Engelsche en Duitsche
uitgave. Joh. G. Stemler, Amsterdam.
J. A. KaïTTT. Poeloe Weh. Waarom
S'aatsexploitatie van dit eiland af te keuren is. 's Gra
venhage, Loman & Funke.
iiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiwmiiiHHHiiiiiiifiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
40 cents per regel.
Hoofd-Depót
VAN
Dr. JAEGER'S ORIG,
Soraaal-WolartiMeL
K.F. DEUSCHLE-BENGER,,
Amsterdam, Kalverstraat 157.
Eenig specialiteit in deze
artikelen in geheel Nederland..
H. R AHR te Utrecht
Pianofabriefc.
Binnen- en Buitenl. Muziekhandel~
Amerikaansehe Orgels.
Ruime keuze in Huurpiano's.
MEIJËOOS & KALSHOVEN,
Arnhem.
Piano-, Orgel- en Muziekhandel.
Ruime keuze in Huurpiano?s.
Dagelijks 's morgens 10 uur, vin
Broek in Waterland en Monniken
dam. Afvaart de lluyterkade «aast de.
Kettingboot.
De Havenstoomboö'.dieBst.
miniMiiii HIIIIIUIIIIIII iiiiiini iiiiiuiii
oude dame. //Alle menschen zeggen het toch,"
bracht zij met moeite uit.
Wat de menschei) zeggen doet hier niets ter zake ;
////'/' moet je gelooveu. Ik heb een oubesmet
vlekkeloos leven achter mij. Daarom heb ik het
recht, je, te straffen voor je lichtzinnig gedrag, fk
kou je wegzenden eu mij niet meer om je bekom
meren. Maar ik wil je toekomst niet bederver.
Laten wij beiden vergeten, wat gebeurd is. Ik
zal je meenemen uaar eeue andere stad. Daar kun
je, als je getoond hebt, een fatoeulijk meisje te
willen zijn, later nog wel trouwen en ceue gelukkige
vrouw worden.
Trouwen!" riep Liua. Wie zou mij willen
trouwen?" Zij lachte onaangenaam hard. Wie
heeft daar plan op? Ben ik niet altijd anders be
handeld dan een ander? Ik heb best gemerkt, hoe
weinig geacht ik beu, en hoe de mannen zich bij
mij vee! meer veroorloven dan bij andere meisjes.
Al, toen ik nog half een kind was... Ik wilde
het u niet zeggen ... u... u was immers mijne
moeder !"
,, Jk ben je moeder niet. Hier zijn de stukken,
die je geboorte bewijzen."
Liua zag ze vluchtig in, zij stelde er weinig
belang in. Zij dacht aan de schemeruurtjes in
(k-u vroegen morgen, toeu zij nog heel klein was,
cu aan de tranen, die zij Evi dan over haar had
zien schreien.
Hare pleegmoeder vroeg, of Lina overtuigd was.
.Ta, ja zoo doet men 't altijd'"
Liua!" Dat heb je niet uit je zelf.
Liua kreeg een kleur. Nu wilt u mij natuur
lijk verloochenen," mompelde zij onduidelijk.
Juffrouw Evi had haar begrepen. Zij zwteg als
voor een noodlot, dat niet, af te wendeu was.
Dien avoud was Lina verdwenen. Zij had
met den Austraiiër de stad verlaten.
Juffrouw Evi leefde nog eenige jaren. Zel
den doodt de smart den mensch met n enkelen,
hevigen slag. Meestal boort zij verraderlijk in
stilte, tot zij eene zwakke plaats vindt, van
waar uit zij aan het leveu knaagt. Dan duurt het
niet lang meer, eu dan zegt men, dat die mensch
aau deze of gene ziekte gestorven is.