De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1897 15 augustus pagina 2

15 augustus 1897 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1051 En wat de vorderingen van het liberalisme betreft: ook hier niets dan schijn. Het oogenblik schijnt gekomen, waarop Spanje zal moeten kiezen tusschen de liberale wer kelijkheid of het onvervalschte absolutisme. Canovas is meer en meer den clerus ter wille geweest, die door en door reactionair en tevens Carlistisch is; hij heeft daardoor n aan het land, n aan de monarchie den slechtst mogelijken dienst bewezen. * * * Is de eerste beschouwing stellig veel te optimistisch, de tweede is ook niet van over drijving vrij te pleiten. Vooruitgang is zeer wel vereenigbaar met betrekkelijke achter lijkheid, en in de laatste vijfentwintig jaar is Spanje ontegenzeggelijk meer vooruit gegaan dan in eene eeuw te voren. Hiertoe Beeft Canovas del Castillo stellig zeer veel bijgedragen. Zijn diep besef van de rampen welke eene grenzenlooze wanorde over zijn land had gebracht, heeft hem in een ander uiterste doen vervallen; de gestrengheid, ?waarmede hij het gezag handhaafde, heeft hem vele malen tot willekeur doen ver vallen. Hij is langzamerhand van conser vatief reactionair geworden, en tevens minder nauwgezet in de keuze zijner middelen. Zijn trots heeft hem weerhouden, in de koloniale politiek den eenigen weg in te slaan, die tot een goed doel kon leiden, en zijn koppigheid heeft veel verloren doen gaan, wat door hem zelf met groote moeite was tot stand gebracht. Hij heeft groote fouten begaan, maar deze mogen ons niet blind maken voor zijn groote verdiensten. Om deze laatste op haar rechte waarde te kunnen schatten, moet men zeer vertrouwd zijn met de Spaansche zeden en gewoonten en met de Spaansche geschiedenis. En daarom is het een feit van beteekenis, dat die verdiensten openlijk en eerlijk door Canovas' grootsten tegenstander, den expremier Sagasta, zijn erkend en geprezen. Brieyen uit Utrecht door GlESE VAN DEN DoM. De kermis ia afgeloopen, de zestien nadagen zijn ook voorbij en elk spoor is thans weder verdwenen, dat onze stad een tijd van uitgelaten vroolijkheid gekend heeft. Uitgelaten is nu eigenlijk niet het. adjec tief dat met juistheid de mate onzer vroolijkheid teekent. Ongekunstelde vroolijkheid zou beter zijn. Want wezenlijk, onze vroolijkheid onze kermis. vroolijkheid namelijk is er eene zooals zij in gansch ons land niet gekend wordt. Zij heeft zich losgemaakt van alle vormen, die in tiet gewone maatschappelijk verkeer misschien noodig en wenschelijk mogen zijn, maar aan liet verkeer op de kermis verschrikkelijk in den weg staan. Eu toch, ondanks dat, gemis van vormen slaan we nooit uit den band. Er heerscht hier iets zoo onbeschrijfelijk gezelligs, het is of we eene groote familie zijn en of we de bruiloft vieren van onzen oudsten broer. Eu alles geschiedt in eer en deugd. De midder nacht-zendelingen kunnen hier hun werk best af. Wij kietelen elkaar met pauweveerkes we ... natuurlijk in algemeenen zin, want zóó lang zijn er geen pauweveeren, die mij hier in mijne resi dentie bereiken kunnen we strijken elkaar on der de kin, wc knijpen elkaar zelfs in de knieën als we door Tewe's jachtveld galoppeeren maar daar houdt het dau ook schoon mee op. Hoe ge makkelijk we hier binnen de perken te houden zijn bleek deze kermis vooral. Het vorig jaar hadden we ons vreesclijk te buiten gegaan aan die akelige dingen, die serpentines. Spijs en drank werd er d'/or bedorven, glas- en aardewerk ia de café's er door vernield de kasteleins 'hadden honderden guldens schade! Eii dit jaar? Een eenvoudig verzoek om het niet te doen, in ivoli een verbod om met serpentines te werpen was voldoende om te veroorzaken, dat we overal rustig ons potje bier konden driuken en alleen in de draaimolens eu op het kerinisplein werden door middel van die papierstrookeu nog relaties aangeknoopt even breek baar als de overige bauden van vriendschap eu liefde die op zoo'n kermis worden gesloten. Ja, een enkele maal waren er in het Haagsclie koffieliuuis ook nog baldadigen, die daar zoo'ii wederzijdsch bombardement trachtten uit te lokken, maar zij zwichtten voor het bekende, bedaarde optreden van den kastelein en voor ... de pu blieke opinie, die zich openbaarde door gesis en gejouw, zoodat de schuldige heeren en dames het maar beter vonden hun bedrijf te staken. Toch heb ik, in Tivoli zijnde, gerild bij de ge dachte, dat daar eens zoo'n paar baldadigen zich niet aan het verbod mochten storen. Don kermisheld, die daar den scepter zwaaide, was liet natuur lijk alleen er om te doen, zooveel mogelijk van de beschikbare kermispeimiugen in zijne kas te verzamelen. Voor de rest,., aprrs moi Ie déluge! En hij propte de zaal zoo vol, zelfs boven op de galerijen, dat de menscheu tot tegen den wand als haring op elkaar gepakt zaten eu stonden. Stel u voor dat daar eens een serpentine gegooid eu op een der gaslichten in brand was geraakt! ... Na den grooten brand te Parijs is de burge meester persoonlijk wezen kijken hoe het hier iu den schouwburg gesteld is, maar in ivoli heb ik hem met kermis niet gezien. Eigenlijk ook niet noodig; want ik vermoed dat hij wel rapporten zal krijgen van den commissaris van politie, Dammers, en van den brandweerkommandant, Van Veldhuijzeu, die beiden zich ergerden aan den toestand dien zij niet schenen te kunnen verbeteren. Alleen de eerste gebood den verkoop van toegangsbewijzen te staken, maar toen, zooals dat op c:en kermis gaat, een zeker aantal bezoekers het gebouw verlieten begon de verkoop opnieuw en werd wel het dubbel aantal biljetten weer uitgegeven. Hoe men nu ten voordeele van zoo'n spullebaas eiken avond een paar duizend stadgenooten in levensgevaar kan doen verkeeren is eigenlijk nog grooter raadsel dan het vlammend raadsel" dat ons door den troep te zien werd gegeven. De klachten, die men ver nam over dit volproppen van de zaal waren zoo menigvuldig, dat te verwachten is dat er bij volgende gelegenheden afdoende maatregelen genomen zullen worden om ongelukken te voorkomen. Men be denke toch dat alle stoelen los staan er ziju geen banken en dat die bij de geringste paniek toch al onderst boven zullen worden geworpen en de oorzaak zijn, dat de menscben over elkaar vallen. Het openhouden van vele en breede doorgangen is i!us wel het minste wat verlangd kan worden. In den aanhef sprak ik van de zestien nadagen, die we hier hebben. Die gelden eigenlijk minder de kermis dan de kasteleins van het Vredenburg. Van oudsher hebben die het recht om voor hunne huizen op het trottoir, gedurende de kermis, stellaadjes te bouwen, waaronder hunne gasten genoegelijk en droog kunnen zitten. Een vijftien, twintig jaar geleden werd onder die stellaadjes niet anders geschonken dan wijn om het fat soenlijk te houden ! Maar tegenwoordig zijn we ook fatsoenlijk bij een glas bier of een grokje. Het is daar een recht gezellig zitje, vooral omdat?wat hier nog zeer weinig gebruikelijk is ook dames zich gemakkelijk laten overhalen om daar mede plaats te nemen eu zoo, onwillekeurig, ook haren veredelendeu invloed op onze koffiehuisgewoonten uitoefenen. (We vleien ons dat die koffiehuisgewoouten geen verderfelijken invloed op de dames zullen hebben.) Die zestien nadagen zijn nu om. Den tweeden Maandag na de kermis is het paardenmarkt en dan mogen de verandas nog dienst doen, maar den volgenden morgen vroeg moeten zij onverbiddelijk zijn weggeruimd. Ze hebben intusschen dit jaar weer lang genoeg gestaan om te kunnen waarnemen, welk een kentering er plotse ling in de publieke opinie ten opzichte van het Vredenburg en de daarop gehouden veemarkt is gekomen. Zooals men weet is er voor eenige maan den een groote beweging ontstaan, toen veronder steld werd, dat van de oprichting van een abattoir ook de verplaatsing van de veemarkt een gevolg zou zijn. Toen waren liet Vredenburg eu de om liggende straten in rep en roer. Eu in deze dagen kon men hooren: ,ik verdraai mijn hand niet om de heele veemarkt! De boeren eu boerinnen wach ten tegenwoordig ook niet meer op de marktdagen om naar stad te gaan, als ze wat noodig hebbeu. Ze hebben gelegenheid genoeg !" En als er een zei: //ja maar de koffiehuizen, vriend!" dan was het antwoord: /,0ch wat, zie me nu dat leelijke donkere plein eens aan. Daar loopt toch geen mensch! Is 't geen schande midden in de stad zoo'n za'idwoestijn met kettingen afgezet? Als daar nu eens een mooi plantsoen werd aange legd, met een fontein en een muziekkiosk in het midden, dan zou je eens zien of die kofliebuishouders nog naar de veemarkt terug verlangden! En als zij dan permissie kregen om zoo'n mooi zonne scherm van Swaters voor hun gevel uit te steken, waaronder hunne gasten kunnen zitten, wM, dan zaten we hier immers net zoo goed als op het Rembrandtsplein te Amsterdam?" //O ja, dat zou heerlijk zijn," meenden de dames uit het gezelschap, en dan hoog opjaand plantsoen, waardoor die donkere gebouwen : de B^urs en de l'ruithal aan het gezicht onttrokken worden." O neen, dat juist niet, dat zal u het volgend jaar meevallen. Dan, met de kroningsfeesten, zal er in de Fruithal volksbal zijn en in de Beurs zullen met een kinematograaf toepasselijke vertoouingen gegeven worden. Ge zult nog eens wat zien. Het Vreeburg gaat een schoone toekomst tegemoet!" En de spreker ging! //Wie zou dat zijn?" vroe gen de blijvenden en de kellner, die het gesprek had aangehoord zei: ik weet het niet zeker, maar ik geloof dat het iemand //van de stad" is." //O zoo," riepen de anderen; dus die praatjes dienen om de menschen vast te verzoenen met het denkbeeld, dat, de veemarkt toch weggaat!" llilliiiiiillllllliiiimiiiiiiilimmmiilillliiiii niiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiui iiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiii De Neflerlaiiusclie Trouw in de fabriek (Slot). De vorige week beging ik in de toelichting tot de twee statistieken die ik gaf betreffende het aantal vrouwen, in verhouding tot, dat der mannen, in fabrieken en werkplaatsen gebezigd, een vergissing, die allereerst moet worden hersteld. De gewaarmerkte lijst, bij art. 11 der arbeidswet voorgeschreven, moet bevatten de namen, niet alleen van jonge lieden beneden 10 jaar, maar van alle be schermde personen, in fabrieken en werk plaatsen aanwezig, dus ook die der volwassen vrouwen. Alleen de namen en het aantal der niet beschermden, dat zijn de mannelijke personen boven 10 jaar, behoeft op die lijst niet te worden vermeld; onze verhoudingscijfers kunnen wij dus alleen ramen uit de opgaven omtrent de inrichtingen, waar de inspecteurs een bezoek brachten. Behalve de twee daarop betrekking hebbende staatjes bezitten wij echter opgaven aangaande de naleving der arbeidswet. De cijfers die wij hieruit putten, geven ons een beeld, niet van den toestand in zijn geheel, maar van dien in de fabrieken en werkplaatsen, waar de voorschriften behoorlijk worden nageleefd. Dienaangaande hebben wij de volgende gegevens: Prov. N. -Brabant. Prov: Limburg . Zuid-Holl. eilan den + Rotterdam. Prov. Zeeland . . Vasteland van Z.-H.?Rotterdam. Prov. Utrecht . . Prov. N.- Holland. Prov. Gelderland. Prov- Overijsel . Prov. Friesland . Prov. Groningen. Prov. Drenthe. . Fabrieken eu werkpl. niet arbeidslijstei]. 1895 2022 783' 2507 912 3780 1753 0205 3081 1995 1730 1919 401 1890 2921 1040 3025 974 4120 1980 0728 3435 2408 2004 2101 443 Vrouwen boven 10 jaar. 1893 2859 1813 2402 470 5170 1805 0100 2340 5999 510 890 249 1896 3497 1809 2G80 507 5291 2082 0271 2837 0253 587 971 103 Prov. N .-Brabant. Prov. Limburg . Zuid-Holl. eilan den -f Rotterdam. Prov. Zeeland. . Vasteland van Z.-H.?Rotterdam. Prov. Utrecht: . Prov.N.-Holland. Prov. Gelderland. Prov. Overijsel : Prov. Friesland . Prov. Groningen. Prov. Drenthe. . Geldige arbeidskaarten voor jeuïdiüe personen. Jongens. Meisjes. Uit.'95 (jlt.'9(i 4483 1572 4299 1019 5477 1897 5300 1102 5292 ! 5070 2391 4029 4350 3580 ! 3987 1083 l 1893 2308 589 Uit.'95 Uit. '1)6 1017 827 930 204 1918 701 2041 1094 2030 500 754 101 2015 1141 1323 :-!09 2025 932 3500 1841 2285 700 929 152 Op de betrouwbaarheid dezer cijfers, voorzoover wij ze ter kenschetsing van de werkelijken toestand zouden willen gebruiken, valt nog al iets af te dingen. In 1895 en '90 kwamen voor in de Ie inspectie 230, in de 4e 84. in de 5e 395, in de Ge 35 vonnissen wegens het niet naleven van het voorschrift in art. 11 der arbeidswet. Van de overige inspecties wordt geen afzonderlijke opgave gedaan. In hoeverre deze veroordeelingen betrekking hebben op inrichtingen waar vrouwen arbeiden, blijkt o. a. uit een detail leering in de 5e inspectie. Van de 395 von nissen vallen er 70 op werkplaatsen van modemaaksters en naaisters en 57 op wasch-, bleek- en strijkinrichtingen. Alle inspecteurs zijn het er over eens, dat de naleving van het artikel zeer slordig geschiedt. «Lijsten van oud model, en slechts nmaal gewaar merkt, soms een stuk papier, waarop niets anders dan de handteekeriing van den Bur gemeester voorkwam en ook gedrukte lijsten, in blanco door den burgemeester gewaarmerkt waren niet zeldzaam", schrijft de ambtenaar der 1ste inspectie; de 2de inspecteur spreekt van »de onverschilligheid, die zoowel bij werk gever als werknemer omtrent de naleving van de art t. 10 en 11 bestaat"; »in 329 werkplaat sen", schrijft de 3de inspecteur, werden kleine afwijkingen bevonden van de arbeidslijsten"; »in 28 bedrijven, waar vrouwen arbeidden, was geen lijst". De 4e inspecteur schrijft: «In richtingen waar in het geheel geen kaart of lijst werd aangetroffen, behooren lot de zeldzaamheden. Van het groot belang der richtige handhaving dezer administratieve aan gelegenheid schijnen de industrieelen even wel niet voldoende doordrongen te zijn en helaas moet rechterlijke vervolging en ver oordeeling hierin de gewenschte orde en re gelmaat brengen". De/e ambtenaar deck nog mede, dat in de groote steden, tengevolge van de mindere controle door de politie, het slechtst de wet wordt uitgevoerd, en in de kleine be drijven de overtredingen het veelvuldigst zijn. De 5 Ie inspecteur constateert eenige verbe tering in de naleving der administratieve voorschriften, toch ontbraken in 'il (tegen 10 in 18!)39I) gevallen de kaarten en lijsten, in 43 itegen l,S!):>'.i|) gevallen de lijsten; «bovendien werden in L o (tegen 19 in 18!).'! ui i gevallen de werkuren onjuist op de lijst ge waarmerkt en ingevuld, ;.i)nJat aanyritomen IMH ii'onlcn, dat allnar ook luni/rr il/in ijc.ihiremlc 11 'tiltr ]>,".!' rliiiivd i'oor bruclif nn/lf jn'rfiititfii arlicid icr-nl i'cn'tr/tl." Ook werden nog 15 lijsten aangetroffen, die door den burge meester in blanco waren gewaarmerkt. Omtrent den arbeidsduur der vrouwen be staan geen afzonderlijke gegevens. Ai Ie be schermde personen worden samengevat in het volgende: Overzicht van den werkduur van beschermde personen in de gedurende de jaren 1895 en 1890 bezochte fabrieken en werkplaatsen: . O <U p_ CO C r?1 I II III IV V VI 9 uur 1 of j S) J uur. j 10 uur. [10 J- uur. minder. 34 90 71 31 77 109 1 57 53 74 10 40 24 92 97 204 81 135 118 173 99 942 ~58 119 80 11 uur. 273 Aantal be drijven. 029 121 i 400 430 125 2:30 128 1021 311 007 459 Uit den aard der zaak is het maken van gevolgtrekkingen uit deze cijfers gevaarlijk. Toch kiijgen wij er een denkbeeld door van de beteekenis, die onder het proletariaat ook in Nederland de vrouwenarbeid heeft, gekregen, een beteekenis, grooter wellicht dan menigeen zich had voorgesteld. Omtrent het loon, waarmede deze vrouwenarbeid wordt betaald, ontbreekt in deze verslagen de ge ringste opgaaf en uit de thans bijeengebrachte feiten blijkt dan ook het sterkst de nood zakelijkheid van aanvulling ervan, een aan vulling, die niet door een of ander speciale enquête, maar geregeld en stelselmatig behoort te geschieden. F. M. C. iiniiiiiiiitiiiiftiiiiniiiiiiiii IIMIIIMIIHIIIIIIII TOONLLKnMVZltK Ter naseilaciitenis van Marie SeeJiacL Er zijn indrukken van personen en gebeurte nissen die nimmer uit het geheugen worden weggewischt, en zoo is het alsof wij nog gisteren den heer Hisgen, leeraar in de Duitsche taal te Utrecht, na het einde der groote vacantie aan ons jongens in levendige trekken van zijne zomer-» reis hooren verhalen. Gespannen luisterden wij, te meer daar de uitstekende docent een man uit n stuk was. en de gave bezat om het geziene plastisch weer te geven. Hij vertelde ons dan, hoe hij 's avonds de stoomboot te Kmmerik be steeg, in den vroegen morgen de zon bij het Zevengebergte zag opgaan en zoo langzaam den Kijn opwaarts stoomende in zijn geliefd geboor teland, de Beiersche l'falz aanlandde, waar het volk vroolijk was en de wijn goed. Maar in een dier jaren, het was in 1855, was hij dubbel opgetogen huiswaarts gekeerd en zijn trant van vertellen was niet van een plechtig pathos vrij. Dat maakte dubbel indruk, en geen wonder, want Hisgen, die omvattende kemiis en fijne ontwikkeling bezat en te Utrecht colleges over Goethe's Faust gaf, had te Mainz Marie Ssebach als G retellen aanschouwd ..... »Mir war's als hiitte ich den Faust noch niemals gelesen" was het slotwoord van zijne boeiende toespraak. Voor hem, die naar bijzondere intimiteit in natuurtafereelen zoekt, kan 's avonds op de beste uren van verlichting, als de kleuren het verzadigdst, de nuanceeringen der tinten het fijnst worden, het llollandsch landschap voor den zoekende tot eene openbaring zich ontplooien. Fen niet minder grootsfhen indruk had onze leermeester van het optreden van Marie Seebach; zij was voor hem geweest : enne vervulling van het nooit-gedachte, eene opheldering van het niet-verklaarde. -- de verwezenlijking van het hoogste in de kiust. In die jaren toog de zeldzame artiste zege vierend als (inlclieii en Kliifcln'ii, door Duitschland, en loefde in 1S.V.I aan het kunstlievende hof te Ilannover, alwaar zij met den grooten zanger Xiemann in den echt trad. Toen reeds begon haar moeilijk leven en zij zal misschien den tijd nog wel eens terug gewenscht hebben. toen zij bloemen verkocht, want Marie Seebach, die een tamelijk groot vermogen nalaat, had van haar zelve geene middelen. Xiemann sloeg haar, zooals de booze wereld vertelde. Maar dit kwam den zeldzaam begaafden kunstenaar duur te staan. Van Marie Seebach goscheiden, huwde hy de kleine Hedwig Uabe, wier uitstekende vertolking

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl