De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1897 11 juli pagina 7

11 juli 1897 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No 1046 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Boek- en Tisclirift, MAURICE GUILLEMOT : Villégiatures d'artistes. (Paris, E. Flammarion.) Het is de moeite waard in dit bundeltje de "Pausene artisten te volgen naar hun witte, idyl lische buitenverblijven en daar kennis te maken met hun intiem leven, hun gewoonten, hun smaak, hun exentriciteiten. We zien »en campagne" .Zola op de fiets, Sardou als vader en nuttig lid van de maatschappij,OctaveMirbeau alstuinman,Chéret als schermmeester, Rops in een ex- kalkoven, enz. Zoo'n boekje moest ook eens in Holland worden .gemaakt. De leefwyze van onze artisten zal wel niet minder curieus zijn. * * * De Gids. Een aflevering met merkwaardige stukken. Een boeren-novellette: De erfgenaam van G. F. Haspels voorop, 't Is flink gedaan. Jammer, dat de toon soms te sterk aan Cremer herinnert, b.v.: Door de peppelenallee kwam de zon aanzetten, met geweld; tsa, zoo'n zon, flikkerende, verblin dende, schaterende, flitsende en verbrandende, tta, zoo'n zon om voor op zy te gaan !" Mooie verzen van Helene Swarth, zooals we die van haar gewoon zijn. Dan : Het Waterstantsbwdget der laatste vijftig jaar, door R. P. J. Tutein Nolthenius. Zeker onderhoudende lectuur voor hoogheem raden en polderbesturen. Dr. Ch. M. van Deventer krijgt er een beetje van langs, omdat hij volgens prof. H. J. Polak te minachtend over Allard Pierson heeft gespro ken. In zjjn verhandeling: Over eeniy oud proza karakteriseert hij verder eenige groote Grieken : Herodotes, Thucydides, Xenophon, Lysias, Demosthenes en Aristophanes. De gedenkschriften eener Arabische Prinses, door G. J. Kolif, vormen de korte biographie van een geëmancipeerde Oostersche vorstin, die door een koopman uit Zanzibar werd geschaakt en daarna als een Europeesche burger-dame in Hamburg langen ty'd leefde. Er staat veel interessants in over de Muzelmannen. De auteur moet oppassen 'TOor grove banaliteit: AVat ligt er toch in het Oosten, dat ons zoo ? onwederstaanbaar aantrekt ? Zyn het de won derverhalen van de Duizend en Een Nacht, die ons nog door het hoofd spelen, met een fantas tisch ivaas van poëzie omhuld ? Is het zyn heerlijk klimaat, zijn weelderige plantengroei, zijn onme telijke vlakten, grootsch in hare stilte en ver latenheid ?" H. W. Ph. E van den Bergh v. Eysinga doet moeite om in zijn opstel: J Je Waarde der Mystiek aan een wetenschappelijke beoordeeling een artistieken vorm te geven. Het is hem vrijwel gelukt. Duf-schoolsche en uitgedroogde stijl-wendingen heeft hij vermeden. Zijn betoog komt hierop neer, dat er mystieke, extatische -toestanden zijn, waarin men God kan gevoelen, zonder Hem waar te nemen en dat de wetenschap met zulke verschijnselen rekening moet houden. De dichter Edw. B. Koster heeft een episode uit de Homerische hymne aan Demeter, omgeiiiHiiiiinHiniiniiuiiiiiiiiinHiiiiii iiiiiiitiiiiiuin «iiiiiittiiiiiiiiiiiiiiiniililHiiiiiiiiiiiiintiHiiiiiiiiiiiilililliilliiiiiimiiiiiiiiiiHl CORRESPONDENTIE. X. te A.Yerzoeke Weekblad van as. Zondag te zenden aan: K. Erlm VII 2, Kirchengasse 36, Wien; Pastor J. Jespersen, Svenborg Danmark; E. Pradignat, Saujon, France; Max J. Meyer, Goiey, Jersey; P. G. L. Fothergill, Lymington, England; A. v. Eelde, Deventer; A. Guest, Chess Editor Morning Post, London ; J; Gvmsberg, Chess Editor Daily News, London en M. Ehrenstein, Theresienring 18, Budapest. OVERZICHT van den 5den Halfjaarl. Intern. Probleemwedatrijd. Uitgeschreven door de Uitgevers van dit Blad. Afdeeling I, Vierzetten. Kockelkorn. 377 L. A. Kuijers, Amsterdam 3 2/7, 21/3 :370 Pastor J. Jespersen, Sveuborg 3 386 A Adama, Madioen 382 M. Ehrenstein, Boedapest No. Cijfer. 2/7, 2 Wio, 367 H. Mendes da Cotta, Amsterdam 2 11/18, 3 2 3 21/3 Afdeeling II, Driezetten. 378 L. A. Kuijers, Amsterdam 383 M. Ehrenstein, Boedapest 380 J. "W. Lecomte, Soerabaia 3P9 P. G. L. Fothergill, Lymington 366 Pastor J. Jespersen, Svendborg 374 P. D. v. Zeeburgh, Groningen 372 A. Adama, Madioen 390 Eva jr.-', Deventer 8/11, 5/9, 1/3, 3/11, 5/22, 3/28, 1/15, 1/7, 21 fa 21/2 3 l 3 H/2 2 Afdeeling III, Tweezetten. l 17 4, l 50, 23,32, 3 3 3 3 3 3 2 l '/S H/2 388 J W. te Kolsté, Utrecht 2 7/10, 371 K. Erlin, Weenen 2 15/26, 368 Pastor J. Jeepersen, Svendborg 2 1/3, 381 K. Kondelik, Praag 2 2,9, 375 M. Predignat, Sanjon 2 5 24, 365 E. B. Schwann, Londen 2 5,34, 389 M. J. M<-yer, Jersey 387 A. Adama, Madioen 873 Dr. S. Gold, New-ïork , _ Dat alle drie prijzen ditmaal door Nederlanders zijn gewonnen is een feit, dat met gouden letters in onze schaakkronieken mag worden opgeteekend. Deze uitkomst is vooral verrassend, indien men bedenkt dat bet grootste aantal inzendingen van beroemde buitenlanders afkomstig was. Wij hopen daarom dat 't schitterende en tot nog toe ongeëvenaarde succes van den heer Kuijers vele Nederlandsche probleem dichters een spoorslag zal zijn eveneens hunne krach ten in deze wedstrijden te beproeven; wie weet of ook voor hen niet een even roemrijke onderscheiding is weggelegd. Oplossing van No. 390 (?Eva jr.). l P f8! K c5 l c3 > 2 D g5: f enz. K c6 K e5 2 D h2 f of D g5: f Opgelost door C. Kockelkorn; H. Mendes da Costa, Amsterdam (1); H. H. v. d. Goot, Harich (H/2); B. v. Krimpen. Rotterdam (1); C. T. v. Ham, Kralingsche Veer (U's); W. Albregts, Amsterdam (I's); G. Hovinga, Ficsterwold (t); R. S. Schortinghuis, Finsterwold (Vs). N o. 391 laat een nevenoplossing toe, nr: l D d6. Auteur's opl. l P f 1. werkt in Hollandsche verzen. Jammer, dat de heer Koster zelf maar niet tot een Homerus kan worden omgewerkt.. De indruk, die 't poëem nalaat, is zwakjes. In de Letterkundige Kroniek wordt het voor stel gedaan om het drama Liola van v. Eeden met de noodige mise-en-scène en echt artistiek tooneelleven te geven. * * Het Tweemaandelijksch Tijdschrift. Gelukkig is er weer wat bloei en jeugd in deze zwaarlijvige foliant te vinden. Naast't diep zinnige, zware stuk: Continuo, et Discreta van prof. Bolland staat b. v. een levendig realis tische schets van Henri Hartog, met gevoeligiijne, zeer persoonlijke en juist geziene ge deelten. Onattent en uiterst hinderlijk is het vlak aan-elkaar plakken van de woordjes : had, was en dat. Zulke wanstijl volgt daar b. v. uit: »Zoodra ze was gekomen, was ze dadelijk neer gevallen op een stoel." »Ze was bek-af, eer ze 'r mee boven was." «Vrouw Muis was t'r altyd Vrijdags, en dan, omdat 't vastendag was, was 't er nog schraler dan anders." »Hij had er over de vierhonderd gulden kosten voor gemaakt, hy had zich in de schulden ge stoken, afijn, dat was niks geweest, as-t-ie maar met een vertrouwd persoon had te doen gehad." Van A. Aletrino weer een melancholiek-kwij nende, droef-sleepende en diep treffende schets : Stille Uren. Verder een en ander over 't oude Londen en zijn vroeger club-leven, door Heyn van Cortrijck, met humoristische trekjes. Met klemmende argumenten verdedigt dr. R A. Kollewijn nog eens 't goed recht van zijn nieuwe spelling. Jan Kalff besluit zijn Onderzoekingen naar dertiend'eeinKsche schilderkunst in Nederland. Ten slotte beschouwt de heer J. de Koo de uitslag der verkiezingen en vertelt, wat er van onze nieuwe Tweede Kamer te verwachten is. * * * De Nieuwe Gids. Hij ziet er deze maand weer jong-dichterlijk en bovendien fleurig uit. En hij is waarachtig wat dikker geworden ook. In den laatsten tijd had hij nogal kringen onder zijn oogen. De nieuwe dichter J B. Schepers vervolgt zijn mooi en zachtgetint poeëra Jlragi. De aan vang is heel fijn. begloord door droom'rig blanke zilvergloed : »De nacht zond licht omlaag, wit manelicht, 't Waasde over 't kleed der maagden van het woud, Die het midzomerfeest in reidans vierden : UI stoeiden ze over dal en heuvelkling." Schalksch en geestig is de groep dichtjes Don Juan van H. J. Boeken. Guitige troepjes van bloeiende meisjes hippen en trippen voorbij. Twee kleine, vrij goede schetsjes van G. van Hulzen: Afcaart en Jiedelen. Er zijn forsche trekken maar ook een paar kleine vaagheden in dat werk. Door 't sonnet Adoratie van Kloos vaart en deint een stijgende stemming van diepe devotie. Bcoordeeling van No. 390' Die Aufgabe ist partiell nebenlösigdenn das zweite Hauptspiel l P f 8, K e5 2 D g5: f 3 f4 f liisst sich umgehen mit 2 D h 2 f. C. Kockelkorn. Sleutelzet goed. Beide in afstellingen na 't D-offer volkomen zuiver. In de 2de zetten is echter in 't ge heel geen variatie, 't Vaststaan van 't P e4 en du werkeloosheid van den zwarten R zijn leelijke gebreken. C. T. v. Ham. BEKROONDE PROBLEMEN. L. A. Kuijers, Amsterdam. Mat in vier (4) zetten. 7 6 5 4 3 2 l l P m._ ,/wm ?«J ^ "% fü""i""Mf ^ * wn'"^ m, >////#//,. '//wt. . w/7/A 'raz& abcdefgh f5, K d5, 2 e4 f, K e4: 3 D g2 f enz K 06 l , n ... .,. K e6 J 3 D c5- ' " K c4 K d3 2 P c5 : f, f6 2 D d2, c4 K f5: K d3 go (b.5) 2 P d6 f, K do J. W. te Kolsté, utrecht. Mat in twee (2) zetten 3 P c5: 3 e4 3 D d5 f 3 P c5: 31' «3 f 3 K c7 o-'Si. ''' ' ' //% ~K~ cde l R f7 enz. Met een klein fragment van Sophocles' Antigonéen een stuk uit Apulejus' Gouden Ezel sluit de verzameling. * * * De Jonge Gids. Bijtend, scherp werk, nog welriekender en fijner dan 't eerste nommer. Misschien denken de litteraire riool-ratten dat er moed en groot talent voor noodig is om die zwoel-broeierige, klierachtige, branderige liederlijkheden neer te smeren. Ze schijnen nog niet van plan te zijn de allereerste, de eenvoudigste en natuurlijke beginselen der aesthetica te willen leeren. 't Leven zelf zal ze er op den duur wel in trappen; voor menschelijke redeneering staan ze waarschijnlijk drie riolen te hoog. Ze meenen 't wel heel eerlijk en echt, maar de achterlijke smeerpoetsen vergeten, dat alle waarheid, alle werkelijkheid nog niet mooi is en beschrijving waard. Er bestaat heel wat stinkende, vunze, gore, ziektewekkende realiteit waar zij hun jong t ilent mee verpesten. De redacteur zelf zal zich wel iedere maand af moeten beulen en God weet hoeveel putten leegen, en mesthoopen doorwroeten om zyn parfu meriewinkel van de noodige geuren te voorzien. Beter bourgeois-gezond dan zóó pedant, koppig en melaatsch-artistiek. Enfin, hij is gelukkig al meer veranderd, wie weet, hoe gauw de man weer naar 't etherisch-idealistische heenzweeft. F. R. iitiiiiiiliiiillliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiniiniiiiiiiiii iiiiiiliiiiiiiiiiiil L. A. Kuijers, Amsterdam. Mat in drie (3) zetten. a b c d e f g l R c2, f5 2 D f4 f enz. K d4 2 D gl f d5 2 D el f '-n 2 D f5 f 246 Ned. Taal- en Letterkundig Congres te Dordrecht. De regelings-commissie van het letterkundig congres verzoekt ons het volgende mede te deelen: Prof. Kern uit Leiden zal spreken over het gebruik der Nederlandsche taal in Nederlandsen Indië; prof. Paul Frédericq uit Gent, over de toekomst van den Nederlandschen stam; J. Vriesendorp (Amsterdam), over n tooneel voor Noord en Zuid; dr. Laurillard, over woorden afkomstig van verouderde zaken; dr. H. van der Linden, over de Middeleeuwsche gilden in Noord en Zuid-Nederland; J. Winkler Prins (Apel doorn), over de litteraire kritiek der dagbladpers en het middel om de voor de litteratuur nadeelige gevolgen te keeren; dr. D. C. Nijhofï(Meersen), over Willem den Zwijger; prof. Jan te Winkel, over de taalkwestie in Zuid-Afrika en mej. Cornelie van Zanten, over de uitspraak van het Nederlandsch. Prof. te Winkel zal in plaats van prof. Spruyt optreden voor de belangen onzer Zuid-Afrikaan sche stamverwanten. Verder zullen nog als sprekers optreden, maar hebben hun onderwerp nog niet opgegeven, de heeren Jan van Rijswijck, Max Rooses, Pol de Mont, mr. W. H. de Beaufort, Marcellus Emants, dr. Boekenoogen, dr. Julius Frédericq, hoogstwaarschynlyk ook dr. Schaepman en vele anderen. Tot de feestelijkheden zal ook nog behooren een boottocht op de rivieren en wateren die Dordrecht omgeven, waarover wij later het een en ander zullen mededeelen. NIEUWE UITGAVEN. Verslag der Naamlooze Vennootschap «Neder landsch-Indische Petroleum Maatschappij, geves tigd te Amsterdam, over het jaar 1896. Hoe uit een godsdienstig oogpunt te oordeelenover dienstweigering? door Dr. L. A. BÜHLER. J. Sterringa, Amsterdam. IIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII tiiiiiiiimiiiiiiniiiuiiiiiiiiiiiiiiiniiiiintiiiuiuiiiumiiitiiiiiiiiiMiiiiiiMHiinr Lustrnmfeesten. De Amsterdamsche studenten hebben het Lus trum hunner Universiteit gevierd en z\j kunnen, tevreden zijn. Toen zij eenige maanden geleden, in den ty'd, dat juist hun corps zich uit de financieele moeilijkheden, die zooveel partytwisten en ellende achterna hadden gesleept, begon te ont warren, door hun senaat werden saamgeroepen om te beslissen over de al of niet feestelijke viering van het a.s. lustrum, stonden hun twee wegen open: of tegenstemmen en aldus zich afscheiden van de andere corpsen d. i. het laatste duwtje geven tot den val hunner vereeniging, of de han den inénslaan en trachten door het flinke en goed in elkander gezette senaatsplan te steunen, de eer van het corps te redden en in de oogen der buitenwereld den verloren naam te herwinnen. Dit laatste is gelukt en boven verwachting. Het Amsterdamsch studentencorps heeft in de vorige week zijn reunisten en den vertegenwoor digers der bevriende studentencorpsen een reeks feesten aangeboden, waarvoor geen enkel ander corps zich had hoeven te schamen. Dank zy de medewerking der corpsleden en het gunstig weer slaagden de open-luchtfeesten, als het bloemencorso, de boottocht, het volksconcert, het vuur werk en de kermesse d'étévoor de buitenwereld uitmuntend; dank zij het initiatief en flink op treden van senaat, corpsgezelschappen en disputen lieten de tooneelvoorstelling, de verschillende grootere en kleine diners, déjeftners en kroegjooien aan luister en gezelligheid niets te wenschen over. Ook in die behoefte, welke door de laatste financieele rampen veroorzaakt was, nl. het gemis aan een kroeg, was tijdelijk voorzien; het weelderig versierde Panopticum bood gasten en reunisten die week een schitterend verblijf. Het A. S. C. heeft de proef doorstaan. Het heeft getoond nog alle levenskracht te bezitten, nog genoeg leden, nog genoeg eenheid en samenwerking, om zich geheel te herstellen van de ziekte, die het dreigde te dooden. Nu alles uit den weg is geruimd, »nu het schip is schoongemaakt van de gevolgen onzer onbe kwaamheid", nu is ook de tijd niet verre dat een sociëteit het geheel zal voltooien. D;tt hopen we n voor den naam onzer universiteit n voor do Amsterdamsche studenten! Jon. iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiiiiiiiitiiiiniiiiiiii TWEEDE NAT. COHRESP.WEDSTRIJD. Overwinnaarsgroep. Derde zet van Wit. Partij No. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. Pc3 &3 R b5 Rb5 II c4 D d4: f4 R b5 R cl d4 c'3 d4 R 1)5 f4 R c4 Partij No. 16. 17. 18. 19. O. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. P c5: P f3 Rb5 D e2 R e4 D d4: D d4: R 1)5 d3 P c3 P c3 D dl: R b5 R b5 P f3 Partij No. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. f4 E ba de5: Rb5 <13 P f3 R c4 d4 d3 P e5: Dd4: d3 P ca: P c3 d4 De 2e zet van Wit in partij 35 en 39 waa R e4. Dank voor gelukwenschen. J. J. S. Overzicht van den oplossingswedstrrjd, eerste halfjaar, 1897. No. W. Albregts W. Beekhuis L. Bruins H. J. B. H. H. v. d. Goot C. T. v. Ham G. Hovinga B. v. Krimpen H. Mendes da Costa L. Renken R. S. Sehortinghuis H. te Gorssel E. \Vieling P. D. v. Zeeburg 365 360 367 368 369 370 371 372 373,374:875 l l \ l l l l l 177 378,379 380 381 382 383 380 387 388 389 390 4 4 4 4 2 2 3 3 2 2 3 3 2 2 4 4 4 3 3 3 3 2 2 3 2 2 4 4 4 3 4 4 2 2 2 2 2 2 2 2 53 16 26 28 2 2 2 2 2 2 2 2 2 3 3 3 3 3 3 3 3 'a 4 4 4 4 4 4 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 3 3 3 '?' 3 ;! a 3 4 4 i ^ 4 4 4 2 2 2 2 2 2 2 2 2 3 3 3 3 3 3 3 3 1» |j o 2 2 2 2 2 2 2 2 2 8 3 3 3 3 ;! 3 3 3 3 2 2 2 2 2 2 2 2 4 4 4 4 3 3 :! :! .'1 3 3 2 2 2 2 2 2 3 3 ^ 3 3 3 2 2 2 2 2 2 4 4 4 3 3 3 3 3 4 4 4 4 2 2 2 2 2 2 2 2 2 o 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 63 57 59 41 38 24 55 2D 41 sa De heer v d Goot die van alle problemen goede oplossingen inzond, heeft dus eerste keuze, daarna. komen in volgorde do heeren Hovinga (59), v. Ham (f7), Sehortinphuis (55), Albregts (53) en Beekhuis i4fi). De heeren prijswinnaars worden uitgenoodigd ons de volgorde hunner keuze te doen weten. De heer Hoviuga behoeft dus slechts n werk te noemen, de heer v. Ham 2 enz.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl