Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTEKDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1044
kerkruimte, elkander niet konden hooren.
Dit alles te zamen genomen was oorzaak dat
mijn indruk van deze uitvoering als geheel niet
zoo groot was als anders bij dit werk steeds het
geval is.
Was dus de keuze van de Passion voor een
feestconcert reeds niet gelukkig, de ongewoonte om
met zulk een massa, in een vreemd gebouw eene
uitvoering te leiden, zal daartoe ook wel mede
gewerkt hebben.
Wat ook op de uitvoering drukte was het gemis
van het orgel, dat de Kerkeraad zoo kleingeestig
was geweest te weigeren. Ik herinner mij altijd
nog de eerste uitvoering van deze Passion te Rot
terdam, ongeveer in 1869 of 1870, die toen even
eens zonder orgel werd uitgevoerd.
Ik zat in de nabijheid van Verhulst, die in
de tweede afdeeling op eens zeide: Hè, ik gaf
twee kwartjes voor n trompettoon. Die uitdruk
king klinkt tamelijk nuchter, doch wie de uitvoe
ring bijwoonde voelde er zeker alles voor. Verhulst
miste iets, bet orkest klonk hem voortdurend te
week, het Orgel was er niet.
De kerkeraad te Nijmegen is zeker erg onmuzi
kaal, anders zou hij wel begrepen hebben wat het
zegt zooveel afbreuk aan de uitvoering van zulk
een heerlijk werk te doen. Dat zou althans het
eenige excuus zijn.
Waren dus de indrukken bij de Passion van
gemengden aard, dit was niet het geval bij de
Matinee zooals ik zeide.
De solisten zetten hun beste beentje voor, d. w. z.
zij woekerden allen met hunne gaven, doch wat
mij vooral veel genoegen deed, was dat het
Nijmeegseh dameskoor onder leiding van den
Feestdirecteur den heer Albert Roothaan, een vrouwen
koor (Saha Regina van Gernsheim met sopraan
solo) zong dat zeer schoon van klank en uitdruk
king was.
Daaruit bleek dat nu men, wat de lokaliteit
betreft, op bekend terrein was, leider enkoor zeer
groote verdiensten hadden.
Een paar nnmmers wil ik nog in het bijzonder
releveeren.
Het zijn in de eerste plaats twee duetten voor
Sopraan en Bariton van den heer Leon C. Bonman.
(die al de soli en ensembles op het klavier bege
leidde benevens de recitatieven van de Mattlieus
Passion, en wel op zeer artistieke wijze.)
Deze duetten, zeer ongewoon van uitdrukking,
met sprekende declamatie, deden den heer Bouman
kennen als een zeer begaafd componist die, vooral
in het eerste duet, (Lotmbhme nnd ScAwan) zijn
eigen weg durft te gaan. Voortreffelijk gezongen
door mej. Nathan en den heer Messchaert werden
deze nummers zeer warm toegejuicht. Tevens heb
ik zeer genoten van het Spanisches Liederspiel van
Schumann en de Liebeslie/ler van Brahms, die op voor
treffelijke wijze werden gezongen en waarbij vooral
uitkwam de groote overeenstemming die tusschen
de solisten verkregen was wat eenheid van opvat
ting en voordracht betreft. (Bij het laatste num
mer assisteerde mevr. Weismann?Bastiaans als
pianiste met veel talent.)
Wanneer nu nog vermeld is dat de violist de
heer Veerman, op den eersten avond, zeer mooi
de vioolsolo in de Passion voordroeg, dan acht
iiiiufliiiiiiMiiiii i n iiiiiiiiiiiiiiiiniiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiifiiin
Maar eindelijk moest het er toch van komen, dat
de kleine naar bed werd gebracht, en het meisje
kwam tot dat doel binnen.
» Mag ik hem niet dragen?" zeide mijnheer
Tobiasson, schuchter vragend, tot de jonge vrouw.
Zij knikte glimlachend van ja, en wenkte het
meisje maar weder heen te gaan.
Voorop ging de moeder, om alle deuren te
openen, dan volgde mijheer Tobiasson, met korte
onbeholpen pasjes, waarvan elk bij zijn ijverig
pogen om op de teenen te loopen hem zulk
een nadrukkelijken schok met het bovenlichaam
deed maken, dat het meest bewonderenswaardig
slaapvermogen van een volkomen gezond kind
noodig was, om er niet wakker van te worden.
De optocht werd besloten door den jongen huis
vader, vol rechtmatigen trots over zijn eigen oor
spronkelijk denkbeeld, deze parel onder de ooms
zijne echtelijke woning binnen te leiden.
Daarna werd het knaapje ontkleed, stuk voor
stuk, bewonderd en verafgood, en toen het
aan de vaardige handen der moeder gelukt was
hem, nog steeds slapend, het lange naehthemdje
aan te doen, dat hem tot aan de voeten reikte
toen keek men elkander met verrukte blikken aan;
hij werd behoedzaam in zijn bedje gelegd, de dekens
werden over hem heen gespreid, en men maakte
zich gereed de kamer te verlaten. Het nacht
lampje dat in een hoek brandde, wierp een flauw
schijnsel door het vertrek.
De moeder kuste het donzige gezichtje, dat zoo
heerlijk boven de dekens kwam uitkijken; de vader
drukte er op zijn beurt ook een kus op, en
mijnheer Tobiasson, met heldenmoedige terzijde
zetting zijner aangeboren schuchterheid, boog de
stramme knieën terzijde van het ledikant, nam het
zachte warme handje in de zijne^ en drukte het
tegen zijn mond.
O, hoe had hij dit kind lief, dat hij toch eerst
heden had leeren kennen! Hij had het lief, zooals
slechts zij, die gevoelen weldra niet meer t* zullen
zijn, datgene kunnen liefhebben wat nauwelijks
het leven is ingetreden.
Kort daarop nam mijnheer Tobiasson afscheid
van deze gelukkige menschen, om met zijn pakje
onder den arm, zijne eigene, eenzame woning weder
te gaan opzoeken. Maar, hoewel het niet in
woorden was uitgesproken, stond het zoowel bij
den bezoeker als bij de achterblijvenden vast, dat
hij bij het einde van den loopenden huurtermijn,
bij niemand anders dan bij hen zou komen inwonen.
Zelfs toen hij zijne woning had bereikt, het licht
in de slaapkamer had aangestoken, en bezig was
ik mijn taak volbracht met de vermelding dat ik
onder een zeer gpeden indruk van deze matinee,
Nijmegen verliet.
VAN MILIIGEN.
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIII ril Illlllllll IIIIIIIIIMII
De nieuwe zalen Tan liet Insée dn Lüiemboürf,
(Slot.)
Degas heeft een goede plaats, en verdient die
met zijn mooie pastels. Een beweging te grijpen
en vast te leggen in een beeld, een houding weer
te geven in lijn en kleur, teeder en forsch, waar
de gedachte aan rust verre van is, en die toch
waar is en natuurlijk, waarvan het zien een
belangstelling wekt die toeneemt naarmate dit
zien langer duurt, daarin is Degas een meester.
Teeder en forsch zyn zijn danseuses in een
oneindige reeks onverwachte, ongezochte standen,
en zijn vrouwtjes aan haar toilet, in het bad
stappend, zich aan- of uitkleedend. Er zijn
daar enkele van die mooie pastels, waarin men
Degas op verschillende wijzen waardeert, vooral
aantrekkelijk is n met een danseuse, »en action",
op den voorgrond, zeer gracieus, en onder haar
wegloopend de vloer van het tooneel met op den
achtergrond ter eene zijde het decor, ter andere
een bevallig groepje, het geheel van een zeer
gelukkige compositie, ook wat kleur betreft. In
kleur toch is deze impressionist een meester van
den eersten rang. Op een ander zien wy eenige
vrouwen om tafeltjes op het terras van een café,
zoo natuurlijk en ongezocht geschikt, met daar
achter de straat levendig en met mooie effekten
van licht en donker; op een derde een danseuse
voorovergebogen zittend terwyl zy de linten van
haar schoen vastknoopt; en verder nog... maar
ik kan niet alles opsommen, noch van deze, noch
van de overigen wier namen ik reeds noemde.
Zy zyn ook niet allen in (ie beste stalen van
hun werk vertegenwoordigd, al moge ook dat
wat er is gewaardeerd worden in groote mate,
ware het alleen maar omdat het van hen is, van
de impressionisten, wien op een zeer enkele
uitzondering na, de deuren der offlcieele kunst
verzamelingen gesloten waren.
Van Pissarro merkte ik op een landschap met
huizen, krachtig van kleur in den helderen warmen
zonneschijn; een ander landschap met groote
diepte en zachtere tinten, en een geestig stuk
met huizen op een heuvel gedeeltelijk, maar
weinig, verborgen door boomen op den voorgrond.
Van Sisley, wiens groote liefde voor de natuur
zoo krachtig spreekt in de uitvoerige tentoon
stelling van zijn werken die deze geheele maand
in de galeries Georges Petit wordt gehouden, zag
?jiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiimiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiimmmiiniiiiiiiiiii
zich te ontkleeden, werden zijne gedachten nog
uitsluitend in beslag genomen door twee zaken:
Ludvig's kleinen jongen, en het wollen blousje
voor Tilda.
Hij had den sleutel medegenomen, zoodat de
huisgenooten niet voor hem hadden behoeven op
te blijven. Hij zou haar zijn geschenk dus niet
kunnen geven vóo'r den volgenden morgen. Zij
zou als. naar gewoonte, zijn koffie wel komen
binnen brengen, en dan het pakje zien liggen.
Maar neen, hij moest het toch maar liever weg
bergen ; zoodat de verrassing er niet af was,
wanneer hij haar het kleedingstuk te hand stelde.
O, het was of zijn eigen gemoed er reeds warmte
aan ontleende. Nu behoefde dan toch dat spook
beeld van die oude, afgedragen japon hem niet
meer te vervolgen en te kwellen, gedurende al die
koude dagen! Maar hoe het pakje goed weg te
moffelen? Ah, onder zijn hoofdkussen. Goed
bedacht! En wanneer hij het haar dan morgen gaf,
zou hij zijn best doen, niet verlegen te worden
over zijn eigen vriendelijkheid en er voor zorgen,
dat de goede bedoeling niet verloren ging door
een ongelukkig woord. Hij zou trachten eenvoudig
te zijn en natuurlijk, zooals de menschen, met wie
hij dezen avond zoo recht gezellig en gelukkig
had doorgebracht.
Hè!" zuchtte hij met innig welbehagen,
toen hij zich, ouder gewoonte met al de gratie
van een omgevallen stok, in zijn bed liet
neerploffen, en hij bleef nog geruimen tijd met
droomerigen, starenden blik in het licht liggen
kijken, eer hij er toe kon besluiten het uit blazen.
Nu lag hij ook in zijn bedje, de kleine
vent, die zoo zwaar was om op te tillen; de kleine,
die groot zou worden en flink, en sterk zou zijn,
wanneer mijnheer Tobiasson reeds lang grafwaarts
zou zijn gebracht. De kleine man, die wellicht
ook eenmaal een oud man zou worden; oud ja,
maar niet oud en eenzaam; neen, een oud man,
met kindereu en kindskinderen om zich heen
Mijnheer Tobiasson blies het licht uit
en sluimerde zelf in als een kind, nog geheel
verguld van al de vreugde van den Kerstavond;
hij sluimerde in met de gedachte aan zijn kleinen
lieveling, en met het wollen kleedingstuk voor Tüda
onder zijn hoofdkussen, om van beiden te droomen.
ik er vier die zeer verscheiden zijn van elk
ander: een riviergezicht, vlak en stil, een land
schap met boomen en weiden, een binnenpleintje
van een boerenhofstede, een stuk van de Seine
met achter den oever zacht oploopende heuvelen.
Eugène Boudin is er met een breed havengezicht,
terzijde een hoek van de stad hoog opgebouwd
tegen den heuvelenden oever, en op het stille
watervlak, waarin zoo sprekend de overgang
tot de zee wordt gezien, eenige oorlogschepen in
volmaakte rust. Van Raffaelli is er een schilderij
achter glas, dat een oogenblik aan een pastei
kan doen denken, een gezicht op de achterzijde
van de Notre Dame met op den voorgrond nog
een stuk van den linker Seineoever, geheel in
lichte nevelige tonen van groote bekoorlijkheid;
een ander krachtiger van kleur, maar ernstig
van onderwerp, met een kleine tint van somber
heid in de behandeling daarvan, stelt den bin
nenhof van een hospitaal voor.
En zoo ik nu nog heb genoemd een zeer
bevallig vrouwenflguurtje, een kniestuk, in licht
zomertoilet en een omgeving van groen, wat strak
maar een goed staal van de kunst der zeer
gevoelige Berthe Morizot, aan wie sentimentali
teit vreemd is (of vreemd was, moet ik zeggen,
want zij overleed nu bijna twee jaren geleden),
dan mag ik tot slot vermelden een paar schil
derijen van denmilden erflater, Baillebotte zelven,
het bekende stuk, rabotteurs de parquet, dat op
een der vroegere salons van het Champ de Mars
de aandacht heeft getrokken, en een zeer
verdienstelyk effet de neige op daken, wier huizen
wij slechts voor een zeer klein deel, maar typig
in hunne verscheidenheid, zien ; het is ik mag
het er voor houden een uitzicht uit een dak
venster op een wintermorgen na een sneeuwigen
nacht.
Is in deze collectie al niet het beste werk van
alle daar aanwezige artisten vertegenwoordigd, en
ontbreken er ook al anderen die onder de meesters
van het impressionisme een plaats innemen even
belangrijk als die er zijn, de zaal Caillebotte is
een groote aanwinst voor het Luxembonrg, bij
zonder belangrijk juist om de kunstrichting die
hier de eere ontvangt welke haar te lang onthouden
is en haar meer toekomt dan zoo menige andere,
wie het aan onverdiende eer niet ontbroken
heeft... De staat is vreemd aan deze aanwinst,
want had Caillebotte zyn verzameling?ik her
haal een museum a part niet aan het
Ltixembourg vermaakt, dan zouden Claude Monet, Sisley,
Renoir, Pissarro, Degas zeker nog lang hebben
kunnen wachten voor zij officieel erkend waren
tot de gelijken dier anderen in wie door hen,
die het schoone der waarheid liefhebben, hun
minderen worden gezien.
Onmiddelijk bij den toegang tot het nieuw
aangebouwde gedeelte, in de zaal der beeld
houwwerken, staat een vrouwenkop in wit marmer
van Rodin, die bijzonder mooi is. .Komend van
de vestibule en gaand naar de impressionisten
en de buitenlanders, moet men er voorbij : dat
zij onder myn lezers, die toekomstige bezoekers
zijn van het Luxenibourg, daaraan denken.
Par\js, 15 Febr. '94.
BULKE.
246 Nederl.Taal-en Letterkundig Congres.
Den leden van het 24e Ned. Taal- en Letter
kundig Congres, dezen zomer te Dordrecht te
houden, zal een kunstavond aangeboden worden,
waarop Middeleeuwsche liederen zullen worden
uitgevoerd en een Middeleeuwsch Abelspel zal
worden vertoond.
Met groote zorg zijn de liederen uitgekozen,
die in een passende omgeving zullen worden ge
zongen of gezegd.
Als Abelspel heeft men de »Esmoreijt" gekozen,
dat geheel in Middeleeuwschen stijl zal worden
opgevoerd ; alleen zullen de vrouwenrollen door
dames vervuld worden. Hoewel dit vroeger niet
gebruikelijk was, zullen hierdoor echter de op
voering en de indruk bij het publiek slechts
kunnen winnen.
Een Middeleeuwsche marktscène, met zang,
en o.a. met een bruiloftsoptocht, zal met een
tableau-vivant den avond sluiten.
NIEUWE UITGAVEN.
Ijiictor et Kmeryo of De Geschiedenis der
Nederlanders in den Oost-Indischen Archipel,
door R. VAN ECK. Zwolle, van der Vegt & Mehler.
Ons Vaderland. Een beeld uit heden en ver
leden, door J. J. L. TKX KATK. Kpe, A. Hooiberg.
Woordenschat, verklaring van woorden en uit
drukkingen, onder redactie van TACO H. DE BEKR
en Dr. E. L.u IULI.AKJI. 's Gravenhage, Ilaagsche
Boekhandel- en Uitgevers-Maatschappij.
Warendorf's Novellen Bibliotheek. Ken
t/e?vaarlijk droombeeld, door l'n. WUSMAX. Naar
het Zweedsch van ELLEN IHSTKÜM. Amsterdam,
Van Holkema & Warendorf.
H'ef van 17 Augustus 1878, S. 1-7, houdende
herziening der Wet van 13 Augustus 1857, S. KKi,
tot regeling van het Lager Onderwijs, door mr.
K. MEIJKU WiKiisju. Groningen, l'. Noordhoft'.
Hinderwet, \'eiJigheidniret. fttootnwct,
Arlieidsiret, en ICei I. o. v. Kamers run Arbeid, met
de daarbij behoorende Koninklijke Besluiten, met
opneming van de oorspronkelijke redactie der
gewijzigde artikelen, uitgegeven onder toezicht
van mr. K. MEJ.JEK WIJSHSWA. Groningen, P.
Noordhoff.
Apparate zur Venverthung der Röntgen-Strahlen
Allgemeine Elektrizitats-Gesellschaft.
Inhoud van Tijdschriften.
Eigen Haard No. 2G: Het wonder van
Wielerwalen, door de Meerulaer. (Slot). Het
ontginningswerk van den heer P. W. Janssen te
Amsterdam in de veenkolonie Jubbega
(Schoterland), door Adila, met afbeeldingen. Charlotte
Wolter, met portret. Charles Jaques (bij de
plaat). Boerenerf, naar eene teekening van
Ch. Jaques, in het Museum Fodor te Amsterdam.
Arme Doortje. Kijkjes op den verkiezingsdag,
door een kiezer, met verschillende af beeldingen.
Verscheidenheid. Feuilleton.
Tijdschrift voor toegepaste scheikunde en hygiëne,
onder redactie van Dr. BONNO VAN DIJKEN en
Dr. W. P. JOBISSKN. -r- Rotterdam, W. Ringlever.
April. Over mikrofotografie en hare toepassing
op het onderzoek van voedingsmiddelen, door
dr. L. Th. Reicher. »Wie is bevoegd een oor
deel te vellen over de al- of niet-hygiènische
waarde van drinkwater?" door dr. H. J. van 't
Hoff. Barometrie, door H. A. Naber. Onze
tabaks-arbeiders, door V. Winkler Prins.
Mei. Over eene eenvoudige methode ter
qualitatieve en quantitatieve bepaling van geringe
hoeveelheden loo J in water, door J. C. Berntrop.
Over mikrofotogratie en hare toepassing op het
onderzoek van voedingsmiddelen, door dr. L. Th.
Reicher. (Vervolg.) Barometrie, door H. A.
Naber. (Slot.) Eene bladzijde uit de waren
kennis onzer gewichtigste voedingsmiddelen, door
dr. G. H. Leignes Bakhoven.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiini
40 cents per regel.
De Zijde is verbrand!
zeggen de Dames, wanneer de betreffende
kleedingstukken zeer dikwyls na slechts 2?3
manl dragen scheuren enz. in de plooien
krijgen of als watten" uit elkander gaan.
Dat is. echter geen toevallig verbranden" der
ruw-zijdel maar zij wordt opzettelijk, om
de zijde dikker en goedkuoper te doen schijnen,
meti'in enPhospornszuren overladen, die
de vezel van den ruwen zijdedraad doorbijten: men
noemt een zoodanig kleuren Chargeeren!"
Hoe meer de zyde gechargeerd wordt, door
zooveel te meer Tin-baden moet zij getrokken
worden om dit vergift goed te kunnen opzuigen.
De geverfde Zijde het edelste spinsel l
heeft aldus de kiem des doods reeds in zich
vóór zij op den weefstoel komt!! De daaruit
vervaardigde zoogenaamde Zijdestoffen
moeten na kort gebruik als zwam scheuren,
al naarmate de Zijde meer of minder gechargeerd
geworden is. De dure Robe (incl. maakloon!)
is totaal waardeloos. Stalen van m;jn echte
Zijden zend ik ommegaand. De stoffen worden
franco en vrij van invoerrechten in
huis toegezonden.
G. Henneberg's Zijde-Fabrieken
(k. & k. Hoflever.), Zürich.
Hoofd-Depöt
VAN
Dr. JAEGER'S ORIG.
K. F. DEUSCIILE-BENGEB,
Amsterdam, Kalverstraat 157.
Eenig specialiteit in deze
artikelen in geheel Nederland.
H. RAHR te Utrecht
Pianofabriek.
Binnen- en Buitenl. Muziekhandel.
Amerikaansche Orgels.
Ruime keuze in Huurpiano's.
MEIJROOS & KALSHOVEN,
A r nhe m.
Piano-, Orgel- en Muziekhandel.
Ruime keuze in Huurpiano's.
Dagelijks 's morgens 10 uur, via
Broek in Waterland en Monniken
dam. Afvaart de Itityterkade naast de
Kettingboot.
O/i ircrkdayen zijn yezelschapsbiljetten,
teijcn belangrijke, reductie, op aanvrage
?verkrijgbaar.
De Havenstoombooldiensl.