De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1897 25 juli pagina 7

25 juli 1897 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No 1048 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. VOO $ DAMEjg. *! Vronwen en Tegels. Van de behaagzucht, of het schoonheids gevoel -- der vrouwen zy'n altoos de arme vogels de eerste slachtoffers geweest. Lang voor Cleopatra hebben de vrouwen zich het haar en de kleeren met vleugels en veeren versierd; de geheele middeneeuwen door is het verbruik >an veeren toegenomen, en toen de Spaansche veroveraars in Mexico kwamen, vonden zij er de vrouwen in mantels van veeren gehuld. In zooverre is het dus niet verwonderlyk, dat de veeren altoos een belangryk onderdeel van de mode-versiering uitmaken; toch is op dit oogenblik het verbruik zoo reusachtig, dat men het verontrustend noemen mag. Te Pary's alleen zy'n 3800 mannen en vrouwen dag in dag uit bezig met het verven, glanzen, krullen, monteeren van veeren, panaches, aigrettes en vleugels. In Frank ry'k alleen wordt voor tien millioen francs 'sjaars aan veeren verkocht. Dat, met zulk een verbruik, de mooie soorten niet geheel uitgestorven raken, is, bij al het kwaad dat men terecht van haar zeggen kan, weer een gevolg van de mode. Zij is capricieus, vergeet de pluimen waar zy dol op geweest is, en laat het eene ras op adem komen, terwy'l zij het andere weer begeerig najaagt. De uilen en andere nachtvogels hebben nu weer een tijdlang rust gehad; ze zullen weldra hun beurt weer krygen, als men de arme reigers en gourah's zoo goed als uitgeroeid heeft. Het is nu weer om meeuwen en duiven te doen; daar zijn er ge lukkig genoeg van. Uit het noorden van Europa komen de harfangs en het dons der eiderganzen, dat vroeger alleen voor bedden en halsbandjes, daarna voor sorties en japonnen, eindelyk voor hoeden gebruikt is, en nu betrekkelyk rust heeft; toch wordt er nog 7500 pond 's jaars in Frankry'k ingevoerd. De kieviten worden zeer geplaagd; hun eieren worden by tienduizenden gegeten, hun vleugels tooien de hoeden, en naar beweerd wordt, ge bruikt men hun gestold eiwit ook om er pijpen van te maken; aan de uitroeiing van de kieviten wordt het voortwoekeren van den paalworm toe geschreven. Uit Engeland komen, behalve de reigers, weinig siervogels, maar Londen is de groote stapelplaats voor struisveeren. Het zet in een jaar voor 4 millioen francs aan modevogels en voor 50 millioen francs aan struisveeren om. Hongarye brengt al de haneveeren voort, die in alle landen van Europa de officieren en sol daten dragen. Wanneer dan ook, zooals een paar jaar geleden, de boa's van haneveeren of garnituren van haneveeren mode worden, moeten de officieren hun vederbossen duurder betalen. In Frankry'k zy'n zeer strenge wetten om de zangvogels te beschermen: de groote veerenleverantie komt er dan ook alleen van kalkoenen en ganzen. Toch worden er ook heel wat leeuwe rikken gevangen en in den handel gebracht. Daarentegen is Italiëhet moordenaarsland voor de arme kleine vogels. Tweemaal 's jaars, als ze over de Alpen naar het Zuiden gaan, en als ze over zee uit Afrika terug komen, is het een vreeselyk slachten; alle soorten die uitgestorven zy'n,heeft de Italiaansche boer op zyne rekening. Tegen woordig is het vooral om de veeren te doen, maar vroeger at hy ze, ofschoon honderd van die vogels nauwelyks een schoteltje vullen. De zwaluw is zeer geëerd in Italië, men noemt haar »het kuiken des Heeren", maar als kuiken eet men haar ook; vroeger gingen al de veeren naar Frankry'k, maar nu is de Italiaansche zwaluwenhandel door de Japansche vogels verdrongen, die mooier en beter behandeld zy'n. Pelikanen komen uit Turky'e; reigers, vooral de soort die de »aigrette" of «osprey" levert, het zilveren pluimpje met het dons aan den voet, komen meest uit Indo-China; de jagers wachten het oogenblik dat de vogel dezen «bruidstooi" draagt, af om ze te schieten; de slachting, en iiiiHiiiiiiiimiiiiiiiitiiiiiiiiimitiiiiii 7de Jaargang. 25 Juli 1897. Redacteur: RÜD. J. LOMAN. Adres: Stonehaven Streatham Lojiden S. W. Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek betreffende, aan bovenstaand adres te richten. COKBESPONDENTIE. H. M. te A. Wij zullen den 3zet onderzoeken. Iutusschen kunt u ons de beide andere (in 2 en 4) stu ren. Bij voorbaat dank. TWEEDE NAT. CORRESP.WEDSTEIJD. Overwinnaarsgroep. Vierde zet van Wit. Partij No. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. Rg5 Rg2 0-0 0-0 P g5 D e3 P f3 0-0 h4 P d4: R c4 de5: R a4 fe5: 1)4 Partij No. 16. 17. 18. 19. O. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. d4 R c4 R c(>: c3 d3 D e3 D e3 Bal Rg5 (14 Rb5 D e3 d4 R a4 P a4 Partij No. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. ed5: R a4 D d8;f R a4 RK5 Rb5 c3 P d4: R g5 P f3 D e3 Rg5 P f3 R c4 P d4: De Se zet van Zwart in partij 30 was d6. J. J. S. nog meer de sterfte onder de moederlooze nesten, is ontzettend. De Chinezen zy'n zeer handig in het verwerken van veeren; zy borduren er mee; zy' dragen mutsjes van de turkooisblauwe veeren der y'svogels, leggen er zelfs hun metaalwerk me in. Maar zy verdelgen niet op grove en vulgaire manier de mooie soorten, zooals de Westerlingen doen; wanneer zij wat moois hebben, beky'ken en bewaren zy het, en zy'n er niet ruw mee. In Japan, waar het eveneens moest zijn, is men helaas te practisch geworden. Sedert eenige j aren zijn de kinderen op de scholen ten platte lande halve dagen bezig met het drogen en prepareeren van vogelhuiden. Van daar dat de kooplieden ze heel goedkoop kunnen leveren en Japan zeer de markt gedrukt heeft. Noord-Amerika levert niet veel vogels in vergelyking van de onmetely'ke massa's bont; alleen Mexico, maar dit is ook erg leeggeplunderd. Ten ty'de van Ferdinand Cortez had men er de beroemde »quetzal", met wiens veeren, schitte render dan juweelen, de kroon der koningen versierd was, en die als munten een gangbare waarde hadden. In het wapen van Guatemala komt de quetzal nog voor. Zuid-Amerika daar entegen bergt schatten van mooie vogels ; al de colibris, de roode tangaras, de ardea gorzetta met haar vuurroode veertjes die als gloeiende kolen stralen. Uit Australiëkomen de prins-regent en ver schillende paradijsvogels, maar deze laatste zy'n aan 't uitsterven, omdat men ze vermoordt vóór dat ze hun nest gebouwd hebben. Ook Afrika is heel ry'k, maar vooral in de koningin der pluimen, de struisveer, de volle, majestueuze, buigzame struisveer. Hier is van uitsterven geen sprake, omdat men struisvogels fokt als kippen of schapen; men plukt de arme beesten en de veeren groeien op nieuw. De 350,000 struisvogels van Kaapland brengen precies 350,000 kilo's veeren per jaar voort. Toch zy'n de Kaapsche pluimen niet de beste; ze zy'n vaak gelapt, op elkaar gezet, slecht geplukt, geschonden. Een betere soort is de Barbarijsche struisvogel, die nu in Algeriëgeacclimateerd wordt, en mooier, fluweeliger veeren geeft. Dit korte overzicht moest eigenly'k, welspre kender dan een manifest van een bond, doen zien, hoe reusachtige verwoestingen ten bate der ijdelheid worden aangericht. Vóór n reiger, n parady'svogel verwoest men een heel geslacht; alleen de zorg voor verdere geslachten moest er de mode toe brengen, zich een jaar of wat met bloemen, metalen en linten te vergenoegen. De yiw in Britsen-Mie. In The Humanitarian voor Juli is een inter view van mrs. Tooley met mrs. Flora Anna Steel, die vijf en twintig jaar in Engelsch-Indiëheeft doorgebracht, en inspectrice is geweest van meisjesscholen in Punjaub. Zij heeft blijkbaar een heel hoog denkbeeld gekregen van de Hindoesche beschaving en een vrij gering van de Westersche. »Indië," zegt zij, »heeft drieduizend jaren een eigen beschaving bezeten, die de bevolking ge lukkig en welvarend heeft gehouden, zonder klassen-onderscheid. Onze boschavingsstandaard is persooniyk comfort, weelderige gemakkely'kheid, iets dat in het Indiëder inboorlingen geheel onbekend is. Er is by'na geen onderscheid in levenswijze tusschen rijken en armen. Komt ge in het huis van een Rajah, ge vindt er denzelf den kalen grond, en denzelfden eenvoudigen schotel om van te eten, als in de woning van een arme. Om het precies te zeggen, er zal waarschynlyk niet eens de weelde zijn van een waschkom en handdoek, want de rijke, zoowel als de arme, wascht zich in het open water en droogt zich in de zon. Zoo eenvoudig is het UIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIItlllllllllll.llllltllllllllllulllllllllllllllllllllllllllllllllUIIHIf Vervaardigd voor denGn Halfjaarl. Internationalen probleemwedstrijd in dit blad. No. 394 van L. A. Kuijers, Amsterdam. Mat in twee (2) zetten. abcdefgh Wit 11, Zwart 7 stukken. De oplossingen van NOS. 392 on 3!)3 verschijnen in de volgende rubriek. c4 OPENING. Uit den C.W. Wit. J. F. Heemskerk, Sas van Gent. 1 c4 e6 2 P c3 P f6 Beter was d5. Zwart krijgt nu een gedwongen .spel. 3 el! d5 Groep A No. 3. Zwart. C. T. v. Ham, Kralingsche Veer. 4 cd5 : ed5 : 5 e5 P fd7 6 d4 P b('> 7 P f3 R f5 8 R d3 R d3: 9 D d3: R e7 leven er, dat men er den ry'kdom nog begraaft; iemand zal er juweelen voor koopen voor zyn vrouw, maar geen genot of persooniyk comfort voor zich zelf. Dit eenvoudige leven, dat geen klassenverschil koesterde, is in Indiëdrieduizend jaar volgehouden, maar ons leven zal het wel in vyftig jaar te niet doen." De interviewster vond dat »geen klassenverschil" in het kastenryke Indiëwel wat kras; de ver telster legde uit, dat zij geen godsdienst of sociale afscheidingen bedoelde, maar alleen le venswijze. l »Ik heb ook opgemerkt," vervolgde mrs. Steel, »dat de huwelijken in Indiëgelukkiger zyn dan in Europa. Ruwheid en geweld komen minder voor. De Hindoe heeft ook een edeler denkbeeld van het huwelijk dan wy; hy' maakt er geen persoonly'ke zaak van, maar denkt vooral aan zyne kinderen. Door zy'ne kinderen verwacht hij de onsterfelijkheid." Een zeer kiesch punt behandelt zy' ook: de kaste der danseressen. Zy acht het zeer nuttig en noodig dat deze afzonderlijk gehouden wordt, als afzonderly'ke kaste erkend en in zekeren zin beschermd, tot heil van de anderen. Het bestaan van deze kaste is de oorzaak, dat de Indische maatschappy zoo weinig gedeerd wordt door het by' hen verblyven van een groot Westersch leger en Westersche ambtenaren. Het bestaan van deze kaste maakt ook, dat een magistraat die meent, ze in zyn district niet te moeten dulden, terstond weet, wie hy er uit moet zetten. De westersche opvoeding en beschaving acht mrs. Steel een groot ongeluk voor de Hindoevrouw. De vrouw van de lagere klassen wordt daardoor vervreemd van den man harer klasse, die niet opgevoed is, en zij wordt toch niet de vrouw van een beter opgevoeden man. Deze toestand is te ongunstiger, omdat de aanzienlyke Indische vrouw, die met den rijken en beter opgevoeden man trouwt, in de afzondering bly'ft, niet de Europeesche scholen bezoekt, onwetend en reactionnair blijft, en dus ook niet de geschikte vrouw voor haar man is. iiiimiiiMiiiiiiiiimiiMiiiiiiMiimiiMmimiiiiiiiiiiiiiin Eene vermaarde Amerikaansche is miss Pond» die nu in Engeland vertoeft, maar de dochter is van majoor Pond, die in de Vereenigde Staten bet stelsel van voordrachten door beroemde personen organiseerde. Majoor Pond was twintig jaar geleden behanger en meubelmaker en juist bezig in Salt Lake City, de Mormonenstad, een paleis te meubelen voor Amelia, de meest geliefde vrouw van den Mormonenprofeet Brigham Young, zy'n No. 17. Het zou »Amelia's Palace" heeten. De behanger logeerde met zy'n dochter in Walker House, het »heiden-hotel", toen daar binnenkwam Eliza Young, vrouw No. 19 van den profeet; zij was weggeloopen. Majoor Pond zag in, dat het een geldwinning zou zijn, met deze weggeloopen Mormonenvrouw een reeks van lezingen in de Unie te organiseeren en engageerde haar voor veel geld. Sedert hebben de sensationeele lezers elkaar opgevolgd, en miss Pond heeft het werk van haar vader overgenomen. Zij is nu vijf jaar in het vak; in den beginne sloot haar vader de con tracten af en ging op de onderhandelingen uit; maar miss Pond werd al dadelijk uitgezonden op het afhuren van lokalen, het in orde maken der publiciteit, aanplakbiljetten, persartikelen, advertenties. Nu doet zij het ook op haar eigen houtje; het curieuze is, dat zij het meerendeel der menschen voor wie zij dat alles in orde heeft gebracht, nooit heeft hooren lezen; dan was zy alweer ergens anders. De voordeeligste van alle tournees, is die van Stanley geweest; de Af'rikareiziger kreeg voor zy'n aandeel zelf '20.0(0 pond; de impresario zal er wel heel wat meer aan verdiend hebben. iiiiimiiliMMiiiii 10 h4! Ten einde Zwart van 0-0 af te houden. 10 P c6 11 R ga h6 12 R e7: D e7: 13 0-0-0 0-0-0 14 K bl D e Wit heeft thans beslist de betere positie. D e geschiedde om 't veld e7 voor P c6 te openen en zoodoende don c-pion vrij te maken. 15 P el P e7 16 T cl K b8 17 P c2 c6 Sterker was o. i. T c8, eventueel gevolgd door c5. 18 P e2 P aS Met 't oog op de ver dediging van 't punt e6. 19 D a3! Voorbereiding tot een weloverlegdon aanval op de zwarte rokkadestelling. Zwart overzag Wit's 2üen zet. 19 P c7 20 T h3 S') 21 T 13 Dreigt T fG. Wit be handelt den aanval voor treffelijk. 21 P e8 22 D b4 T d7 23 T b3 f6 Zwart wil met alle macht 't witte centrum verbreken, wat hem ech ter slecht bekomt. Zie opmerking na Wit 19den zet. 24 f4! De juiste zet. De po sitie is ongemeen belang wekkend. 24 gtt: 25 P f4: D g4 26 P d3! Met dezen zet had Zwart geen rekening gehouden, zijn stelling wordt nu zeer zwak. 26 T c7! 27 P c5 K a8! Eenige middel om kwa liteit s verlies te ontgaan. 28 e6 Of 28 P b7:, fe5: 29 P c5, D c8 30 de5: enz. 28 P d6 29 P a6 ba6: Deze en de volgende zet zijn gedwongen. 30 D d6: T hc8 31 T g3! Zoer h'ja gespeeld. 31 D h4: d'an 32 T g7. P f 5 33 Dc7:!, T c7 : 34 T c7: en Wit wint met den e-pion. 31 I> h5 De eenige zet, die te vens P f 5 dreigt. 32 T g7 D e8 33 D f4 T b7! Zwart leidt hiermede een kansrijken tegenaan val in; 34 D f6: Te haastig gespeeld. Zwart krijgt nu gelegen hcid zich duchtig op de b-lijn te doen gelden. 34 T cb8 Over »het land der duizend meren", Finland, is een boek uitgekomen van een Engelsche dame, mrs. Tweedie. Zy' prijst ten zeerste het volk, maar in 't geheel niet het land, dat met zy'n duizend meren een tehuis is voor myriaden in secten van de afschuwelykste soort, vliegend, kruipend, springend, vallend, krioelend. Ze plagen menschen en vee zoo, dat wanneer de boeren in het land vuren aanleggen, de koeien er onmiddellijk heen komen, verkiezend half levend gebraden en op die wijze van een deel hunner kwelgeesten verlost te worden. De bevolking intusschen is uiterst ver gevor derd in beschaving; de positie der vrouw byvoorbeeld is er een byzonder. Zy mag er pro moveeren aan de universiteiten : er is volkomen gelykheid. De vrouwen doen dan ook in alle vakken mee; zy zy'n behangers, timmerlieden, horlogemakers, slachters, metselaars en smeden, letterzetters en straatmakers, in alle kantoren ziet men jonge meisjes, evenveel als jongens. In 1894 waren 50 vrouwen directrices van werk huizen, 130 presidenten van armbesturen, 288 leden van schoolcommissies, 849 staatsambtenaren en 100 gemeenteambtenaren. Vrouwelyke politie agenten worden alleen voor het bureauwerk aan gesteld, niet voor de straat. Voor het Aardrykskundig Genootschap zijn 73 dames lid, van de Maatschappij voor Letterkunde 82; de scholen zy'n alle gemengd; de meisjes ontvangen hun opvoeding geheel gelijk met de jongens. * * * Onder al de stukken aan koningin Victoria gewy'd in de verschillende tydschriften, merkt men er een van den markies van Lorne op, in de North American Review van Juni, waarin de volgende aardige passage over zyne schoonmoeder: »De kroon is vergeleken geworden by het spiegelbeeld aan een schip; er is wel eens gezegd, dat zij alleen behouden werd om een gefingeerde waardigheid aan het schip van staat by' te zetten. Zy die zoo spreken, weten er weinig van, hoe de monarchie werkt, en geven er zeker nog minder om. Wanneer spiegelbeelden op het dek kunnen gaan en met den kapitein confereeren, voor het kommando zorgen ingeval hy overboord valt, en zelfs invloed uitoefenen op het bewaren der tucht op de voorplecht, dan is de vergelijking misschien goed. In publieke zaken houden wij toch ook presidenten voor noodzakelijk by ver gaderingen, en wij veroordeelen hen niet wanneer zij niet al degenen er uit kunnen gooien die zy niet kunnen overreden." * * * Flammeche ardennoise. Men maakt een flink deeg van meel, boter, eieren en water. Als het goed gebonden is deelt men het in tweeën, spreidt de eene helft uit en rolt haar met den rolstok tot zy volkomen glad is; plaatst haar in de taartepan en bezaait haar met kleine stukjes vry vette en oude kaas, gemengd met kleine stukjes boter; dan rolt men de tweede helft van het deeg, legt ze op de eerste helft, bedekt ze ook weer met kaas en boter, en bakt ze in den oven. Pudding colonel. Lange biscuits worden in het rond in een vorm gezet en daar binnenin andere biscuits plat gelegd, afgewisseld met geconfljte kersen, sucade, noten, rozijnen en geconfijte oranjeappels. Van eierdooiers, melk en suiker maakt men een dikke crêtne en giet die er op, laat alles au bain-marie gaar worden en voegt er vóór het opdoen wat rhum by. Souffléau chocolat. In een pan brengt men langzaam l liter melk, '200 gram meel, 180 gram poedersuiker, 3 tabletjes chocolade en een snuifje zout, al roerend en knedend, aan de kook, voegt er zes eierdooierg bij en daarna het geklutste wit \ giet alles in een timbaleschotel en laat het in den oven gaar worden. E?e. 35 b3 c5! Een meesterzet. Zwart dreigt nu D a4 en c4. 36 dc5: gaat niet wegens T b3: f!37ab3:, Tb3: f 38 D b2 (anders mat in 2 zetten) D b» 39 D b3:, D b3: f 40 K al, D «3 f en wint. Of 31 K al, D b5 38 ab3:, D b3: 39 T g4, P c6 en wint met d4 enz. 36 K b2 c4 37 P e3 37 b-t dan a5 38 a3, D a4! enz. 37- P g8 daarentegen zou verlies na zich slepen, door 38 D f7!, T f7: 39 ef7:, D e6 40 T el enz. 37 D a4 38 T c3 T e7 : ging niet wegens T b3: f enz. 38 cb3 : 39 a3! 't Eenige momentane redmiddel. 39 D a3 : t '.! Dit danioofl'er is even brillant als coriect. 40 K a3: Natuurlijk gedwongen. 40 b2 41 D fl Zwart dreigde B blPf en mat in weinige zetten. 41 bl P t 42 D bl: TM: 43 K a2 Om mat op al te ont wijken. 43 T8b2f! Zwart spoelt nu op winst van den gevaarlijken epion. 44 K a3 T b6 45 P c2 T 11)5 46 K a4 T e6: 47 T e3! T e3: 48 P e3: P c6 49 P f5 T b4 f 50 K a3 a5! 51 P h6:2 P d4: 52 h5H Wit, die wel de gevol gen vaii P c2 f had be rekend, overzag die van P b5 f .', 52 P b5 f 53 K a2 a4! 54 T g3 Eenige om mat in 2 zetten te verhinderen. 54 d4 55 P f5 P c3 t 56 T c3:I dc3: 67 P e3 T b2 f 58 K al K a3 was beter, 't ver lies is echter daarmede evenmin af te wenden. 58 T e2 59 P c4 T el f 60 K a2 c2 Wit geeft op. Wij maken beiden spe lers ons compliment en zeggen hun dank voor 't genot dat zij ons, en zeker velen lezers, heb ben verschaft.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl