De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1897 13 juni pagina 5

13 juni 1897 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 1042 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. DAMEjS. De Vronw en de KiesYereeiginp. De Vrouw en de Kiesvereenigingen, dit opsehrift brengt bet artikel van mejuffrouw Alberdingk Thijm in 't nummer van 9 Mei in herinnering (De Vrouw en de Verkiezingen) en is doo' mij gekozen, omdat ik iets op het bart heb naar aanleiding van haar: »lk weet ook niet waarvoor wij vrouwen, net zoo goed als schaak club of theekransje, niet onderling vrouwelijke verkiezingsclubs zouden hebben, waar besproken zou worden welke vertegenwoordigers het beste de vrouwen- en kinderbelangen zouden weten te verdedigen, en waar wij ons verbonden, niet onze stem, (want die hebben wij niet) maar onzen in vloed te gebruiken om DE MANNEN te doen ver kiezen. Bestaan die clubs misschien en zijn ze mij slechts onbekend?" Neen, politieke clubs gelijk aan theekransjes" zijn er niet. Waren ze er, hun bestaan kon den pioniersters, die voortdurend op den uitkijk staan, om te zien, wat er in de vrouwenwereld voorvalt, moeilijk ten eenenmale ontgaan wezen. Behalve de bekende feministen zullen er wel vrouwen zijn, die nu en dan met elkaar over politieke vraag stukken van gedachten wisselen, maar clubs d. i. vereenigingen met leden, gebonden aan statuten en verordeningen, op gezette tijden samenkomend om politieke vraagstukken te behandelen, zijii er niet, tenzij men hierbij wil denken aan de officieel gesanctioneerde Vereeniging voor Vrouwen kiesrecht met haar vele vertakkingen. Deze vereeniging, die beweert, dat kiesreo\A de eenige solide bazis is van wettelijk recht, waarvoor de dezer dagen tot stand gekomen arbeidswetten een nieuw bewijs leveren, kan mejuffrouw Alberdingk Thijm niet onbekend zijn; zij bedoeld dus iets anders met haar ,clubs." Bestaan er al geen vrouwelijke kiesvereenigingen, die op dit oogenblik ook tamelijk doelloos zouden zijn, sedert kort bestaat iets anders, naar mij voorkomt, iets beters. In enkele groote gemeenten zijn vrouwen lid geworden van mannen-kiesvereenigingen. Die zaak is heel eenvoudig in zijn werk gegaan, te Amster dam b. v. als volgt: De vrijzinnige kiesvereeniging » Vooruitgang" hield enkele weken geleden een openbare vergadering met den heer Goeman Borgesius als spreker. De presidente van het hoofdbestuur der Vereeniging TOOT Vrouwenkiesrecht verzocht het bestuur der kiesvereeniging haar toegang tot die vergadering te verleenen trouwens niet in genoemde kwali teit, maar als particulier persoon. Het verzoek werd gereedelijk ingewilligd, en zij was ter plaatse. Uit de rede van den spreker bleek, dat hij geen flauw begrip had (of heeft) van de belangrijkheid der vrouwenkwestie voor maatschappij en samen leving. In het debat wees de genoodigde hem op die tekortkoming, dwaling, vergrijp hoe zal ik het noemen? Zij sprak met zooveel overtuiging en gloed en daarbij met zooveel waardige be zadigdheid, dat haar woorden luiden bijval wekten. Overtuigd, dat de mannen der liberale richting hoog genoeg staan om te begeeren, ja te eischen, dat er rechtvaardigheid gepleegd worde ten op zichte der vrouwen, maar het oog der meesten gesloten is voor de grove onbillijkheden haar aangedaan, hoofdzakelijk als gevolg van hun ver keerde opvoeding van jongs af en gemis aan ge legenheid tot gedachtenwisseling met vrouwen, die vrouw willen zijn in de schoonste beteekenis van het woord, gaf de genoodigde den wensch te kennen voortaan niet als gast, maar als lid de vergaderingen en bijeenkomsten te kunnen be zoeken. Hoewel nog nooit iemand aan de moge lijkheid van een dergelijk verzoek had gedacht, en zelfs in strijd met art. 5 der statuten, werd zonder slag of stoot allen vrouwen te Amsterdam gelegenheid gegeven als lid tot deze kiesvereeniging toe te treden, die 50 cents als jaarlijksclie minimum contributie heeft gesteld. Enkelen hebben zich gehaast het goede voorbeeld te volgen. Wenschelijk is, dat thans tot alle Nederlandsche kiesvereenigingen, van welke kleur ook, vrouwen die haar na staan, het verzoek richten om als lid te worden toegelaten. Wie het haar weigeren, brandmerken zich zelf, naar haar schatting. Daar. door toch zullen de vrouwen positief weten, dat haar candidaten geen belijdenis werd afgenomen betreffende: leerplicht, verbetering der volksschool, ouderlijke macht, onderzoek naar 't vaderschap, prostitutie, drankmisbruikbestrijding, scheidsreehterlijke beslechting van politieke kwesties om van vrouwenkiesrecht niet eens te gewagen vraag stukken, welke allen denkenden vrouwen der meest uiteeuloopende richtingen zoo na aan het harte liggen. Die candidaten zullen dus nooit door der vrouwen moreel en invloed waarschijnlijk iog zoo gering niet, hoewel hij in het belang yan 't algemeen vervangen dient door wettelijken lid worden van den Raad van Honderd; zij zullen haar uiterste best doen om ze uit de Tweede Kamer te houden. Hoe kunnen vrouwen invloed uitoefenen op de algemeene opinie? Op tweederlei wijze. Ten eerste: in haar huiselijken en maatschappelijken kring door voorbeeld en door woord. Laten wij, vrouwen, ons ernstig voornemen en ons streng aan dat voornemen houdeni om ons nooit te belasten met een taak, waartoe wij gevoelen, hoezeer wij ons mogen inspannen, niet berekend te zijn. omdat ze buiten onze sfeer ligt; al wat wij aanvaarden, moeten wij absoluut goed willen volbrengen; laten wij daarvan geen haar breed afwijken dan maken onze daden indruk, wekt onze persoon eerbied, en zullen onze woorden, gloed bijgezet door kracht van overtui ging, geleidelijk, zij het ook niet altijd snel, ruimen ingang vinden. De moeder, die zich een model-moeder betoont, de arbeidster, de nering doende, de geëmployeerde, de onderwijzeres, ja allen, welke haar ziel leggen in haar werk, zullen medelijden wekken, wanneer zij er op wijzen wettelijk levenslang onmondig te blijven; wat verstand en ontwikkeling betreft niet wat haar belasting opbrengend vermogen aangaat lager geschat te worden dan de ruwste poldergast. en zij zullen bij de hoogstaande mannen medewerking vinden om in onze rechtsbegrippen, als uit de voorwereld, verandering te brengen. Ten tweede: Door lid eener kiesvereeniging te worden, en dan getrouw de vergaderingen bij te wonen; alle zonder onderscheid, doch vooral de huishoudelijke. Deze zijn om dubbele reden het gewichtigst; n omdat bij het opwerpen van iets betrekkelijk nieuws in kleinen kring meer kans bestaat blijvend te overtuigen, wanneer het, waarom wordt uiteengezet, n dewijl slechts in huishoudelijke vergaderingen belangrijke onder werpen als candidaat-bespreking, 't al of niet initiatief nemen tot het zenden van een adres aan Gemeenteraad of Kamer enz. ter tafel worden ge bracht. Daarop invloed uitoefenen kan van groote beteekenis wezen; daarop trachten invloed uit te oefenen is van beteekenis, dus de plicht van iedere hooggestemde vrouw, die gelegenheid heeft dezen plicht te vervullen, zonder verzaking van een nog hoogeren. Amst,. Mei '97 ELISE A. HAIGHTOÏI. immuun iiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiNimmimiiiiiiimiiiiimiiiitii Dameshoeden in den schouwburg. Zomermode. Reclame. Oude dames. Te Cambridge. School voor moeders. Recepten. In Amerika wordt de zaak der dameshoeden in den schouwburg hier en daar bij de wet ge regeld. De afgevaardigde Koster heeft aan het wetgevend lichaam in den staat New-York een ontwerp aangeboden omtrent hoeden en kapsels; de discussiën zyn heftig geweest en de voorsteller moest zijn ontwerp herhaaldelijk verdedigen. De afgevaardigde Roch stelde voor dat de heer Koster, wanneer zijn wetsontwerp werd aangenomen, aan alle vrouwen een hoed naar zijn model moest cadeau doen;de afgevaardigde Maget wenschte de regeling nu men er eenmaal aan bezig was ook tot de dofmouwen en het corset uit te strekken. Zijn amendement intusschen is niet aangenomen, wel met 81 tegen 47 stemmen het ontwerp-Koster, aldus luidende: Jeder die, in schouwburg, con certgebouw of andere publieke plaats gezeten, een zoo grooten hoed draagt, dat het gezicht der achter haar zittenden er door belemmerd wordt, en, na formeel verzoek, weigert den hoed af te zetten, zal voor iedere overtreding vijf dollars boete verbeuren, ten voordeele van den klager." * * ?K De groote neerslachtigheid, die het Parysche seizoen in zy'n volheid getroffen had, begint weer te wyken. Het is waar, een paar honderd uit gaande families zrjn door rouw getroffen, en tien maal zooveel dragen rouw of bly ven thuis omdat zy willen doorgaan voor familie of goede vrienden van de getroffenen, maar het leven hervat zy'n loop. By' de groote dagen, Auteuil, de Grand Steeple, de Grande course des Haies, de Journée des drags en den Grand Prix de Paris, zal het verschil niet te merken zyn. Blykbaar verwacht men een warmen zomer, alles is dun en teer, gaas, neteldoek, kant, hortensia, linon, en de kleuren zyn even licht, wit, wolk achtig rose, bleek lichtblauw, schaduwachtig mauve, alles smeltend en zacht. Ook is er veel dat niet zoo licht lukt en toch licht is; eene soort van bleekbeige canevas a jour, met wit satyn opgemaakt, eene soort van gris-perle, met wit ceintuur, zullen zeer gedistingeerd zijn. Witte zy'de, wit fluweel, wit saty'n, als versiering zullen het karakteristieke van dezen zomer zijn. De groote hoeden met reusachtige versieringen in bonte kleuren, de vertooningen van enkel rood of enkel groen, zy'n zoo plotseling algemeen ge worden, dat vrouwen van smaak al spoedig wat anders zuilen kiezen. Toch is er nog niet veel anders; eene uitkomst is het, dat voor velen de heele zomer een aaneenschakeling van fietsen, tennissen en andere sport is, zoodat het kleine coquette eenvoudige hoedje, schynbaar zonder eenige pretentie en zoo goed kleedend, bijna permanent gedragen kan worden. *** Een wel wat onbescheiden en ongepaste reclame werd dezer dagen in een Parysch blad toegepast. Het was by' een »grand mariage"; twee namen, de een van kruisvaardersadel, de ander van een keizerlijken held, werden verbonden ; de beschryving der plechtigheid vulde kolommen in de mondaine bladen. In een dezer volgde op de beschrij ving der kerk en van den stoet: »0e hertog geleidde zy'n dochter, die vol gratie het wit satijnen bruids kleed droeg, met corsage van tulle, geheel bedekt door een prachtigen sluier van point d'Alen(;on. Men merkte de aristocratische houding en de slanke taille der bruid op, gevat in een corset van Mad. X... wier ateliers door alle dames der groote wereld begunstigd worden, omdat ze zeker zijn er comfort en hygiëne te vinden." Te vertellen welk corset eene bruid draagt, wier naam men voluit in de couranten zet, is zeker al heel onkiesch. Een niet minder krasse reclame verzon dezer dagen een dameskleermaker te Londen. Hij echter speculeerde juist op de kieschheid zijner cliënten en verklaarde dat de stoffen door hem gebruikt de dames beveiligden voor de «onbescheiden ont hullingen der Röntgen-stralen". Wanneer dit waar was, moesten de stoffen van metaal ge maakt zijn. * ** In Engeland hebben altoos zooals trouwens volgens de historie in de meeste landen oude vrouwen grooten invloed uitgeoefend. Nu weer worden naar aanleiding van koningin Victoria's jubilee, de namen van een aantal oude dames genoemd, die of in de »society", of zelfs op de politiek invloed uitoefenen, om niet te spreken van al de dames van leeftyd die de litteratuur beheerschen. Het middelpunt van een geachten kring vormt lady Louisa Tighe, die als kind meedanste op het bal vóór den slag van Waterloo, dat Byron in Chüde Harold vermeldt: There was a sound of revelry by night And Belgium's capital had gather'd then Her Beauty and her Chivalry, and bright The laraps shone o'er fair women and brave men... Lady Tighe is nu drie en negentig jaar; en voelt zich nog volkomen frisch en gezond. Zij herinnert zich Wellington en de fanfare, die het bal stoorde. Ah! then and there was hurrying to and fro, And gathering tears, and tremblings of distress, And cheeks all pale, which but an hour ago Blush'd at the praise of their own loveliness... Het historische bal had plaats ten huize van haar eigen vader, den hertog van Richmond, te Brussel; anders was zij er ook waarschynlyk zoo jong niet by tegenwoordig geweest. In 1828 trouwde zij met kolonel Tighe; hij stierf in 1878, en de oude dame is merkwaardig jong gebleven; haar handschrift gelijkt nog op dat van een jong meisje. Als oude vrouw van bescheiden, maar zeer stelligen politieken invloed geldt Catharina, mevr. Gladstone. Zy is de dochter van sir Stephen Glynnes, bezitter van Hawarden Castle en andere groote landgoederen; het nu beroemde slot in Flintshire, waar de »grand old man" hout hakt. heeft zij hem aangebracht. Gladstone en zijne vrouw zijn op 25 Juli 1839 getrouwd, ongeveer een half jaar vóór de koningin; mrs. Gladstone is in de tachtig. Eene andere dame van veel invloed is de hertogin van Cleveland, de moeder van den gevierden lord Rosebery; zij is diep in de tachtig maar zeer jeugdig, kleedt zich gaarne in het wit, is eene onvermoeide reizigater en heeft hare kennissen en vrienden onder de hooge aristocratie van alle landen. Zy' is bezig nu toebereidselen te maken voor eene Afrikaansche reis; er wordt niet bij verteld of zy op de drawing-rooms van keizerin Taïtoe wil schitteren. Haar eerste man was graaf Rosebery's vader, lord Dalmany; haar tweede de hertog van Cleveland. Lady Burdett-Coutts, barones Angelina, bekend door haar ry'kdom en haar weldadigheid, is de dochter van sir Frances Burdett; na den dood van de hertogin van St. Albans, de weduwe van haar grootvader, aanvaardde zy het reusachtig erfgoed der Coutts en voegde den naam by den haren. Zij heeft indertijd voor de armen van Londen de som van vijf millioen in eens gegeven; het is niet te verwonderen, dat destijds de armen met treinenvol naar Londen toestroomden. Een jaar jongjer dan de koningin is Florence Nightingale, eene practische organiseerende weldoenster. Zij is te Florence geboren, van Engelsche ouders; men kent hare loopbaan als ziekenverpleegster; zy stelde zich op den wensch van den minister van oorlog, lord Herbert, aan het hoofd van den ambulancedienst in den Krimoorlog. * * De Academische senaat te Cambridge heeft met 1713 stemmen tegen 662 aan de dames ge weigerd een universitairen graad te behalen. De vergadering die tot de eindstemming leidde was zeer woelig. Tot het laatste oogenblik hebben beide partijen hun uiterste best gedaan om de zege te behalen; de academische jongelingschap was hier, evenals in Frankrijk, anti-feministisch; de stry'd om het bestaan vóór alles. Alle auto riteiten onder de studenten hadden manifesten uitgevaardigd; de president der roeiclub, de kapitein der Elf, hadden geprotesteerd tegen het denkbeeld, dat vrouwen, »zwakke schepselen zonder biceps", zouden mogen studeeren en eene doctorsbul ontvangen. Toen de uitspraak bekend was, betoonden de overwinnaars op de uitbundigste wy'ze hun tevredenheid. Er werd gezongen, gedanst, vuur werk afgestoken, en de professoren deden mee. Caius college had eene inschry'ving geopend, die 625 gulden opbracht. De helft van deze som werd besteed om vuurwerk aan te koopen voor het geval dat de mannen zouden triomfeeren, de andere helft werd belegd in rotte eieren, die men naar de advokaten der vrouwen zou werpen als deze wonnen. Het vuurwerk is nu te pas ge komen, maar men vraagt wat de studenten van Caius college nu wel zullen doen met 312.50 cents aan rotte eieren, waarmee ze zijn blijven zitten. * * Te Milaan is eene »school voor moeders" op gericht, lederen Zondag en Donderdag wordt er voor getrouwde vrouwen en meisjes boven de 17 jaar kosteloos onderricht gegeven in: alge meene gezondheidsleer, hygiëne van het kind, grondbeginselen der opvoedkunde en familierecht. Aardbeiengelei en confituren. Op ieder kilo mooie rijpe aardbeien, zonder harde of groene plekken erin, neemt men l kilo suiker. Men laat de suiker smelten op heet vuur, met l glas water per kilo en kookt ze a la nappe of n la grande plwiie, (zoodat er, als men op de schuimspaan blaast, geen blazen meer afvliegen), werpt er de aardbeien in, en na driemaal opborrelen haalt men er met een koperen schuimspaan de aard beien uit, waarmee men de potjes halverwege vult. Men laat het sap de helft of een derde inkoken, naarmate de aardbeien veel of weinig sap gegeven hebben, en vult er de potjes geheel mee. Men bedekt ze, laat ze bekoelen en zet ze den volgenden dag weg. Een huiselyker recept, voor marmelade, is dit: anderhalf kilo aardbeien, een kilo suiker, een half glas water, eenvoudig samen gekookt, op flink vuur, een uur lang, dan in de potjes ge daan en weggeborgen. Een ander fijn recept is dit : een kilo mooie aardbeien (bv. Héricart de Thury), l kilo suiker, een halven liter water. Suiker en water gekookt tot denzelfden graad als hierboven genoemd, dan de aardbeien erin, laat 10 a 15 minuten koken en neem het schuim eraf. Neem met een schuim spaan de vruchten eruit, vul half de potjes, kook het sap op en vul de potjes. Men houdt goed wat sap over, dat als gelei uitmuntend is. Van »maandbloeiers" kan men geen confituren of gelei maken ; deze zou bitter worden. Een geheel ander recept is dit : neem ananas aardbeien of geheel witte ; een kilo per kilo suiker. Zet de aardbeien zonder suiker op een zacht vuur, in een koperen pan ; als al het sap er uit is en de aardbeziën leege zakjes zy'n, keer dan alles op een zeef om, laat het sap met de suiker koken, tot geleidikte, voeg de aard beziën er nu by en laat ze koken tot ze weer gezwollen zy'n, dat is ongeveer 10 minuten voor 5 kilo aardbeien. Ledig dan alles in een terrine en vul de potjes eerst een dag of wat later ; als men het te vroeg doet, dry'ven de vruchten boven, i;^iji Voor de aardbeien die men spoedig gebruiken wil, is H/4 kilo suiker tegen l kilo aardbeien voldoende ; het is veilig, een papiertje met cognac doortrokken op de oppervlakte der aard beien te leggen. E-e. minimi ..... minimi ..... iiiimiiiimmiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiii ......... imr Omïooperii of Moed. (Nog een woordje aan Mejuffr. C. Alberd. Thijm.) Hooggeachte Mejuffrouw) ! Niet om 't laatste woord te hebben ik zie dit gaarne in deze aangelegenheid van u te gemoet, ? ook niet om uw twijfelachtig compli ment in zake mijne «heilige onnpozelheid" te wraken, roep ik nog eens de welwillendheid der redactie in, maar alleen omdat ik niet meen te mogen zwijgen, waar daar tusschen u en mij een verschil in meening bestaat omtrent een onder werp, dat mij voorkomt alleszins belangrijk te mogen heeten. Wat u dan zegt omtrent Jan den boerenknecht en Klaas den aschkarreman, is zeker volkomen juist: deze zy'n nu eenmaal niet (enkele uit zonderingen misschien daargelaten) genoeg op de hoogte om te kunnen zeggen : Mijnheer A of mijnheer B is the right man in the right place, 't Ligt dan ook voor de hand, dat bij deze lie den, evenals bij meer dan een pachtertj e, allerlei invloed bepaalt, by wiens naam straks het witte stipje door hen zwart gemaakt zal worden. Daarom kan ik mij denken, dat er menschen zijn, die iets voelen voor een zoogenaamd capa citeitsstelsel, waaraan echter ook al weer heel wat bezwaren zy'n verbonden. By de tegenwoordige regeling van het kies recht, en bij de nog niet genoegzame «bevoegd heid" veler kiezers, zal natuurlijk veel afhangen van den invloed door candidaten en hun pleit bezorgers geoefend. En onwillekeurig doen wy meer ontwikkelden allen mee aan dat invloed oefenen, de een in meerder, de ander in minder mate en ik geloof dat niemand ons daarom trent eenig verwijt zal kunnen doen of daarvan ons een grief zal willen maken. Maar een kwade practyk noem ik het en de wetenschap dat in Engeland, Frankryk en Belgi 't zelfde of nog erger gebeurt, wijzigt mijne mee ning in deze niet als iemand door inrloed van 't geld de minder met aardsche goederen bedeelde kiezers tracht te winnen voor dezen of dien candidaat (ik wil nu nog niet eens zeggen: hen door macht van 't geld dwingt dezen of dien te stemmen). U voelt wel, zóó is het verkiezingswerk niet het werk meer van de massa, grooten en kleinen, maar van enkelen, de grooten alleen; en dat wil onze nieuwe kieswet immers juist niet langer dulden. Als het waar zou zijn, dat het volk luide geroepen heeft om een stembiljet, dan heeft het dit toch zeker niet gedaan om het te laten in vullen door Mevrouw A, of den Seigneur de village B, die verreweg het grootste deel der pachtsom restitueerden opdat haar of zijn candidaat door den pachter zou worden of zou moeten (?) worden gekozen. Waar dit echter wol geschiedt, daar is dunkt mij, wel degelijk sprake van om kooperij, niet te verwarren mot gansch natuurlijke en onvermijdelijke invloeden, die altyd en overal bij elke verkiezing hun kracht zullen oefenen. Mevrouw, uwe kennis, moge het ook nog zoo goed meenen, streven naar een groot doe), het heil van 't vaderland, nochtans de weg, dien gij tot bereiking er van inslaat, is de mijne niet, evenmin als het my'n leer is, dat het doel de middelen zou heiligen. Met verschuldigde gevoelens Uw Dw. F. W. DHI.JVKK. Grosthuizsn. N. IL, S Juni '07.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl