De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1897 4 juli pagina 7

4 juli 1897 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No 1045 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Twee antipoden: Aflolpn lenzel en Jozef Israëls, Er zyn menschen, die niets onaangenamer vinden dan het vergelyken van personen, toestanden en gebeurtenissen. Als ge er mede begint, overvalt hun terstond eene prikkelbare stemming, en zij trachten zoo mogelijk u aanstonds het zwijgen op te leggen. Zouden zy misschien reeds meer malen het slachtoffer geweest zy'n van indiscrete causeurs, of missen zij dien prikkel, die zoo menigeen tot vergelijken aanzet ? Hoe het ook zy, wij willen ons ditmaal door deze schaar niet laten afleiden. Indien men tal van jaren gewoond hebbend in het kille, nuchtere Berlyn, dat tot eene wereldstad aangroeit, op eens in het land van Rembrandt verplaatst wordt, stijgen door het groot verschil in ontwikkeling en opvoeding der beide volken, in den bouw der steden, in verlichting en stemming der natuur, vele vragen in u op, die in de eerste weken in een nevelachtig beeld gehuld blijven en eerst langzaam in helderder licht zich vertoonen. Niet het minst is dit het geval, als men hier in deze omgeving, in deze lucht en lichtwerking de werken van Israëls bekijkt, nadat men jaren onder den indruk leefde van die van Menzel te Berlijn, alwaar deze opgroeide en werkt. Beide kunstenaars zyn "waard met elkaar gemeten te worden, want zy zyn alle twee, hoe verschillend ook in aanleg en opvatting, grootheden van den eersten rang. Om hen te ontmoeten die Menzel en Israëls in artistieke kracht en intimiteit over treffen, moet men teruggaan tot den bloeitijd der beeldende kunst. Velerlei gedachten duiken onwillekeurig in ons op, als wy ons de talrijke werken der beide schilders in het geheugen terugroepen, want beiden zy'n zeer productief geweest. Wie heeft de meest juiste opvatting der na tuur en geeft haar met de krachtigste persoonlyke overtuiging weer? Waarin verschilt hunne opvatting ? Hoe hebben beiden gewerkt, en wie is de veelzydigste, in n woord, wie is van deze twee meesters, de meester Excellenz Adolph von Menzel te Berlyn of Jozef Israëls te 's Hage ? Het veld is groot, maar laten wy' ons niet hierdoor laten afschrikken, te meer daar het ons spoedig blaken zal, dat het voor ons Hollanders niet moeielyk wordt, het kenmerkend onderscheid in de opvatting en uitvoering der beide talenten scherp in 't licht te stellen en te vatten. En ook hier is het, zooals op elk gebied heeft men de zaak wezenlyk doorgrond, dan kan de gang der leidende gedachten eenvoudig en kort zijn. Holland is het land van kleur en van gedistin geerde stemming in de natuur. Het volk, zij het ook onbewust, leeft onder dien indruk er is diepe behoefte aan stemming, ook in de vertrek ken, al wordt hiervan ook niet gesproken. Hier, waar op vele dagen het licht der zon slechts zwak doorbreekt, plant men boomen dicht voor de huizen en laat de valgordy'nen zoo laag neer, dat het licht nog meer schemert. In deze om standigheden openbaart zich de intieme behoefte aan stemming in alle kringen der bevolking. Dat imiumiimiimimiiiiiiiiimmiiiiiii "'"mini minimum i m ofiaafwpal. 7de Jaargang. 4 Juli 1897. Bedacteur: RUD. J. LOMAN. Adres: Stonehaven Streatham Londen S. W. Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek betreffende, aan bovenstaand adres te richten. minimum n i iiiiiinii imiiiiiiiiiiii niu 111 Vervaardigd voor den Gden Internationale probleemwedstry'd in dit blad. No. 392 van J. W. Lecomte, te Soerabaia. Mat in drie (3) zetten. Errata. (Zie vorige rubriek). In eindopl. Loman Muller is op a8 een zw. toren vergeten. De matzet is natuurlijk op e6 en niet e8. Oplossing van No. 388 ( l E f7 enz. Kolstc). Opgelost door C. Kockelkorn, Keulen (3); C. T van Ham, Kralingsche Veer (2); H. Mendes da Costa, Am sterdam (2); H. J. B. te Krewerd (3); H. H. v. d. Goot' Hanoh (8); B. v. Krimpen, Rotterdam (3); E. S. Schorzoekt men elders in deze groote mate te vergeefs. De Italiaan zorgt er wel degelijk voor, dat, niet tegenstaande de grootere hitte, hij de zon] overal aanschouwen kan »de zon, de zon, roept hij, die moet ik zien en hebben !" In deze uiting spreekt zich een zwak gevoel voor stemming uit. Maar waarin bestaat dan eigenly'k de stemming, die het Hollandsch landschap zoozeer verrykt, welke wy' in onze vertrekken trachten te behou den en die de kunstenaar in zijne schilderij, teekening of ets moet weergeven, zal hy ons boeien ? De stemming, welke ons omgeeft, heeft nie mand nog beschreven, en hare werking zal nooit geheel in woorden kunnen worden uitgedrukt. Dat echter is gemakkelijk te vatten, dat als de schilder meestal weinig oog heeft voor de verschyning der natuur als geheel, -maar bijna uit sluitend voor de détails in die verschijning, hij slechts heel zwak de stemming kan weergeven. In dit niet creëeren der stemming ligt de kilte en leegte van Adolph Menzel's schilder- en teekenkunst, en in het weergeven daarvan de kracht van Jozef Israels penseel. Groote per soonlijkheden mag men slechts onderling meten, en zoo wordt ons het pittige en het zwakke van Menzel's kunst het duidelykst, als men zyne werken met die van Israels vergelijkt. By den landgenoot is alles stemming; hij geeft de verschyning der natuur als geheel, maar glipt over de détails wel eens heen. In de creaties van den Duitscher ontmoeten wy echter de volmaaktste bewerking der details, maar missen de stemming waardoor Israels aangrijpt. Israels laat van eenen zekeren afstand de na tuur met al hare schilderachtige bekoorlijkheden op zich werken, en creëert naar deze indrukken zy'n werk. Menzel daarentegen heeft het motief, dat hy weergeven wil, van heel dichtbij bekeken, en wel op zulke korte distantie, dat het hem mogelijk was het kleinste detail niet slechts te aanschouwen, maar er als 't ware doorheen te kyken! Ligt het dus niet voor de hand, dat de meester voor het groote der natuur, voor de teere kleurennuances, in n woord voor de stemming, weinig oog kan hebben ? In overdrachtelijken zin gesproken is Menzel een dwarskyker, daarentegen Israels een ziener; Israels is de grootste kunstenaar van beiden en ver plaatst ons in zyne werken op hoogere trappen van het onuitsprekelijke der kunst. Maar heeft dan Adolph Menzel geen schilder werk geleverd, dat aan de hoogste eischen vol doet ? Voorzeker, maar slechts als uitzondering. In het Flötenconcert in Sans-Souci, maar vooral in het Hiscnwahwerk (beide stukken zijn in het bezit der National Galerie te Berlijn) heeft hy met juisten en grooten blik de natuur aanschouwd en weergegeven. De grootte van Menzel's kunst wortelt in zy'n teekenen, want, opgegroeid aan de kleurlooze oevers der Spree, kan bij geen fijn kolorist zijn. Hij is evenals Israels een kind van zy'n land. Maar hoe teekent Menzel tot in de inge wanden heeft hy de menschen bekeken! Zijn. teekenstift wordt als 't ware, zoo zoude men zeggen, door de X-stralen geleid ! En dan zyne groote veelzydigheid. Menzel's iniiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiMiiiiimiiiimiimiiitiiiiiiim tinghuis, Finsterwold (3); L. Bruins, Basquert; G. Hovinga, Finsterwold (21/5); W. Albregts, Amsterdam (21/s); H. Hovinga, Oostwold; W. Beekhuis, Groningen. Oplossing van No. 389 (Meijer). l D g5 enz. Opgelost door C. Kockelkorn, Keulen (2); C. T. van Ham, Kralingsche Veer (2'/s); W. Albregts, Amster dam (2); G. Hovinga, Finsterwold (3); E. S. Schortinghuis, Finsterwold (1); B. v. Krimpen, Eotterdam (2Vs); H. H. v. d. Goot, Harich (H/s); H. J. B. teKre. werd (0); H. Mendes da Costa, Amsterdam (2). Beoordeelingen (No. 388 te Kolstó). Ein recht guter Zweizüger, dein ich nur noch gewünscht hiitte, dass in der wichtigeu Matstellung nach l?K f3: nicht die Dame und Springer b3 entbehrlich waren. C. Kockelkorn. De hoofdgedachte mooier dan van den 2zet No. 387, doch ook hier m. i. overlading. C. T. v. Ham. No. 389 van Max Meyer. Mit nur einer guten Matstellung und ohne gri'mere Bedeutung, aber doch nicht bel. C. Kockelkorn. Een nette en sober bewerkte compositie, met vr\j zuivere matstellingen. C. T. v. Ham. Van No. 386 (Adama) zijn nog de volgende opl. ingekomen: G. Hovinga, Finsterwold (4); L. Bruins, Easquert; E. S. Schortingtuis, Finsterwold (4); C. T. van Ham, Kralingsche Veer (S Vs) ; H. H. v. d. Goot, Harich (4). Oplossing van No. 387 (Adama). l D g8 enz. Opgelost door C. T. v. Ham (U'a); H. H. v. d. Goot (3); G. Hovinga (2); E. S. Schortinghuis (3); W. Beek huis, Groningen; benevens de opl. in vorige rubriek vermeld. Beoordeelingen (No. 386 Adama). Een zeer goed probleem. Vooral de varianten l K eüen l T e7 zijn mooi. Ook de matstelling op d7 is niet gemakkelijk te ontdekken. Hoewel er vlekjes aart te wijzen zijn, is 't een degelijke compositie. C. T. v. Ham, omvattende kennis der historie en het weergeven van gebeurtenissen uit het verleden zy'n bekend. In het dierenryk heeft hy' zich niet minder ver diept en op dit gebied veel groots van opvatting gecreëerd. De satire en de humor zijn in hooge mate zy'n eigendom en als scherp denkend kunstenaar heeft hij de bewonderenswaardigste symbolieke composities gemaakt, o. a. by de illustraties tot de werken van Frederik de Groote. De meeste dezer teekeningen bezitten eene kracht, welke die van meesters uit den bloeitijd der kunst evenaart. Neen, wij wenschen in geenen deele op Menzel te vitten. Alles wat hy geeft, is ontstaan uit ware, oprechte behoefte tot creatie. Gemaniereerd is hy hoogst zelden, tuk op uiterlyk effekt of zie kelijk nooit, meestal zeer intiem, volmaakt in de détails als geen zijner tijdgenooten. Maar Menzel is als schilder in 't algemeen zeer overschat, en dat bly'kt te helderder, als men, hier levende onder den indruk van Israëls werken, zy'ne gedachten naar de Spree laat terugd walen, Tot navolging in het schilderen zal en mag Menzel voor de duitsche school niet gelden, en niettegenstaande zy'n veelomvattend kunnen, is hij als schilder in zijn land geene nieuwe, blijvende verschijning, zooals Max Liebermann en Fritz von Uhde dit zijn. Toch zal Adolf Menzel te allen ty'de aan den horizont der kunst als eene ster van de eerste grootte blyven schitteren. Jozef Israels echter als een planeet, wier glans eerst dan ietwat zal verduisteren, als de wereld nogmaals een bloeitijd der schilderkunst beleefd. J. H. SCHOBEB. 1) Bovenstaande gedachten over Menzel's kunst, Januari 1896 neergeschreven, werden niet in Duitschland gepubliceerd, daar ze te zeer afweken van wat tot dien tijd over Adolf Menzel geschreven was. In het zelfde jaar uitte zich op kritische wy'ze voor het eerst de duitsche kunstcriticus Helferich (Prof. Heilbut) in het ty'dschrift Metropolis. Daarop volgende een scherp betoog van den Direkteur der National-Galarie te Berlijn, in het tijdschrift Pan; Jan Veth uitte zich kortelings over den duitschen meester in de Kroniek. Een Rembrandt. Dr. A. Bredius, die sinds eenige maanden roolsche en Russische Schilderyen-verzamelingen bezocht, om verdere stof voor zy'n Rembrandt-onderzoekingen te vinden, heeft onlangs een brief aan de Spectator geschreven waarin hy melding van zy'n goed slagen geeft, daar 't hem gelukt is niet minder dan zeven tot hiertoe geheel onbekende werken te ontdekken. Over zijn vondst in het slot van graaf Tarnowski Drikov bij Krakau schrijft hy: Mijn verwachtingen waren niet groot, ofschoon ik wist dat hier een »Rembrandt" was, die aan een van zijn leerlingen (D. v. Gelder) werd toegeschreven. Een blik op het werk en een kort onderzoek overtuigden mij evenwel dat ik hier een van de mooiste werken des meesters voor my had. Het schildery, ongeveer iys meter hoog en breed, stelt een jongen ruiter voor die tegen het vallen van den avond door phantastisch landschap ry'dt. De laatste stralen der onder gaande zon verlichten den man, die bijna geheel ?nllliiiiHiiiiiiiiiiiiMmmmililliiiilHiiiiiiiiiiiiiHmiiiiiimiiiiiimiiiiiiimiM No. 387, van Adama. Er is bijgehaald wat er bijgehaald kon worden. De veelheid van varianten verhoogt m. i. de waarde niet. C. T. v. Ham. TWEEDE NAT. COBEESP.WEDSTBIJD. ? Overwinnaarsgroep. Tweede zet van Zwart. Partij No. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11, 12. 13. 14. 15. (15 P c6 P c6 P c6 P c6 ed4: P 06 P c6 ef4: P c6 ed4: (IC, P c6 P f6 P c6 Partij No. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. f5 ef4: P c6 P f6 P c<5 ed4: e (14: P c6 E c5 D d5: P f6 ed4: P c6 P c6 R c5 Partij No. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. c6 c6 d5 c f6 c6 c6 c6 f6 16 ed4: P f6 P 1(5 d(i d6 De tweede zet van Wit in partij 24 en 42 was E cl. Naar ik vermoed was deze zet in partij 35 en 39 dezelfde. Gaarne ontving ik daarvan opgave. J. J. S. Onze zesde Intern. Probleemwedstrijd opent met No. 392. De bepalingen blijven dezelfde als die welke bij den vijfden wedstrijd van kracht waren. Prijzen : Voor don besten 4zet ? 10. 3zet 6. 2zet 4. Eeeren deelnemers wordt verzocht, ons hunne in zendingen zoo spoedig mogelijk te doen toekomen. In onze volgende rubriek zal de uitslag van den 5den Halfjaarl. Intern, bekend worden gemaakt en tevens dien van den daaraan verbonden opl.wedstrijd. Voor den opl.wedstrijd over het tweede haljfaar van 1897 loven wij de volgende 7 sohaaktijdschriften uit: Deutsches Wochenachach, Deutsche Schachzeitnng. British Chosa Magazine. Strategie. Tidskrift for Skak. Tijdschrift van den Ned. Schaakbond. Wekelijksche Schaakrubriek der Saaie Zeitung, ge redigeerd door E. Schallopp. en face gezien wordt.... Al mijne bemoeiingen om het stuk voor Holland aan te koopen waren vergeefsch; misschien kunnen wy' het evenwel op de tentoonstelling in 1898 te Amsterdam zien, als daar de groote Rembrandt-expositie zal ge houden worden. Men heeft er my half en half de toezegging van gedaan. Een J. F. Millet. Bij Buffa is met een kleine Corot en nog een paar Franschen uit dien ty'd, een zeer mooie pastei van Millet, voor belangstellenden te be wonderen. Het is een krytteekening, by'na zon der kleur, een groot wy'd land verbeeldend. Op den voorgrond een omgeploegde akker, waarin een egge. Verder op den achtergrond een ploeg, waar zwervende vogels zich neerzetten op het bewerkte land, en kleine hoopen hooi of aarde. En meer naar den horizon teekenen zich, in steeds wijkend verschiet, de ry'ende akkers tot aan den gezichteinder, die met een boschje begroeid en eenige opschietende boomen, zeer fijn zich tegen de gryze lucht zet, waar de zon achter wol ken zich schuil houdt. Een wonder van uitvoe ring en visie, zooals er zelden gelegenheid be staat in Amsterdam te zien. Th. M. In Haarlem, in het Pavillioen, is een groote collectie boek-kunst vanWilliam Morris te zien. Ze blijft nog een paar weken. iiiiiiiiiiiiiiniiiiiiu Vacantie-tüil, Mogen wij de aandacht onzer stadgenooten wederom vragen voor het volgende ? Binnenkort gaat menigeen met zyn gezin een poosje rust genieten, hetzij door naar buiten te gaan, hetzy door een korte of lange reis te maken. In dien tyd is in huis natuurlek geen behoefte aan de hulp, welke anders geregeld door schoon maaksters, strijksters, huisnaaisters, oppassers en dergelijke onmisbare werkkrachten verleend wordt. Ook dezen gaan dus een tijd van vacantie tege moet, waarin zij echter maar al te vaak hunne gewone verdiensten moaten derven. Vacantie beteekent dan voor hen: kleine verdiensten, en groote zorgen, zooals de ervaring ons helaas telken j are leert. Wy' nemen daarom de vrijheid op de belangen van deze personen de aandacht te vestigen. Hun budget is in regel niet bestand tegen het ty'delyk verlies van welk deel hunner inkomsten ook. Daarom vragen wy aan allen, die in de geluk kige omstandigheden verkeeren den zomer buiten Amsterdam te kunnen genieten: «Vergeet deze helpers in Uwe huishouding niet, verhoogt Uwe raming van zomer-uitgaven met het bedrag van hun loon, laat hun verdiensten doorgaan". Bestuurderen van het Genootschap »]jiefdadigheid n. Vermogen", J. II. A. A. KA.LVP, Voorzitter. 3 F L. BLAKKBHBEBG.U H. B. LEFJ'.BUKE, J A'dam, l Juli 1897. iiiiiiiiiiiiiiiiimuiiim iiiiiiiiiiiiiiiiimiii UIT DE SCHAAKWERELD. Aan den kiemen bondswedstrijd met af- en aanspel, die dezen keer te Dordrecht plaats vond, werd we derom door een flink aantal spelers deelgenomen. De hoofdprijzen werden door de Dordtsche club uitge loofd, die tevens voor een uitstekende localiteit en de meest gastvrije ontvangst zorg droeg. Een woord van hulde daarom aan de heeren Dordt sche schakers, met name aan den heer Eoodenburg, De uitslag laten wij hier volgen: Ie Klasse. 2e Klasse. Ie prijs Speet, Breda. Ie prijs Boekholt, Delft. 2e de Koning, Delft. 2e Eoodenburg,Dordt 3e Aalhuizen, Eott. 3e Splinter, Leiden. 4e v.d.Stouwe.Dordt. 4o 't Hooft, Dordt. 5e Dijkman, Eott. 6e Lütterbach, Eott. De stand van 't Eerste Intern. Schaakcongres voor Dames, dat op 23 Juni jl. te Londen een aanvang nam, was op Woensdag 30 Juni als volgt: Mias Eudge (Engeland) .... 10 Mr3. Fagan (Italië) 8l'a Miss Gooding (Engeland) . . . 8 Mad. Bonnefln (België) . . . 8 Miss Thorold (Engeland) . . . 71/3 Mrs. Worrall (Amerika) . . . 7 Miss Watson (Engeland) . . 61/2 Mrs. Sydney . . 6 Lady Thomas . . 5'/s Miss Field . . 6 Eschwege . . 51/2 Fox ... 51/a Friiulein Hertzsch (Duitschland) . 4 Muller Hartung ', 3 Miss Forbes-Shape (Schotland), . 21/2 Mad. de la Vigne (Frankrijk) . . 2 Mrs. Stevenson (Canada) .... l Vereenigd Amst. Schaakgenootschap Caféde Eoode Leeuw, Yijgendam 22. Speelavonden Dinsdag en Zaterdag, 8?12. Jaarl. contributie / 6. 't V. A. S. geeft voortaan toegangkaarten uit a ?3, welke een jaar lang geldig zijn. Amst. Schaakclub De Karseboom", Kalverstraat 's Maandags, 8?12. Contributie ? 3. College Zeemanshoop (Dam), alle middagen van l?5 uur eu Zaterdag 's avonds voor ge ntroduceerden en buitenleden. Het Kotterdamsch Schaakgenootschap houdt bjjeenkomst des Woensdags en Zaterdagsavonds van 8?11 uur, in het Eotterdamsch Leescabinet. Daar enboven dagelijks gelgenheid in de namiddaguren in bovengenoemd locaal. De Nieuwe Eotterdamsche Schaakclub vergadert Dinsdagavond en Zaterdagmiddag in CaféEondeel", Hoogstraat.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl