De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1897 27 juni pagina 5

27 juni 1897 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 1044 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. DAMEjSf. ?l De rauw in China, De Revue des deux mondes heeft een zeer belangryk artikel, bly'kbaar op volledige informatiën berustend, van den heer Courant, over de vrouw in China. De schrijver begint met in herinnering te brengen, wat wel eens vergeten wordt, dat China, vernederd en gekortwiekt, nog altoos een reusachtig rijk is, bevolkt door tal van zeer ver schillende rassen, maar die allen verbonden zyn door een curieuse eeuwenoude beschaving, wier hoofdbeginselen voor allen gelden. De vrouw dus wordt in heel China als een wezen van ondergeschikt belang beschouwd. De geboorte van eene dochter is eene straf, door den hemel gezonden, voor een misdrijf, in dit of in een vroeger leven door den vader begaan. De Chinees, wiens eerste kind eene dochter is, be schouwt zich als ongelukkig en schaamt zich zelfs. Toch wordt zulk een eersteling met eenige toe gevendheid behandeld, zelfs met eenige staatsie; een maand na de geboorte van het wicht mag de moeder eene kraamvisite houden, vrienden en bloedverwanten brengen een cadeautje. Toch ligt er een waas van berusting over de plechtig heid ; als het een jongen geweest was, zou de moeder in de »hal der voorvaderen" gelegd zijn, en er zou wierook zy'n gebrand, en gebeden gepreveld, om de booze geesten te weren; nu niets van dit alles. Toch geeft men de meisjes ook wel lieve poëtische namen. Als zy' het eerst naar een bloem ky'ken, heeten zy naar die bloem; ook wel «geurig blad" of »bekoorlyke wolk" vindt men als kin dernamen. Met het zevende jaar krijgt het kind een nieuwen naam, meer litterair, deftiger; de moederen de tantes blyven haar gewoonlijk den kindernaam als »Kosenaraen" geven. Chineesche vrouwen voeden altoos haar eigen kinderen; het denkbeeld ze geitenmelk, ezelinnenmelk of koemelk te geven, zouden zy' stuitend vinden. Ook, ofschoon men de meisjes veracht, behandelt men ze heel goed in een fatsoenlek huishouden; ze worden heel mooi gekleed, in geel, rood of groen, de drie gelukskJeuren. Haar hoofd wordt geschoren, op drie bokjes haar na, die men vlecht en met roodzyden draad samen bindt. Haar liefste spel is raketten met den pluimbal, dat zy met de voeten spelea. Over 't geheel zijn de Chineezen zeer toegevend, geduldig en zacht voor hun kleine kinderen. Het Chineesche meisje begint eerst haar on geluk te voelen met haar zevende jaar. Dan worden de voeten ingewikkeld om er de »gonden leliën" van te vormen, die tot haar latere schoon heid, althans distinctie, noodzakelijk zyn. Zelfs op de zendingsscholen, katholieke en protestantsche, smeeken de meisjes haar vriendinnen haar de voeten in te wikkelen; ze weten wel dat ze anders nooit in haar stand trouwen. Er is ne uitzondering : de Mandschoes, de regeerende stam in China, heeft nooit zy'n meisjes de voeten laten binden ; maar ofschoon wel eens een Mandschoe met een Chineesche trouwt, zal ook nooit of bijna nooit een Chinees een Mandschoe dame tot vrouw nemen. De opvoeding der meisjes is zeer volledig in China. Zij hebben gouvernantes; onderwijzeressen gaan van huis tot huis les geven; zy' worden ook zeer uitvoerig in het huishouden opgeleid en vooral in de tallooze ceremoniën die eene dame behoort te kennen. Meisjesscholen zyn er niet in China; thuis leert het meisje alles, lezen, schrijven, litteratuur, dichten, muziek maken, teekenen en borduren. Godsdienst wordt haar niet onderwezen, maar zy' gaat met de ouders naar den tempel, en is by' de offers op het huisaltaar tegenwoordig. Een Chineesch spreekwoord zegt dat het huwe lijk de belangrijkste zaak in het leven is, en zoodra het meisje dan ook twaalf jaar is, wordt er rondgekeken naar een passende party voor haar; als die gevonden is, wordt er eene plech tige verloving gevierd, die niet kan verbroken worden zonder ernstige gevolgen voor een der beide partyen. Tusschen verloving en huwelyk verloopen verscheidene maanden; soms worden de kinderen al in de wieg verloofd, soms ook na den dood. Als iemand een ongetrouwden zoon verliest, informeert hy naar de families die eene ongetrouwde dochter verloren hebben; het lyk van het meisje wordt opgegraven en naast dat van den zoon gelegd, de families vieren eene sombere huwely'ksplechtigheid en worden verwant alsof de getrouwden geleefd hadden. Soms heeft het invloed op erfrecht of protectie. Ook in China hebben moderne begrippen wel eens invloed gehad. Er zijn, zeer zelden, maar toch wel eens, meisjes geweest die niet met den aangewezen man wilden trouwen, en zelfs hebben eenige jaren geleden, een aantal van deze revo lutionaire meisjes in het Zuiden van China een club gevormd, de »Bond van den gouden iris", waarvan de leden zwoeren, zich liever te dooden, dan een man te trouwen dien zij niet begeerden. Bij het bepalen van huwelyken speelt de sterrewichelarij een groote rol; dag en uur moeten gunstig zy'n, en men zoekt alle goede voorteekenen te vereenigen. De Chinees ziet zy'ne vrouw geen oogenblik vóór het huwelijk; zy wordt hem dichtgesluierd in handen gegeven, en eerst by de receptie na het huwelijk, kry'gt hy, als iedereen, haar te zien. Wanneer de Chineesche getrouwd is, behoort zy' geheel tot haar mans familie. Zy bidt niet meer tot haar eigen voorvaderen, maar tot de zijne; wanneer haar eigen ouders sterven, gaat zy in lichten rouw, maar van haar man, zijn vader, zijn ooms, wordt zy' de slavin. Bij echt scheiding moet de man alles wat van haar of haar familie afkomstig is, teruggeven; echtschei dingen zy'n dan ook vrij zeldzaam. Millioenen Chineesche meisjes zyn, zooals men het poëtisch noemt, »ten huwelijk gegeven aan de geesten der rivier", dat wil zeggen verdronken; maar tegenwoordig gebeurt dat minder. Men weet dat de zendelingen zich verplicht achten, de kinderen die zy aan den weg vinden, pp te rapen, en het wemelt dan ook van vondelingen in de buurt der missiën. Andere arme vaders staan hun dochtertjes gratis of voor een heel gering douceur af aan wie ze maar hebben wil, als dienstbode, als vrouw, als gezellin; in China kan iedere jongen zooveel meisjes krijgen als hy maar wil. liiiiiiMiMiiiiiMiiiMiiiiiiiimimimiiiiHiMiii Beatrice Harraden. Miss Beatrice Harraden, de schrijfster van Ships that pass in the night, dat haar een paar jaar geleden bijna plotseling beroemd gemaakt heeft, is te Hampstead geboren, in 1864, en toonde zich niet enkel als romanschrijfster talentvol. Zij is van zeer gemengd ras en van zeer gemengde opvoeding. Haar vader, te Cambridge geboren, is koopman op Bombay, hare moeder is eene Zweedsche uit Kashmir; hare opvoeding ontving zy eerst te Hampstead, toen te Dresden, later op Cheltenham college; zy' deed haar examens aan Bedford college, en werd B. A. van deLondensche universiteit, in «Classics and Mathematics"; de promotie had in het Duitsch plaats, zij had zich ook zoowel op de Duitsche philosophie als op de werken van Herbert Spencer met ijver toegelegd. Om uit te rusten ging zy nu violoncel studeeren. Novellen had zij nu en dan reeds ge schreven en ze zonder succes aan TSluckiooods Magazine gezonden. Toch kreeg zij wel eens een woord van aanmoediging terug; maar Ships tliat pass in the night werd niet geplaatst; de redactie vond het wel mooi, maar te triest voor het publiek. Miss Harraden is een groote reizigster; de laatste twee jaar heeft zij in Zuid-Californi doorgebracht, omdat het klimaat haar daar bij zonder bevalt, by' vrienden die er een citroen plantage hebben: maar zij denkt er niet altoos te blyven. Toch maakt zij er zich nuttig; zij helpt citroenboomen planten en enten, vruchten inzamelen, hagen maken en wat er binnenshuis te doen is voor dames, op een plaats waar men geen vrouwelijke dienstboden kan krijgen. llllllllllllinilllHlllltlHlllllllllllllllll iiiiimiuinmmmiiiMuiiiiiiiiiiiuil Zomermode. Elevatoren. Victoria en haar kleinzoon. Voeding op Jiibilaeumsdag. Votografieartikelen. De vrouwen te AucldanA. Recept. Zooals te voorzien was, gaat, ondanks ramp en rouw, het Parijsche saizoen zyn gang. Chantilly, Auteuil, Longchamps... de toiletten waren er niet minder elegant om; alleen voerde bij een aantal van de aanzienlijkste het gry's den boven toon. De verslagen doorziende, kan men het opmerken : barones Alphonse de Eothschild, grijs mousseline geïncrusteerd met chantillykant; Mad. de Warn: grijs gechineerd taf, witte kant; gravin de Fels-Lebaudy: grijs met mauve, witte struisveeren; gravin de Castellane (de geefster van het millioen): parelgry's canevas met crème kant, grysstrooien hoed met crème veeren en kant; ma dame Sassoon; zwart en wit foulard quadrille, enz. Wanneer men de schetsen ziet, die eenige bladen geven van de toiletten by den Grand Prix, merkt men een vorm op, die nieuw is en in verschillende variatiën vertegenwoordigd wordt. Het is een heel smalle voorbaan of tablier, soms zoo smal, dat men hem stola zou noemen, en voorts de rok met twee of meer hoog strooken bedekt. In deze strooken was veel verschil; niet mooi, vooral van achteren, staat het, wanneer de rok tot 20 centimeter beneden de taille geheel glad collant is, en vandaar in twee wijde strooken uitslaat; beter wanneer, zooals in een ander geval, de rok alleen van af de taille vier of vyf smalle strookjes heeft en dan verder sluik hangt om beneden met een grooten volant te eindigen. Het best kleedend scheen de rok, met n grooten volant van onderen en verder de gladde ruimte tot van boven door drie of vier platte bouillonnés afgedeeld. De meeste rokken zijn gegarneerd; de wijze van versiering schijnt ons weer naar de terugkomst van den sleep of van de crinoline heen te wijzen. Het ligt toch in de menschely'ke (hier vrouwelijke) natuur, wan neer men heel veel moois op een rok heeft, het te willen vertoonen, het uit te spreiden; dit nu geschiedt of door een sleep of door een crinoline. De strookenvorm leidt tot de crinoline; maar de tablier en het samenvatten van de ruimte van achteren leiden tot den sleep; in de nieuwste modellen is het moeielyk te zien welke van beiden overwinnen zal. Bij eene redeneering over de toiletten te Chantilly, te Auteuil en te Longohamps merkt een van de verslaggeefsters op, dat het vooral in de groote wereld de triomf was der dure onpretentieuse japonnen, »les petites robes qui n'ont l'air de rien." Geen zware zijde meer, geen fluweel of moiró of brokaat; alles was neteldoek, piqué, linon, genre lingerie, met veel opnaaisels, stiksels en plooisels, incrustaties, entredeux en kant; in n woord: japonnen waarvan de stof goedkoop en het arbeidsloon enorm hoog is, en waarvan de coupe het onnavolgbare uitmaakt. Een wit piquéjapon van Doucet van COO frcs. toch is allicht voor 150 francs na te maken; gladde rok, ongevoerd, boléro van piqué, met coutil gevoerd, op een blouse van lichtgeel batist met wat lersche guipure erin; de rok van Doucet was zelfs niet, zooals sommige huizen doen, met zijde gevoerd. De vervaardigkosten waren dan 10 meters piquéa 5 francs, 4 meters batist van 4 francs, wat katoenen band, 30 francs lersche guipure, 3 meters coutil a IK franc. Maar nu de coupe, het mooie knippen dat den cbic van het oogenblik weergeeft, en het vernuftig samen stel van naadjes en plooitjes, dat dezen chic precies aanpast aan de physionomie, het karakter, de persoonlijkheid der draagster. Hoogte van kraag, breedte en vorm van revers, wy'dte van rok, stand der rokplooien, arrangement van het ceintuur, dit alles moet, door de behendigheid der coupeuse bijeengebracht, dienen om de persoonlykheid der draagster een slankheid, buigzaamheid, evenredigheid, een artistiek en smaakvol aanzien te geven, dat zij niet zonder den japon, en de japon niet zonder haar zou hebben. Met de schijnbare eenvoudigheid gaan soms nog vrij met kosten ook aan stof en loon voor minder soort arbeid gepaard. Een wit neteldoeken japon met zwarte moesjes was met racb.es van zwart libertygaas gegarneerd. Vijf ruches om den rand van den rok, die als plissésoleil geknipt, dus 7 a 8 meter wijd was, daarboven drie ry'en ruches in punten gelegd; voorts het garnituur van het corsage, negen rijen ruches, drie aan drie, om blouse en mouwen gelegd; totaal 70 & 80 meter ruche, die alle driemaal door de handen moeten gaan. Dit is wel werk voor de helpsters en niet voor de coupeuse of de naaisters, maar het moet toch ook betaald worden. By' de witte, zwarte of grijze japonnen, wordt wel de kraag en het ceintuur van cerise, rose de chine of licht groen genomen. Ook de rijen stiksteken, en de massa's ruban comète of smal fluweel (gekleurd of zwart) die men weer gaat opleggen, vereischen veel arbeids loon, een goed ding voor de meisjes die thuis haar japonnen maken en wie het op een uurtje werk meer of minder niet aankomt. Steeds grooter wordt de afstand tusschen de costumes tailleur, die nauw, ongegarneerd en somber worden, en de zomercostumen, die men wijd maakt en met strooken overdekt. Het blijft daarom de vraag of voor den winter, wanneer de stoffen weer die der costumes tailleur zullen zijn, al dat opmaken met volants en ruches wel blijven zal. Opmerkelijk is het, dat de boa, die eenige jaren geleden als zomergarneering zooveel opgang maakte, weer juist even druk terugkomt. Bij de wedrennen en bij de laatste Parijsche premières waren tal van boa's te zien, niet afzonderlijk, maar als deel van het costuum. Te Londen voor het bekende police-court in Bow-street is weder een toiletzaak behandeld. De chef der »0riental toilet-company", de »droguist" A. L. Pointer, moest verschijnen in zake de door hem uitgevonden «onzichtbare elevatoren". De getuigen hadden deze dingen van hem ge kocht om hun lichaamslengte te vergrooten en achtten zich door hem bedrogen. De eerste ge tuige was een werkman in caoutchouc, die in een humoristisch blad de annonce »Zy't gy' klein ?" gelezen had, en een paar elevatoren bestelde, die zyn lichaam 4 duim langer moesten maken. Hij zette ze »voor een dramatisch doel" in zijn laarzen, maar kon ze niet langer dan een uur er in houden, hij kreeg er kramp van in de teenen en py'n in den ruggegraat. Hij schreef aan de Oriental toilet-company dat als hij zijn geld niet terug kreeg hij schandaal zou maken, maar ontving geen antwoord. Bij de behandeling vroeg de verdediger, naar Engelsche methode: U hadt die elevatoren noodig voor een dramatisch doel. U is dus acteur ? Alleen dilettant, en alleen voor kerkelyke doeleinden. U spraakt van pijn in den rugge graat, wat bedoelt u daarmee ? Ik bedoel pijn in den rug. ? Waarom zegt u dat dan niet dadelijk? Nu kwam de rechter tusschenbeiden: De ruggegraat is toch een deel van den rug; dat doet er immers niets toe. Ik wil alleen aantoonen hoe overdreven en ondoordacht de getuigen zich uitdrukken. Eene vrouw getuigde dat ze gelezen had, hoe de elevatoren ook door dokters gedragen werden ; zij had daarom gemeend dat ze geen kwaad konden. Zij bestelde een paar voor 3 sh. 9, voor een ziek meisje, dat zwak in de enkels was en wier eene been korter was dan het andere. Zij kreeg een brief, meldend dat de soort van 3 sh. 9, niet meer voorradig was ; zij moest dan nog l sh. !) zenden en kreeg dan een paar van 5 sh. (J. Het zieke meisje droeg nu in den eenen schoen een elevator ; maar zij kon er niet zonder steun mee loopen; en na een kwartier kon zij het niet meer uithouden van de pijn, en de voet zwikte telkens. De vrouw vroeg haar geld terug, maar kreeg het niet; wel een prijscourant van toiletartikelen om uit te kiezen. Een andere getuige kreeg, na een eindje wan delen, zooveel pijn, dat hij op straat de schoenen moest uittrekken en de elevatoren er uitnemen. Ook hij vroeg zijn geld terug, maar kreeg de lijst der toiletartikelen. Hij kooa een handspiegel, maar kreeg bericht, dat de handspiegels niet meer in voorraad waren; men stuurde hem in plaats daarvan leverpillen. Van de leverpillen had de getuige er twee gebruikt en vier aan zijne dochter gegeven; de rest had hij nog. Een lakei had ook elevatoren gekocht, omdat het hem in zijne betrekking te pas kwam, groot te zijn. Maar ze deden hem ondragelijke pijn en hij viel er mee voorover. Hij vroeg ook zijn geld terug en kreeg leverpillen, maar nam ze niet in. Nu verschenen de gewezen bedienden der firma. Een pettenmaker leverde de elevatoren il 2 sh. 10 per twaalf paar; de loopknecht moest in de l t depots der firma de brieven gaan balen ; de directrice van het bureau zette uiteen boe men met de klanten handelde. lederen aanvra ger, die na het zenden der circulaire geen ele vator besteld had, werden ze na zes weken voor den halven prijs aangeboden. Men ontving dus dezelfde prullen voor 5 sh. G of voor 2 sh. 'J. De getuige deelde intusschen ook mede dat er wel eens brieven van koopers waren geko men, die er betrekkelijk tevreden mee waren. B.v. »ik heb uw elevatoren twee dagen gedragen en ben er veel grooter mee; alleen ze doen me erg pijn, langer dan een half uur kan ik het er niet mee uithouden." De behandeling der zaak werd uitgesteld om meer afdoende getuigen te hooren. Ui # * Victoria for ever.... De Engelsche bladen hebben onder anderen deze anecdote over haar en haar kleinzoon, den kleinen prins Alexander van Battenberg, den zoon van Beatrice : De knaap had van zijne moeder eenige weken geleden een nieuwen blinkenden sovereign gekregen. Maar de Battenbergers zijn verkwistender dan de Coburgen; de jonge prins had al gauw zyn goudstuk uitgegeven en vroeg zyn moeder om een tweede. Prinses Beatrice gaf hem een duchtige vermaning en geen geld. De jonge prins echter die, «abso luut geld noodig had", besloot nu aan zy'ne grootmoeder te schry'ven, die toch keizerin van Indiëis, en haar zijn nood te klagen. Konin gin Victoria evenwel, door hare dochter inge licht, wachtte zich wel, aan het verzoek ge hoor te geven; zy' zond per omgaande aan hare kleinzoon een langen brief, zonder geld, maar vol preeken en raadgevingen. Een paar dagen later ontving zij het volgende antwoord : «Lieve grootmama ; ik heb uw brief ontvangen en ik ben er in 't geheel niet boos om, dat er enkel vermaningen in stonden. Ik heb hem aan een verzamelaar van autografen verkocht voor 4 pond 10 shillings." Men ziet dat de jonge Battenberg van zijne Engelsche familie den practischen handelsgeest heeft overgenomen. * * Eene groote moeielijkheid is het voor de Londensche gastvrouwen, die familie over kregen, geweest, voor de feestdagen op eetwaren te reke nen. Er zal honger geleden zijn. De verhuurders van de dure appartementen aan den weg hebben zich wel verbonden om er een dejeuner voor 20 personen by te leveren; wat den pry's betreft kan dat allicht op de huur van 12000 gulden over schieten, maar de mogelijkheid om er aan te komen was nog zoo zeker niet. Sommige restau rateurs hebben tribunes aangenomen tegen '24 a 30 gulden per persoon. De eerste kok van Londen, Renoist, die gewoonly'k voor alle ele gante groote feesten zorgt, vreest voor een overval, zooals die tien jaren geleden plaats had. Hij heeft voor de jubilaeumweek ingeslagen : 20 ton roastbief, 4000 ossetongen, 1000 stuks galantine, 1000 wilde zwijnskoppen, 20,000 kwartels in gelei, 20,000 leeuwerikken, 3000 kippen en 1000 p:\tes van wild of gevogelte. Ook kost het moeite vorken en lepels te huren; men betaalt voor den jubileedag 3 gulden per dozijn huur; de pro vincie levert natuurlyk mee. De stad heeft gezorgd voor een aantal extra fonteinen en waterpompen. Van de groote drukte heeft overigens de stad niet zooveel voordeel als men denken zou. De hotels hebben al sedert maanden voor dien dag alle kamers verhuurd; maar ook is feitelijk met 22 Juni de season gesloten, veel vroeger dan anders. De winkels in de straten waar de stoet langs trekt hebben hun voorgevels duur verhuurd, maar ook dagen lang achter de tribunebetimme ring gezeten en niets verkocht. *** Weder wordt ons een prachtige catalogus ge zonden, nu van »Het Nederlandsen fototechnisch bureau", firma C. A. P. Ivens & Co., gevestigd te Nijmegen, te Arnhem en te Amsterdam ; hier Spuistraat 216. Bijna driehonderd bladzijden geven illustraties en prijsopgaven van de nieuwste en fraaiste objectieven, aplanaten, lenzen, came ra's (in honderd modellen), ckoroskopen, st nopeeën, zoekers en vinders, pocket-kodaks, st nojumelles, drievoeten, momentsluiters, sciopticons en tooverlantaarns, projectielantaarns met uitvoeri ge gebruiksaanwijzing wat betreft de lichtbronnen, het maken en ontwikkelen van lantaarnplaatjes, vergrootingstoestellen, enz. Voorts van alle hulpmiddelen, platen, tasschen, papiersoorten, bussen, lampen, bakken, schalen, haken, trech ters, flesscben, filters, sproeiers, spoelbakken, vi gnetten, kaarten, scharen,satineermachines,albums, schermen, achtergronden, meubelen, chemicaliën, boeken en handleidingen, allen even uitvoerig en handig beschreven. Dezen catalogus doorbladerend kan men zich eerst goed voorstellen, hoe voor vele jongelui het amateur-fotograafschap een even dure liefhebberij is als een renpaard of een boeier; de collectie in hare volmaaktheid te be zitten en telkens op nieuw aan te vullen, schijnt heel aanlokkelijk, maar merkwaardig kostbaar. * t * De «Vrouwenraad" te Auckland, heeft, naar de Aitxtralu&ian review o/ rerieuis meldt, een wets ontwerp aangevraagd om te bepalen, »dat iedere getrouwde vrouw een gelijk deel zal hebben in de inkomsten en verdiensten van haren man; dat zij altoos van de uitbetalers, werkgevers, bankiers, hare helft afzonderlijk zal kunnen vragen, en baar naam ex ofiicio bij dien van haren man zal geschreven worden aan het hoofd zijner rekening courant bij de bank." Voorzichtige menschen vreezen, dat wanneer deze vorm van partnerschap wettelijk voorge schreven word, liet vooreerst, den man moeielyk zal worden gemaakt, zaken te doen, en hij zich, ten tweede, nog minder dan vroeger zal laten vinden om te trouwen. De Aucklaudsclie vrouwen zouden dus, door het onderste uit de kan te willen hebben, allicht bet lid op den neus krijgen. Bloemkool au. ijratin. Men kookt de bloemkool en laat ze uitdruipen, bestrooit ze met parmezaansche en geraspte grayèrekaas ; maakt een blanke saus van bouillon en melk, voegt daar kaas bij en bedekt er de bloemkool mee ; bestrooit ze dan met paneermeel en boter, en zet ?.e in den oven. E?e.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl