Historisch Archief 1877-1940
No. 1044
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
DAMEjSf.
?l
De rauw in China,
De Revue des deux mondes heeft een zeer
belangryk artikel, bly'kbaar op volledige informatiën
berustend, van den heer Courant, over de vrouw
in China. De schrijver begint met in herinnering
te brengen, wat wel eens vergeten wordt, dat
China, vernederd en gekortwiekt, nog altoos een
reusachtig rijk is, bevolkt door tal van zeer ver
schillende rassen, maar die allen verbonden zyn
door een curieuse eeuwenoude beschaving, wier
hoofdbeginselen voor allen gelden.
De vrouw dus wordt in heel China als een
wezen van ondergeschikt belang beschouwd. De
geboorte van eene dochter is eene straf, door den
hemel gezonden, voor een misdrijf, in dit of in
een vroeger leven door den vader begaan. De
Chinees, wiens eerste kind eene dochter is, be
schouwt zich als ongelukkig en schaamt zich zelfs.
Toch wordt zulk een eersteling met eenige toe
gevendheid behandeld, zelfs met eenige staatsie;
een maand na de geboorte van het wicht mag
de moeder eene kraamvisite houden, vrienden en
bloedverwanten brengen een cadeautje. Toch
ligt er een waas van berusting over de plechtig
heid ; als het een jongen geweest was, zou de
moeder in de »hal der voorvaderen" gelegd zijn,
en er zou wierook zy'n gebrand, en gebeden
gepreveld, om de booze geesten te weren; nu
niets van dit alles.
Toch geeft men de meisjes ook wel lieve
poëtische namen. Als zy' het eerst naar een bloem
ky'ken, heeten zy naar die bloem; ook wel «geurig
blad" of »bekoorlyke wolk" vindt men als kin
dernamen. Met het zevende jaar krijgt het kind
een nieuwen naam, meer litterair, deftiger; de
moederen de tantes blyven haar gewoonlijk den
kindernaam als »Kosenaraen" geven.
Chineesche vrouwen voeden altoos haar eigen
kinderen; het denkbeeld ze geitenmelk,
ezelinnenmelk of koemelk te geven, zouden zy' stuitend
vinden. Ook, ofschoon men de meisjes veracht,
behandelt men ze heel goed in een fatsoenlek
huishouden; ze worden heel mooi gekleed, in
geel, rood of groen, de drie gelukskJeuren. Haar
hoofd wordt geschoren, op drie bokjes haar na,
die men vlecht en met roodzyden draad samen
bindt. Haar liefste spel is raketten met den
pluimbal, dat zy met de voeten spelea. Over 't
geheel zijn de Chineezen zeer toegevend, geduldig
en zacht voor hun kleine kinderen.
Het Chineesche meisje begint eerst haar on
geluk te voelen met haar zevende jaar. Dan
worden de voeten ingewikkeld om er de »gonden
leliën" van te vormen, die tot haar latere schoon
heid, althans distinctie, noodzakelijk zyn. Zelfs
op de zendingsscholen, katholieke en
protestantsche, smeeken de meisjes haar vriendinnen haar
de voeten in te wikkelen; ze weten wel dat ze
anders nooit in haar stand trouwen. Er is ne
uitzondering : de Mandschoes, de regeerende stam
in China, heeft nooit zy'n meisjes de voeten
laten binden ; maar ofschoon wel eens een
Mandschoe met een Chineesche trouwt, zal ook nooit
of bijna nooit een Chinees een Mandschoe dame
tot vrouw nemen.
De opvoeding der meisjes is zeer volledig in
China. Zij hebben gouvernantes; onderwijzeressen
gaan van huis tot huis les geven; zy' worden
ook zeer uitvoerig in het huishouden opgeleid
en vooral in de tallooze ceremoniën die eene
dame behoort te kennen. Meisjesscholen zyn er
niet in China; thuis leert het meisje alles, lezen,
schrijven, litteratuur, dichten, muziek maken,
teekenen en borduren. Godsdienst wordt haar
niet onderwezen, maar zy' gaat met de ouders
naar den tempel, en is by' de offers op het
huisaltaar tegenwoordig.
Een Chineesch spreekwoord zegt dat het huwe
lijk de belangrijkste zaak in het leven is, en
zoodra het meisje dan ook twaalf jaar is, wordt
er rondgekeken naar een passende party voor
haar; als die gevonden is, wordt er eene plech
tige verloving gevierd, die niet kan verbroken
worden zonder ernstige gevolgen voor een der
beide partyen. Tusschen verloving en huwelyk
verloopen verscheidene maanden; soms worden
de kinderen al in de wieg verloofd, soms ook na
den dood. Als iemand een ongetrouwden zoon
verliest, informeert hy naar de families die eene
ongetrouwde dochter verloren hebben; het lyk
van het meisje wordt opgegraven en naast dat
van den zoon gelegd, de families vieren eene
sombere huwely'ksplechtigheid en worden verwant
alsof de getrouwden geleefd hadden. Soms heeft
het invloed op erfrecht of protectie.
Ook in China hebben moderne begrippen wel
eens invloed gehad. Er zijn, zeer zelden, maar
toch wel eens, meisjes geweest die niet met den
aangewezen man wilden trouwen, en zelfs hebben
eenige jaren geleden, een aantal van deze revo
lutionaire meisjes in het Zuiden van China een
club gevormd, de »Bond van den gouden iris",
waarvan de leden zwoeren, zich liever te dooden,
dan een man te trouwen dien zij niet begeerden.
Bij het bepalen van huwelyken speelt de
sterrewichelarij een groote rol; dag en uur moeten
gunstig zy'n, en men zoekt alle goede
voorteekenen te vereenigen. De Chinees ziet zy'ne
vrouw geen oogenblik vóór het huwelijk; zy
wordt hem dichtgesluierd in handen gegeven, en
eerst by de receptie na het huwelijk, kry'gt hy,
als iedereen, haar te zien.
Wanneer de Chineesche getrouwd is, behoort
zy' geheel tot haar mans familie. Zy bidt niet
meer tot haar eigen voorvaderen, maar tot de
zijne; wanneer haar eigen ouders sterven, gaat
zy in lichten rouw, maar van haar man, zijn
vader, zijn ooms, wordt zy' de slavin. Bij echt
scheiding moet de man alles wat van haar of
haar familie afkomstig is, teruggeven; echtschei
dingen zy'n dan ook vrij zeldzaam.
Millioenen Chineesche meisjes zyn, zooals men
het poëtisch noemt, »ten huwelijk gegeven aan
de geesten der rivier", dat wil zeggen verdronken;
maar tegenwoordig gebeurt dat minder. Men weet
dat de zendelingen zich verplicht achten, de
kinderen die zy aan den weg vinden, pp te rapen,
en het wemelt dan ook van vondelingen in de
buurt der missiën. Andere arme vaders staan hun
dochtertjes gratis of voor een heel gering douceur
af aan wie ze maar hebben wil, als dienstbode,
als vrouw, als gezellin; in China kan iedere
jongen zooveel meisjes krijgen als hy maar wil.
liiiiiiMiMiiiiiMiiiMiiiiiiiimimimiiiiHiMiii
Beatrice Harraden.
Miss Beatrice Harraden, de schrijfster van
Ships that pass in the night, dat haar een paar
jaar geleden bijna plotseling beroemd gemaakt
heeft, is te Hampstead geboren, in 1864, en toonde
zich niet enkel als romanschrijfster talentvol. Zij
is van zeer gemengd ras en van zeer gemengde
opvoeding. Haar vader, te Cambridge geboren,
is koopman op Bombay, hare moeder is eene
Zweedsche uit Kashmir; hare opvoeding ontving
zy eerst te Hampstead, toen te Dresden, later
op Cheltenham college; zy' deed haar examens
aan Bedford college, en werd B. A. van
deLondensche universiteit, in «Classics and Mathematics";
de promotie had in het Duitsch plaats, zij had
zich ook zoowel op de Duitsche philosophie als
op de werken van Herbert Spencer met ijver
toegelegd.
Om uit te rusten ging zy nu violoncel
studeeren. Novellen had zij nu en dan reeds ge
schreven en ze zonder succes aan TSluckiooods
Magazine gezonden. Toch kreeg zij wel eens
een woord van aanmoediging terug; maar Ships
tliat pass in the night werd niet geplaatst; de
redactie vond het wel mooi, maar te triest voor
het publiek.
Miss Harraden is een groote reizigster; de
laatste twee jaar heeft zij in Zuid-Californi
doorgebracht, omdat het klimaat haar daar bij
zonder bevalt, by' vrienden die er een citroen
plantage hebben: maar zij denkt er niet altoos
te blyven. Toch maakt zij er zich nuttig; zij
helpt citroenboomen planten en enten, vruchten
inzamelen, hagen maken en wat er binnenshuis te
doen is voor dames, op een plaats waar men geen
vrouwelijke dienstboden kan krijgen.
llllllllllllinilllHlllltlHlllllllllllllllll
iiiiimiuinmmmiiiMuiiiiiiiiiiiuil
Zomermode. Elevatoren. Victoria en
haar kleinzoon. Voeding op
Jiibilaeumsdag. Votografieartikelen. De vrouwen
te AucldanA. Recept.
Zooals te voorzien was, gaat, ondanks ramp en
rouw, het Parijsche saizoen zyn gang. Chantilly,
Auteuil, Longchamps... de toiletten waren er
niet minder elegant om; alleen voerde bij een
aantal van de aanzienlijkste het gry's den boven
toon. De verslagen doorziende, kan men het
opmerken : barones Alphonse de Eothschild, grijs
mousseline geïncrusteerd met chantillykant; Mad.
de Warn: grijs gechineerd taf, witte kant; gravin
de Fels-Lebaudy: grijs met mauve, witte
struisveeren; gravin de Castellane (de geefster van
het millioen): parelgry's canevas met crème kant,
grysstrooien hoed met crème veeren en kant; ma
dame Sassoon; zwart en wit foulard quadrille, enz.
Wanneer men de schetsen ziet, die eenige
bladen geven van de toiletten by den Grand Prix,
merkt men een vorm op, die nieuw is en in
verschillende variatiën vertegenwoordigd wordt.
Het is een heel smalle voorbaan of tablier, soms
zoo smal, dat men hem stola zou noemen, en
voorts de rok met twee of meer hoog strooken
bedekt. In deze strooken was veel verschil; niet
mooi, vooral van achteren, staat het, wanneer de
rok tot 20 centimeter beneden de taille geheel
glad collant is, en vandaar in twee wijde strooken
uitslaat; beter wanneer, zooals in een ander
geval, de rok alleen van af de taille vier of vyf
smalle strookjes heeft en dan verder sluik hangt
om beneden met een grooten volant te eindigen.
Het best kleedend scheen de rok, met n grooten
volant van onderen en verder de gladde ruimte
tot van boven door drie of vier platte
bouillonnés afgedeeld. De meeste rokken zijn
gegarneerd; de wijze van versiering schijnt ons weer
naar de terugkomst van den sleep of van de
crinoline heen te wijzen. Het ligt toch in de
menschely'ke (hier vrouwelijke) natuur, wan
neer men heel veel moois op een rok heeft,
het te willen vertoonen, het uit te spreiden; dit
nu geschiedt of door een sleep of door een
crinoline. De strookenvorm leidt tot de crinoline;
maar de tablier en het samenvatten van de ruimte
van achteren leiden tot den sleep; in de nieuwste
modellen is het moeielyk te zien welke van beiden
overwinnen zal.
Bij eene redeneering over de toiletten te
Chantilly, te Auteuil en te Longohamps merkt
een van de verslaggeefsters op, dat het vooral in de
groote wereld de triomf was der dure
onpretentieuse japonnen, »les petites robes qui n'ont l'air
de rien." Geen zware zijde meer, geen fluweel
of moiró of brokaat; alles was neteldoek, piqué,
linon, genre lingerie, met veel opnaaisels, stiksels
en plooisels, incrustaties, entredeux en kant; in
n woord: japonnen waarvan de stof goedkoop en
het arbeidsloon enorm hoog is, en waarvan de coupe
het onnavolgbare uitmaakt.
Een wit piquéjapon van Doucet van COO frcs.
toch is allicht voor 150 francs na te maken; gladde
rok, ongevoerd, boléro van piqué, met coutil
gevoerd, op een blouse van lichtgeel batist met
wat lersche guipure erin; de rok van Doucet was
zelfs niet, zooals sommige huizen doen, met zijde
gevoerd. De vervaardigkosten waren dan 10
meters piquéa 5 francs, 4 meters batist van 4
francs, wat katoenen band, 30 francs lersche
guipure, 3 meters coutil a IK franc. Maar nu
de coupe, het mooie knippen dat den cbic van
het oogenblik weergeeft, en het vernuftig samen
stel van naadjes en plooitjes, dat dezen chic
precies aanpast aan de physionomie, het karakter,
de persoonlijkheid der draagster. Hoogte van
kraag, breedte en vorm van revers, wy'dte van
rok, stand der rokplooien, arrangement van het
ceintuur, dit alles moet, door de behendigheid
der coupeuse bijeengebracht, dienen om de
persoonlykheid der draagster een slankheid,
buigzaamheid, evenredigheid, een artistiek en
smaakvol aanzien te geven, dat zij niet zonder
den japon, en de japon niet zonder haar zou
hebben.
Met de schijnbare eenvoudigheid gaan soms
nog vrij met kosten ook aan stof en loon voor
minder soort arbeid gepaard. Een wit
neteldoeken japon met zwarte moesjes was met racb.es
van zwart libertygaas gegarneerd. Vijf ruches
om den rand van den rok, die als plissésoleil
geknipt, dus 7 a 8 meter wijd was, daarboven
drie ry'en ruches in punten gelegd; voorts het
garnituur van het corsage, negen rijen ruches,
drie aan drie, om blouse en mouwen gelegd;
totaal 70 & 80 meter ruche, die alle driemaal
door de handen moeten gaan. Dit is wel werk
voor de helpsters en niet voor de coupeuse of
de naaisters, maar het moet toch ook betaald
worden.
By' de witte, zwarte of grijze japonnen, wordt
wel de kraag en het ceintuur van cerise, rose de
chine of licht groen genomen.
Ook de rijen stiksteken, en de massa's ruban
comète of smal fluweel (gekleurd of zwart) die
men weer gaat opleggen, vereischen veel arbeids
loon, een goed ding voor de meisjes die thuis
haar japonnen maken en wie het op een uurtje
werk meer of minder niet aankomt.
Steeds grooter wordt de afstand tusschen de
costumes tailleur, die nauw, ongegarneerd en somber
worden, en de zomercostumen, die men wijd
maakt en met strooken overdekt. Het blijft
daarom de vraag of voor den winter, wanneer
de stoffen weer die der costumes tailleur zullen
zijn, al dat opmaken met volants en ruches wel
blijven zal.
Opmerkelijk is het, dat de boa, die eenige
jaren geleden als zomergarneering zooveel opgang
maakte, weer juist even druk terugkomt. Bij de
wedrennen en bij de laatste Parijsche premières
waren tal van boa's te zien, niet afzonderlijk,
maar als deel van het costuum.
Te Londen voor het bekende police-court in
Bow-street is weder een toiletzaak behandeld.
De chef der »0riental toilet-company", de
»droguist" A. L. Pointer, moest verschijnen in zake
de door hem uitgevonden «onzichtbare elevatoren".
De getuigen hadden deze dingen van hem ge
kocht om hun lichaamslengte te vergrooten en
achtten zich door hem bedrogen. De eerste ge
tuige was een werkman in caoutchouc, die in
een humoristisch blad de annonce »Zy't gy' klein ?"
gelezen had, en een paar elevatoren bestelde,
die zyn lichaam 4 duim langer moesten maken.
Hij zette ze »voor een dramatisch doel" in zijn
laarzen, maar kon ze niet langer dan een uur
er in houden, hij kreeg er kramp van in de
teenen en py'n in den ruggegraat. Hij schreef
aan de Oriental toilet-company dat als hij zijn
geld niet terug kreeg hij schandaal zou maken,
maar ontving geen antwoord.
Bij de behandeling vroeg de verdediger, naar
Engelsche methode: U hadt die elevatoren
noodig voor een dramatisch doel. U is dus acteur ?
Alleen dilettant, en alleen voor kerkelyke
doeleinden. U spraakt van pijn in den rugge
graat, wat bedoelt u daarmee ? Ik bedoel pijn
in den rug. ? Waarom zegt u dat dan niet
dadelijk? Nu kwam de rechter tusschenbeiden:
De ruggegraat is toch een deel van den rug; dat
doet er immers niets toe. Ik wil alleen
aantoonen hoe overdreven en ondoordacht de getuigen
zich uitdrukken.
Eene vrouw getuigde dat ze gelezen had, hoe
de elevatoren ook door dokters gedragen werden ;
zij had daarom gemeend dat ze geen kwaad
konden. Zij bestelde een paar voor 3 sh. 9, voor
een ziek meisje, dat zwak in de enkels was en
wier eene been korter was dan het andere. Zij
kreeg een brief, meldend dat de soort van 3 sh.
9, niet meer voorradig was ; zij moest dan nog
l sh. !) zenden en kreeg dan een paar van 5 sh.
(J. Het zieke meisje droeg nu in den eenen schoen
een elevator ; maar zij kon er niet zonder steun
mee loopen; en na een kwartier kon zij het
niet meer uithouden van de pijn, en de voet
zwikte telkens. De vrouw vroeg haar geld terug,
maar kreeg het niet; wel een prijscourant van
toiletartikelen om uit te kiezen.
Een andere getuige kreeg, na een eindje wan
delen, zooveel pijn, dat hij op straat de schoenen
moest uittrekken en de elevatoren er uitnemen.
Ook hij vroeg zijn geld terug, maar kreeg de lijst
der toiletartikelen. Hij kooa een handspiegel,
maar kreeg bericht, dat de handspiegels niet
meer in voorraad waren; men stuurde hem in
plaats daarvan leverpillen. Van de leverpillen
had de getuige er twee gebruikt en vier aan zijne
dochter gegeven; de rest had hij nog.
Een lakei had ook elevatoren gekocht, omdat
het hem in zijne betrekking te pas kwam, groot
te zijn. Maar ze deden hem ondragelijke pijn en
hij viel er mee voorover. Hij vroeg ook zijn
geld terug en kreeg leverpillen, maar nam ze
niet in.
Nu verschenen de gewezen bedienden der
firma. Een pettenmaker leverde de elevatoren
il 2 sh. 10 per twaalf paar; de loopknecht moest
in de l t depots der firma de brieven gaan balen ;
de directrice van het bureau zette uiteen boe
men met de klanten handelde. lederen aanvra
ger, die na het zenden der circulaire geen ele
vator besteld had, werden ze na zes weken voor
den halven prijs aangeboden. Men ontving dus
dezelfde prullen voor 5 sh. G of voor 2 sh. 'J.
De getuige deelde intusschen ook mede dat er
wel eens brieven van koopers waren geko
men, die er betrekkelijk tevreden mee waren.
B.v. »ik heb uw elevatoren twee dagen gedragen
en ben er veel grooter mee; alleen ze doen me
erg pijn, langer dan een half uur kan ik het er
niet mee uithouden."
De behandeling der zaak werd uitgesteld om
meer afdoende getuigen te hooren.
Ui #
*
Victoria for ever.... De Engelsche bladen
hebben onder anderen deze anecdote over haar en
haar kleinzoon, den kleinen prins Alexander van
Battenberg, den zoon van Beatrice : De knaap
had van zijne moeder eenige weken geleden een
nieuwen blinkenden sovereign gekregen. Maar de
Battenbergers zijn verkwistender dan de
Coburgen; de jonge prins had al gauw zyn goudstuk
uitgegeven en vroeg zyn moeder om een tweede.
Prinses Beatrice gaf hem een duchtige vermaning
en geen geld. De jonge prins echter die, «abso
luut geld noodig had", besloot nu aan zy'ne
grootmoeder te schry'ven, die toch keizerin van
Indiëis, en haar zijn nood te klagen. Konin
gin Victoria evenwel, door hare dochter inge
licht, wachtte zich wel, aan het verzoek ge
hoor te geven; zy' zond per omgaande aan
hare kleinzoon een langen brief, zonder geld,
maar vol preeken en raadgevingen. Een paar
dagen later ontving zij het volgende antwoord :
«Lieve grootmama ; ik heb uw brief ontvangen
en ik ben er in 't geheel niet boos om, dat er
enkel vermaningen in stonden. Ik heb hem aan
een verzamelaar van autografen verkocht voor
4 pond 10 shillings."
Men ziet dat de jonge Battenberg van zijne
Engelsche familie den practischen handelsgeest
heeft overgenomen.
* *
Eene groote moeielijkheid is het voor de
Londensche gastvrouwen, die familie over kregen,
geweest, voor de feestdagen op eetwaren te reke
nen. Er zal honger geleden zijn. De verhuurders
van de dure appartementen aan den weg hebben
zich wel verbonden om er een dejeuner voor 20
personen by te leveren; wat den pry's betreft kan
dat allicht op de huur van 12000 gulden over
schieten, maar de mogelijkheid om er aan te
komen was nog zoo zeker niet. Sommige restau
rateurs hebben tribunes aangenomen tegen '24
a 30 gulden per persoon. De eerste kok van
Londen, Renoist, die gewoonly'k voor alle ele
gante groote feesten zorgt, vreest voor een overval,
zooals die tien jaren geleden plaats had. Hij
heeft voor de jubilaeumweek ingeslagen : 20 ton
roastbief, 4000 ossetongen, 1000 stuks galantine,
1000 wilde zwijnskoppen, 20,000 kwartels in
gelei, 20,000 leeuwerikken, 3000 kippen en 1000
p:\tes van wild of gevogelte. Ook kost het moeite
vorken en lepels te huren; men betaalt voor den
jubileedag 3 gulden per dozijn huur; de pro
vincie levert natuurlyk mee. De stad heeft
gezorgd voor een aantal extra fonteinen en
waterpompen.
Van de groote drukte heeft overigens de stad
niet zooveel voordeel als men denken zou. De
hotels hebben al sedert maanden voor dien dag
alle kamers verhuurd; maar ook is feitelijk met
22 Juni de season gesloten, veel vroeger dan
anders. De winkels in de straten waar de stoet
langs trekt hebben hun voorgevels duur verhuurd,
maar ook dagen lang achter de tribunebetimme
ring gezeten en niets verkocht.
***
Weder wordt ons een prachtige catalogus ge
zonden, nu van »Het Nederlandsen fototechnisch
bureau", firma C. A. P. Ivens & Co., gevestigd
te Nijmegen, te Arnhem en te Amsterdam ; hier
Spuistraat 216. Bijna driehonderd bladzijden
geven illustraties en prijsopgaven van de nieuwste
en fraaiste objectieven, aplanaten, lenzen, came
ra's (in honderd modellen), ckoroskopen, st
nopeeën, zoekers en vinders, pocket-kodaks, st
nojumelles, drievoeten, momentsluiters, sciopticons
en tooverlantaarns, projectielantaarns met uitvoeri
ge gebruiksaanwijzing wat betreft de lichtbronnen,
het maken en ontwikkelen van lantaarnplaatjes,
vergrootingstoestellen, enz. Voorts van alle
hulpmiddelen, platen, tasschen, papiersoorten,
bussen, lampen, bakken, schalen, haken, trech
ters, flesscben, filters, sproeiers, spoelbakken, vi
gnetten, kaarten, scharen,satineermachines,albums,
schermen, achtergronden, meubelen, chemicaliën,
boeken en handleidingen, allen even uitvoerig en
handig beschreven. Dezen catalogus doorbladerend
kan men zich eerst goed voorstellen, hoe voor
vele jongelui het amateur-fotograafschap een even
dure liefhebberij is als een renpaard of een
boeier; de collectie in hare volmaaktheid te be
zitten en telkens op nieuw aan te vullen, schijnt
heel aanlokkelijk, maar merkwaardig kostbaar.
* t
*
De «Vrouwenraad" te Auckland, heeft, naar de
Aitxtralu&ian review o/ rerieuis meldt, een wets
ontwerp aangevraagd om te bepalen, »dat iedere
getrouwde vrouw een gelijk deel zal hebben in
de inkomsten en verdiensten van haren man;
dat zij altoos van de uitbetalers, werkgevers,
bankiers, hare helft afzonderlijk zal kunnen vragen,
en baar naam ex ofiicio bij dien van haren man zal
geschreven worden aan het hoofd zijner rekening
courant bij de bank."
Voorzichtige menschen vreezen, dat wanneer
deze vorm van partnerschap wettelijk voorge
schreven word, liet vooreerst, den man moeielyk
zal worden gemaakt, zaken te doen, en hij zich,
ten tweede, nog minder dan vroeger zal laten vinden
om te trouwen. De Aucklaudsclie vrouwen zouden
dus, door het onderste uit de kan te willen
hebben, allicht bet lid op den neus krijgen.
Bloemkool au. ijratin. Men kookt de bloemkool
en laat ze uitdruipen, bestrooit ze met
parmezaansche en geraspte grayèrekaas ; maakt een
blanke saus van bouillon en melk, voegt daar
kaas bij en bedekt er de bloemkool mee ; bestrooit
ze dan met paneermeel en boter, en zet ?.e in
den oven.
E?e.