De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1897 20 juni pagina 8

20 juni 1897 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

8 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1043 Onze pede vriend Wilhelm, (Moonshine.) De keizer: Geef hem nog een opstopper Islam, dan krijg je mjjn plaats om naar 't jubilee van Grootmama te kijken. Nog eens oppompen! (Life.) INGEZONDEN. Kleine Maud: »Kyk eens, Mama, hoe komt dat? al de lucht is uit Papa's kuiten gegaan!" Te rechter tE (Lustige Blaffer.) «=>.?!(£?? i,1.- j.' V. -i,,/' AW..-H." ..' ??'V." *V"' .' '.' ???? - - Eerste hinnibaal: «Wat een lekker vet hapje heb je daar!" Tweede dito: »Ik heb den kerel nog net gepakt vóór dat hy naar Karlsbad ging." Een beeld uit de toefcomst. (Fliegende Slatter.) Pnlefc op een Maturen-tentoonstelling. (Lustige Blatter.) Koor: Waar halen de artisten toch die zotte gezichten vandaan ? Controle in net Stemtean! Bij de Dinsdag jl. gehouden algemeene verkiezingen, de eerste volgens de nieuwe kieswet, zal ik waarschijnlijk niet de eenige zijn, die ondervonden heeft dat de controle op het stemmen nog verre van volmaakt is. In het bezit van mijn kaart als stemgerechtigde in 's Gravenhage district I, was het my' op den verkiezingsdag aangenaam, aan die burgerplicht te mogen deelnemen, edoch.... nog slechts korten tyd inwoner van onze residentie, zoo ben ik nog niet juist op de hoogte met de ligging der verschillende straatjes en steegjes, terwijl het stembureau, waar ik myn stem moest uit brengen, was gevestigd in de Lepelstraat (meer steeg dan straat, zooalg mülater bleek). Kortom, na ingewonnen informatie naar de ligging van de Lepelstraat, (welke informatie zooals mij later bleek en zooals meer voorkomt niet juist was weergegeven), kwam ik aan het stembureau waarheen men my verwezen had en vroeg, om zeker te zijn, aan den politieagent, die voor het stembureau stond, of dit het bureau voor district I was, want op de aldaar geplaatste borden, die overigens niets aan duidelijkheid te kort schieten, staat niet vermeld, tot welk district het desbetreffende bureau behoort. Enfin, tot hiertoe wil ik myn abuis, want in werkelijk heid werd daar zitting gehouden voor district II, aan eigen schuld toeschreven. Maar spoedig bleek my dat ik niet alleen stond in vatbaarheid voor misleiding. Luister slechts: »Ter goeder trouw, stap ik het lokaal binnen, waar ik tegen de bekende inruiling van myn kaart, van een der heeren achter de groene tafel een stembiljet ontving, terwyl de heeren die by myn aankomst in druk discours waren, nauwelijks den tijd namen om den kiezer de volgens de wet gestelde vraag te doen, om vervolgens hun gesprek te hervatten. Gewapend met myn stembiljet begaf ik mij naar de aangewezen lessenaar met potlood(je), maar zocht vergeefs op 't biljet, naar den candidaat, op wien ik voor nemens was te stemmen. Ik wendde my daarom nogmaals tot den heeren van de groene tafel, dien ik opmerkte, dat op mijn ingeleverde kaart andere candidaten vermeld stonden, dan op het ontvangen biljet. De voorzitter toonde my' daarop nogmaals een stembiljet, niet erg leep, want dat was natuurlijk gelijkluidend met het eerst ontvangen biljet. En toen ik vroeg om de kaart nog even te mogen zien, kwam natuurlijk tot niet geringe verba zing van de heeren eindelijk aan 't licht dat ik in een verkeerd stembureau was. Zonder myn opmerking, had het my dus niet de minste moeite gekost om te stemmen in een district, waarin ik niet stemgerechtigd was; me dunkt in de eerste plaats met dat gevolg dat de stemming van onwaarde moest worden ver klaard. A qui la faute? Ontegenzeggelijk zou in het gestelde geval, deze valsche stem ming een gevolg zijn geweest van onvoldoende controle. En de verantwoordelijkheid hiervoor kan dunkt my' heel gemakkelyk uit den weg geruimd worden. Een voorstel hiertoe zou ik gaarne in uw veel gelezen blad doen, want het doel van my'n schreven is niet een hately'kheid te richten aan de heeren van het betrokken stembureau, doch het systeem kan gemakkelijk in een waarborg voor betere controle voorzien, n.l.: »In steden die uit meer dan n kies district bestaan, kan men de kaarten voor de verschillende stembureau's van diverse kleuren nemen; dan wordt een valsche stemming, die in bovengenoemd geval had kunnen worden ver oorzaakt, vrywel onmogelijk gemaakt. Daarbij zou myns inziens niet overbodig zy'n op de aangebrachte borden bij de stembureau's het betrokken district te vermelden. U, mijnheer de redacteur, dank zeggende voor de verleende plaatsruimte, Hoogachtend: 's Gravenhage. Een Kiezer. Waarde Redacteur! Zoudt u my ook kunnen zeggen, of aan het verzoek van president Faure om hem Hugo de Groot's koffer van het Rijks Museum eenigen tijd in leenbruik af te staan, voldaan is ? Veel kwaad was daar anders niet bij, dacht ik, want ik heb er onlangs nog een gezien bij de familie, en misschien zijn er wel meer. Weet u ook hoeveel? Uw belangstellende lezer, Redactie »De Amsterdammer' M. de B. Montreal, 3 Juni 1897. Weelcblad voor Nederland. Amsterdam. Voor het onverhoopt geval dat gij bij ontvangst dezes nog in het onzekere zyt omtrent de in uw blad van 16 Mei opgeworpen plagiaat quaestie, diene het volgende: De auteur van »An Englishman in Paris" is Albert D. van Dam. Diens eerste publicatie was »An every-day heroïne", vertaling van J. J. Cremer's »Anna Rose" en kwam uit in Londen 1877. De prioriteit van de Amelica-parabel is dus ongetwijfeld van Multatuli. Hoogachtend, K. BOISSEVAIN. (getrouw lezer van »De Groene".) Fooien. Geachte Eedacteur! 3. vermeldt in Uw blad 30 Mei j.l. de wijze van betalen in café's en restaurants te Chicago tijdens de tentoonstelling van 1893. Het is niet noodig zoover te gaan, in Parijs toch vindt men deze methode in vele restaurants, en verdient zulks zeker aanbeveling, daar waar het geldt eene goede en gemakkelijke con trole op het personeel uit te oefenen. Dat daarmede echter het fooienstelsel wordt bestreden, vermeenen wij ten zeerste te mogen betwijfelen. Om slechts een enkele gelegenheid in Parijs te noemen: bij Duval betaalt men met zijn bestelkaart den kassier, gezeten aan den uitgang, terwijl in de Passage Jouffroy veel bezocht door onze landgenooten alvorens de restaurantzaal te betreden de prys van déjeüner of diner (prix fixe) den kassier wordt voldaan. En toch zal wellicht niemand heengaan zonder een fooi naast zijn bord te hebben gedeponeerd. Waagt men zulks, dan zou men allicht bij een volgend bezoek de onaangename gevolgen ervan ondervinden, want voorwaar, in dit opzicht is het geheugen van kellnerin of kellner al zeer scherp. Wil men met ernst het fooienstelsel bestrijden, dan is eendrach tig samenwerken van alle café's- en restaurantbezoeken noodig, dan trachte men in de eerste plaats te verkrijgen dat de eigenaren hun bedienden voldoende loon betalen. UEd. Dw. D. E. M. ALLERLEI. Of de menschen altoos even ongelukkig zijn geweest, is de vraag, maar zeker is het dat zij zich altoos even hard beklaagd hebben. L. »Het ideaal", met dien eenigzins belachelijken term bedoelen wn: ons zelf in een behagelijken toestand. L. Dénret. * * * Ondervinding is de stem van de menschen die zich vergist hebben; waarom zouden wy er naar luisteren ? Het is veel aardiger zelf te probeeren, op 't gevaar af van zich ook te ver gissen. L. Dénret. * * * De weelde der armen is somtijds aandoenlijker dan hun armoede zelf. E. Wertheimcr. Wie vleit, bedelt. * * * E. Wertheimer. Oud worden is ondragelijk, als men er niet een ideaal of een ondeugd op na houdt. Alexander Dumas fils. By liefde rekenen we op 500 percent interest; by vriendschap toch minstens op 200 percent. Alexander Dumas fils. * * * Ik gaf mijn boek aan een vriend; ik moest het ook aan een vyand geven. Wie heeft het het eerst gelezen ? Wel, my'n vijand. Charles Chincholle. * * * Een sergeant-instructeur: Je denkt, geloof ik, dat ik de rekruut ben en jij de sergeant, waarachtig! Je bent er stom genoeg voor! * * * Geesje, je brengt me een laars met knoopen en een met elastiek! 't Is zoo, mijnheer, maar ik heb nog goed gekeken en het andere paar is net eender. * * * Een laatkomer b ij De Hugenoten: Heeft hy al gezongen: Rein als de sneeuw ? Neen, valsch als een kat. * * * 't Is hier een heel vroolijke stand. Zoo vlak by den trein? U kunt de gezichten zien van al de menschen die te laat komen! * * * 't Is een schande, zoo laat in den nacht thuis te komen! Zoo laat in den nacht ? ... even 12 uur ? Je hebt niet op de klok gekeken; 't is bij drieën! Ge .. geloof je nou eer een klok as je l.. lieve man ? * * * Ik heb mijn vrouw pas drie maanden vóór ons huwelijk leeren kennen. En ik de mijne pas drie dagen na ons huwely'k! SCHETSJES. Een trnc, naar liet Franseh door A. Neen, Subu is niet gierig, voor een goed soupézou hy gaarne 10 francs gegeven hebben, maar even als alle employés in een magazyn, hield h\j er niet van geld uit te geven om naar een theater te gaan. Er zijn een aantal betrekkelijk verstandige personen, die het beneden zich achten, een stuk van vijf francs te verwisselen tegen een plaats in de stalles. Het ongeluk echter wilde dat Subu geen enkelen dagblad schrijver, geen enkelen secretaris van eenig theater kende ; de dramatische schrijvers waren hem onbekend; maar hoe kwam het dan dat hij overal gratis entree had ? Hoe kwam het dat men hem bij alle eerste voorstellingen zien kon. Nu wordt mijn geschiedenis leerrijk. Subu had een bizondere manier uitgevonden om tot zyn doel te geraken. lederen morgen opende hij zijn dagblad en doorliep de lijst der vermakelijk heden; de matinees, de weldadigheids-concerten sloeg hy over, maar lette nauwkeurig op het programma der premières en be studeerde met de grootste attentie de lijst der personen. Ver onderstel bijvoorbeeld dat men in de Nouveautés »Champignol malgrélui'' gaf. Subu vloog naar zijn mooi schrijfpapier en met wel versneden pen, schreef hy aan meneer Georges Feydeau: Myriheer! Ik zie daar uit het dagblad dat voor morgen de eerste voor stelling van »Champignol malgrélui" is aangekondigd. Zeker ben ik van een nieuw succes voor U. Vergun mij echter een kleine opmerking: uw voornaamste persoon heet Champignol; nu wil het toeval dat ik ook Champignol heet Het is zeker niet zeer aangenaam zijn naam op een tooneelaffiche te zien; maar, daar de programma's gedrukt, de affiches aangeplakt zijn, is het niet mijn verlangen dat gij den naam van uw' held ver anderen zult. Als compensatie verzoek ik U alleen, aan de controle twee plaatsen op mijn' naam af te geven, die ik zal komen halen. Met de meeste achting (get.) Champignol. De heer Feydeau dacht, dezen brief ontvangende: »Kijk, dat is gek" en hij durfde de twee gevraagde plaatsen niet weigeren; den volgenden dag begon Subu met Gaudillot, Brieon, Valabrègue en hij teekende Lecar donnel, Blésinard, Pontbiquet of Laluretof Bourgarel; aan Cousteline schreef hij onder den naam van Bousbourouche en aan Capres onder den naam van Brignol. Daar de dramatische schrijvers edele zielen zijn, gelukte de truc ge woonlijk, 's Avonds verscheen Subu aan de controle en vroeg: »U hebt twee plaatsen voor mij, ik ben meneer Champignol of ik ben meneer Pontbiquet". Eens echter liep het gekker. Hij had een familielid uit de provincie over gekregen, die 's avonds naar het .Theatre Francais wilde gaan. Subu zei tot hem : Wacht tot morgen, ik zal je een première laten zien." En den volgenden dag vertelde hij zijn truc aan zijn bloedverwant. »Zij geven van avond Sganarelle, of Ie Courimaginaire ; nu heb ik aan den auteur geschreven dat ik Sga narelle heette en .... enz. enz., in 't kort ik vraag hem twee plaatsen ; ik heb geïnformeerd, het is een zekere meneer Molière, zijn ware naam is Poquelin, met zulk een naam begrijp je wel, kan hij mij niets weigeren." »Maar ongelukkige, heb je aan Molière geschreven !" »Hè, ik heb er wel aan slimmere geschreven, die mij geant woord hebben." »Maar hij is meer dan tweehonderd jaren dood ! Hij kan je geen biljetten bezorgen." »0ch kom ! dan zou hij de eerste zijn, die mij plaatsen wei gerde," zei Subu. En hij had gelijk, want 's avonds waren er aan de controle twee plaatsen op den naam van Sganarelle. BILL SHAKP (Le Rire). Omdat het te verwachten is, dat binneniort heel wat landgenooten het Kanaal zullen oversteken, bea ik van mijn voornemen teruggekomen om maar geen beschrijving te

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl