Historisch Archief 1877-1940
No. 1042
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
DAMEjS.
De Vronw en de KiesYereeiginp.
De Vrouw en de Kiesvereenigingen,
dit opsehrift brengt bet artikel van mejuffrouw
Alberdingk Thijm in 't nummer van 9 Mei in
herinnering (De Vrouw en de Verkiezingen)
en is doo' mij gekozen, omdat ik iets op het bart
heb naar aanleiding van haar: »lk weet ook niet
waarvoor wij vrouwen, net zoo goed als schaak
club of theekransje, niet onderling vrouwelijke
verkiezingsclubs zouden hebben, waar besproken
zou worden welke vertegenwoordigers het beste
de vrouwen- en kinderbelangen zouden weten te
verdedigen, en waar wij ons verbonden, niet onze
stem, (want die hebben wij niet) maar onzen in
vloed te gebruiken om DE MANNEN te doen ver
kiezen. Bestaan die clubs misschien en zijn ze mij
slechts onbekend?"
Neen, politieke clubs gelijk aan theekransjes"
zijn er niet. Waren ze er, hun bestaan kon den
pioniersters, die voortdurend op den uitkijk staan,
om te zien, wat er in de vrouwenwereld voorvalt,
moeilijk ten eenenmale ontgaan wezen. Behalve
de bekende feministen zullen er wel vrouwen zijn,
die nu en dan met elkaar over politieke vraag
stukken van gedachten wisselen, maar clubs d. i.
vereenigingen met leden, gebonden aan statuten
en verordeningen, op gezette tijden samenkomend
om politieke vraagstukken te behandelen, zijii er
niet, tenzij men hierbij wil denken aan de officieel
gesanctioneerde Vereeniging voor Vrouwen
kiesrecht met haar vele vertakkingen. Deze
vereeniging, die beweert, dat kiesreo\A de eenige
solide bazis is van wettelijk recht, waarvoor de
dezer dagen tot stand gekomen arbeidswetten een
nieuw bewijs leveren, kan mejuffrouw Alberdingk
Thijm niet onbekend zijn; zij bedoeld dus iets
anders met haar ,clubs."
Bestaan er al geen vrouwelijke kiesvereenigingen,
die op dit oogenblik ook tamelijk doelloos zouden
zijn, sedert kort bestaat iets anders, naar mij
voorkomt, iets beters.
In enkele groote gemeenten zijn vrouwen lid
geworden van mannen-kiesvereenigingen. Die zaak
is heel eenvoudig in zijn werk gegaan, te Amster
dam b. v. als volgt:
De vrijzinnige kiesvereeniging » Vooruitgang"
hield enkele weken geleden een openbare vergadering
met den heer Goeman Borgesius als spreker. De
presidente van het hoofdbestuur der Vereeniging
TOOT Vrouwenkiesrecht verzocht het bestuur
der kiesvereeniging haar toegang tot die vergadering
te verleenen trouwens niet in genoemde kwali
teit, maar als particulier persoon. Het verzoek
werd gereedelijk ingewilligd, en zij was ter plaatse.
Uit de rede van den spreker bleek, dat hij geen
flauw begrip had (of heeft) van de belangrijkheid
der vrouwenkwestie voor maatschappij en samen
leving. In het debat wees de genoodigde hem op
die tekortkoming, dwaling, vergrijp hoe zal ik
het noemen? Zij sprak met zooveel overtuiging
en gloed en daarbij met zooveel waardige be
zadigdheid, dat haar woorden luiden bijval wekten.
Overtuigd, dat de mannen der liberale richting
hoog genoeg staan om te begeeren, ja te eischen,
dat er rechtvaardigheid gepleegd worde ten op
zichte der vrouwen, maar het oog der meesten
gesloten is voor de grove onbillijkheden haar
aangedaan, hoofdzakelijk als gevolg van hun ver
keerde opvoeding van jongs af en gemis aan ge
legenheid tot gedachtenwisseling met vrouwen,
die vrouw willen zijn in de schoonste beteekenis
van het woord, gaf de genoodigde den wensch te
kennen voortaan niet als gast, maar als lid de
vergaderingen en bijeenkomsten te kunnen be
zoeken. Hoewel nog nooit iemand aan de moge
lijkheid van een dergelijk verzoek had gedacht,
en zelfs in strijd met art. 5 der statuten, werd
zonder slag of stoot allen vrouwen te Amsterdam
gelegenheid gegeven als lid tot deze kiesvereeniging
toe te treden, die 50 cents als jaarlijksclie minimum
contributie heeft gesteld. Enkelen hebben zich
gehaast het goede voorbeeld te volgen.
Wenschelijk is, dat thans tot alle Nederlandsche
kiesvereenigingen, van welke kleur ook, vrouwen
die haar na staan, het verzoek richten om als lid
te worden toegelaten. Wie het haar weigeren,
brandmerken zich zelf, naar haar schatting. Daar.
door toch zullen de vrouwen positief weten, dat
haar candidaten geen belijdenis werd afgenomen
betreffende: leerplicht, verbetering der volksschool,
ouderlijke macht, onderzoek naar 't vaderschap,
prostitutie, drankmisbruikbestrijding,
scheidsreehterlijke beslechting van politieke kwesties om van
vrouwenkiesrecht niet eens te gewagen vraag
stukken, welke allen denkenden vrouwen der
meest uiteeuloopende richtingen zoo na aan het
harte liggen. Die candidaten zullen dus nooit door
der vrouwen moreel en invloed waarschijnlijk
iog zoo gering niet, hoewel hij in het belang yan
't algemeen vervangen dient door wettelijken
lid worden van den Raad van Honderd; zij zullen
haar uiterste best doen om ze uit de Tweede
Kamer te houden.
Hoe kunnen vrouwen invloed uitoefenen op de
algemeene opinie?
Op tweederlei wijze. Ten eerste: in haar
huiselijken en maatschappelijken kring door voorbeeld
en door woord. Laten wij, vrouwen, ons ernstig
voornemen en ons streng aan dat voornemen houdeni
om ons nooit te belasten met een taak, waartoe
wij gevoelen, hoezeer wij ons mogen inspannen,
niet berekend te zijn. omdat ze buiten onze sfeer
ligt; al wat wij aanvaarden, moeten wij absoluut
goed willen volbrengen; laten wij daarvan geen
haar breed afwijken dan maken onze daden
indruk, wekt onze persoon eerbied, en zullen onze
woorden, gloed bijgezet door kracht van overtui
ging, geleidelijk, zij het ook niet altijd snel,
ruimen ingang vinden. De moeder, die zich een
model-moeder betoont, de arbeidster, de nering
doende, de geëmployeerde, de onderwijzeres, ja
allen, welke haar ziel leggen in haar werk, zullen
medelijden wekken, wanneer zij er op wijzen
wettelijk levenslang onmondig te blijven; wat
verstand en ontwikkeling betreft niet wat haar
belasting opbrengend vermogen aangaat lager
geschat te worden dan de ruwste poldergast. en
zij zullen bij de hoogstaande mannen medewerking
vinden om in onze rechtsbegrippen, als uit de
voorwereld, verandering te brengen.
Ten tweede: Door lid eener kiesvereeniging te
worden, en dan getrouw de vergaderingen bij te
wonen; alle zonder onderscheid, doch vooral de
huishoudelijke. Deze zijn om dubbele reden het
gewichtigst; n omdat bij het opwerpen van iets
betrekkelijk nieuws in kleinen kring meer kans
bestaat blijvend te overtuigen, wanneer het,
waarom wordt uiteengezet, n dewijl slechts in
huishoudelijke vergaderingen belangrijke onder
werpen als candidaat-bespreking, 't al of niet
initiatief nemen tot het zenden van een adres aan
Gemeenteraad of Kamer enz. ter tafel worden ge
bracht. Daarop invloed uitoefenen kan van groote
beteekenis wezen; daarop trachten invloed uit te
oefenen is van beteekenis, dus de plicht van iedere
hooggestemde vrouw, die gelegenheid heeft dezen
plicht te vervullen, zonder verzaking van een nog
hoogeren.
Amst,. Mei '97 ELISE A. HAIGHTOÏI.
immuun iiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiNimmimiiiiiiimiiiiimiiiitii
Dameshoeden in den schouwburg.
Zomermode. Reclame. Oude dames.
Te Cambridge. School voor moeders.
Recepten.
In Amerika wordt de zaak der dameshoeden
in den schouwburg hier en daar bij de wet ge
regeld. De afgevaardigde Koster heeft aan het
wetgevend lichaam in den staat New-York een
ontwerp aangeboden omtrent hoeden en kapsels;
de discussiën zyn heftig geweest en de voorsteller
moest zijn ontwerp herhaaldelijk verdedigen. De
afgevaardigde Roch stelde voor dat de heer Koster,
wanneer zijn wetsontwerp werd aangenomen, aan
alle vrouwen een hoed naar zijn model moest cadeau
doen;de afgevaardigde Maget wenschte de regeling
nu men er eenmaal aan bezig was ook tot de
dofmouwen en het corset uit te strekken. Zijn
amendement intusschen is niet aangenomen, wel
met 81 tegen 47 stemmen het ontwerp-Koster,
aldus luidende: Jeder die, in schouwburg, con
certgebouw of andere publieke plaats gezeten,
een zoo grooten hoed draagt, dat het gezicht der
achter haar zittenden er door belemmerd wordt,
en, na formeel verzoek, weigert den hoed af te
zetten, zal voor iedere overtreding vijf dollars
boete verbeuren, ten voordeele van den klager."
* *
?K
De groote neerslachtigheid, die het Parysche
seizoen in zy'n volheid getroffen had, begint weer
te wyken. Het is waar, een paar honderd uit
gaande families zrjn door rouw getroffen, en tien
maal zooveel dragen rouw of bly ven thuis omdat
zy willen doorgaan voor familie of goede vrienden
van de getroffenen, maar het leven hervat zy'n
loop. By' de groote dagen, Auteuil, de Grand
Steeple, de Grande course des Haies, de Journée
des drags en den Grand Prix de Paris, zal het
verschil niet te merken zyn.
Blykbaar verwacht men een warmen zomer, alles
is dun en teer, gaas, neteldoek, kant, hortensia,
linon, en de kleuren zyn even licht, wit, wolk
achtig rose, bleek lichtblauw, schaduwachtig
mauve, alles smeltend en zacht. Ook is er veel
dat niet zoo licht lukt en toch licht is; eene
soort van bleekbeige canevas a jour, met wit
satyn opgemaakt, eene soort van gris-perle, met
wit ceintuur, zullen zeer gedistingeerd zijn. Witte
zy'de, wit fluweel, wit saty'n, als versiering zullen
het karakteristieke van dezen zomer zijn.
De groote hoeden met reusachtige versieringen
in bonte kleuren, de vertooningen van enkel rood
of enkel groen, zy'n zoo plotseling algemeen ge
worden, dat vrouwen van smaak al spoedig wat
anders zuilen kiezen. Toch is er nog niet veel
anders; eene uitkomst is het, dat voor velen de
heele zomer een aaneenschakeling van fietsen,
tennissen en andere sport is, zoodat het kleine
coquette eenvoudige hoedje, schynbaar zonder
eenige pretentie en zoo goed kleedend, bijna
permanent gedragen kan worden.
***
Een wel wat onbescheiden en ongepaste reclame
werd dezer dagen in een Parysch blad toegepast.
Het was by' een »grand mariage"; twee namen,
de een van kruisvaardersadel, de ander van
een keizerlijken held, werden verbonden ; de
beschryving der plechtigheid vulde kolommen in de
mondaine bladen. In een dezer volgde op de beschrij
ving der kerk en van den stoet: »0e hertog geleidde
zy'n dochter, die vol gratie het wit satijnen bruids
kleed droeg, met corsage van tulle, geheel bedekt
door een prachtigen sluier van point d'Alen(;on.
Men merkte de aristocratische houding en de slanke
taille der bruid op, gevat in een corset van Mad.
X... wier ateliers door alle dames der groote
wereld begunstigd worden, omdat ze zeker zijn
er comfort en hygiëne te vinden." Te vertellen
welk corset eene bruid draagt, wier naam men
voluit in de couranten zet, is zeker al heel
onkiesch.
Een niet minder krasse reclame verzon dezer
dagen een dameskleermaker te Londen. Hij echter
speculeerde juist op de kieschheid zijner cliënten
en verklaarde dat de stoffen door hem gebruikt
de dames beveiligden voor de «onbescheiden ont
hullingen der Röntgen-stralen". Wanneer dit
waar was, moesten de stoffen van metaal ge
maakt zijn.
* **
In Engeland hebben altoos zooals trouwens
volgens de historie in de meeste landen oude
vrouwen grooten invloed uitgeoefend. Nu weer
worden naar aanleiding van koningin Victoria's
jubilee, de namen van een aantal oude dames
genoemd, die of in de »society", of zelfs op de
politiek invloed uitoefenen, om niet te spreken
van al de dames van leeftyd die de litteratuur
beheerschen. Het middelpunt van een geachten
kring vormt lady Louisa Tighe, die als kind
meedanste op het bal vóór den slag van Waterloo,
dat Byron in Chüde Harold vermeldt:
There was a sound of revelry by night
And Belgium's capital had gather'd then
Her Beauty and her Chivalry, and bright
The laraps shone o'er fair women and brave men...
Lady Tighe is nu drie en negentig jaar; en
voelt zich nog volkomen frisch en gezond. Zij
herinnert zich Wellington en de fanfare, die het
bal stoorde.
Ah! then and there was hurrying to and fro,
And gathering tears, and tremblings of distress,
And cheeks all pale, which but an hour ago
Blush'd at the praise of their own loveliness...
Het historische bal had plaats ten huize van
haar eigen vader, den hertog van Richmond, te
Brussel; anders was zij er ook waarschynlyk
zoo jong niet by tegenwoordig geweest. In 1828
trouwde zij met kolonel Tighe; hij stierf in 1878,
en de oude dame is merkwaardig jong gebleven;
haar handschrift gelijkt nog op dat van een jong
meisje.
Als oude vrouw van bescheiden, maar zeer
stelligen politieken invloed geldt Catharina, mevr.
Gladstone. Zy is de dochter van sir Stephen
Glynnes, bezitter van Hawarden Castle en andere
groote landgoederen; het nu beroemde slot in
Flintshire, waar de »grand old man" hout hakt.
heeft zij hem aangebracht. Gladstone en zijne
vrouw zijn op 25 Juli 1839 getrouwd, ongeveer
een half jaar vóór de koningin; mrs. Gladstone
is in de tachtig.
Eene andere dame van veel invloed is de
hertogin van Cleveland, de moeder van den
gevierden lord Rosebery; zij is diep in de tachtig
maar zeer jeugdig, kleedt zich gaarne in het wit,
is eene onvermoeide reizigater en heeft hare
kennissen en vrienden onder de hooge aristocratie
van alle landen. Zy' is bezig nu toebereidselen
te maken voor eene Afrikaansche reis; er wordt
niet bij verteld of zy op de drawing-rooms van
keizerin Taïtoe wil schitteren. Haar eerste man
was graaf Rosebery's vader, lord Dalmany; haar
tweede de hertog van Cleveland.
Lady Burdett-Coutts, barones Angelina, bekend
door haar ry'kdom en haar weldadigheid, is de
dochter van sir Frances Burdett; na den dood
van de hertogin van St. Albans, de weduwe van
haar grootvader, aanvaardde zy het reusachtig
erfgoed der Coutts en voegde den naam by den
haren. Zij heeft indertijd voor de armen van
Londen de som van vijf millioen in eens gegeven;
het is niet te verwonderen, dat destijds de armen
met treinenvol naar Londen toestroomden.
Een jaar jongjer dan de koningin is Florence
Nightingale, eene practische organiseerende
weldoenster. Zij is te Florence geboren, van
Engelsche ouders; men kent hare loopbaan als
ziekenverpleegster; zy stelde zich op den wensch
van den minister van oorlog, lord Herbert, aan
het hoofd van den ambulancedienst in den
Krimoorlog.
* *
De Academische senaat te Cambridge heeft
met 1713 stemmen tegen 662 aan de dames ge
weigerd een universitairen graad te behalen. De
vergadering die tot de eindstemming leidde was
zeer woelig. Tot het laatste oogenblik hebben
beide partijen hun uiterste best gedaan om de
zege te behalen; de academische jongelingschap
was hier, evenals in Frankrijk, anti-feministisch;
de stry'd om het bestaan vóór alles. Alle auto
riteiten onder de studenten hadden manifesten
uitgevaardigd; de president der roeiclub, de
kapitein der Elf, hadden geprotesteerd tegen het
denkbeeld, dat vrouwen, »zwakke schepselen
zonder biceps", zouden mogen studeeren en eene
doctorsbul ontvangen.
Toen de uitspraak bekend was, betoonden de
overwinnaars op de uitbundigste wy'ze hun
tevredenheid. Er werd gezongen, gedanst, vuur
werk afgestoken, en de professoren deden mee.
Caius college had eene inschry'ving geopend, die
625 gulden opbracht. De helft van deze som
werd besteed om vuurwerk aan te koopen voor
het geval dat de mannen zouden triomfeeren, de
andere helft werd belegd in rotte eieren, die men
naar de advokaten der vrouwen zou werpen als
deze wonnen. Het vuurwerk is nu te pas ge
komen, maar men vraagt wat de studenten van
Caius college nu wel zullen doen met 312.50
cents aan rotte eieren, waarmee ze zijn blijven
zitten.
* *
Te Milaan is eene »school voor moeders" op
gericht, lederen Zondag en Donderdag wordt
er voor getrouwde vrouwen en meisjes boven de
17 jaar kosteloos onderricht gegeven in: alge
meene gezondheidsleer, hygiëne van het kind,
grondbeginselen der opvoedkunde en familierecht.
Aardbeiengelei en confituren. Op ieder kilo
mooie rijpe aardbeien, zonder harde of groene
plekken erin, neemt men l kilo suiker. Men laat
de suiker smelten op heet vuur, met l glas water
per kilo en kookt ze a la nappe of n la grande
plwiie, (zoodat er, als men op de schuimspaan
blaast, geen blazen meer afvliegen), werpt er de
aardbeien in, en na driemaal opborrelen haalt
men er met een koperen schuimspaan de aard
beien uit, waarmee men de potjes halverwege
vult. Men laat het sap de helft of een derde
inkoken, naarmate de aardbeien veel of weinig
sap gegeven hebben, en vult er de potjes geheel
mee. Men bedekt ze, laat ze bekoelen en zet ze
den volgenden dag weg.
Een huiselyker recept, voor marmelade, is dit:
anderhalf kilo aardbeien, een kilo suiker, een
half glas water, eenvoudig samen gekookt, op
flink vuur, een uur lang, dan in de potjes ge
daan en weggeborgen.
Een ander fijn recept is dit : een kilo mooie
aardbeien (bv. Héricart de Thury), l kilo suiker,
een halven liter water. Suiker en water gekookt
tot denzelfden graad als hierboven genoemd, dan
de aardbeien erin, laat 10 a 15 minuten koken
en neem het schuim eraf. Neem met een schuim
spaan de vruchten eruit, vul half de potjes,
kook het sap op en vul de potjes. Men houdt
goed wat sap over, dat als gelei uitmuntend is.
Van »maandbloeiers" kan men geen confituren
of gelei maken ; deze zou bitter worden.
Een geheel ander recept is dit : neem ananas
aardbeien of geheel witte ; een kilo per kilo
suiker. Zet de aardbeien zonder suiker op een
zacht vuur, in een koperen pan ; als al het sap
er uit is en de aardbeziën leege zakjes zy'n,
keer dan alles op een zeef om, laat het sap met
de suiker koken, tot geleidikte, voeg de aard
beziën er nu by en laat ze koken tot ze weer
gezwollen zy'n, dat is ongeveer 10 minuten voor
5 kilo aardbeien. Ledig dan alles in een terrine
en vul de potjes eerst een dag of wat later ;
als men het te vroeg doet, dry'ven de vruchten
boven, i;^iji
Voor de aardbeien die men spoedig gebruiken
wil, is H/4 kilo suiker tegen l kilo aardbeien
voldoende ; het is veilig, een papiertje met
cognac doortrokken op de oppervlakte der aard
beien te leggen. E-e.
minimi ..... minimi ..... iiiimiiiimmiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiii ......... imr
Omïooperii of Moed.
(Nog een woordje aan Mejuffr. C. Alberd. Thijm.)
Hooggeachte Mejuffrouw) !
Niet om 't laatste woord te hebben ik zie
dit gaarne in deze aangelegenheid van u te
gemoet, ? ook niet om uw twijfelachtig compli
ment in zake mijne «heilige onnpozelheid" te
wraken, roep ik nog eens de welwillendheid der
redactie in, maar alleen omdat ik niet meen te
mogen zwijgen, waar daar tusschen u en mij een
verschil in meening bestaat omtrent een onder
werp, dat mij voorkomt alleszins belangrijk te
mogen heeten.
Wat u dan zegt omtrent Jan den boerenknecht
en Klaas den aschkarreman, is zeker volkomen
juist: deze zy'n nu eenmaal niet (enkele uit
zonderingen misschien daargelaten) genoeg op
de hoogte om te kunnen zeggen : Mijnheer A of
mijnheer B is the right man in the right place,
't Ligt dan ook voor de hand, dat bij deze lie
den, evenals bij meer dan een pachtertj e, allerlei
invloed bepaalt, by wiens naam straks het witte
stipje door hen zwart gemaakt zal worden.
Daarom kan ik mij denken, dat er menschen
zijn, die iets voelen voor een zoogenaamd capa
citeitsstelsel, waaraan echter ook al weer heel
wat bezwaren zy'n verbonden.
By de tegenwoordige regeling van het kies
recht, en bij de nog niet genoegzame «bevoegd
heid" veler kiezers, zal natuurlijk veel afhangen
van den invloed door candidaten en hun pleit
bezorgers geoefend. En onwillekeurig doen wy
meer ontwikkelden allen mee aan dat invloed
oefenen, de een in meerder, de ander in minder
mate en ik geloof dat niemand ons daarom
trent eenig verwijt zal kunnen doen of daarvan
ons een grief zal willen maken.
Maar een kwade practyk noem ik het en de
wetenschap dat in Engeland, Frankryk en Belgi
't zelfde of nog erger gebeurt, wijzigt mijne mee
ning in deze niet als iemand door inrloed
van 't geld de minder met aardsche goederen
bedeelde kiezers tracht te winnen voor dezen of
dien candidaat (ik wil nu nog niet eens zeggen:
hen door macht van 't geld dwingt dezen of dien
te stemmen).
U voelt wel, zóó is het verkiezingswerk niet
het werk meer van de massa, grooten en kleinen,
maar van enkelen, de grooten alleen; en dat wil
onze nieuwe kieswet immers juist niet langer
dulden. Als het waar zou zijn, dat het volk luide
geroepen heeft om een stembiljet, dan heeft het
dit toch zeker niet gedaan om het te laten in
vullen door Mevrouw A, of den Seigneur de
village B, die verreweg het grootste deel der
pachtsom restitueerden opdat haar of zijn candidaat
door den pachter zou worden of zou moeten (?)
worden gekozen. Waar dit echter wol geschiedt,
daar is dunkt mij, wel degelijk sprake van om
kooperij, niet te verwarren mot gansch natuurlijke
en onvermijdelijke invloeden, die altyd en overal
bij elke verkiezing hun kracht zullen oefenen.
Mevrouw, uwe kennis, moge het ook nog zoo
goed meenen, streven naar een groot doe), het
heil van 't vaderland, nochtans de weg, dien gij
tot bereiking er van inslaat, is de mijne niet,
evenmin als het my'n leer is, dat het doel de
middelen zou heiligen.
Met verschuldigde gevoelens
Uw Dw.
F. W. DHI.JVKK.
Grosthuizsn. N. IL, S Juni '07.