De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1897 27 juni pagina 4

27 juni 1897 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTEKDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1044 kerkruimte, elkander niet konden hooren. Dit alles te zamen genomen was oorzaak dat mijn indruk van deze uitvoering als geheel niet zoo groot was als anders bij dit werk steeds het geval is. Was dus de keuze van de Passion voor een feestconcert reeds niet gelukkig, de ongewoonte om met zulk een massa, in een vreemd gebouw eene uitvoering te leiden, zal daartoe ook wel mede gewerkt hebben. Wat ook op de uitvoering drukte was het gemis van het orgel, dat de Kerkeraad zoo kleingeestig was geweest te weigeren. Ik herinner mij altijd nog de eerste uitvoering van deze Passion te Rot terdam, ongeveer in 1869 of 1870, die toen even eens zonder orgel werd uitgevoerd. Ik zat in de nabijheid van Verhulst, die in de tweede afdeeling op eens zeide: Hè, ik gaf twee kwartjes voor n trompettoon. Die uitdruk king klinkt tamelijk nuchter, doch wie de uitvoe ring bijwoonde voelde er zeker alles voor. Verhulst miste iets, bet orkest klonk hem voortdurend te week, het Orgel was er niet. De kerkeraad te Nijmegen is zeker erg onmuzi kaal, anders zou hij wel begrepen hebben wat het zegt zooveel afbreuk aan de uitvoering van zulk een heerlijk werk te doen. Dat zou althans het eenige excuus zijn. Waren dus de indrukken bij de Passion van gemengden aard, dit was niet het geval bij de Matinee zooals ik zeide. De solisten zetten hun beste beentje voor, d. w. z. zij woekerden allen met hunne gaven, doch wat mij vooral veel genoegen deed, was dat het Nijmeegseh dameskoor onder leiding van den Feestdirecteur den heer Albert Roothaan, een vrouwen koor (Saha Regina van Gernsheim met sopraan solo) zong dat zeer schoon van klank en uitdruk king was. Daaruit bleek dat nu men, wat de lokaliteit betreft, op bekend terrein was, leider enkoor zeer groote verdiensten hadden. Een paar nnmmers wil ik nog in het bijzonder releveeren. Het zijn in de eerste plaats twee duetten voor Sopraan en Bariton van den heer Leon C. Bonman. (die al de soli en ensembles op het klavier bege leidde benevens de recitatieven van de Mattlieus Passion, en wel op zeer artistieke wijze.) Deze duetten, zeer ongewoon van uitdrukking, met sprekende declamatie, deden den heer Bouman kennen als een zeer begaafd componist die, vooral in het eerste duet, (Lotmbhme nnd ScAwan) zijn eigen weg durft te gaan. Voortreffelijk gezongen door mej. Nathan en den heer Messchaert werden deze nummers zeer warm toegejuicht. Tevens heb ik zeer genoten van het Spanisches Liederspiel van Schumann en de Liebeslie/ler van Brahms, die op voor treffelijke wijze werden gezongen en waarbij vooral uitkwam de groote overeenstemming die tusschen de solisten verkregen was wat eenheid van opvat ting en voordracht betreft. (Bij het laatste num mer assisteerde mevr. Weismann?Bastiaans als pianiste met veel talent.) Wanneer nu nog vermeld is dat de violist de heer Veerman, op den eersten avond, zeer mooi de vioolsolo in de Passion voordroeg, dan acht iiiiufliiiiiiMiiiii i n iiiiiiiiiiiiiiiiniiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiifiiin Maar eindelijk moest het er toch van komen, dat de kleine naar bed werd gebracht, en het meisje kwam tot dat doel binnen. » Mag ik hem niet dragen?" zeide mijnheer Tobiasson, schuchter vragend, tot de jonge vrouw. Zij knikte glimlachend van ja, en wenkte het meisje maar weder heen te gaan. Voorop ging de moeder, om alle deuren te openen, dan volgde mijheer Tobiasson, met korte onbeholpen pasjes, waarvan elk bij zijn ijverig pogen om op de teenen te loopen hem zulk een nadrukkelijken schok met het bovenlichaam deed maken, dat het meest bewonderenswaardig slaapvermogen van een volkomen gezond kind noodig was, om er niet wakker van te worden. De optocht werd besloten door den jongen huis vader, vol rechtmatigen trots over zijn eigen oor spronkelijk denkbeeld, deze parel onder de ooms zijne echtelijke woning binnen te leiden. Daarna werd het knaapje ontkleed, stuk voor stuk, bewonderd en verafgood, en toen het aan de vaardige handen der moeder gelukt was hem, nog steeds slapend, het lange naehthemdje aan te doen, dat hem tot aan de voeten reikte toen keek men elkander met verrukte blikken aan; hij werd behoedzaam in zijn bedje gelegd, de dekens werden over hem heen gespreid, en men maakte zich gereed de kamer te verlaten. Het nacht lampje dat in een hoek brandde, wierp een flauw schijnsel door het vertrek. De moeder kuste het donzige gezichtje, dat zoo heerlijk boven de dekens kwam uitkijken; de vader drukte er op zijn beurt ook een kus op, en mijnheer Tobiasson, met heldenmoedige terzijde zetting zijner aangeboren schuchterheid, boog de stramme knieën terzijde van het ledikant, nam het zachte warme handje in de zijne^ en drukte het tegen zijn mond. O, hoe had hij dit kind lief, dat hij toch eerst heden had leeren kennen! Hij had het lief, zooals slechts zij, die gevoelen weldra niet meer t* zullen zijn, datgene kunnen liefhebben wat nauwelijks het leven is ingetreden. Kort daarop nam mijnheer Tobiasson afscheid van deze gelukkige menschen, om met zijn pakje onder den arm, zijne eigene, eenzame woning weder te gaan opzoeken. Maar, hoewel het niet in woorden was uitgesproken, stond het zoowel bij den bezoeker als bij de achterblijvenden vast, dat hij bij het einde van den loopenden huurtermijn, bij niemand anders dan bij hen zou komen inwonen. Zelfs toen hij zijne woning had bereikt, het licht in de slaapkamer had aangestoken, en bezig was ik mijn taak volbracht met de vermelding dat ik onder een zeer gpeden indruk van deze matinee, Nijmegen verliet. VAN MILIIGEN. IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIII ril Illlllllll IIIIIIIIIMII De nieuwe zalen Tan liet Insée dn Lüiemboürf, (Slot.) Degas heeft een goede plaats, en verdient die met zijn mooie pastels. Een beweging te grijpen en vast te leggen in een beeld, een houding weer te geven in lijn en kleur, teeder en forsch, waar de gedachte aan rust verre van is, en die toch waar is en natuurlijk, waarvan het zien een belangstelling wekt die toeneemt naarmate dit zien langer duurt, daarin is Degas een meester. Teeder en forsch zyn zijn danseuses in een oneindige reeks onverwachte, ongezochte standen, en zijn vrouwtjes aan haar toilet, in het bad stappend, zich aan- of uitkleedend. Er zijn daar enkele van die mooie pastels, waarin men Degas op verschillende wijzen waardeert, vooral aantrekkelijk is n met een danseuse, »en action", op den voorgrond, zeer gracieus, en onder haar wegloopend de vloer van het tooneel met op den achtergrond ter eene zijde het decor, ter andere een bevallig groepje, het geheel van een zeer gelukkige compositie, ook wat kleur betreft. In kleur toch is deze impressionist een meester van den eersten rang. Op een ander zien wy eenige vrouwen om tafeltjes op het terras van een café, zoo natuurlijk en ongezocht geschikt, met daar achter de straat levendig en met mooie effekten van licht en donker; op een derde een danseuse voorovergebogen zittend terwyl zy de linten van haar schoen vastknoopt; en verder nog... maar ik kan niet alles opsommen, noch van deze, noch van de overigen wier namen ik reeds noemde. Zy zyn ook niet allen in (ie beste stalen van hun werk vertegenwoordigd, al moge ook dat wat er is gewaardeerd worden in groote mate, ware het alleen maar omdat het van hen is, van de impressionisten, wien op een zeer enkele uitzondering na, de deuren der offlcieele kunst verzamelingen gesloten waren. Van Pissarro merkte ik op een landschap met huizen, krachtig van kleur in den helderen warmen zonneschijn; een ander landschap met groote diepte en zachtere tinten, en een geestig stuk met huizen op een heuvel gedeeltelijk, maar weinig, verborgen door boomen op den voorgrond. Van Sisley, wiens groote liefde voor de natuur zoo krachtig spreekt in de uitvoerige tentoon stelling van zijn werken die deze geheele maand in de galeries Georges Petit wordt gehouden, zag ?jiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiimiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiimmmiiniiiiiiiiiii zich te ontkleeden, werden zijne gedachten nog uitsluitend in beslag genomen door twee zaken: Ludvig's kleinen jongen, en het wollen blousje voor Tilda. Hij had den sleutel medegenomen, zoodat de huisgenooten niet voor hem hadden behoeven op te blijven. Hij zou haar zijn geschenk dus niet kunnen geven vóo'r den volgenden morgen. Zij zou als. naar gewoonte, zijn koffie wel komen binnen brengen, en dan het pakje zien liggen. Maar neen, hij moest het toch maar liever weg bergen ; zoodat de verrassing er niet af was, wanneer hij haar het kleedingstuk te hand stelde. O, het was of zijn eigen gemoed er reeds warmte aan ontleende. Nu behoefde dan toch dat spook beeld van die oude, afgedragen japon hem niet meer te vervolgen en te kwellen, gedurende al die koude dagen! Maar hoe het pakje goed weg te moffelen? Ah, onder zijn hoofdkussen. Goed bedacht! En wanneer hij het haar dan morgen gaf, zou hij zijn best doen, niet verlegen te worden over zijn eigen vriendelijkheid en er voor zorgen, dat de goede bedoeling niet verloren ging door een ongelukkig woord. Hij zou trachten eenvoudig te zijn en natuurlijk, zooals de menschen, met wie hij dezen avond zoo recht gezellig en gelukkig had doorgebracht. Hè!" zuchtte hij met innig welbehagen, toen hij zich, ouder gewoonte met al de gratie van een omgevallen stok, in zijn bed liet neerploffen, en hij bleef nog geruimen tijd met droomerigen, starenden blik in het licht liggen kijken, eer hij er toe kon besluiten het uit blazen. Nu lag hij ook in zijn bedje, de kleine vent, die zoo zwaar was om op te tillen; de kleine, die groot zou worden en flink, en sterk zou zijn, wanneer mijnheer Tobiasson reeds lang grafwaarts zou zijn gebracht. De kleine man, die wellicht ook eenmaal een oud man zou worden; oud ja, maar niet oud en eenzaam; neen, een oud man, met kindereu en kindskinderen om zich heen Mijnheer Tobiasson blies het licht uit en sluimerde zelf in als een kind, nog geheel verguld van al de vreugde van den Kerstavond; hij sluimerde in met de gedachte aan zijn kleinen lieveling, en met het wollen kleedingstuk voor Tüda onder zijn hoofdkussen, om van beiden te droomen. ik er vier die zeer verscheiden zijn van elk ander: een riviergezicht, vlak en stil, een land schap met boomen en weiden, een binnenpleintje van een boerenhofstede, een stuk van de Seine met achter den oever zacht oploopende heuvelen. Eugène Boudin is er met een breed havengezicht, terzijde een hoek van de stad hoog opgebouwd tegen den heuvelenden oever, en op het stille watervlak, waarin zoo sprekend de overgang tot de zee wordt gezien, eenige oorlogschepen in volmaakte rust. Van Raffaelli is er een schilderij achter glas, dat een oogenblik aan een pastei kan doen denken, een gezicht op de achterzijde van de Notre Dame met op den voorgrond nog een stuk van den linker Seineoever, geheel in lichte nevelige tonen van groote bekoorlijkheid; een ander krachtiger van kleur, maar ernstig van onderwerp, met een kleine tint van somber heid in de behandeling daarvan, stelt den bin nenhof van een hospitaal voor. En zoo ik nu nog heb genoemd een zeer bevallig vrouwenflguurtje, een kniestuk, in licht zomertoilet en een omgeving van groen, wat strak maar een goed staal van de kunst der zeer gevoelige Berthe Morizot, aan wie sentimentali teit vreemd is (of vreemd was, moet ik zeggen, want zij overleed nu bijna twee jaren geleden), dan mag ik tot slot vermelden een paar schil derijen van denmilden erflater, Baillebotte zelven, het bekende stuk, rabotteurs de parquet, dat op een der vroegere salons van het Champ de Mars de aandacht heeft getrokken, en een zeer verdienstelyk effet de neige op daken, wier huizen wij slechts voor een zeer klein deel, maar typig in hunne verscheidenheid, zien ; het is ik mag het er voor houden een uitzicht uit een dak venster op een wintermorgen na een sneeuwigen nacht. Is in deze collectie al niet het beste werk van alle daar aanwezige artisten vertegenwoordigd, en ontbreken er ook al anderen die onder de meesters van het impressionisme een plaats innemen even belangrijk als die er zijn, de zaal Caillebotte is een groote aanwinst voor het Luxembonrg, bij zonder belangrijk juist om de kunstrichting die hier de eere ontvangt welke haar te lang onthouden is en haar meer toekomt dan zoo menige andere, wie het aan onverdiende eer niet ontbroken heeft... De staat is vreemd aan deze aanwinst, want had Caillebotte zyn verzameling?ik her haal een museum a part niet aan het Ltixembourg vermaakt, dan zouden Claude Monet, Sisley, Renoir, Pissarro, Degas zeker nog lang hebben kunnen wachten voor zij officieel erkend waren tot de gelijken dier anderen in wie door hen, die het schoone der waarheid liefhebben, hun minderen worden gezien. Onmiddelijk bij den toegang tot het nieuw aangebouwde gedeelte, in de zaal der beeld houwwerken, staat een vrouwenkop in wit marmer van Rodin, die bijzonder mooi is. .Komend van de vestibule en gaand naar de impressionisten en de buitenlanders, moet men er voorbij : dat zij onder myn lezers, die toekomstige bezoekers zijn van het Luxenibourg, daaraan denken. Par\js, 15 Febr. '94. BULKE. 246 Nederl.Taal-en Letterkundig Congres. Den leden van het 24e Ned. Taal- en Letter kundig Congres, dezen zomer te Dordrecht te houden, zal een kunstavond aangeboden worden, waarop Middeleeuwsche liederen zullen worden uitgevoerd en een Middeleeuwsch Abelspel zal worden vertoond. Met groote zorg zijn de liederen uitgekozen, die in een passende omgeving zullen worden ge zongen of gezegd. Als Abelspel heeft men de »Esmoreijt" gekozen, dat geheel in Middeleeuwschen stijl zal worden opgevoerd ; alleen zullen de vrouwenrollen door dames vervuld worden. Hoewel dit vroeger niet gebruikelijk was, zullen hierdoor echter de op voering en de indruk bij het publiek slechts kunnen winnen. Een Middeleeuwsche marktscène, met zang, en o.a. met een bruiloftsoptocht, zal met een tableau-vivant den avond sluiten. NIEUWE UITGAVEN. Ijiictor et Kmeryo of De Geschiedenis der Nederlanders in den Oost-Indischen Archipel, door R. VAN ECK. Zwolle, van der Vegt & Mehler. Ons Vaderland. Een beeld uit heden en ver leden, door J. J. L. TKX KATK. Kpe, A. Hooiberg. Woordenschat, verklaring van woorden en uit drukkingen, onder redactie van TACO H. DE BEKR en Dr. E. L.u IULI.AKJI. 's Gravenhage, Ilaagsche Boekhandel- en Uitgevers-Maatschappij. Warendorf's Novellen Bibliotheek. Ken t/e?vaarlijk droombeeld, door l'n. WUSMAX. Naar het Zweedsch van ELLEN IHSTKÜM. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf. H'ef van 17 Augustus 1878, S. 1-7, houdende herziening der Wet van 13 Augustus 1857, S. KKi, tot regeling van het Lager Onderwijs, door mr. K. MEIJKU WiKiisju. Groningen, l'. Noordhoft'. Hinderwet, \'eiJigheidniret. fttootnwct, Arlieidsiret, en ICei I. o. v. Kamers run Arbeid, met de daarbij behoorende Koninklijke Besluiten, met opneming van de oorspronkelijke redactie der gewijzigde artikelen, uitgegeven onder toezicht van mr. K. MEJ.JEK WIJSHSWA. Groningen, P. Noordhoff. Apparate zur Venverthung der Röntgen-Strahlen Allgemeine Elektrizitats-Gesellschaft. Inhoud van Tijdschriften. Eigen Haard No. 2G: Het wonder van Wielerwalen, door de Meerulaer. (Slot). Het ontginningswerk van den heer P. W. Janssen te Amsterdam in de veenkolonie Jubbega (Schoterland), door Adila, met afbeeldingen. Charlotte Wolter, met portret. Charles Jaques (bij de plaat). Boerenerf, naar eene teekening van Ch. Jaques, in het Museum Fodor te Amsterdam. Arme Doortje. Kijkjes op den verkiezingsdag, door een kiezer, met verschillende af beeldingen. Verscheidenheid. Feuilleton. Tijdschrift voor toegepaste scheikunde en hygiëne, onder redactie van Dr. BONNO VAN DIJKEN en Dr. W. P. JOBISSKN. -r- Rotterdam, W. Ringlever. April. Over mikrofotografie en hare toepassing op het onderzoek van voedingsmiddelen, door dr. L. Th. Reicher. »Wie is bevoegd een oor deel te vellen over de al- of niet-hygiènische waarde van drinkwater?" door dr. H. J. van 't Hoff. Barometrie, door H. A. Naber. Onze tabaks-arbeiders, door V. Winkler Prins. Mei. Over eene eenvoudige methode ter qualitatieve en quantitatieve bepaling van geringe hoeveelheden loo J in water, door J. C. Berntrop. Over mikrofotogratie en hare toepassing op het onderzoek van voedingsmiddelen, door dr. L. Th. Reicher. (Vervolg.) Barometrie, door H. A. Naber. (Slot.) Eene bladzijde uit de waren kennis onzer gewichtigste voedingsmiddelen, door dr. G. H. Leignes Bakhoven. iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiini 40 cents per regel. De Zijde is verbrand! zeggen de Dames, wanneer de betreffende kleedingstukken zeer dikwyls na slechts 2?3 manl dragen scheuren enz. in de plooien krijgen of als watten" uit elkander gaan. Dat is. echter geen toevallig verbranden" der ruw-zijdel maar zij wordt opzettelijk, om de zijde dikker en goedkuoper te doen schijnen, meti'in enPhospornszuren overladen, die de vezel van den ruwen zijdedraad doorbijten: men noemt een zoodanig kleuren Chargeeren!" Hoe meer de zyde gechargeerd wordt, door zooveel te meer Tin-baden moet zij getrokken worden om dit vergift goed te kunnen opzuigen. De geverfde Zijde het edelste spinsel l heeft aldus de kiem des doods reeds in zich vóór zij op den weefstoel komt!! De daaruit vervaardigde zoogenaamde Zijdestoffen moeten na kort gebruik als zwam scheuren, al naarmate de Zijde meer of minder gechargeerd geworden is. De dure Robe (incl. maakloon!) is totaal waardeloos. Stalen van m;jn echte Zijden zend ik ommegaand. De stoffen worden franco en vrij van invoerrechten in huis toegezonden. G. Henneberg's Zijde-Fabrieken (k. & k. Hoflever.), Zürich. Hoofd-Depöt VAN Dr. JAEGER'S ORIG. K. F. DEUSCIILE-BENGEB, Amsterdam, Kalverstraat 157. Eenig specialiteit in deze artikelen in geheel Nederland. H. RAHR te Utrecht Pianofabriek. Binnen- en Buitenl. Muziekhandel. Amerikaansche Orgels. Ruime keuze in Huurpiano's. MEIJROOS & KALSHOVEN, A r nhe m. Piano-, Orgel- en Muziekhandel. Ruime keuze in Huurpiano's. Dagelijks 's morgens 10 uur, via Broek in Waterland en Monniken dam. Afvaart de Itityterkade naast de Kettingboot. O/i ircrkdayen zijn yezelschapsbiljetten, teijcn belangrijke, reductie, op aanvrage ?verkrijgbaar. De Havenstoombooldiensl.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl