Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1051
En wat de vorderingen van het liberalisme
betreft: ook hier niets dan schijn. Het
oogenblik schijnt gekomen, waarop Spanje
zal moeten kiezen tusschen de liberale wer
kelijkheid of het onvervalschte absolutisme.
Canovas is meer en meer den clerus ter
wille geweest, die door en door reactionair
en tevens Carlistisch is; hij heeft daardoor
n aan het land, n aan de monarchie den
slechtst mogelijken dienst bewezen.
*
* *
Is de eerste beschouwing stellig veel te
optimistisch, de tweede is ook niet van over
drijving vrij te pleiten. Vooruitgang is zeer
wel vereenigbaar met betrekkelijke achter
lijkheid, en in de laatste vijfentwintig jaar
is Spanje ontegenzeggelijk meer vooruit
gegaan dan in eene eeuw te voren. Hiertoe
Beeft Canovas del Castillo stellig zeer veel
bijgedragen. Zijn diep besef van de rampen
welke eene grenzenlooze wanorde over zijn
land had gebracht, heeft hem in een ander
uiterste doen vervallen; de gestrengheid,
?waarmede hij het gezag handhaafde, heeft
hem vele malen tot willekeur doen ver
vallen. Hij is langzamerhand van conser
vatief reactionair geworden, en tevens minder
nauwgezet in de keuze zijner middelen. Zijn
trots heeft hem weerhouden, in de koloniale
politiek den eenigen weg in te slaan, die tot
een goed doel kon leiden, en zijn koppigheid
heeft veel verloren doen gaan, wat door hem
zelf met groote moeite was tot stand gebracht.
Hij heeft groote fouten begaan, maar deze
mogen ons niet blind maken voor zijn groote
verdiensten. Om deze laatste op haar rechte
waarde te kunnen schatten, moet men zeer
vertrouwd zijn met de Spaansche zeden en
gewoonten en met de Spaansche geschiedenis.
En daarom is het een feit van beteekenis,
dat die verdiensten openlijk en eerlijk door
Canovas' grootsten tegenstander, den
expremier Sagasta, zijn erkend en geprezen.
Brieyen uit Utrecht
door GlESE VAN DEN DoM.
De kermis ia afgeloopen, de zestien nadagen zijn
ook voorbij en elk spoor is thans weder verdwenen,
dat onze stad een tijd van uitgelaten vroolijkheid
gekend heeft. Uitgelaten is nu eigenlijk niet het. adjec
tief dat met juistheid de mate onzer vroolijkheid
teekent. Ongekunstelde vroolijkheid zou beter zijn.
Want wezenlijk, onze vroolijkheid onze kermis.
vroolijkheid namelijk is er eene zooals zij in
gansch ons land niet gekend wordt. Zij heeft zich
losgemaakt van alle vormen, die in tiet gewone
maatschappelijk verkeer misschien noodig en
wenschelijk mogen zijn, maar aan liet verkeer op de
kermis verschrikkelijk in den weg staan. Eu toch,
ondanks dat, gemis van vormen slaan we nooit uit
den band. Er heerscht hier iets zoo onbeschrijfelijk
gezelligs, het is of we eene groote familie zijn en
of we de bruiloft vieren van onzen oudsten broer.
Eu alles geschiedt in eer en deugd. De midder
nacht-zendelingen kunnen hier hun werk best af.
Wij kietelen elkaar met pauweveerkes we ...
natuurlijk in algemeenen zin, want zóó lang zijn
er geen pauweveeren, die mij hier in mijne resi
dentie bereiken kunnen we strijken elkaar on
der de kin, wc knijpen elkaar zelfs in de knieën
als we door Tewe's jachtveld galoppeeren maar
daar houdt het dau ook schoon mee op. Hoe ge
makkelijk we hier binnen de perken te houden zijn
bleek deze kermis vooral. Het vorig jaar hadden
we ons vreesclijk te buiten gegaan aan die akelige
dingen, die serpentines. Spijs en drank werd er
d'/or bedorven, glas- en aardewerk ia de café's er
door vernield de kasteleins 'hadden honderden
guldens schade! Eii dit jaar? Een eenvoudig
verzoek om het niet te doen, in ivoli een verbod
om met serpentines te werpen was voldoende om
te veroorzaken, dat we overal rustig ons potje bier
konden driuken en alleen in de draaimolens eu op
het kerinisplein werden door middel van die
papierstrookeu nog relaties aangeknoopt even breek
baar als de overige bauden van vriendschap eu
liefde die op zoo'n kermis worden gesloten. Ja,
een enkele maal waren er in het Haagsclie
koffieliuuis ook nog baldadigen, die daar zoo'ii
wederzijdsch bombardement trachtten uit te lokken,
maar zij zwichtten voor het bekende, bedaarde
optreden van den kastelein en voor ... de pu
blieke opinie, die zich openbaarde door gesis en
gejouw, zoodat de schuldige heeren en dames het
maar beter vonden hun bedrijf te staken.
Toch heb ik, in Tivoli zijnde, gerild bij de ge
dachte, dat daar eens zoo'n paar baldadigen zich
niet aan het verbod mochten storen. Don
kermisheld, die daar den scepter zwaaide, was liet natuur
lijk alleen er om te doen, zooveel mogelijk van
de beschikbare kermispeimiugen in zijne kas te
verzamelen. Voor de rest,., aprrs moi Ie déluge!
En hij propte de zaal zoo vol, zelfs boven op de
galerijen, dat de menscheu tot tegen den wand
als haring op elkaar gepakt zaten eu stonden. Stel
u voor dat daar eens een serpentine gegooid eu
op een der gaslichten in brand was geraakt! ...
Na den grooten brand te Parijs is de burge
meester persoonlijk wezen kijken hoe het hier iu
den schouwburg gesteld is, maar in ivoli heb ik
hem met kermis niet gezien. Eigenlijk ook niet
noodig; want ik vermoed dat hij wel rapporten zal
krijgen van den commissaris van politie, Dammers,
en van den brandweerkommandant, Van Veldhuijzeu,
die beiden zich ergerden aan den toestand dien zij
niet schenen te kunnen verbeteren. Alleen de
eerste gebood den verkoop van toegangsbewijzen te
staken, maar toen, zooals dat op c:en kermis gaat,
een zeker aantal bezoekers het gebouw verlieten
begon de verkoop opnieuw en werd wel het dubbel
aantal biljetten weer uitgegeven. Hoe men nu
ten voordeele van zoo'n spullebaas eiken avond
een paar duizend stadgenooten in levensgevaar kan
doen verkeeren is eigenlijk nog grooter raadsel dan
het vlammend raadsel" dat ons door den troep
te zien werd gegeven. De klachten, die men ver
nam over dit volproppen van de zaal waren zoo
menigvuldig, dat te verwachten is dat er bij volgende
gelegenheden afdoende maatregelen genomen zullen
worden om ongelukken te voorkomen. Men be
denke toch dat alle stoelen los staan er ziju
geen banken en dat die bij de geringste paniek
toch al onderst boven zullen worden geworpen en
de oorzaak zijn, dat de menscben over elkaar vallen.
Het openhouden van vele en breede doorgangen
is i!us wel het minste wat verlangd kan worden.
In den aanhef sprak ik van de zestien nadagen,
die we hier hebben. Die gelden eigenlijk minder
de kermis dan de kasteleins van het Vredenburg.
Van oudsher hebben die het recht om voor hunne
huizen op het trottoir, gedurende de kermis,
stellaadjes te bouwen, waaronder hunne gasten
genoegelijk en droog kunnen zitten. Een vijftien,
twintig jaar geleden werd onder die stellaadjes
niet anders geschonken dan wijn om het fat
soenlijk te houden ! Maar tegenwoordig zijn we
ook fatsoenlijk bij een glas bier of een grokje. Het
is daar een recht gezellig zitje, vooral omdat?wat
hier nog zeer weinig gebruikelijk is ook dames
zich gemakkelijk laten overhalen om daar mede
plaats te nemen eu zoo, onwillekeurig, ook haren
veredelendeu invloed op onze koffiehuisgewoonten
uitoefenen. (We vleien ons dat die
koffiehuisgewoouten geen verderfelijken invloed op de dames
zullen hebben.) Die zestien nadagen zijn nu om.
Den tweeden Maandag na de kermis is het
paardenmarkt en dan mogen de verandas nog dienst
doen, maar den volgenden morgen vroeg moeten
zij onverbiddelijk zijn weggeruimd. Ze hebben
intusschen dit jaar weer lang genoeg gestaan om te
kunnen waarnemen, welk een kentering er plotse
ling in de publieke opinie ten opzichte van het
Vredenburg en de daarop gehouden veemarkt is
gekomen. Zooals men weet is er voor eenige maan
den een groote beweging ontstaan, toen veronder
steld werd, dat van de oprichting van een abattoir
ook de verplaatsing van de veemarkt een gevolg
zou zijn. Toen waren liet Vredenburg eu de om
liggende straten in rep en roer. Eu in deze dagen
kon men hooren: ,ik verdraai mijn hand niet om
de heele veemarkt! De boeren eu boerinnen wach
ten tegenwoordig ook niet meer op de marktdagen
om naar stad te gaan, als ze wat noodig hebbeu.
Ze hebben gelegenheid genoeg !"
En als er een zei: //ja maar de koffiehuizen,
vriend!" dan was het antwoord: /,0ch wat, zie me
nu dat leelijke donkere plein eens aan. Daar loopt
toch geen mensch! Is 't geen schande midden in
de stad zoo'n za'idwoestijn met kettingen afgezet?
Als daar nu eens een mooi plantsoen werd aange
legd, met een fontein en een muziekkiosk in het
midden, dan zou je eens zien of die
kofliebuishouders nog naar de veemarkt terug verlangden! En
als zij dan permissie kregen om zoo'n mooi zonne
scherm van Swaters voor hun gevel uit te steken,
waaronder hunne gasten kunnen zitten, wM, dan
zaten we hier immers net zoo goed als op het
Rembrandtsplein te Amsterdam?"
//O ja, dat zou heerlijk zijn," meenden de dames
uit het gezelschap, en dan hoog opjaand plantsoen,
waardoor die donkere gebouwen : de B^urs en de
l'ruithal aan het gezicht onttrokken worden."
O neen, dat juist niet, dat zal u het volgend
jaar meevallen. Dan, met de kroningsfeesten, zal
er in de Fruithal volksbal zijn en in de Beurs
zullen met een kinematograaf toepasselijke
vertoouingen gegeven worden. Ge zult nog eens wat
zien. Het Vreeburg gaat een schoone toekomst
tegemoet!"
En de spreker ging! //Wie zou dat zijn?" vroe
gen de blijvenden en de kellner, die het gesprek
had aangehoord zei: ik weet het niet zeker, maar
ik geloof dat het iemand //van de stad" is."
//O zoo," riepen de anderen; dus die praatjes
dienen om de menschen vast te verzoenen met
het denkbeeld, dat, de veemarkt toch weggaat!"
llilliiiiiillllllliiiimiiiiiiilimmmiilillliiiii
niiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiui
iiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiii
De Neflerlaiiusclie Trouw in de fabriek
(Slot).
De vorige week beging ik in de toelichting
tot de twee statistieken die ik gaf betreffende
het aantal vrouwen, in verhouding tot, dat
der mannen, in fabrieken en werkplaatsen
gebezigd, een vergissing, die allereerst moet
worden hersteld. De gewaarmerkte lijst, bij
art. 11 der arbeidswet voorgeschreven, moet
bevatten de namen, niet alleen van jonge
lieden beneden 10 jaar, maar van alle be
schermde personen, in fabrieken en werk
plaatsen aanwezig, dus ook die der volwassen
vrouwen. Alleen de namen en het aantal
der niet beschermden, dat zijn de mannelijke
personen boven 10 jaar, behoeft op die lijst
niet te worden vermeld; onze
verhoudingscijfers kunnen wij dus alleen ramen uit de
opgaven omtrent de inrichtingen, waar de
inspecteurs een bezoek brachten. Behalve de
twee daarop betrekking hebbende staatjes
bezitten wij echter opgaven aangaande de
naleving der arbeidswet. De cijfers die wij
hieruit putten, geven ons een beeld, niet van
den toestand in zijn geheel, maar van dien
in de fabrieken en werkplaatsen, waar de
voorschriften behoorlijk worden nageleefd.
Dienaangaande hebben wij de volgende
gegevens:
Prov. N. -Brabant.
Prov: Limburg .
Zuid-Holl. eilan
den + Rotterdam.
Prov. Zeeland . .
Vasteland van
Z.-H.?Rotterdam.
Prov. Utrecht . .
Prov. N.- Holland.
Prov. Gelderland.
Prov- Overijsel .
Prov. Friesland .
Prov. Groningen.
Prov. Drenthe. .
Fabrieken eu
werkpl. niet
arbeidslijstei].
1895
2022
783'
2507
912
3780
1753
0205
3081
1995
1730
1919
401
1890
2921
1040
3025
974
4120
1980
0728
3435
2408
2004
2101
443
Vrouwen
boven 10 jaar.
1893
2859
1813
2402
470
5170
1805
0100
2340
5999
510
890
249
1896
3497
1809
2G80
507
5291
2082
0271
2837
0253
587
971
103
Prov. N .-Brabant.
Prov. Limburg .
Zuid-Holl. eilan
den -f Rotterdam.
Prov. Zeeland. .
Vasteland van
Z.-H.?Rotterdam.
Prov. Utrecht: .
Prov.N.-Holland.
Prov. Gelderland.
Prov. Overijsel :
Prov. Friesland .
Prov. Groningen.
Prov. Drenthe. .
Geldige arbeidskaarten voor
jeuïdiüe personen.
Jongens. Meisjes.
Uit.'95 (jlt.'9(i
4483
1572
4299
1019
5477
1897
5300
1102
5292 ! 5070
2391
4029 4350
3580 ! 3987
1083 l 1893
2308
589
Uit.'95 Uit. '1)6
1017
827
930
204
1918
701
2041
1094
2030
500
754
101
2015
1141
1323
:-!09
2025
932
3500
1841
2285
700
929
152
Op de betrouwbaarheid dezer cijfers,
voorzoover wij ze ter kenschetsing van de
werkelijken toestand zouden willen gebruiken, valt
nog al iets af te dingen. In 1895 en '90
kwamen voor in de Ie inspectie 230, in de
4e 84. in de 5e 395, in de Ge 35 vonnissen
wegens het niet naleven van het voorschrift
in art. 11 der arbeidswet. Van de overige
inspecties wordt geen afzonderlijke opgave
gedaan. In hoeverre deze veroordeelingen
betrekking hebben op inrichtingen waar
vrouwen arbeiden, blijkt o. a. uit een detail
leering in de 5e inspectie. Van de 395 von
nissen vallen er 70 op werkplaatsen van
modemaaksters en naaisters en 57 op wasch-,
bleek- en strijkinrichtingen. Alle inspecteurs
zijn het er over eens, dat de naleving
van het artikel zeer slordig geschiedt. «Lijsten
van oud model, en slechts nmaal gewaar
merkt, soms een stuk papier, waarop niets
anders dan de handteekeriing van den Bur
gemeester voorkwam en ook gedrukte lijsten,
in blanco door den burgemeester gewaarmerkt
waren niet zeldzaam", schrijft de ambtenaar
der 1ste inspectie; de 2de inspecteur spreekt
van »de onverschilligheid, die zoowel bij werk
gever als werknemer omtrent de naleving van
de art t. 10 en 11 bestaat"; »in 329 werkplaat
sen", schrijft de 3de inspecteur, werden kleine
afwijkingen bevonden van de arbeidslijsten";
»in 28 bedrijven, waar vrouwen arbeidden,
was geen lijst". De 4e inspecteur schrijft: «In
richtingen waar in het geheel geen kaart of
lijst werd aangetroffen, behooren lot de
zeldzaamheden. Van het groot belang der
richtige handhaving dezer administratieve aan
gelegenheid schijnen de industrieelen even
wel niet voldoende doordrongen te zijn en
helaas moet rechterlijke vervolging en ver
oordeeling hierin de gewenschte orde en re
gelmaat brengen". De/e ambtenaar deck nog
mede, dat in de groote steden, tengevolge van
de mindere controle door de politie, het slechtst
de wet wordt uitgevoerd, en in de kleine be
drijven de overtredingen het veelvuldigst zijn.
De 5 Ie inspecteur constateert eenige verbe
tering in de naleving der administratieve
voorschriften, toch ontbraken in 'il (tegen
10 in 18!)39I) gevallen de kaarten en lijsten,
in 43 itegen l,S!):>'.i|) gevallen de lijsten;
«bovendien werden in L o (tegen 19 in 18!).'! ui i
gevallen de werkuren onjuist op de lijst ge
waarmerkt en ingevuld, ;.i)nJat aanyritomen
IMH ii'onlcn, dat allnar ook luni/rr il/in
ijc.ihiremlc 11 'tiltr ]>,".!' rliiiivd i'oor bruclif nn/lf
jn'rfiititfii arlicid icr-nl i'cn'tr/tl." Ook werden nog
15 lijsten aangetroffen, die door den burge
meester in blanco waren gewaarmerkt.
Omtrent den arbeidsduur der vrouwen be
staan geen afzonderlijke gegevens. Ai Ie be
schermde personen worden samengevat in
het volgende:
Overzicht van den werkduur van beschermde
personen in de gedurende de jaren 1895 en
1890 bezochte fabrieken en werkplaatsen:
.
O
<U
p_
CO
C
r?1
I
II
III
IV
V
VI
9 uur 1
of j S) J uur. j 10 uur. [10 J- uur.
minder.
34
90
71
31
77
109
1
57
53
74
10
40
24
92
97
204
81
135
118
173
99
942
~58
119
80
11 uur.
273
Aantal
be
drijven.
029
121 i 400
430
125
2:30
128
1021
311
007
459
Uit den aard der zaak is het maken van
gevolgtrekkingen uit deze cijfers gevaarlijk.
Toch kiijgen wij er een denkbeeld door
van de beteekenis, die onder het proletariaat
ook in Nederland de vrouwenarbeid heeft,
gekregen, een beteekenis, grooter wellicht
dan menigeen zich had voorgesteld. Omtrent
het loon, waarmede deze vrouwenarbeid wordt
betaald, ontbreekt in deze verslagen de ge
ringste opgaaf en uit de thans bijeengebrachte
feiten blijkt dan ook het sterkst de nood
zakelijkheid van aanvulling ervan, een aan
vulling, die niet door een of ander speciale
enquête, maar geregeld en stelselmatig behoort
te geschieden. F. M. C.
iiniiiiiiiitiiiiftiiiiniiiiiiiii
IIMIIIMIIHIIIIIIII
TOONLLKnMVZltK
Ter naseilaciitenis van Marie SeeJiacL
Er zijn indrukken van personen en gebeurte
nissen die nimmer uit het geheugen worden
weggewischt, en zoo is het alsof wij nog gisteren
den heer Hisgen, leeraar in de Duitsche taal te
Utrecht, na het einde der groote vacantie aan
ons jongens in levendige trekken van zijne zomer-»
reis hooren verhalen. Gespannen luisterden wij,
te meer daar de uitstekende docent een man uit
n stuk was. en de gave bezat om het geziene
plastisch weer te geven. Hij vertelde ons dan,
hoe hij 's avonds de stoomboot te Kmmerik be
steeg, in den vroegen morgen de zon bij het
Zevengebergte zag opgaan en zoo langzaam den
Kijn opwaarts stoomende in zijn geliefd geboor
teland, de Beiersche l'falz aanlandde, waar het
volk vroolijk was en de wijn goed.
Maar in een dier jaren, het was in 1855, was
hij dubbel opgetogen huiswaarts gekeerd en zijn
trant van vertellen was niet van een plechtig
pathos vrij. Dat maakte dubbel indruk, en geen
wonder, want Hisgen, die omvattende kemiis en
fijne ontwikkeling bezat en te Utrecht colleges
over Goethe's Faust gaf, had te Mainz Marie
Ssebach als G retellen aanschouwd ..... »Mir war's
als hiitte ich den Faust noch niemals gelesen"
was het slotwoord van zijne boeiende toespraak.
Voor hem, die naar bijzondere intimiteit in
natuurtafereelen zoekt, kan 's avonds op de beste
uren van verlichting, als de kleuren het
verzadigdst, de nuanceeringen der tinten het fijnst
worden, het llollandsch landschap voor den
zoekende tot eene openbaring zich ontplooien.
Fen niet minder grootsfhen indruk had onze
leermeester van het optreden van Marie Seebach;
zij was voor hem geweest : enne vervulling van
het nooit-gedachte, eene opheldering van het
niet-verklaarde. -- de verwezenlijking van het
hoogste in de kiust.
In die jaren toog de zeldzame artiste zege
vierend als (inlclieii en Kliifcln'ii, door
Duitschland, en loefde in 1S.V.I aan het kunstlievende
hof te Ilannover, alwaar zij met den grooten
zanger Xiemann in den echt trad. Toen reeds
begon haar moeilijk leven en zij zal misschien
den tijd nog wel eens terug gewenscht hebben.
toen zij bloemen verkocht, want Marie Seebach,
die een tamelijk groot vermogen nalaat, had van
haar zelve geene middelen. Xiemann sloeg haar,
zooals de booze wereld vertelde. Maar dit kwam
den zeldzaam begaafden kunstenaar duur te staan.
Van Marie Seebach goscheiden, huwde hy de
kleine Hedwig Uabe, wier uitstekende vertolking