Historisch Archief 1877-1940
No 1040
DE AMSTERDAMMEK WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Boek en Tijdschrift.
De Eoolutw van den Kosmos. Amsterdam,
W. Versluys).
«Luistert Gij, Zonen der Aarde, naar Uwe
Onderrichters de Zonen des Vuurs (en
des Oliekoeks). Verneemt, dat er negeerste,
noch laatste beïtaat, want alles is Eén Getal,
van gén Getal uitgegaan.
Verneemt wat wij, die van de Primordiale
Zeven afstammen (Zie maar na in het
Rundvee-Stamboek), die zyn geboren uit de pri
mordiale Vlam, van onze Vaders hebben
geleerd".
Het theosophische boekje, waarin zooveel
verhevens wordt aangekondigd, is een vertaling
der Stanza's van Dzyan. Het mag misschien wat
waard zijn voor philologen of philosophen, die
zelfs uit deze barre fantastery eenige waarheid
op kunnen duiken, voor mystieke warhoofden,
buddistische schemerlingen is het uiterst nadeelig,
tenminste als ze hun greintje gezond verstand
nog willen bewaren. Het is half dichterlijk, half
theologisch gefemel en zoo'n product wordt
verhonderdvoudigd door de druk, in een tyd dat
er juist zooveel behoefte is aan zonheldere logica.
Nog een staaltje:
»De Duisternis werpt Lichtstralen uit, en het
Licht laat vallen een Eenzame Straal in de
Wateren, in de Moeder-Diepte. De straal schiet
door het maagdelyk Ei, de straal doet het
Eeuwige Ei trillen en laten vallen de
nietEeuwige Kiem, welke zich in het Wereld-Ei
verdicht".
Misschien was de oorspronkelijke acteur wel
de Wereld-Kip.
Nog zoo iets:
»De Drie vallen in de Vier. De schitterende
Essentie wordt Zeven van binnen, Zeven van
buiten. Het schitterende Ei (Hiranyagarbha .. .
een bekend adres), dat in zich zelf Drie is,
wordt gestremd (om er een ommelette th
osofique van te maken) en verspreidt zich in melk
wit stremsel door de Diepten van de Ruimte, de
Wortel, welke groeit in de Afgronden van den
Oceaan des Levens."
Als men overal de holle woorden: Kosmos,
Ei, Oneindig, Eeuwig, Heelal, Zonnestelsels, kalm
doorschrapt, vliegt de opgeblazen rhetorica zelfs
zonder knal uitelkaar.
In het Errata, het best verstaanbare fragment
uit dit diepzinnig getob over niets, worden eenige
drukfouten vermeld. 't Is jammer, maar er is
vergeten, dat de grootste drukfout het drukken
van het boekje zelf is.
La Revue de Paris.
Het nieuwe boek van Ban os met den
eigenaardigen naam: Le Roman de l'energie nationale
is het zeer bizondere van het jongste nommer.
In het werk wordt nu juist niet zoozeer geklaagd
over verslapping van den algemeenen wil, waar
in onzen tijd van overhaasting, overspanning,
overlading al zooveel gesproken is, maar voor
namelijk over de geheel nuttelooze aanwending
van energie in verkeerde richting.
De sujetten van den romancier zyn een aantal
jongelieden, die worden opgeleid in een werkkring
allerminst voor hen geschikt. Ze kunnen daar
door niet tot hun bestemming komen en hebben
dan ook overeenkomst met den grootschen
plannenmaker, den niets doenden Peer Gynt.
In tegenstelling met de groote massa andere
romans, is in dit boek geen sprake van een
liefdesgeschiedenis; er komt in dit deel zelfs geen
enkele vrouw. Het is't koude, maar merkwaardige
relaas van de verhouding tusschen een troepje
scholieren en hun meester, van den
overheer
llJlllllimillimii nu mu iimimuii intimi
7de Jaargang. 30 Mei 1897.
Redacteur: RUD. J. LOMAX.
Adres : Stonehaven Streatham Londen S. W.
Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek
betreffende, aan bovenstaand adres te richten.
HimiiiiiiiMiiiiiMMHiiimiiillMiiimiiiiiimmi
llmiiiniliiMMimiiii
CORRESPONDENTIE.
J. W. te K. te B. Excuseer 't verzuim. Alles in
goede orde ontvangen. Hartelijk gegroet.
X. te A. Verzoeke beleefd Weekblad van a s. Zondag
te zendea aan Ch. Chevet, Hotel Cheval noir", Prag.
Van Moritz Ehrenstein, te Boedapest.
Vervaardigd voor den oen Internationalen
probl.wedstrijd in dit blad.
Sfo. 383. Mat in drie (H) zetten.
abcde fg h
"Wit: K b8, D c6, P d5 en dG; c2 en h2 = G.
Zwart: K e5, R f6, P a.'i; e.f, f7 en h5 6.
Oplossing van no. 381 (Kondelik)
l P c5 enz.
Opgelost door C. Kockelkorn, Keulen (3); C. T. v.
Ham, Kralingsche Veer (1); Zier, 's Hage (2); B. v.
Krimpen, Rotterdam (Vk); H. Mendes da Costa, Am
sterdam (2); W. H. v. d. Goot, Harich (2l/a); W.
Albregts, Amsterdam (2); W. Beekhuis, Groningen; R.
S. Schortinghuis, Finsterwold (3).
schenden invloed die de school heeft op hun
denkwyze en geheele bestaan. De opvoeder is
een streng republikein en star Kantiaan. Hy
vormt zyn verschillende typen van lycéens naar
valsche leerstellingen, hy ontwikkelt ze niet elk
naar hun speciale aanleg en wil; ze moeten zich
wringen in een would-be, alleenzaligmakende
Kantiaansche moraal. Boven het begrip vader
land behooren ze o.a. verheven te zijn. Alles
dient opgeofferd te worden aan den Staat, leeren
ze. De meester, zelf een dupe van dwalingen,
lykt een soort civiel sergeant-instructeur, die
geen individuen wil vormen, maar een reeks
gelyksoortige uurwerken.
Birris vertelt daarna de familiegeschiedenissen
van de leerlingen, de toekomstige Déracinés, en
ook van hun leeraar. Hij verklaart in die his
torie hoe het karakter der voorouders is over
gegaan op de kinderen, die zich met geweld ruk
ken uit de omgeving waarin ze eigenlijk hooren,
om dan in Parijs nergens voor te slagen.
We zijn nieuwsgierig hoe de jonge
menschstammen eindelijk geheel zullen ontwortelen.
Ondanks den klaren, eenvoudigen stijl is deze
zuiver psychologische roman moeielijk te volgen,
omdat het een saamgedrongen analyse is van een
heele groep personen, die natuurlyk elk hun beurt
moeten hebben.
't Boek zal wel eindigen met een pleidooi tegen
het tatisme, het geloof in den eeuwigen duur
van den staat als natuurlijke en nationale bond
en een verdediging worden van het federalisme,
zooals het gevonden wordt by' Herbert Spencer
b.v. Ook zal het meer als vernuftig ideeënboek
dan als impressionistische roman waarde krijgen.
In la Fin d'une Légende wordt voor den
zooveelsten maal het lijden van de Musset en George
Sand besproken door S. Rocheblave. In het slot
van zijn gedocumenteerde studie is iets van de
romantische melancholie der verzen van den
dichter:
»Wees er zeker van, dat in de kalme nachten
de sombere iep van Nohant en de bleeke wilg
van Père-Lachaise buigen, van zelf naar elkaar,
en dat, ondanks den afstand, n streelende zoelte
ze kust, die broederlijke woorden suizelt in hunne
bladeren".
AndréChevillon besluit zyn soms heetgekleurde,
dan weer grafzwarte schetsen uit het grensge
bied van het Rijk des Doods: Egypte. In zijn
reis naar Tlicbes verhaalt hij van de overweldi
gend despotiek gestyleerde inscripties, die de
glorie vereeuwigen der Pharaonen en hunne va
deren: de starre, dierkoppige goden.
Hier volgt een enkele dithyrambe op Ramses
III, die in kracht aan een kolossaal afgodsbeeld
herinnert:
»Kapour, die gekomen was om hulde te eischen,
wierp zijn wapenen weg en zijn troepen deden
als hij. Een smekenden kreet hief bij ten hemel.
Maar zijne Majesteit viel op zijn hoofd als een
berg van graniet; zij verpletterde hen en
doorkneedde de aarde met hun bloed als water; hun
leger werd vermoord, vermoord hunne soldaten.
Men overweldigde hen, men sloeg ze. de armen ge
boeid onder de voeten van zijne Majesteit. De
koning geleek op Menthou. Zijn zegevierende
voeten drukten op het hoofd van den vijand. De
aanvoerders, die voor hem stonden, werden ge
slagen en in zijn vuist gehouden. Zijn gedachten
waren verheugd, want zijn heldendaden werden
volbracht".
In een donkerblauwen en helzilveren droom
van Egyptische nacht, doorwuifd en doorsuizeld
van hooge palmen die slank wanken, wanken
voor de ontzaglijke gevaarten dezer bergzware
bouwkunst, eindigt de prachtige reisimpressie.
De aflevering, als geheel, is bizonder uit
muntend. F. R.
Patriotten-lyriet
iiiiimiiiniiiiiiin
Beoordeelingen (uo. 381).
Ein geschiclit componirtes und sehr gefalliges Stück.
C. Kockelkorn.
Slechts céne volkomen zuivere matstellmg. 't Pro
bleem biedt niets bijzonders en komt mij niet sober
genoeg bewerkt voor. De matstellingen met de dame
of den raadsheer op de diagonaal al h8 zijn niet mooi.
C. T. v. Ham.
UIT DE SCHAAKWERELD.
Op 30 Mei houdt 'c liotterd. Schaakgen. in 't Lees
kabinet eeu massa kamp met de Leidsche Schaakver.
Morphy". De uitslag van den (doorloopenden) op
schrijf-wedstrijd is als volgt:
Ie prijs de heer v. Woclderen met 22 '2 punten.
2e Francois 22
3e Güppertz 20 3
uit den Correspondentiewedstrijd groep A No. 3.
SPAANSCHE PARTIJ.
Wit.
C. T. v. Ham,
Kralingsche Veer.
l e4 e5
2 P f3 P <?«
3 R 1>5 R C3
Deze verdediging wordt
algemeen voor minder
sterk gehouden dan
3-P tij of 3?a6.
4 c3 f5
Zwart.
Jhr. Dr. D. v. Foreest,
Oosthuizen.
11 P e2
Wit wilde voor het
eindspel twee
llaadshecren tegen twee Paarden
vermijden.
11 B fa!
Dit pionolïer is correct.
Op 12 D b": zou kunnen
volgen T d8 13 D eü:
Dezevoortzettingwordt K f8, dreigend K h2 :'f,
zelden gevolgd. In ieder
geval schijnen de auteurs
er zich weinig mede bezig
gehouden te hebhen. De
voornaamst ?? geven 5 d3
als beste voortzetting aan.
De voortzetting uit den
tekst lijkt mij echter
sterker.
B H c6:
6 P e5:
7 0-0
8 d4
9 D b3!
Zwart is
waardoor l* <:('! zou ver
loren gaan, bv 11 D ba
of D c4, K dli: en 15
D d3: kan niet volgen
om U h2: f.
12 T el f P e7
13 P e4 II e4:
14 T e4: f5
Xu 11 cl zich vrij be
wegen kan is het
pionotfer op b7, hoewel aan
,«j Zwart vele kansen op ren
6tt.J_:_en p. ate>ken aanval biedend,
niet correct, zooals uit
het vervolg blijkt en wordt
dc6:
D h4
fe4:
D f6
tot dezen
terugtocht genoodzaakt. (Jezo zet de oorzaak van
Wit komt anders met D l 7
in het voordeel.
10 P d3:
Wit is thans zeer goed
ontwikkeld.
10 R d6
het veilies der partij.
15 D b7:! K d?
Op la?D o4 : zou vol
gen 16 D a8: f K d7
(K f7) 17 D h8: D d3 :
18 H g5 en wint.
16 t»
De eenigc zet".
16 g5!
Inleiding tot een zeer
H t er k on aanval op Wit's
Konings vleugel.
17 D 116! T ag8
Dreigend g4 evenals Lij
den vorigen zet.
18 D c4 P d5
19 R e3
Om den Toren al zoo
spoedig mogelijk in het
spel te brengen. Afruil
op i-3 is voor Wit niet
te duchten.
l!) g4!
20 f4! gr3
De eeuige mogelijkheid
om den aanval vol te hou
den, die thans eehter snel
op Wit overgaat.
21 P o5! f
Waarmede afruil op e5
wordt afgedwongen en
Wit met T il l eene win
nende positie verkrijgt.
Op 21?K cM zou d«
partij door D cG:,gh2:f
K hl, ]> bG '2'.j It !>6. enz.
snel verloren gaan.
21 II eó:
22 T e5: c2!
Het beste. - In alle
andere varianten wint
Wit i-poediger, bv. 22
gli2: f 23 K hl, (D gfi,
D g-t of e21 24 T do';:!
cdf) : 25 D do: f en wint
altijd minstens de
qualiteit terug Er zijn vele
schoone varianten, bv.
22?gh2: f 23 K hl,
D g4 24 T d5: f, cd-:
25 D d5 : v K c-S 25 T dl:,
K b8, 2G J) 1>5 t. K a8
('K c8, D a6 vj 27 I) cG t,
K b8, 28 T d7::, T c8
29 D a6 en mat is niet
te voorkomen.
Hetqnaliteitsoil'er op do beslist
ook bij 21?D goot I) gi
zonder voorafgaand gh2:f;
doch op 22 D <;2! zou
na 23 T da: cd5 : 24 D d5:
K c8, 25 T dl, K bSuiet
D b5 f kunnen volgen,
omdat na K a8, D cG .f
enz. remise zou moeten
volgen, daar Zwart anders
met D dl: mat geeft.
23 hf-tf:
Wit wint nu echter een
tweede pion. 55 wart kan
noc'h den g noch den b ?
pion nemen, bv. T g3:
24 T da: cd5: 25 D d5:
K «8 (K a8, T el) 26
K f2:: en wiut, want op
T d3 volgt D aS f enz.;
op T hgS, 27Rg3: Tg:!:
28 T ei:; en op T gg8,
T dl! en zoo 23 - D b2:
24 T da: cd5: 25 D d 5:
K c8 2C D f5 t: K d8
gedw. anders T bl, 27
T dl f en wint.
23 T g6!
Weder het beste, daar
anders de qualiteit, die
Wit eerst geeft, op de
eene of andere manier
weder teruggegeven moet
worden, b v. als Zwart
23 - D e6 speelt, zou
volRon24Td5:, cd5: 25 D da:,
D dG: 26 D dG:cd6: (K dG.)
27 R d4 en wint de qua
liteit terug. Met 3 pion
nen meer moet Wit dan
winnen.
Met den tekstzet moet
Zwart tevens het dreigend
T dl pareeren.
24 f:.! P e3:
25 T e3: T d6
D f5: gaat niet om
D d4: -f.
26 I) g4
Na is de partij voor
Zwart reddeloos verloren.
Hoewel Zwart zich ver
der uitstekend verdedigt
is er geene kans meer
voor hem. Kr dreigt nu
f G r, terwijl op D b2:
volgt D g" -j- en wint.
26 K c8!
27 f6 f K b?
28 D b4 f K c8
Op 28?K a8 volgt
eveneens f7 en wint bv.
Toen in den Franschen tijd de keurvorst van
Hessen was verjaagd en het vorstendom was ge
komen onder den scepter van »König Lustik"
(Jérönae Bonaparte), werd 's konings gemalin, eene
prinses van Wurtemberg, in de Universiteitsstad
Marburg ontvangen door een aantal in het wit
gekleede eerejufferen, die haar het volgende
schoone gedicht aanboden:
F i' o li c. F] tn |> f i n d u n g e a
bey
der begliickenden Anknnft Ihrer Königliehen Majcstiit
F1 r i d e r i c a C a t h a r i n a S o p h i a D o r o t h e a
Ke^iei'cuden Künigin vou Westplialen,
Geborenen Königliehen lYiuzcssin von A\ nrtemberg,
in
t'efstei' Untertlümigkeit gewidmct
vuu
eiuigen liurgerstochlern Mai'biu'gs.
Marburg.
Soy mis gegriiszt, o KOEXIG IN! uimin Liche,
Niinin Huldigung vou Miirbnrgs Tüehtei'n hiu
Xirnin inisern Grusz, ihn beat ein treuei' Sinn,
Fiu''s Viitcrland bcscclet ihn die Liebc.
Wer war' es auch, der hier zuriiek wohl bliebe,
Vei'schmiihend dieses heilagen Tags Gcwinn,
Wo dich zu sehu, erhab'ne KOFXIG1X,
Eiu jedcs Herz erfiillt mit heiszem Triebe ?
A'on allen Jnngfraii'n sind wil' heut beueidet,
Die vou dein F\-sle die Eutferniing scheidet.
Wie Kindei' oft nach ihrer Alutter frageu
So zogen wir nach DIR Ei'kund'gimïein.
Wie oft nicht tauscliet dei' Geruchte Schcin,
Wenn sie des Herzens heiszem Wunsch behag 'n r
Fast mochten, l/ang E r s e h n t e ! wir es wagen
Von uno'rer Vngeduld die lange l'ein, ?
Wie laug schon uns're Selmsueht liarret Dein
Zu Deinen Füsseu, KOEXIGIX ! zu klagen,
Weiiu diesi'i' Tag. so reich uu i.ust und Freudeu, j
ns noch gedenken lic^s vei'gung'ner Leiden,
O Viterlaml ! crhürt ist nun dein Flehen.
Oein Koiiig Iritt in sciue llen'schal't ein:
l'ns allen Kt dein Jubel heul gcmein ;
Da wil' die KOKNIG1X in uns'rer Mille sehen.
Wir diirfeii uns're Liebe ihr gestellen.
l'n d wünseheii was der Uiininel kann verleili'n
Fiir ihres Siumniea Secgeu und Gcdcih'n,
Des Königliehen llauses Wohlergehen !
Rs blühe lanu'; o Ziikunt't voll Entzü(^ken !
Es bliihe i'wig, glüeklich im Hegliieken !
Jéröme verdween; de keurvorstelijke familie
kwam terug en werd natuurlijk met innige vreugde
ontvangen en bejubeld. De eerejufferen werden
moeders en grootmoeders, ...en toen was het weder
met de heerlijkheid der keurvorsten gedaan. Mar
burg werd Pruisisch, en op 15 Augustus deed
koning Wilhelm zijn intocht in de stad van de
Heilige Elisabeth. Weder kwamen de juffertjes
in 't wit, en weder boden zij een gedicht aan.
Het luidde aldus :
Seiner Majestiïl
uuserem
Allergnüdigsteii Koiiig
atn 15. August 1SG7
\ on
^larburgs Jinigfrinien
in allerliefste!' Ehrfurcht iiherreiclil.
Sei mis gegni.-st, o KOEX1S ! niinin die I/iebc.
Xiiiiin lliihligiing vou Marhurgs Tuehun'ii liin,
Xiinni iinsevn (iniss, iliti beut ein tretier Siun,
Fiii's Vali'i'land beseeht ihn die I.iebe.
Wer uiir' es aueh. der hief zui'iiek wohl hliebe,
\Ver \\ullte d'eses Ta'^es (iliiek versehmiih'n :
Erhabner KOFA1G WILIIKT.M. Dieh zu seh'n
Was jedca Ilerz erfnllt mit heissem Triebe?
A un ailen Jilngt'ran'n sind wir heut Ixmeidel,
Die vou dein Fesie die Eiitferimng scheidel.
Wie Kinder oft nach ilirem Vater fragen,
So zogen w ir nach Dir Erkun'l'gnng ein,
Wie oft nicht tauscliet der Geruchte Sclieiu.
Wenn fie des Herzens heissem Wunsch behagen !
Fa.-t mochten, lang Ersehnter ! wir es wagen
\ on uns'i'ei' Ungeduld die lange Pein,
Wie lang sclion uns're Sehnsucht liarret Dein
Zn Deinen Füssen, hoher Fiirst, zu klagen,
Wenn diesel' Tag, so rcich an Luft und Freuden,
l ns noch gedenken liess vergaiig'nei' Leiden.
O Yndei'stadt! ei'hürt ist nun dein Flehen,
Dein Kó'nig trilt in deinc Niilie ein ;
Vns allen grosser Jubel ist gemcin ;
Da wir, o KOEXIG. Dii-li in uns'rer Mitte selien.
AVir diirlVu uns're I.iebe Dir. gestellen.
l'ml wünschen was der Ilimmel kanu verlcih'u
l iir Deines Stammes Segen und fiedeih'n,
Pes k n i g l i c h c n Hnuses Wohlergeheit !
Es bliihe lang o Zukuuft voll Entziicken!
Es bliihc ewig, gliicklicji im ISegliieken !
Het gedicht verdiend bewaard te worden, omdat
het later nog wel eens te pas kan komen. Daarom
drukken wij het hier af. Maar wie er een bewijs
aan wil ontleenen voor de continuïteit van
monarchistische gevoelens, die maken wy opmerkzaam,
dat »o Prasident" met het rhythmas even goed
uitkomt als »o Kó'nigin". De Marburgers hebben
zich klaarblijkelijk op alle eventualiteiten ge
wapend.
Rectificatie Van Eeden's Lioba.
Een lezeres, oplettender dan ik, maakt me
attent erop dat niet, zooals ik geschreven heb,
Fastrade en Lioba met het schip waarop Haralds
lijk brandt, varen naar het Sint-Ursullengesticht
te Utrecht, maar dat terwijl alleen Fastrade
veroordeeld is daar heen te gaan, Lioba met het
schip en haar echtgenoot in zee verbrandt.
Het spreekt vanzelf dat dit veel beter is, daar
dit verbranden de trouw die het onderwerp van
het drama is, op het hoogste symboliseert; en
het is werkelijk onnoozel dat ik mij in het weer
geven van een zóó gewichtig onderdeel zoo heb
vergist. AT.KEUT VEUWEY.
Boekverkooping.
Bij de firma Burgersdijk & Niermans te Leiden,
wordt een belangrijke boekverkooping aangekon
digd. In den loop der maand Juni zal' aldaar
onder den hamer komen de uitgebreide en kost
bare bibliotheek van wijlen Dr. J. van Vloten,
in leven Iloogleeraar in de Ned. letteren te
Deventer. Hoewel de Iloogleeraar reeds in 1H8JJ
is overleden, is de bibliotheek door de familie
tot lieden aangehouden. De catalogus bevat te
vens de rechtsgeleerde bibliotheek van wijlen Mr.
N. A. Xeeb, lid van de Provinciale Staten en
Advocaat te Leiden, en veel belangrijks op het
gebied der natuur- en geneeskunde, waarbij zeld
zame en kostbare werken van binnen- en
buitenlandsche tijdschriften. De herkomst der biblio
theken geven een voldoenden waarborg voor den
inhoud van den catalogus. Wij twijfelen dan ook
niet of deze veiling zal zoowel in het
binnenals buitenland veler belangstelling trekken.
Inhoud van Tijdschriften.
F.iycn lliiiird Xo. 22. Leden van I. C. A., door
Fiore della Xeve. I. Mevr. Theo Frenkel,
door Mr. J. Kalft' Jr., met portret en afbeeldin
gen. De Baliërs en hun tempels, door J. F. L.
de Balbian Verster, met afbeeldingen. (!~>lot.~) -??
Bentheim, met afbeeldingen. (Slot.) Verschei
denheid. Feuilleton.
CORRESPONDENTIE.
Boegwana wordt verzocht zijn naam aan de
Redactie optegeven.
29 f7, T h(18 30 T e8,
T dl i-, 31 Kh2; of 29
T hbS, 30 T e8 T dd8,
SITdS:, T d8: 32 f8 D:
op 28?K aG volgt 29
T e5, T d5 (T dl f, K h2)
30 T d5:, cd5: 31 f7,
D fa 32 T fl en wint.
2i> f7 D g6
Op 29?T dd8 volgt
:10 T ael en wint.
30 T fl T f'8
31 T e7!
Zwart kan zich niet
meer roeren. De D kan
de diagonaal e8 ha niet
verlaten om T e8: op
T dd8 volgt 32 D f4,
T d7 (zoo T dG, 33 T fel;
zoo :!2?DdG: 33 DdG:,
T dG: (cd6: T a7:) 34
T eB -;-, T dd8 35 T f 8 :,
T f s: 3öT f4 en wint)
33 T d7: Kd7:34Df5f
D f a : iK 3Q mat in 3
zetten of D verlies) 35
T f 5: K eö36 T aó,
T f": 37 T a7: en moet
f j
f !
winnen.
31
D h5!
D gr»
K d7
:!3 T e8 f
34 D ei!
Zwart is gedwongen f
te geven. Op een
af\vachtingszet bv. aG zou vol
gen 35 T f8: D e5 f,
36 K h2, T h6f, 37 K g:!,
D f8: 38 D f5 f T e6
(K ds 39 T dl v T dfl
40 T el en wint; K e7
39 T el en'.) 39 T cl,
D d6 t il) K. h3 (K h4,
D h2 f, K g5, h6 f) en
wint door afruil op e6
en f8 D.
34 D c5
35 K h2 T ho
36 K g3 D d«
Gedwongen; anders
steeds mat in enkele zet
ten. Wit dwingt nu
eehter tot afruil der Da
mes; terwijl het eindspel
zeker voor Wit gewonnen
is met 2 pionnen meer
en den vrijen f pion.
37 D e5 D e5:
3S T c5: T e6
Zwart wint hierdoor
zeker den f-pion, doch
vermag daarmede zijn
spel niet te redden.
39 T e6: K c6:
10 K hi T f7 :
41 T f7: K f7:
42 K h5 K f (J
43 K h6
Hier kan Wit gerust
opgeven. Het is toch
duidelijk dat Zwart eerst
do beide g- pions moet
opruimen, waardoor Wit
gelegenheid krijgt de pi
ons aan den D-vleugel
te bemachtigen. Zwart
komt voer datzelfde doel
te laat.
43 c5
44 K h7: K g5
45 K g-7 K «4;
46 K f7 K gr3
47 K e7 K g2;
48 K d7 K f2
4!) K c7: K e2
50 K b7 ubaiid.
Op 50 K d 2 volgt 51
K a7: K el: 52 K b6,
K b2: 53 K c5: K c3:
54 a4 en wint.