Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTEEDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1049
wijze van ageeren in deze aangelegenheden."
Ik wist dit niet en ben bepaald blij het te
hooren."
«Ondankbaar is anders nw taak, zooals de meeste,
die op een vrijen grondslag, zonder conventie worden
ten einde gebracht. Niet waar, die plotselinge
ommekeer is gedecideerd op een wenk van hooger
hand geschied?"
Wel, de taak door mij aanvaard was reeds
dadelijk vrij ondankbaar. Waar de wind van daan
kwam.., (lachend) is zeer gemakkelijk te ver
onderstellen, maar moeielijker te zeggen ; echter
is het aan geen twijfel onderhevig, of eengroot ge
deelte is weggemoffeld en doodgezwegen." (hushed up)
De geheele zaak komt feitelijk hier op neer,
dat men heeft willen beletten, dat Chamberlain er
in genoemd zou worden als schuldige medewerker?"
//Ziet eens hier, het was van te voren reeds
een verloren zaak, het comité., . (hier brak hij
af met de beleefde vraag of ik short-imnd" schreef,
hetgeen ik ontkennend beantwoordde, waarna hij iets
minder vlug vervolgde) het comilé, en hier komt
het al dadelijk op aan, werd gevormd uit een
meerderheid van «f/overnment-men" die precies deden
zooals hun gelast was. Zij waren met hun negenen,
wel geteld; aan onzen kant waren wij zes stemmen,
de Ieren inclusief, drie van deze, sir W. Harcourt,
Buxton en Campbell, waren ia de laatste regee
ring geweest, en zoodoende hingen ze allen als
een kluit aan elkaar. Zij zijn van gevoelen dat
de commissie nooit met de uitvoerende macht in
strijd moest zijn, en, toen wij dan ten slotte tot
explicaties en een resultaat zouden komen, sloten
zij zich eenvoudig aan om het te verhinderen."
//Het was zeker een onaangename taak onder
die omstandigheden en dan was bovendien de
houding van den prins van Wales... een wenk ?.."
//Exactly, van dat oogenblik af is het begonnen;
toen de prins van Wales handjes ging geven begon
het. Toen werd het hopeloos werk, het geheele
hof, de geheele groote wereld (all society), al de
beurslui en de speculanten waren tegen ons. De
hertog van Fife was immers ook in de Tranvaalsche
zaken!"
//Wat denkt het Engelsche volk er feitelijk van,
de fatsoenlijke, eerlijke Engelschen ?"
Ja, dat is te zeggen, Jingo chauvinisten zullen
er zijn, zoolang er iets te stelen valt. Zij willen
altijd stelen, zij denken dat Rhodes een god is."
Maar is het de meerderheid van het volk, dat
zoo denkt?"
Ja de meerderheid, wij ..." (ik keek min of
meer nieuwsgierig) toen begon hij hardop te lachen
en zich achterover gooiend in z'n stoel ver
volgde hij:
Nu ja, vergeef mij, ik vergat, dat ik niet in
het Parlement ben, wij noemen, ons de meerder
heid". Ernstiger vervolgde: 't Is een moeilijke
strijd onder deze omstandigheden. Er zijn te veel
lui bij geïnteresseerd. Neen, feitelijk zijn de eerlijke
lui in de minderheid, jammer genoeg".
Zeker, want door tegenover het buitenland deze
glasheldere geschiedenis te willen verbergen en te
verdonkeremanen, brengt Eugeland zijn naam in
opspraak en in discrediet".
Zoo is het, juist door de schuldigen allen te
straffen, zou men zich van den blaam zuiveren;
elk waar Engelschman behoorde dit in te zien.
De meesten willen dit niet inzien en beschouwen
ons niet als vrinden van het Rijk. Maar zooals
gezegd, er zijn te veel lui bij geïnteresseerd. Beit
b.v., die NB. een Duitscher en niet eens genatu
raliseerd is, heeft 10 millioen pond gemaakt uit
de Trausvaal en het (met nadruk) zoogenaamde
lihodesia; het leeuwendeel daarvan is gemaakt
door bet oprichten en weer verkoopen van
coavpauies" (maatschappijen).
//En Rhodes zat daar zelf ook in".
Zeker, u kunt zeggen, dat het schijnt dat Beit
en hij partners zijn."
Vindt u ook niet, dat leden van het Parlement,
indien zij al in dergelijke zaten mogen betrokken
zijn, toch zeker geen invloed zouden mogen oefenen
op het onderzoek ?"
Natuurlijk, leden van het Parlement zoowel
als van de Regeering behooren in 't geheel niet
in dergelijke handelszaken betrokken te zijn".
Denkt u niet, dat nu de Transvaal zooveel
succes heeft gehad met haar spoedige bekend
making van den inval door geheel de wereld, het
gevaar voor een tweede dergelijke poging, zij het
zelfs in den vorm van vergezochte verwikkelingen
wat minder is geworden?"
Het zal nu zoo gemakkelijk niet meer gaan,
er is te veel lawaai over geweest, neen, m. i.
schuilt het gevaar voor de Transvaal niet in een
oorlog, maar wel schuilt er gevaar in een luiere
majóritcit der l'itlanders ! De Uitlanders nemen
sterk toe in de Trausvaal en in die mogelijke
meerderheid kan juist het gevaar schuilen, naar
mijn idee".
Zou men daar dan niet tegen kunnen waken?"
//Zeker. Nederlandsche landverhuizing kan een
tegemcicht vormen voor dat gevaar en buitendien is
de meerderheid in de Kaap-Kolonie, daar het Hol
landers en Duitschers zijn feitelijk, tegen een
oorlog".
U wilt mij thans zeker wel vergunnen nog
een paar andere punten aan te roeren. Zooals u
weet zijn de contracten tusschen China en Rus
land over den Mantsjoerije-spoorweg, cum latere
annexis, nu een voldongen feit, evenals de con
cessies aan de Belgen in Zuid-China, de
PortArthur plannen en het mislukken der engelsche
onderhandelingen over de Bank. Gelooft u niet,
dat de invloed van Engeland daar thans geen
arbeidsveld meer heeft?"
Deze is geheel verwaarloosd. Ik voor mij vind
de redeneeriug van die area-uitbreiders een
onzinpolitiek. Men kan even goed vlaggen gaan planten
aan Noord- en Zuidpool. Wat heeft, men er aan,
of het Britsche Rijk met idem zooveel vierkante
mijl ,jungle", woestijn, koortsmoeras of ijsveld is
vermeerderd, terwijl belangrijke connecties worden
verwaarloosd ?"
Ik beu blij dit eens van een man als u te
vernemen".
Een kleine glimlach en een hoofdbuigiug.
Ik heb geen helder begrip van het doel, het
welk de Engelsche politiek in Egypte heeft. Die
herhaaldelijke pogingen, ten koste van veel geld
hebben toch een ander doel dan 't bezetten van
dat land?"
Ik geloof, dat het tegenwoordige streven alleen
beteekent, dat men bang is, dat Frankrijk er te
veel macht zal krijgen en de Boven Nijl in andere
handen komt."
Maar nu weer die expedities naar de Niger en
naar Oeganda?"
Hij antwoordde eerst niet en daarna:
//Wel, ik wil u dit eigentlijk wel meedeelen; wij willen
een strook (a line) hebben van Alexandriëtot Oeganda,
dan willen we een strook binnen door liebben van de
Kaap tol de meren . .. Het nut hiervan zie ik niet
in, maar als men goed achter de schermen bekend
is, ia dit wel de hoofdlijn, die de Afrikaansche
politiek zal volgen."
Is u bekend met de feitelijke redenen van de
opstootjes in Engelsen-[ndië; daarvoor moet toch
een zwaarwichtiger reden bestaan, dan het binnen
dringen van de pest-commissies in de z.g. moskeeën
en vrouwenvertrekken?"
Dat is ook zoo, het zit dieper. Het zit in de
ten achterstelling van de Hindoes, in het
intellectueele strijdperk, terwijl wij hen op andere wijze
z.g. gelijk maken en als zoodanig beschouwen. In
de examens slaan zij ons met glans, en toch krijgen
ze alleen de lagere betrekkingen, zij mogen alleen
de kleinere examens doen, hoewel ze veel intelli
genter zijn."
Maleiers, Hindoes en Bramanen zijn anders
juist geen volken voor opstand en revolutie, veel
minder voor zelfregeering?"
Neen, ze wenschen ook niet vrij te zijn, dat
geloof ik niet; als wij weg gingen, zouden de
Mahomedanen een regeering van het zwaard beginnen,
maar met de vrije ontwikkeling van het verstand
zou het gedaan zijn."
Ik voor mij weet bet niet, maar het komt mij
voor, dat wij binnen een eeuw, of korter nog, een
groolen ommekeer zullen beleven in al wat goed
georganiseerde kolonies heet, indien daar slechts
doortastende lui opstaan, die het volk vertellen,
dat zij meer waard zijn dan zij denken; een modus
vivendi, waarbij men de koloniale onderderdanen
tot zich ophief en op gelijken voet als de inwoners
van het moederland behandelen zou, indien die
zonder gevaar kon worden tot stand gebracht, een
weg tot behoud zijn."
Ook ik ben bang voor een toekomstige kente
ring, en men zal wel doen, vrienden van het volk
te zijn tegen den tijd dat dergelijke veranderingen
plaats grijpen."
Het komt mij voor, dat christelijke zendelingen
naast veel middellijk goed in de maatschappij bij
onbeschaafde volkeren veel kwaad doen door aan
geleerde Boeddhisten iets te willen leeren.''
Ik ben het daarmede geheel eens; men moet
die menschen, die zooveel meer levenswijsheid
hebben dan menig jeugdig zendeling, met rust
laten; het is gewoon belachelijk, dat men die
hoogbeschaafden iets wil leeren."
Dus u is ook voor godsdienstvrijheid, zoolang
die niet tot direct nadeel van den staat leidt?"
Ja, dat ben ik."
Heeft u over onze koloniën en ons koloniaal
bestuur een en ander gelezen?"
Ja, dat heb ik wel. Bij u zijn de verhoudingen
lastiger, de afstand is grooter en het zal moeie
lijker en toch misschien niet kwaad zijn, die af
standen wat te doen slinken, met het, oo<r op de
toekomst. Geeft hun hooge titels, mooie uniformen,
laat hen toe tot, de examens, fêteer ze in. 't moe
derland, leer ze achten, waar ze dat waard zijn
en hef ze voorzichtig tot je op, zoodoende maakt
men er bondgenooten van, maar bemoei je niet
met hun godsdienst. Godsdienst is een quaestie
van onze kindsheid. (Religion is a question of
childhood). Men kan slechts het geloof vernietigen.
Er een ander geloof voor in de plaats geven, zal
moeielijk gaan. Ik voor mij geloof niet, dat ze
ooit iemand bekeeren."
Heeft u de Engelsche critiek van E. J.Taylor
over onze Lombok-expeditie gelezen ?"
Neen, dat las ik nog niet."
Wat denkt u over de verhouding met Ierland ?"
De Ieren zullen nooit ware en trouwe Brit
sche onderdanen zijn, vóór ze Home-Rule hebben.
En toch kan men hun dit zoo moeielijk geven.
Gesteld ieder deel van het Rijk had een eigen
Parlement, waar zou het heen, als we oorlog kre
gen en slechts een deel besloot om mede te doen?" ...
Mijn medelid voor Northumberland is een
landgenoot van u, Drucker, een verdienstelijk man.
Er zijn twee broers, die beiden in Engeland wonen."
Ja, zij zijn zeer vermogend, zooals u weet."
Niet alle Hollandsche diplomaten zijn het en
dat verwondert mij. De oude James Rotlischild te
Parijs zeide mij eens, dat hij Holland voor het
rijkste land op den aardbodem hield, daar de Hol
landers een der weinige volken zijn, die hun ka
pitaal niet verteren, daar zij geen grooter genoegen
kennen dan coupons te knippen alleen om er
het volgend jaar nog meer te kunnen knippen."
Toch zijn er weinig zee r groote fortuinen bij
ons, zooals er hier velen zijn, vele zeer
gefortuneerde menschen weten in Holland geen weg met
hun geld, zoeken in buitenlandsche sociëteit te
komen, in stede van een kern en glanspuut te
vormen voor een nedcrlandsche upper ten."
Zou Drucker daarom ook hier zijn gekomen?"
Misschien. Misschien ook omdat hij niet overal
ontvangen zou worden, hij is meen ik israëliet."
Gij hebt wat u toekomt, die groote verschillen
in Holland zijn verkeerd gebazeerd. Intelligentie,
beschaving en het kunnen optreden als en het
tevens zijn van een gentleman" in alles en alles
moesten de maatstaf voor een man van rang zijn."
Is het in Engeland dan niet evenzoor''
//Wel kijk eens, hier in Londen is het blaadje
omgekeerd, evenzoo als in Frankfurt, waar men
zegt, dat de Joden weldra een christenstraat zul
len aanleggen! Hier is 't een toer, een heele toer,
in de groote Joodsche wereld te komen."
Och kom!"
Wel zeker, door het achteruitgaan van de landerijen,
zijn duizende adelijke families doodarm geworden of
sterk achteruitgegaan en trachten nu door een rijk
huwelijk met een Joodsch meisje, of levend van de
tafels der rijke Israëlieten, er weer boven op te
komen."
//Wel, dat is meer dan ik ooit zou hebben kun
nen denken."
Onderwijl had ik des heeren Laboucheres por
tret gemaakt en bedankte hem voor zijn welwil
lende medeelingen en aardige ontvangst. Tot ver
wondering van zijne bedienden begeleidde de oude
heer mij met oud fransche beleefdheid tot op de
stoep, na mij tot een bezoek te hebben
geinviteerd, wanneer ik weer eens in Londen zou ko
men. Weldra zat ik weder in mijn hansom en,
ging het in gestrekten draf Citywaarts.
WILLEM MULIER.
UIMIIIHIIIIIIIilllllHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIItllllllllllllllllllllllllllfIHItllll
Sooiala
nuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiimHiiiiiiiHMinniiinmiiiniiiiiiniiiiiiniininiiniiii
Conflict,
Keizer Wilhelm heeft in 1890, tegen den
zin van Bismarck, de socialistenwet laten
afloopen, zeggende dat hij ook zonder
uitzonderingswet het met de sociaal-democratie
wel klaar zou spelen. De bewering was min
of meer lichtvaardig; immers de sociaal
democratie stoort zich weinig aan het bon
plaisir zelfs van een vorst als de Duitsche
keizer. Zij kon in '93 wijzen op 1.700.000 op
haar uitgebrachte stem men, een grooter aantal
dan ooit eenige politieke partij in het Duitsche
rijk had verworven. Na dien tijd komen,
eerst zeldzaam, langzamerhand veelvuldiger,
teekenen van reactie. Het
«professorensocialisme" heeft aan een scherpe kritiek
blootgestaan, een oproep, door met-sociaal
democraten gedaan om steun voor de
Hamburgsche werkstakers, is als strafbaar gesig
naleerd ; ik noem maar een paar voorbeelden ;
en nu steekt in de parlementen de oude
Bismarcksche richting het hoofd weder op.
Zij verlangt, bij monde van den oud-minister
VonPuttkamer en den industrie-koning Stumm
een nieuwe wet, onmiddellijk gericht tegen
socialistische en anarchistische agitatie. De
heeren winden geen doekjes om hun verlangen,
en zij nemen geen blad voor den mond als
zij het uiten ; het Pruisische Heerenhuis heeft
een paar redevoeringen aangehoord, die, wat
agitatorisch karakter betreft, niets te wenschen
overlaten.
De aanleiding tot dit optreden is de vol
gende. Verleden jaar is een herziening van
het burgerlijk wetboek voor het Duitsche rijk
tot stand gekomen. Tengevolge daarvan zijn
aan den bondsraad verschillende bevoegdheden
gegeven, o. a. om een einde te maken aan
het verbod voor politieke vereenigingen, om
zich aaneen te sluiten. Hierdoor zouden
de zgn. IJmsturz-partijen meer vrijheid hebben
dan ooit. De Kijksdag heeft geweigerd op
nieuw een uitzonderingswet in het leven te
roepen, en de eenige manier die thans over
blijft om de sociaal-democratie te muilban
den, is de hulp van de wetgeving der af
zonderlijke staten in te roepen. Pruisen is
voorgegaan. Het Huis van Afgevaardigden
heeft een ontwerp aangenomen, waarbij de
beschikking over het recht van vereenigen
en vergaderen grootendeels in de handen der
politie werd gelegd. Het Heerenhuis was
daarmede niet tevreden. De commissie van
voorbereiding stelde een lezing voor die in
hoofdzaak neerkomt op deze drie artikelen :
Art. I. Vergaderingen, waarin anarchistische
of sociaal -democratische neigingen, strevend
naar het vernietigen der bestaande orde in
den staat of de maatschappij, aan den dag
treden op een wijze, die de veiligheid, in het
bijzonder de veiligheid van den staat in
gevaar brengt, kunnen door den. ambtenaar
van politie worden ontbonden.
Art. II. Aan vergaderingen, waarin staat
kundige aangelegenheden worden besproken
of behandeld, mogen geen minderjarigen
deelnemen.
Art. III. Vereenigingen, waarin anarchistische
of sociaal -democratische neigingen, enz. zie
art. l ..... kunnen door den chef der politie
in den staat worden ontbonden. Ditzelfde
geldt van vereenigingen, die streven naar
het losmaken van een deel van het staats
gebied, of dit voorbereiden.
Van een meer algemeeiie was de strekking
der wet een meer bijzondere geworden: die
vnn een socialistenwet sans frase.
Ziehier nu de toelichting, door Von
Puttkamer bij dit voorstel gegeven. Duizenden
loyale royalisten zien met bekommering het
socialistisch gevaar grooter afmetingen aan
nemen, en hebben de vurige verwachting, dat
de regeering de energie zal terugvinden, die
voor de afwending ervan onontbeerlijk is.
Of wij stellen ons tegen de sociaal-democratie
te weer, of MJ verplettert ons, heeft terecht
de heer Bamberger bij de behandeling van
de socialistenwet gezegd. Die wet is
draconisch, maar lo}'aal uitgevoerd : geen andere
partij heeft ervan te lijden gehad. Wanneer
thans wordt beweerd, dat door zulke middelen
de omwentelingspartij wordt versterkt, is daar
tegen aan te voeren, dat na de uitvaardiging
der wet de stemmen op sociaal-democraten
bij verkiezingen uitgebracht, bijna geheel en
al verdwenen, tot men in 1887 de teugels
vierde, en het cijfer weder omhoog ging. En
toen eenmaal de wet was afgeloopen is de
sociaal-democratie toegenomen als een lawine.
De laatste verkiezingen brachten haar het
schrikwekkend aantal van 1.700.000 stemmen.
Wat zal hiervan het einde zijn? Wie had
voor tien jaar kunnen denken, dat er zoo
reusachtige werkstakingen zouden plaats
vinden, als thans in zwang zijn? In 1885
volstond een enkele ministerieele beschikking,
om ze te verhinderen. Waar werden toen
door de stakenden de daden van geweld
gepleegd, om hun arbeidende makkers van
het werk te houden ? De uitzonderingswet
is wel niet in staat geweest, de sociaal
democratie in te dammen, maar zij heeft ten
minste een betrekkelijk rustigen toestand
weten te handhaven. De beweging, zegt men,
heeft in diepte verloren, wat zij in breedte
heeft gewonnen. De sociaal-democraten zouden
een radicale arbeiderspartij zijn geworden.
Dit is een noodlottige dwaling. De sociaal
democratie zelf is de eerste, om dit ten stel
ligste te ontkennen; wie zoo iets beweert,
slaat de feiten in het aangezicht. Zij is
voorzichtiger van taktiek geworden, maar zij
streeft naar dévernietiging der maatschap
pelijke orde, onverschillig welken weg zij
kiest. Een geestesstrooming, zegt men, kan
slechts met ideëele middelen worden bestreden.
De predikers van deze wijsheid behoeven op
hun uitvinding niet bijzonder trotsch te zijn:
zij is ten opzichte van de sociaal-democratie
gansch en al onbruikbaar Totnogtoe
is, Gode zij dank, het platte land van deze
beweging verschoond gebleven; maar gelukt
het haar, deze kiezers op haar hand te bren
gen, dan is dit het begin van het einde.
De haren rijzen den heer Von PuUkamer
te berge, wanneer hij de stelling hoort ver
dedigen, dat vereenigingen en vergaderingen
een factor zijn in de opvoeding der jeugd.
De beschaafde jeugd, zegt de oud-minister,
hoort in de studeerkamer en op de akademie
thuis, en de arbeiders op de werkplaats en
in de fabriek. De vijand aldus zijn con
clusie is de sociaal-democratie; vóór alles
moet zij worden bestreden, en daarvoor is
voldoende dat een wet wordt afgekondigd,
die uitsluitend met het oog op haar in het
leven is geroepen.
De heer Von Stumm hield een dergelijke
redevoering, waaruit het dus onnoodig is, te
citeeren; tegenstand kwam slechts van
nationaal-liberale zijde; de links staande partijen
zijn trouwens in het Heerenhuis slecht ver
tegenwoordigd: met 128 tegen 22 stemmen
werd het commissievoorstel aangenomen.
De minister Von der Recke verklaarde zich
bereid, het ontwerp in zijn commissorialen
vorm in het Huis van Afgevaardigden te
verdedigen. Ziedaar dus, wat er van den
«nieuwen koers" is geworden; hoe de strijd
tusschen kapitaal en arbeid zich verscherpt
in het land, dat aan kathedersocialistische
wetten en instellingen het rijkst is. Van de
hoogstgeplaatsten in het duitsche rijk hoort
men uitingen als deze: tegenover het terro
risme dat de sociaal-democraten uitoefenen is
mij de vrijheid van den individu meer waard,
dan de vrijheid van vereenigen en vergaderen
(de burgemeester van Altona); de sociaal
democraten, die de burgerlijke maatschappij
niet erkennen, immers, zij willen ze met geweld
omverwerpen, hebben niet de rechten der
overige burgers (graaf Klinkowström) be
weringen, die, hartstochtelijk als zij zijn, in
den Pruisischen Senaat niet kunnen worden
verkondigd, zonder dat er een lichte twijfel
ontstaat aan den ernst die aan een Senaat
van geboortewege past. Een Senaat toch, zoo
is het gangbaar argument, is de bonne, die
die oppast dat de buitensporigheden in de
kinderkamer bedreven, niet aan het land tot
schade komen.
Maar het Heerenhuis heeft zijn zin nog niet.
De Pruisische Landdag, waar de
nationaalliberalen den doorslag geven, moest zijn
goedkeuring aan het voorstel hechten, en
hoe anti-socialistisch ook gezind, de
nationaal! liberalen leven nog in de traditie van volks
verlichting, waarmede de vrijheid van
ver| gaderen onafscheidelijk is verbonden. Zij
i begrijpen bovendien, welk een geweldige strijd
door een nieuwe, systematische socialisten
vervolging zou worden aangebonden, een strijd
waarbij voortdurend weer de middenpartijen
de kosten van ongelijk zouden moeten dragen,
en die dus meer nog dan voor de sociaal
democraten, voor de liberalen zelf noodlottig
zou worden. Met een zeer geringe meerderheid
wel is waar, een meerderheid van 209 tegen
204 stemmen, is de wet, zooals het Heerenhuis
haar had aangenomen, door hel Huis van
Afgevaardigden verworpen. Voor het oogen
blik moge dus de strijd zijn uitgesteld, geen
twijfel, of hij zal vroeg of laat, en eerder
vroeg dan laat weder ontbranden. Bij de on
zekerheid van des keizers «allerhöchster Willen"
is ook de onzekerheid in den lande groot;
de gevolgen van een hernieuwde inquisitie
roepen mogelijk wakker een botsing tusschen
de oude wereld van ijzer en staal, en de
nieuwe van het leger der nijverheid; een
botsing die de aandacht vraagt der eeheele
wereld. F. M. C.