Historisch Archief 1877-1940
No. 1051
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Tan Bacbfisch-rolten gewis aan menigeen veel
genot gegeven heeft. Maar dit kleine vrouwtje
wist den kolos wel degelijk te teugelen men
beweert, dat hun huwelijk gelukkig is en Niemann
door haren invloed het drankgebruik en zyn
hartstocht voor het «pel zeer matigde.
Uit den echt van Marie Seebach en Niemann
?sproot slechts n kind, en wel een zoon, voor
Wien zij van toen af leefde en werkte. Hoewel
de passie voor hsre kunst haar in de moeielijkste
levensomstandigheden niet verliet en een heilig
vuur voor het tooneel haar steeds beheerschte,
heeft zij eenige jaren van verval in opvatting en
in het creëeren doorleefd, waarnaar enkelen haar
dikwijls beoordeelen. Ongetwijfeld echter zijn
deze zwakke jaren in haar kunstenaarsleven
alleen aan bedroevende omstandigheden toe
te schrijven. Want Marie Seebach bezat een
groot warm hart en men beweert, dat hare liefde
voor Niemann nimmer geheel uitdoofde.
Maar glorierijke tijden braken aan, en wij
hadden het onschatbare voorrecht in 1876 Marie
Seebach in het Residenz Theater te Dresden
eenige malen als Gretehen te zien optreden.
De theater-critici Otto Bauch en Robert Proelss
lokten heel Dresden daarheen. De geestdrift
was onbeschrijfelijk, de verschijning eenig. Marie
Seebach bereikte nogmaals die grootte van stijl,
die in der tijd Hisgen de woorden van de lippen
dwong »mir war's als batte ich den Faust noch
niemals gelesen".
Hoe het mogelijk is zoo intiem te boeien, is
mij zelven nog altyd onverklaarbaar, in rollen
waarin lieftalligheid, schoonheid en jeugd als
't ware voor de vertolkster onontbeerlijk zijn.
Want Marie Seebach was niet mooi; ze was,
vooral toen, houterig gebouwd en eerder leelijk.
Maar dit alles vergat men, zoo imponeerde zij.
Bij Marie Seebach verdwijnen alle: de Amerikaan
Booth, Rossi, Sara Bernhardt, Riston Rachel
is vóór onzen tijd, om van Eleonore Duse
niet te spreken.
Maar over welke gaven en welke ruimte van
blik als mensch en kunstenares beschikte de toen
in Dresden wederom zoo gevierde tooneelspeelster !
Dat van die scheppingen, welke slechts in tonen
geuit worden, niets beklijft! Dubbele waarde be
houdt daarom de studie «Geschichte des Dresdner
Theaters" van den bekenden dichter Robert
Proelss, 1) die juist toen met de opdracht be
last werd, de notulen en stukken van het tooneel
der Elbestad in een lijvig boekdeel saam te vat
ten. Geen kriticus heeft de waarde van Marie
Seebach's spel beter begrepen. En Proelss had
den bloeitijd van het theater zijner geboortestad
mede doorleefd, die tusschen de jaren 1850
1862 valt. Hij zag den pittigsten vertegenwoor
diger der realistische richting in zijn glanstijd
optreden Bogumil Dawison, die van kleinen
poolschen jodenjongen zich opwerkte tot den
eersten karakter-vertolker van Duitschland; en
nevens dezen reus, den schoonen Ernil Devrient,
die meer de idealistische richting volgde.
Volgens Proelss vertegenwoordigde Marie
Seebach beide richtingen der kunst en wij deelen
zyn oordeel. Grooter lof kan haar niet worden
gegeven. Zy boodt het hoogste.
Vergelijkenderwyze gesproken kan hare Gretchencreatie slechts
met de scheppingen van de grootste kunstenaars 2)
aller tijden op eene lyn gesteld worden, en de
indrukken welke deze vertolking naliet, doen
slechts denken aan de werken van een Rembrandt,
Kafael, .Rubens e. a.
. Toen in December 1893 voor het eerst Eleonore
Duse in Duitschland, en wel te Berlijn, optrad,
was het pijnlijk waar te nemen, hoe alle critici
iillllHiltlllimilllllllliiiiiiiiimiiiiMiiiiiiiiiMiiiiiMniiiiiiMiiilmiiijNi
IIIIIUlU*U4imiWllUWmilimmHlllltlllllllimimmiJIIJI)flJ!IIJJlJmifllJIIJ
len internationale match,
in ne opgetogenheid over de
liefelijk-moderne Italiaansche apparitie waren. Men kon
geen woorden vinden om zijn bewondering lucht
te geven. Bij Duse's optreden in de volgende
jaren echter verflauwde de stemming, en geen
wonder, daar men gevoelde, dat over welke gaven
Eleonore Duse ook beschikte, zij niet bij machte is
om eene type, een karakter gedurende de opeenvol
gende momenten weer te geven en te ontwikkelen.
En nu leze men, wat de Duitsche bladen over
Marie Seebach schrijven. Zelfs de FriinJtfiirter
Xcitnng, die doorgaans een uitstekend feuilleton
heeft, verkeert omtrent haar in dwalingen. Maar
hoe kan het anders ? De tegenwoordige generatie
kan van do macht eener vertolking van een talent
van den eersten rang geen begrip hebben. Zouden
wij de diepte van Rembrandt's scheppingsver
mogen ons kunnen voorstellen, als wij van zijne
werken verstoken waren geweest ?
Marie Seebach was zuinig, en men beweerde,
dat zij zelfs gierig was. Zoo verhaalt men, dat
zij eens, na een omvangrijk gastspel te Königsberg,
aan de vrouw welke haar bij het toilet behulp
zaam geweest was, eene fooi van 25 pfennig
schonk. Maar de meeste menschen kunnen niet
goed zien, dat iemand spaarzaam is, en Mirie
Seebach heeft met haar betrekkelijk groot ver
mogen te Weimar de bekende stichting voor hulp
behoevende tooneelbroeders en -zusters in het
leven geroepen en dus hare spaarpenningen goed
besteed. Daartoe besloot zij echter, nadat haar
eenig kind haar ontviel. In hem zoude men
een zanger, waarschijnlijk echter een zeer goed
schilder hebben begroet.
Hoewel door dit laatste verlies zeer geknakt,
kon ze het niet laten op te treden. Ze deed dit
te Berlijn ook nog dezen winter en wel veelal
in de rollen van «komische Alte". Ook heeft
zij zeer ten nutte van het tooneel gewerkt, door
aan eenige jonge kunstenaressen opleiding te
geven. Rust, kalme rust en berusting, die den
ouderdom siert en die eene blijmoedigen tint aan
de persoonlijkheid schenkt, moest Marie Seebach
helaas derven. De woelige hartstocht voor de
kunst bleet haar steeds bij. Maar daarneven
verflauwde haar warm gemoed niet, en een ieder,
die het voorrecht had haar van nabij te kennen,
zal zich dien gevoelvollen oogopslag herinneren,
welken een teruggedrongen traan niet ontsierde.
Marie Seebach beminde Holland, en de gulle
gastvrijheid alhier genoten bewaarde ze in haar
trouw hart
Menig vereerder in den lande zal de geniale
vrouw in deze dagen herdenken en met genoegen
nogmaals dit portret, dat in de laatste jaren
vervaardigd is, gadeslaan en de akte van piëteit
van het Weekblad waardeeren. J. H. S.
1) Geschichte des Hoftheaters zu Dresden von
seinen Anfiingen bis zum Jahre 18(52. Von Robert
Proelss. 1S78. Wilhelm Baensch Verlag.
2) Het is bekend dat Gretchen en Kiiirchen
in Goethe's Egmond vóór en na haar nimmer
beter gecreëerd werden.
Het was een zeer gelukkig denkbeeld van dr.
Hofstede de Groot, om het verschijnen van Bode's
milllllllllllllMUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
iiiffiiiiiiHiiiiiiitiiiiiin
Naar het Ear/elsch,
2) VAN
GRAXT ALLEN.
Om half twee stuurde de generaal weer op het
grasperk aan. Zij stapten aan wal en gingen naar
Hambledon's teut. Clo's levenservaring had zich
nog niet veel verder uitgestrekt dan tot eenvoudige
partijtjes in Xorthumlierland. Zij stond derhalve
verbaasd van de pracht en heerlijkheid van de
lunch, die kant en klaar in manden was gezonden
door een leverancier van Piccadilly. Zulke
kreeftensalade, zulke kwartels, zulke koude lamskoteletteu,
zulke geleien, zulke compótes, zulk een overvloed
van aardbeziën, zulke goudhals-fl;:sschen champagne
had zij nog nooit onder de ooyen gehad. En alles
voorgediend door William, in zijn matrozenlivrei,
geholpen door twee bedienden met strak-deftige
gezichten en beleefde manieren, meegestuurd door
den leverancier! Voor u of mij de stereotype Ascot
en Henley lunch; voor het meisje uit de landelijke
pastorie in Xorthumberland een Aladditi's paleis
van ongedroomde weelde.
De jonge man met de doordringende oogeu
wachtte er hen reeds op. Hij nam zijn
gastvrouween oogenblik vertrouwelijk ter zijde. Clo's blos
werd donkerder. En er zou reden voor zijn geweest
als zij verstaan kou hebben wat hij zei. / AÏevrouw
Hambledon", vroeg hij hoogst ernstig, //zet mij
toch als 't u blieft naast de jonge dame met die
rozen op haar hoed; zij interesseert mij bijzonder.
En denk er om, dat ik nog maar drie dagen langer
in Engeland blijf!"
Mevrouw Hambledon knikte en glimlachte. Zij
had eigen ideeën en wist dat etn van de
geschikste manieren om een duurzame vriendschap
te sluiten is, te beginnen te gelooven, dat mcu
bang voor elkander is.
Het volgende oogenblik voerde zij hem naderbij,
met een guitige tinteling in haar oog. Clo, beste",
begon zij, //laat mij even mijnheer Ciiauncey Lothrop
aan je voorstellen. Meneer Chaunccv Lothrop,
onze vriendin, juifrouw Percival".
De jonge man zette zich op een wenk van
mevrouw Hambledon naast haar neder. Clo gluurde
naar de groote B. Zij wist, niet wat die beteekende,
evenmin als zij tot dusver in haar onwetendheid
omtrent de groote wereld begrepen had, dat
Ctiauncey Lothrop een Amerikaan was. Mevrouw
Hambledon merkte den verwonderende!! blik,
waarmee zij naar de over zijn borst geborduurde
letter keek en kwam haar welwillend te hulp,
Hij is een van de Baldwin ploeg, zie je, Clo,"
verklaarde zij glimlachend.
O, zoo", antwoordde Clo, vastbesloten geen
mal figuur te slaan, ofschoon zij niet het flauwste
vermoeden had of Baldwin de naam van een bij
zonder soort boot of van de eene of andere
Londensche rociclub was: ,/Woont u hier?"
,/O, neen !" antwoordde Lothrop even glimlachend,
ik woou in Xew Haven."
In Xewhaven!" riep Clo uit, meenende dat hij
de stad in Sussex bedoelde. Ik heb daar een
oom die predikant is."
Het oor van deii Amerikaan ontdekte terttond
de verkeerde lettergreep, waarop zij den klemtoon
legde, c^eei], niet Xcwliaven", antwoordde hij,
//Xew Haven de stad in Connecticut. liet
hindert ons altijd wanneer uw kranten het aaneen
drukken, precies zooals het u zou hinderen, wan
neer onze kranten uw Etou, Eaton spelden."
»Maar u is toch geen Amerikaan!'" riep Clo
verbaasd.
eerste deel van zyn'«Rembrandt''te doen samen
gaan met eene Rambrandt-tentoonstelling in
's-Rijks-Prentenkabinet te Amsterdam. Tusschen
de heliogravures van dit voortreffelijke standaard
werk plaatste de Directeur een aantal origineele
etsen, reproducties van teekeningen en eenige
echte teekeningen van Rembrandt. Bij elkander
geeft ons deze expositie een uitmuntend en vol
ledig beeld van Rembrandt's eerste manier van
werken, zoowel met 't penseel als met de
etsnaald, met de pen en het krijt. Hoe leerrijk is
dit ensemble! Daar zien we bijv. een schets van
eene schilderij, de ontvoering van Europa voor
stellende ; er naast de reproductie der schilderij
zelf, en die van de ontvoering van Proserpina,
ongeveer gelijktijdig ontstaan. Wie zien een
meisjesportret, thans in het Mauritshuis te 's
Gravenhage, en er naast de heliogravure van een klein
staand Juffertje, zonder twijfel dezelfde per
sonage, waarvan de schilderij te Berlijn bij den
heer Simon berust. We zien de heliogravure
naar een kleine Diana in 't bad. vroeg schil
derijtje bij den heer Warneck te Parijs, ernaast
een ets van Rembrandt (B. 201) bijna geheel
dezelfde Diana voorstellende.
En hoe interessant zijn al die conterfeitsels
met het penseel of met de etsnaald, welke ons den
jeugdigen Rembrandt zelf op de meest verschil
lende wijze vertoonen. En dan die serie por
tretten zijner ouders ! Bode heeft 't eerst de
a,andacht gevestigd op Rembrandt's zuster
(Elisabeth) die onmiskenbaar op haren beroemden
broeder lijkt, en zeer dikwijls door hem omstreeks
1G32 werd uitgeschilderd. Wij zien hier een tien
tal keeren haar niet fraai maar toch sympathiek
kopje voor ons. Tevens kunnen wij nagaan dat
Rembrandt omstreeks dien tijd voor zijne aposte
len en profeten meestal denzelfden gebaarden
grijsaard als model gebruikte die bijv. op graaf
Stroganoff 's Jeremias, den Paulus te Stuttgart
en dien van Niirnberg, den Petrus van Prins
Rubempréde Mérocle te Brussel te vinden is.
Ook zien we hier nog etsen van Van Vliet en
anderen naar verloren geraakte schilderijen van
Rnmbrandt, zooals bijv. het stukje van Loth en
zijne dochters, waarvan ons slechts copieön be
kend zijn.
Xog nooit werd ons de gelegenheid gegeven
zulk een volledig beeld te aanschouwen van het
werk van een kunstenaar gedurende een kort
tijdsverloop als dit van 1(!27?Ki.">2. Maar nie
mand verdient het meer, in zijne ontwikkeling
van jaar tot jaar gadegeslagen te worden als
onze groote Meester van het licht en bruin. Wij
kunnen ons hier van overtuigen, hoe hij reeds
dadelijk begon met zijne studies van invallend
licht, hoe hij 't toch in principe al beet had in
1(>27 op zijn Paulus te Stuttgart.
En wij zullen, naar gelang Bode's werk ver
schijnt, den Meester van jaar tot jaar kunnen
volgen van den Simeon in den tempel, over
den Nachtwacht" tot de »Staalmeesters", en wij
zullen zien hoe deze Reus een steeds hooger trap
van volmaking bereik'e, boe op de «gaacheveerde "
portretten der »Anatomie" volgen de meesterlijke
portretten van Jan Six, van zijn broeder, studies
als de «Homerus", de »Boaz en Ruth" (Joodsche
bruidje) en zooveel anders wat ons minder be
kend is en door Bode's werk voor een ieder
ontsloten wordt.
Het is te hopen, dat tentoonstellingen als deze
door niemand onbezocht blijven, die waarachtig
belang stelt in het werk van onzen grootsten
kunstenaar voor alle tijden !
A. BitEiurs.
De TerlicMiEi in liet Museum?Mm.
Ingezonden.
Aan de Redactie van de Amsterdammer!
Mag ik, naar aanleiding van de zoo hoogge
roemde verlichting van het Suasso-museum even
een opmerking maken ? Toen ik voor eenigen
tijd geleden daar een ets te maken had naar de
schilderij van J. Maris »de drie molens" was om
maar niet te spreken over de neerdrukkende
warmte, die de zaal voor drie kwart van den
dag ongenietbaar maakte, van een behoorlijk
rustig licht geen sprake. Wel heeft men getracht
door verplaatsing der schilderij mij ter wille zijn
en dit euvel te verhelpen, beter werd de toestand
evenwel niet. Over de rustige en gelijkmatige
verlichting van het Rijksmuseum waar ik even
eens een 3 tal maanden werkzaam was, kan ik
daarentegen niet anders dan vol lof zijn.
Uw Dn.
J. M. GRAADT VAN ROGGEN.
Bloemendaal, 11 Aug. '!)7.
Een collectie drukwerk.
De vereeniging tot bevordering van de belangen
des boekhandels heeft in het Suasso Museum aan
de Van B*erlestraat een waarlijk prachtige col
lectie drukwerk bij elkaar gebracht, en heeft de
bij uitstek lofwaardige en tot navolging aan te
bevelen bepaling gemaakt, dat die kosteloos te
bezichtigen is. De ambachtsman, die 't meest
belang bij zulke, uitsluitend vak-exposities, heeft,
wordt nu in de gelegenheid gesteld eens goed
en degelijk met zulk werk uit vroeger tijden
bekend te worden. Hij kan hier veel leuren, en,
als hij al niet geheel door het al te faciele werk
van tegenwoordig bedorven is, tot nadenken
worden gebracht. Ik kom hier gaarne op deze
belangrijke collectie terug, en wensch zeer zeker
dat er velen deze collectie zullen gaan zien.
Lithographieën van Jan Veth.
liet Rijks-Museum is in den laatsten tijd
verscheidene werken van modernen rijker ge
worden, onder meer een zeer complete collectie
van de bekende lithographiën van Jan Veth, die
in zeer mooie drukproeven, sommige in verschil
lende staten, door den bibliothecaris al dadelijk
in het prentenkabinet, achter glas zijn gezet. liet
is een waarlijk prachtige collectie.
Arti houdt in het najaar een tentoonstelling
van schilderijen van haar leden.
Bij de firma E. J. van Wisseling en Co.. Spui 2;>.
is tentoongesteld een teekening van G. II. Breitner :
«Schuiten op stroom.'1
De heer B. van Mantgem alhier, de gunstig
bekende boek- en steendrukker, is door II. M.
de Koningin-Regentes benoemd tot hofleverancier.
MIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHHIIIIIIIItllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllinilllllM
Op 't Blanwhnis,
GYKIEI, BrvssE: 0}> 't Jiliimohitis. (Den
Haag, Loman en Kunke).
Buysse werd hier in 'S!) bekend door zijn
schets de Jlie~e>islckkcr in de Xieuwe (iids. Het
was een stuk mooie, ruwe kunst, een groote be
lofte. Van de Vlamingen waren wij heel weinig
gewoon en nu kwam er eens iets dat uitmuntend
was; kloek en eerlijk werk, wel niet zonder ba
naliteit, maar van veel persoonlijk talent. Er
was goede observatie in en zeer echt en sober
realisme. Men dacht nu eens voor zich te heb
ben een oorspronkelijkheid. De ongevoelde op
smuk in woorden, 't malle, overdreven
romani IIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIMIIIII iiiiiiiliimimiimiiiliiimiiiiiim
Ja, zeker", antwoordde de jonge man. 't Schijnt
u erg te verwonderen."
Wel, u hebt hoegenaamd geen accent," voerde
Clo aan. Zij had nog maar twee of drie Ameri
kanen in haar leven ontmoet en die hadden allen
gesproken met een prachtigen, goed ontwikkelden,
Westerschen ueusklank; terwijl dat jonge mensch
het zuivere, klankvolle Eugelscli der beschaafde
Xlcw-Enjrlanders sprak.
Niet? Dat staat mij leelijk," antwoordde Lothrop
lachend. //Want ik ben den Oceaan overgestoken
om voor mijn land te strijden en dien dus ook de
taal van mijn land te spreken, niet waar r"
Doet u dan iu een van de races mee !J" vroeg
Clo, belangstellend wordend. Hij had zulke cry
mooie oogeu en zulke hoffelijke manieren.
Hij is in dl- race," viel mevrouw Hambledon
in, die hen verstaan bad. ,,l)<' race van de hcele
regatta. Clo,?Baldwiu rcrxus Oxford".
O, zoo," antwoordde Clo, zedig de oogen neer
slaande, om haar onwetendheid te verbergen.
U hebt, zeker nooit van Baldwin gehoord, ver
moed ik r" vroeg de Amerikaan vriendelijk.
Clo vond het aardig van hem, dat hij liaar niet
uitlachte.
Xcen, eerlijk gezegd, heb ik er nooit van ge
hoord," antwoordde zij. Is het een van uw
universiteiten ':"
De Amerikaan was geenszins verbaasd over haar
onkunde. Hij had reeds ervaren, dat de metste
Erigelsehe menschen er een zeer vaag begrip op
na hielden van het juiste verschil tusschen Boston
en Ghicago, terwijl niet, weinigen ouder hen in
nevelen verkeerden omtrent het onderscheid tus
schen Zuid-Amerika en de Zuidelijke Staten. Daarom
antwoordde hij eenvoudig: Een onzer beroemdste
universiteiten. Harvard en Yale, zijn ons Oxford
en Cambridge, maar Baldwin is ons Edinburg.
Clo had niets anders hierop te zeggen dau weer :
O zoo," en nam om haar aftocht te dekken, haar
toevlucht tot een teugje champagne frappe.
Het is een eerste klasse internationale strijd,"
merkte generaal Hambledon van de overzijde aan, j
met een blik op Chauiicey Lothrop.
Ja," beaamde de Amerikaan; een belangrijke
internationale uiulcli, juffrouw Percival."
Driftig keek de generaal op. Wat bedoelde die
kwast van 'n jongen Yankee met zijn uitdrukking
te willen comgeereu. Ik zei: een internationale
strijd" herhaalde hij met, nadruk.
Lothrop's glimlach verloor niets van zijn
licftalligheid. //En ik zei: mutch" antwoordde hij,
volstrekt niet met de bedoeling om er een anderen
naam aan te willen geven, maar ik deuk omdat
'/match" in zijn soort een zachter woord is dan
tweekamp" en deze poging om elkaar de loef af
te steken, naar ik hoop, inderdaad een vriend
schappelijke is.
De generaal was tevreden gesteld. O, zeker,"
antwoordde hij, zeker, ik zeg niet, dat wij Oxford
niet willen zien winnen; we trekken onze eigen
landslni natuurlijk voor; maar als Baldwin over
wint'' bij keek grootmoedig rond zal ieder
van ons er trotsch op zijn te deuken dat het onze
eigen zonen zijn, die ons hebben verslagen. Wij
zijn slechts eens in den oorlog overwonnen," ver
volgde de generaal, tien Britschen leeuw bestijgend,
j en toen werden wij verslagen door ons eigen
vleesch en bloed in Amerika; en we schamen ons
niet het te bekennen."
Lothrop kwam niet wederkeerig met den
klapwiekenden adelaar op de proppen. Hij was daarvoor
te veel Xew-Euglander. Hij liet den klassieken
vogel der vrijheid krijschen bij monde van
Zuidelijken en Westerscheu. Daarom antwoordde hij
met een hernieuwden eigenaardigen glimlach :
Wijzijn er trotsch op, dat, u dit zegt, generaal. ledere
Amerikaan verheft zich op zijn Eugelscli bloed, als
hij er een druppel van heeft. De Lothrops kwamen
regelrecht van Lineolushire naar Massaclmsetts en
Connecticut.
Trots in dien vorm kon de generaal begrijpen.
Daarom bediende hij zich met innerlijk behanen
van een portie piilc /!<?? f o i e grus en een glas
Iloidsieck frappe. Waarachtig, 'u heel prijzenswaardig
gevoel van dien jongen Amerikaausc'hen snuiter!