De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1897 1 augustus pagina 5

1 augustus 1897 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 1049 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. DAME£. Iets oYer de Vrouwenbeweging in Engeland. Een Tuinbouwsehool voor Meisjes. II. In 1891 werd aan de Tuinbouwschool te Swanley, Kent, een afdeeling voor meisjes bijgevoegd. Dit was de eerste en, naar ik vernam, ook de eenige gelegenheid voor vrouwen, om zich voor het tuinbouwvak te bekwamen en er een diploma in te verwerven. Het diploma wordt uitgereikt aan degenen, die gedurende minstens twee jaar intern zijn geweest en alle cursussen hebben bijgewoond. Het omvat Tuinbouw, praktisch en theoretisch, Plantkunde, Scheikunde, theoretisch en praktisch, Natuurkunde (voornamelijk warmte en licht). Ver der hebben de candidaten de keuze van drie der volgende bijvakken: Geologie, Entomologie, Boekhouden, Landmeten, De behandeling van den Hoenderhof, Bijenteelt, Melkerij, Boterbereiding ,enz. enz. eindelijk Het maken van bouquetten en het arrangeeren van bloemen. Men ziet, er is nog heel wat aan vast. In de school zelf is een inwonend chemicus, die les geeft in zijn vak. Verder zijn er nog zeven andere professoren aan verbonden, terwijl er vijf tuinbazen zijn, die de leerlingen in het praktische gedeelte onderwijzen. De werkuren zijn: 's zomers van 6.30 's morgens tot 5 uur 's middags; 's winters beginnen ze eerst om 9 uur. Voor degenen, die een diploma willen behalen, is het bijwonen van twee cursussen per dag verplichtend. De inrichting bestaat ten eerste uit de school zelf, een mooi, oud landhuis, met een groote zaal als aula, die tevens voor concertzaal wordt gebruikt. Toen ik deze zaal bezichtigde, viel het mij opnieuw op, welk een zonderling denkbeeld sommige Engelschen van kunst hebben. De zaal toch was ver. sierd(?) met muurschilderingen van een tamelijk verdacht allooi au point de vue de l'art. Verder was de vorm der zaal zóó eigenaardig, dat deze terstond visioenen van den rollenden oceaan sug gereerde. En geen wonder! Het huis had eertijds toebe hoord aan iemand, die voor de zooveelste maal dacht, het middel ter voorkoming van zeeziekte te hebbeu uitgevonden. Hij had namelijk een schip gebouwd, waarop men de op-en-neergaande beweging der golven niet zou voelen. Waarschijnlijk met het doel om de passagiers, tijdens den over tocht, een aangename afleiding te bezorgen, liet hij de wanden van 't salon beschilderen. Dan, helaas! de uitvinding bleek van weinig praktisch nut, want als een varnpyr liet 't zeekwaaltje zich op 't schip neer en pakte het iedereen in zijn klauwen; zoodra de oppervlakte der zee een ge bogen, in plaats van een rechte lijn vertoonde, schommelde de boot en gevoelden de reizigers er het onaangename van. Het gevolg was, dat het schip buiten dienst werd gesteld, en daar de eigenaar blijkbaar prijs stelde op de bewuste schilderingen, liet hij 't salon in zijn geheel bewaren en overbrengen naar Swanley, waar hij er een huis om heen bouwde. De zaal heeft daardoor 't aanzien van een scheeps-salon. Sedert ettelijke jaren worden er de lessen van de landbouwschool in gegeven. Verder zijn er uitgestrekte moestuinen, een groote boomkweekerij, bloemperken in soorten, aspergeen komkommerbedden, een hoenderhof op beschei den schaal, talrijke bijenkorven, en eindelijk niet minder dan 42 kassen en serres. De studenten, zoowel mannelijke als vrouwelijke, zijn in ploegen verdeeld; om de vijf dagen wisselen hun bezigheden af; ze werken b.v. vijf dagen in de serres, dan zijn ze weer vijf dagen in de velden bezig enz. De geitjes worden er streng van de bokjes ge scheiden en de eersten werken altijd in een ander gedeelte dan de laatsten. De meisjes wonen vrij ver van het College af, in twee flinke huizen; ze staan onder toezicht der directrice en mogen niet uitgaan dan met haar toestemming. Op het oogenblik zijn er twee-en-dertig vrouwe lijke studenten; de school is aangevangen met 5 't volgende jaar, in '92, waren er eveneens vijf, in '93 echter 15, in '94 dertig en in '96 negen-en-dertig. Het kleinste aantal was twee, het grootste veertig. In het geheel zijn er t wee-en-tachtig meisjes ge weest. Daarbij waren er vijf-en-twintig, die van eenige weken tot een jaar bleven, eenige kwamen er slechts voor n of meer vakken, anderen voor haar gezondheid. Een-en-twintig verlieten de school na er een vol jaar te zijn geweest, omdat ze geen geld hadden haar studiën voort te zetten. Zeventien bleven er meer dan twee jaar en be haalden haar diploma, terwijl er twee waren, die zóó in alles uitmuntten, dat ze het diploma bin nen de twee jaar verwierven. Van de negentien, die aldus gediplomeerd, de school verlieten, kregen eenigen terstond een be trekking als hulp-tuinierster te Kew. De directeur heeft verklaard, dat hij gaarne bereid is de vrouwe lijke studenten van Swanley-College werk te geven, mits ze de rational-dress willen aannemen. Dames met fladderende rokken zijn plantenbedervend, vindt hij, doch zoo ze de nadeelen van haar sekse, (wat kleeding betreft) willen weg nemen en de nivelleerende knickerbockers willen dragen, zijn ze hem welkom. Anderen zijn leerares in de botanie en aanver wante vakken geworden, terwijl weer anderen be trekkingen bij particulieren hebben gekregen. Eén dame is o. a. als head-gardener geplaatst op een groot landgoed, waar ze verscheiden tuinlui onder zich heeft. Gelukkig dat het woord gardener geen vrouwelijk heeft of juister geen verandering onder gaat, bij ons zou 't moeielijker zijn. Te spreken van tuin-bazin of tuinvrouw is nog wat vreemd. De statistiek heeft bewezen dat de meisjes met haar diploma gemiddeld £ 50 (?600) kunnen ver dienen ; de meeste betrekkingen zijn intern. De vrouwelijke tuinman in quaestie wordt geheel als lid der familie beschouwd en heeft een prettig leven. Tijdens mijn bezoek aan de Tuinbouw-school vroeg ik aan de directrice welke soort van meisjes zich gewoonlijk als studenten aanboden, daarmee bedoelende tot welken stand ze meestal behoorden. // Well, I hardly like to classify them /" antwoordde ze eenigszius geraakt. Daar ik haar niet wilde froisseeren, ging ik er niet verder op door, en informeerde ik elders, waar ik ook vernam, dat het hoofdzakelijk dochters van heereboeren zijn, die in het vak willen opgeleid worden. En ook wel onderwijzeressen, die om redenen van gezondheid, het vrije buitenleven verkiezen boven het meer inspannende en vermoeiende les geven; verder meisjes, die niet begaafd genoeg zijn om bepaald te studeereii. De praktijk toch is hoofdzaak, de theorie bijzaak. Met een middelmatigen aanleg kan men de lessen heel goed volgen. Het groote voordeel is verder, dat de leertijd zoo kort is, slechts twee jaar, en eindelijk is 't iets nieuws, zoodat de markt er nog niet door overvoerd is en de gediplomeerden geen scherpe concurrentie te duchten hebben. Er worden ook eenige beurzen voor minvermo genden, gewoonlijk twee per jaar, uitgeloofd door de County Councils van Berkshire, Essex, Kent en Londen. Om in aanmerking te komen voor deze beurzen moeten de candidaten een examen afleggen, zoo noodig vergelijkend. De hoofdvakken zijn: scheikunde, plantkunde en geologie; het is echter niet moeielijk. Alvorens tot de school toegelaten te worden, moeten de studenten eveneens een licht examen afleggen. De prijs voor kost, inwoning en onder wijs is £. 70 per jaar, mits de studenten genegen zijn haar slaapkamer met n of meer meisjes te deelen. Een afzonderlijke kamer kost meer. Men kan dus rekenen, dat het verblijf te Swanley, met inbegrip van toilet, een ?1200 kost, d.i. ?2400 voor den geheelen studietijd, voorwaar een klein kapitaal om minstens f 600 rente van te trekken. Er is geen uniform voorgeschreven; voor het gemak dragen de meisjes korte rokken, iets als de tailor-made flets-rokjes en katoenen blouses. Het leven in Southbank, d.i. de villa waar de vrouwelijke studenten wonen, is eenvoudig en ge zellig. Er is een flinke eetkamer met drie aardige zitkamers, in de grootste waarvan gedanst kan worden. De directrice vertelde mij, dat de meisjes, over het algemeen, vroolijk en gelukkig zijn en haar grootste genoegen is om, na volbrachten arbeid, een dansje te doen. Ze schuiven enkel de tafel en stoelen in een hoek, n zet zich aan de piano en de huiskamer is in een tempel van Terpsichore herschapen. De k.ok van tien uur echter maakt een einde aan dit geïmproviseerde bal, want dan moeten ze allen in haar slaapkamer zijn. Students are requested to be in their rooms by 10^. m. luidt de regel. Naast de eigenlijke villa is een tweede huis, dat er mee verbonden is, en waarin de beste slaap en zitkamers zijn. De eerste zijn enkel van de hoogst noodige meubelen voorzien, doch het uitzicht op de belen dende tuinen en bosschen is zoo verrukkelijk mooi, dat men 't niet zou willen ruilen voor 't fraaiste ameublement. En dan, een meisjeskamer is gauw opgeschikt met een photografie hier en een ornamentje daar, verder een paar boeken en een vaas met versche bloemen, waaraan op Southbank natuurlijk geen gebrek is. Dat is te zeggen, de gewone bloesems, die door de natuur zelve geleverd worden, als mek'oorn. seringen en dergelijke, doch zoodra 't kas-bloemen zijn of bizonder gecultiveerde, worden ze zorgvul dig bewaard voor de verzending. Toen ik er was, waren eenige meisjes bezig een heerlijke verzameling rose en licht gele anjers in manden te verpakken, bestemd voor de beroemde Covent-Garden-markt te Londen. De verpakking der bloemen, vooral der fijnere als orchideeën en soortgelijke uitheemsche gewassen, vormt een be langrijke factor in de opleiding te Swanley. Er is mogelijk geen land in Europa, waar zoo veel werk van de bloemen-cultuur en de bloemenversiering in huis wordt gemaakt als in Engeland en de vraag naar frissche bloemen is reusachtig groot. Behalve naar Covent-Garden worden er ook tal van verzendingen naar Manchester gestuurd. Particulieren kunnen ook bestellingen geven, zoowel van vruchten en groenten als van bloemen, Ik zag o. a. manden vol heerlijke aardbeien, tomaten en komkommers en een groote serre, waar van de wanden bedekt waren door een dikke laag donzige perziken, alles ten dienste van vermogende afnemers. De school bestaat dan ook gedeeltelijk van de opbrengst der voortbrengselen van tuin en boom gaard. Slechts de heel gewone dingen worden voor de consumptie gebruikt, de luxe-vruchten, groenten enz. worden verkocht. De studenten genieten het voorrecht, er zooveel zij willen tegen markt prijzen van te kunnen koopen. Ik vergat nog te vermelden, dat er naast de aula een laboratorium is voor scheikunde en een voor analytische plantkunde. Verder is er een interessante verzameling ge droogde planten. Mijn bezoek duurde tamelijk lang en ik verklaar volgaa^ne, dat hetgeen ik er zag, den aangenaamsten indruk op mij maakte. De bezigheden, vooral de bloemencultuur, leken mij zeer geschikt voor meisjes en het leven in de open lucht kan niet anders dan gezond voor lichaam en geest zijn. Het zware werk, zooals ploegen en grasmaaien, is natuurlijk niet voor vrouwen te doen, doch een tuinbaas, die dezelfde opleiding zou genoten hebben, zou het ook niet verrichten en arbeiders en tuinknechts zijn er overal wel te vinden. Over het algemeen durf ik het Swanley-College gerust aanbevelen als een nieuwe stap in de richting der ontwikkeling der vrouw en dat in een land, waar als in Engeland, bijna elke betrekking voor de vrouw openstaat. Op het oogenblik studeert er ook een Zweedsche dame, de directrice vertelde het mij met een stralend gezicht, als wilde ze zeggen: //Dat is toch bijna een landgenoote, Hollandsen en Zweedsch verschilt zooveel niet." Achter Southbank bevind zich een mooie bloementuin met eenige serres, deze zijn het privaat-eigen dom der directrice en de dames-studenten beijveren zich om er haar speciale zorgen aan te wijden. De werkkring der directrice is tamelijk uitge breid, want, behalve dat zij het huishouden doet, en een wakend toezicht op de meisjes houdt, moet zij ook tweemaal per dag het geheele terrein rondloopen en de lessen der tuinbazen surveilleeren. Ze scheen me een goedige vrouw, vol ijver voor haar taak en vol liefde voor de school en de scholieren of juister scholiersters, want met de heeren heeft zij niets te maken. THÉBÈSE HOVEN Reisgeschenken. Cocainomanie. Recepten. In Berlijn kan men in deze dagen de galan teriewinkels vol koopers vinden. Vraagt men of al die menschen van de reis terugkomen en souvenirs meebrengen, dan krijgt men ten ant woord : »wel neen, ze gaan op reis, maar koopen eerst hier de cadeautjes, waar zy ze goedkoop krygen kunnen in de bekende winkels, om ze dan voor de oogen van de familie uit de koffers te kunnen halen alsof zy ze voor veel geld in Garlsbad of Norderney hadden opgedaan." In de groote galanteriewinkels te Berlyn zitten dan ook in den reistyd een bekwaam graveur en een schilder den heelen dag gereed om op verlangen der koopers allerlei geographische namen op allerlei voorwerpen te griffelen. Met de vernuftigheid daarin groeit intusschen ook het wantrouwen, zoodat listige badreizigers nu ook al couranten uit de badplaatsen meebrengen om er de te Berlijn gekochte prullen in te wikkelen. Maar ook de reizigers die, op de terugreis van een bergoord, Berlyn passeeren, koopen daar graag hun cadeaux, men vindt er rijker keus en verbeeldt zich dat de zaken er goedkooper zijn. De Berlynsche winkels kennen die klanten. Een bijzonder type is de »Herr Prinzipal", die een heele collectie inkoopt, maar genuanceerd naar den rang van zijn ondergeschikten. Voor den reiziger wil hij 15 mark besteden, voor de direc trice 10, voor den boekhouder 6, voor de rest zoo en zooveel mark door elkaar. De smaak voor reisgeschenken is in de laatste jaren fijner geworden. De ^schreeuwende" dingen wil men niet meer hebben; daarentegen zoekt men meer het nuttige en vooral het kleine for maat. Voor kinderen kiest men veel albums voor Ansichts-brief kaarten. De prijzen voor reiscadeaux varieeren van l?100 mark. Ieder saizoen heeft zijn nouveautés, en reeds bijtyds kyken de Berlijnsche chefs er -in de Berlijnsche en Weener labrieken naar om. Zij vermijden al wat een Engelsch of Parysch cachet heeft; wie uit Lon den of Parijs komt, koopt toch zyn sou venirs niet in Berlijn, maar wel wie uit de Duitsche en Boheemsche badplaatsen of Sommerfrischen komt. Van het yzerwerk hebben de portemonnaies, sigarenkokers en broches veel aftrek; ook wordt het zilver, nu het goedkoop is, veel genomen. De Venetiaansche mozaieken worden door de heele wereld verkocht en hebben, omdat ze er duurder uitzien dan ze zyn, veel aftrek. Soms zijn de cadeaux oorzaak van kleine familietragediea. Een jong echtgenoot vertelde: Myn vrouw wil, wanneer we op buitenpartytjes gaan, nooit kadetjes meenemen, omdat onze groote reistasch te groot, en onze kleine te klein is. Nu heb ik haar, zoogenaamd uit Johannisbad, een middelsoort tascbje meegebracht, waarop ik al lang in een winkel te Berly'n het oog gehad had. Ik kom er mee thuis. Is dat uit Johannisbad ? vraagt ze. Stellig ! Dat dacht ik wel! Met zoo'n ding kan een fatsoenlyke vrouw zich niet op straat vertoonen. Dat gaat goed voor een boerendorp ! Jelui mannen laat je toch alles maar in handen stoppen ! Wan neer we eens samen naar Johannisbad gaan, zal ik dat taschje meenemen, vroeger niet! * * * Een van de variaties van de morphinomanie, de dronkenschap en de opiumzucht, en even ge vaarlijk als deze, is de cocaïnomanie; zij veroor zaakt ook eene chronische vergiftiging en doet ook hare patiënten naar de krankzinnigenge stichten zenden. In 1884 is de cocaïne opgekomen als plaatselyk verdoovingsmiddel. Men weet dat eenige druppels oplossing van dit alcaloïde in drie minuten ongeveer volkomen gevoelloosheid van de geïn jecteerde plek veroorzaken ; vandaar de toepassing door tandmeesters, oogartsen, neus- en keeldokters; by iedere betrekkelyk oppervlakkige behandeling is de cocaïne als aangewezen. Maar behalve de plaatselyke werking volgt ook een werking op het geheele zenuwstelsel; naar gelang van de grootere dosis openbaart zich, bij gevoelige personen, achtereenvolgens nerveuze op winding in vroolüken vorm, samentrekking der bloedvaten, zoodat sommige patiënten flauw vallen, met versnelde ademhaling en verflauwende pols, eindelyk stuiptrekkingen, toenemend warmtever lies en soms de dood. De dokter geeft dus geen cocaïne aan zenuw lijders, aan hen die een hartkwaal of een chronisch keellijden hebben, en mocht de patiënt, in schyn gezond, plotseling door de cocaïne als door den bliksem getroffen, neerslaan, hy weet welke behandeling, wry vingen, inademingen, koffie en cafeïne, in dat geval voorgeschreven is. Maar dit is alles in zoover minder gevaarlyk, omdat de medicus er bij is. Erger is de chronische zelfvergiftiging door den patiënt; hy zoekt in de cocaïne eerst de opwekking, de tijdelijke ver lichting van nevralgie, de verzachting van de py'n die eene morphine-inspuiting hem veroor zaakt heeft (heel dikwijls toch combineeren de patiënten deze twee vergiften). Langzamerhand wordt de dosis onvoldoende, men vergroot haar en de cocaïne wordt een gewoonte, een misbruik. Maar na de vroolijkheid van de eerste tijden verdwijnt al spoedig ook die schijnbare veerkracht; de gevolgen worden die van gewone dronkenschap, grof en verachtelijk, en gaan weldra in de verschynselen van delirium en epilepsie over. De zieke gevoelt prikkeling in alle ledematen, het is hem alsof onder zy'ne huid insecten wriemelen, wormen kruipen, schimmelplanten groeien. Weldra komen er hallucinatiën van gezicht en gehoor bij; hij ziet dieren vliegen en kruipen, hy hoort ze gonzen. Dan komen de spiertrekkingen en stuipen, het beven, de verlamming; eindelijk gaan deze over in gewone toevallen, met een gil beginnend, en vergezeld van bewusteloosheid, verstijving, schuim op den mond, op de tong byten, schoppen en slaan. De patiënten worden eindelyk suf, vermageren, slapen niet meer, zijn koud, bleek en klam, als levende lijken, en hebben nog enkel de kracht, naar hun vergif te grijpen. Toch is er, tot in een vergevorderd stadium, genezing mogelyk, en wel, in afwijking met andere dergelijke vergiftigingen, soms door plotselinge geheele onthouding van het middel. De patiënt moet geheel geïsoleerd worden ; onder voortdurend toezicht zijn; de geneesheer, een specialiteit, past op hem eene der reeds bekende methoden toe, waarin psychische en physieke middelen, voeding, buitenlucht, opwekking, elkaar helpen, en voltooit eindelyk de kuur met massage, baden, douches, wrijvingen en gymnastiek. * * ->;Ommelette proven^ale. Men schilt een tomaat, neemt zaad en sap weg en fruit het vleesch met wat olyfolie; voegt er peterselie en als men wil wat knoflook bij; bakt een ommelet van drie eieren met olie, sny'dt haar door en legt er de tomaat tusschen. Salade anglaise. Koude gekookte wortelen, bieten, knollen, aardappelen, princesseboonen, doperwten, witte of bruine boonen, linzen en wat men meer heeft, worden fijn gesneden, met peper, zout, mosterd en wat cayenne gekruid, met een lepel mayonnaise geroerd en opgedischt. Mcringues a l'italicnne. Men klutst het wit van zes eieren, kookt '250 gram suiker au boult', mengt het met de eiwitten en een glaasje marasquin, vormt de schuimpjes op papier en zet ze in den oven. Gesaneerde schehiseh d l'anglaise. Men neemt van de schelvisch de iilets, kruidt ze met zout, peper en citroen; klutst twee eieren, rolt er de filets in, dan in paneermeel en bakt ze in friture, discht ze op met gebakken peterselie, en geeft er in een kom saus by van boter, vleesch) us en citroensap. Witte boonen a la maitre d'ltotel. Men zet de boonen op in koud water, en brengt ze aan de kook met zout, wortelen, uien en peper; men dient ze met eene saus van béchamel, room en boter, ook met wat ui gekruid. Zuring met roereiei'cn. Men kookt <> pond zu ring af met zout, laat ze uitdruipen en zeeft ze, laat in een pan 30 gram boter, 30 gram meel en wat ham 3 minuten koken, mengt dit met de zuring, voegt er twee deciliters bouillon, l deci liter melk en drie geklutste eieren bij, en laat nog 5 minuten koken. E?e.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl