De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1897 15 augustus pagina 3

15 augustus 1897 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 1051 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Tan Bacbfisch-rolten gewis aan menigeen veel genot gegeven heeft. Maar dit kleine vrouwtje wist den kolos wel degelijk te teugelen men beweert, dat hun huwelijk gelukkig is en Niemann door haren invloed het drankgebruik en zyn hartstocht voor het «pel zeer matigde. Uit den echt van Marie Seebach en Niemann ?sproot slechts n kind, en wel een zoon, voor Wien zij van toen af leefde en werkte. Hoewel de passie voor hsre kunst haar in de moeielijkste levensomstandigheden niet verliet en een heilig vuur voor het tooneel haar steeds beheerschte, heeft zij eenige jaren van verval in opvatting en in het creëeren doorleefd, waarnaar enkelen haar dikwijls beoordeelen. Ongetwijfeld echter zijn deze zwakke jaren in haar kunstenaarsleven alleen aan bedroevende omstandigheden toe te schrijven. Want Marie Seebach bezat een groot warm hart en men beweert, dat hare liefde voor Niemann nimmer geheel uitdoofde. Maar glorierijke tijden braken aan, en wij hadden het onschatbare voorrecht in 1876 Marie Seebach in het Residenz Theater te Dresden eenige malen als Gretehen te zien optreden. De theater-critici Otto Bauch en Robert Proelss lokten heel Dresden daarheen. De geestdrift was onbeschrijfelijk, de verschijning eenig. Marie Seebach bereikte nogmaals die grootte van stijl, die in der tijd Hisgen de woorden van de lippen dwong »mir war's als batte ich den Faust noch niemals gelesen". Hoe het mogelijk is zoo intiem te boeien, is mij zelven nog altyd onverklaarbaar, in rollen waarin lieftalligheid, schoonheid en jeugd als 't ware voor de vertolkster onontbeerlijk zijn. Want Marie Seebach was niet mooi; ze was, vooral toen, houterig gebouwd en eerder leelijk. Maar dit alles vergat men, zoo imponeerde zij. Bij Marie Seebach verdwijnen alle: de Amerikaan Booth, Rossi, Sara Bernhardt, Riston Rachel is vóór onzen tijd, om van Eleonore Duse niet te spreken. Maar over welke gaven en welke ruimte van blik als mensch en kunstenares beschikte de toen in Dresden wederom zoo gevierde tooneelspeelster ! Dat van die scheppingen, welke slechts in tonen geuit worden, niets beklijft! Dubbele waarde be houdt daarom de studie «Geschichte des Dresdner Theaters" van den bekenden dichter Robert Proelss, 1) die juist toen met de opdracht be last werd, de notulen en stukken van het tooneel der Elbestad in een lijvig boekdeel saam te vat ten. Geen kriticus heeft de waarde van Marie Seebach's spel beter begrepen. En Proelss had den bloeitijd van het theater zijner geboortestad mede doorleefd, die tusschen de jaren 1850 1862 valt. Hij zag den pittigsten vertegenwoor diger der realistische richting in zijn glanstijd optreden Bogumil Dawison, die van kleinen poolschen jodenjongen zich opwerkte tot den eersten karakter-vertolker van Duitschland; en nevens dezen reus, den schoonen Ernil Devrient, die meer de idealistische richting volgde. Volgens Proelss vertegenwoordigde Marie Seebach beide richtingen der kunst en wij deelen zyn oordeel. Grooter lof kan haar niet worden gegeven. Zy boodt het hoogste. Vergelijkenderwyze gesproken kan hare Gretchencreatie slechts met de scheppingen van de grootste kunstenaars 2) aller tijden op eene lyn gesteld worden, en de indrukken welke deze vertolking naliet, doen slechts denken aan de werken van een Rembrandt, Kafael, .Rubens e. a. . Toen in December 1893 voor het eerst Eleonore Duse in Duitschland, en wel te Berlijn, optrad, was het pijnlijk waar te nemen, hoe alle critici iillllHiltlllimilllllllliiiiiiiiimiiiiMiiiiiiiiiMiiiiiMniiiiiiMiiilmiiijNi IIIIIUlU*U4imiWllUWmilimmHlllltlllllllimimmiJIIJI)flJ!IIJJlJmifllJIIJ len internationale match, in ne opgetogenheid over de liefelijk-moderne Italiaansche apparitie waren. Men kon geen woorden vinden om zijn bewondering lucht te geven. Bij Duse's optreden in de volgende jaren echter verflauwde de stemming, en geen wonder, daar men gevoelde, dat over welke gaven Eleonore Duse ook beschikte, zij niet bij machte is om eene type, een karakter gedurende de opeenvol gende momenten weer te geven en te ontwikkelen. En nu leze men, wat de Duitsche bladen over Marie Seebach schrijven. Zelfs de FriinJtfiirter Xcitnng, die doorgaans een uitstekend feuilleton heeft, verkeert omtrent haar in dwalingen. Maar hoe kan het anders ? De tegenwoordige generatie kan van do macht eener vertolking van een talent van den eersten rang geen begrip hebben. Zouden wij de diepte van Rembrandt's scheppingsver mogen ons kunnen voorstellen, als wij van zijne werken verstoken waren geweest ? Marie Seebach was zuinig, en men beweerde, dat zij zelfs gierig was. Zoo verhaalt men, dat zij eens, na een omvangrijk gastspel te Königsberg, aan de vrouw welke haar bij het toilet behulp zaam geweest was, eene fooi van 25 pfennig schonk. Maar de meeste menschen kunnen niet goed zien, dat iemand spaarzaam is, en Mirie Seebach heeft met haar betrekkelijk groot ver mogen te Weimar de bekende stichting voor hulp behoevende tooneelbroeders en -zusters in het leven geroepen en dus hare spaarpenningen goed besteed. Daartoe besloot zij echter, nadat haar eenig kind haar ontviel. In hem zoude men een zanger, waarschijnlijk echter een zeer goed schilder hebben begroet. Hoewel door dit laatste verlies zeer geknakt, kon ze het niet laten op te treden. Ze deed dit te Berlijn ook nog dezen winter en wel veelal in de rollen van «komische Alte". Ook heeft zij zeer ten nutte van het tooneel gewerkt, door aan eenige jonge kunstenaressen opleiding te geven. Rust, kalme rust en berusting, die den ouderdom siert en die eene blijmoedigen tint aan de persoonlijkheid schenkt, moest Marie Seebach helaas derven. De woelige hartstocht voor de kunst bleet haar steeds bij. Maar daarneven verflauwde haar warm gemoed niet, en een ieder, die het voorrecht had haar van nabij te kennen, zal zich dien gevoelvollen oogopslag herinneren, welken een teruggedrongen traan niet ontsierde. Marie Seebach beminde Holland, en de gulle gastvrijheid alhier genoten bewaarde ze in haar trouw hart Menig vereerder in den lande zal de geniale vrouw in deze dagen herdenken en met genoegen nogmaals dit portret, dat in de laatste jaren vervaardigd is, gadeslaan en de akte van piëteit van het Weekblad waardeeren. J. H. S. 1) Geschichte des Hoftheaters zu Dresden von seinen Anfiingen bis zum Jahre 18(52. Von Robert Proelss. 1S78. Wilhelm Baensch Verlag. 2) Het is bekend dat Gretchen en Kiiirchen in Goethe's Egmond vóór en na haar nimmer beter gecreëerd werden. Het was een zeer gelukkig denkbeeld van dr. Hofstede de Groot, om het verschijnen van Bode's milllllllllllllMUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII iiiffiiiiiiHiiiiiiitiiiiiin Naar het Ear/elsch, 2) VAN GRAXT ALLEN. Om half twee stuurde de generaal weer op het grasperk aan. Zij stapten aan wal en gingen naar Hambledon's teut. Clo's levenservaring had zich nog niet veel verder uitgestrekt dan tot eenvoudige partijtjes in Xorthumlierland. Zij stond derhalve verbaasd van de pracht en heerlijkheid van de lunch, die kant en klaar in manden was gezonden door een leverancier van Piccadilly. Zulke kreeftensalade, zulke kwartels, zulke koude lamskoteletteu, zulke geleien, zulke compótes, zulk een overvloed van aardbeziën, zulke goudhals-fl;:sschen champagne had zij nog nooit onder de ooyen gehad. En alles voorgediend door William, in zijn matrozenlivrei, geholpen door twee bedienden met strak-deftige gezichten en beleefde manieren, meegestuurd door den leverancier! Voor u of mij de stereotype Ascot en Henley lunch; voor het meisje uit de landelijke pastorie in Xorthumberland een Aladditi's paleis van ongedroomde weelde. De jonge man met de doordringende oogeu wachtte er hen reeds op. Hij nam zijn gastvrouween oogenblik vertrouwelijk ter zijde. Clo's blos werd donkerder. En er zou reden voor zijn geweest als zij verstaan kou hebben wat hij zei. / AÏevrouw Hambledon", vroeg hij hoogst ernstig, //zet mij toch als 't u blieft naast de jonge dame met die rozen op haar hoed; zij interesseert mij bijzonder. En denk er om, dat ik nog maar drie dagen langer in Engeland blijf!" Mevrouw Hambledon knikte en glimlachte. Zij had eigen ideeën en wist dat etn van de geschikste manieren om een duurzame vriendschap te sluiten is, te beginnen te gelooven, dat mcu bang voor elkander is. Het volgende oogenblik voerde zij hem naderbij, met een guitige tinteling in haar oog. Clo, beste", begon zij, //laat mij even mijnheer Ciiauncey Lothrop aan je voorstellen. Meneer Chaunccv Lothrop, onze vriendin, juifrouw Percival". De jonge man zette zich op een wenk van mevrouw Hambledon naast haar neder. Clo gluurde naar de groote B. Zij wist, niet wat die beteekende, evenmin als zij tot dusver in haar onwetendheid omtrent de groote wereld begrepen had, dat Ctiauncey Lothrop een Amerikaan was. Mevrouw Hambledon merkte den verwonderende!! blik, waarmee zij naar de over zijn borst geborduurde letter keek en kwam haar welwillend te hulp, Hij is een van de Baldwin ploeg, zie je, Clo," verklaarde zij glimlachend. O, zoo", antwoordde Clo, vastbesloten geen mal figuur te slaan, ofschoon zij niet het flauwste vermoeden had of Baldwin de naam van een bij zonder soort boot of van de eene of andere Londensche rociclub was: ,/Woont u hier?" ,/O, neen !" antwoordde Lothrop even glimlachend, ik woou in Xew Haven." In Xewhaven!" riep Clo uit, meenende dat hij de stad in Sussex bedoelde. Ik heb daar een oom die predikant is." Het oor van deii Amerikaan ontdekte terttond de verkeerde lettergreep, waarop zij den klemtoon legde, c^eei], niet Xcwliaven", antwoordde hij, //Xew Haven de stad in Connecticut. liet hindert ons altijd wanneer uw kranten het aaneen drukken, precies zooals het u zou hinderen, wan neer onze kranten uw Etou, Eaton spelden." »Maar u is toch geen Amerikaan!'" riep Clo verbaasd. eerste deel van zyn'«Rembrandt''te doen samen gaan met eene Rambrandt-tentoonstelling in 's-Rijks-Prentenkabinet te Amsterdam. Tusschen de heliogravures van dit voortreffelijke standaard werk plaatste de Directeur een aantal origineele etsen, reproducties van teekeningen en eenige echte teekeningen van Rembrandt. Bij elkander geeft ons deze expositie een uitmuntend en vol ledig beeld van Rembrandt's eerste manier van werken, zoowel met 't penseel als met de etsnaald, met de pen en het krijt. Hoe leerrijk is dit ensemble! Daar zien we bijv. een schets van eene schilderij, de ontvoering van Europa voor stellende ; er naast de reproductie der schilderij zelf, en die van de ontvoering van Proserpina, ongeveer gelijktijdig ontstaan. Wie zien een meisjesportret, thans in het Mauritshuis te 's Gravenhage, en er naast de heliogravure van een klein staand Juffertje, zonder twijfel dezelfde per sonage, waarvan de schilderij te Berlijn bij den heer Simon berust. We zien de heliogravure naar een kleine Diana in 't bad. vroeg schil derijtje bij den heer Warneck te Parijs, ernaast een ets van Rembrandt (B. 201) bijna geheel dezelfde Diana voorstellende. En hoe interessant zijn al die conterfeitsels met het penseel of met de etsnaald, welke ons den jeugdigen Rembrandt zelf op de meest verschil lende wijze vertoonen. En dan die serie por tretten zijner ouders ! Bode heeft 't eerst de a,andacht gevestigd op Rembrandt's zuster (Elisabeth) die onmiskenbaar op haren beroemden broeder lijkt, en zeer dikwijls door hem omstreeks 1G32 werd uitgeschilderd. Wij zien hier een tien tal keeren haar niet fraai maar toch sympathiek kopje voor ons. Tevens kunnen wij nagaan dat Rembrandt omstreeks dien tijd voor zijne aposte len en profeten meestal denzelfden gebaarden grijsaard als model gebruikte die bijv. op graaf Stroganoff 's Jeremias, den Paulus te Stuttgart en dien van Niirnberg, den Petrus van Prins Rubempréde Mérocle te Brussel te vinden is. Ook zien we hier nog etsen van Van Vliet en anderen naar verloren geraakte schilderijen van Rnmbrandt, zooals bijv. het stukje van Loth en zijne dochters, waarvan ons slechts copieön be kend zijn. Xog nooit werd ons de gelegenheid gegeven zulk een volledig beeld te aanschouwen van het werk van een kunstenaar gedurende een kort tijdsverloop als dit van 1(!27?Ki.">2. Maar nie mand verdient het meer, in zijne ontwikkeling van jaar tot jaar gadegeslagen te worden als onze groote Meester van het licht en bruin. Wij kunnen ons hier van overtuigen, hoe hij reeds dadelijk begon met zijne studies van invallend licht, hoe hij 't toch in principe al beet had in 1(>27 op zijn Paulus te Stuttgart. En wij zullen, naar gelang Bode's werk ver schijnt, den Meester van jaar tot jaar kunnen volgen van den Simeon in den tempel, over den Nachtwacht" tot de »Staalmeesters", en wij zullen zien hoe deze Reus een steeds hooger trap van volmaking bereik'e, boe op de «gaacheveerde " portretten der »Anatomie" volgen de meesterlijke portretten van Jan Six, van zijn broeder, studies als de «Homerus", de »Boaz en Ruth" (Joodsche bruidje) en zooveel anders wat ons minder be kend is en door Bode's werk voor een ieder ontsloten wordt. Het is te hopen, dat tentoonstellingen als deze door niemand onbezocht blijven, die waarachtig belang stelt in het werk van onzen grootsten kunstenaar voor alle tijden ! A. BitEiurs. De TerlicMiEi in liet Museum?Mm. Ingezonden. Aan de Redactie van de Amsterdammer! Mag ik, naar aanleiding van de zoo hoogge roemde verlichting van het Suasso-museum even een opmerking maken ? Toen ik voor eenigen tijd geleden daar een ets te maken had naar de schilderij van J. Maris »de drie molens" was om maar niet te spreken over de neerdrukkende warmte, die de zaal voor drie kwart van den dag ongenietbaar maakte, van een behoorlijk rustig licht geen sprake. Wel heeft men getracht door verplaatsing der schilderij mij ter wille zijn en dit euvel te verhelpen, beter werd de toestand evenwel niet. Over de rustige en gelijkmatige verlichting van het Rijksmuseum waar ik even eens een 3 tal maanden werkzaam was, kan ik daarentegen niet anders dan vol lof zijn. Uw Dn. J. M. GRAADT VAN ROGGEN. Bloemendaal, 11 Aug. '!)7. Een collectie drukwerk. De vereeniging tot bevordering van de belangen des boekhandels heeft in het Suasso Museum aan de Van B*erlestraat een waarlijk prachtige col lectie drukwerk bij elkaar gebracht, en heeft de bij uitstek lofwaardige en tot navolging aan te bevelen bepaling gemaakt, dat die kosteloos te bezichtigen is. De ambachtsman, die 't meest belang bij zulke, uitsluitend vak-exposities, heeft, wordt nu in de gelegenheid gesteld eens goed en degelijk met zulk werk uit vroeger tijden bekend te worden. Hij kan hier veel leuren, en, als hij al niet geheel door het al te faciele werk van tegenwoordig bedorven is, tot nadenken worden gebracht. Ik kom hier gaarne op deze belangrijke collectie terug, en wensch zeer zeker dat er velen deze collectie zullen gaan zien. Lithographieën van Jan Veth. liet Rijks-Museum is in den laatsten tijd verscheidene werken van modernen rijker ge worden, onder meer een zeer complete collectie van de bekende lithographiën van Jan Veth, die in zeer mooie drukproeven, sommige in verschil lende staten, door den bibliothecaris al dadelijk in het prentenkabinet, achter glas zijn gezet. liet is een waarlijk prachtige collectie. Arti houdt in het najaar een tentoonstelling van schilderijen van haar leden. Bij de firma E. J. van Wisseling en Co.. Spui 2;>. is tentoongesteld een teekening van G. II. Breitner : «Schuiten op stroom.'1 De heer B. van Mantgem alhier, de gunstig bekende boek- en steendrukker, is door II. M. de Koningin-Regentes benoemd tot hofleverancier. MIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHHIIIIIIIItllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllinilllllM Op 't Blanwhnis, GYKIEI, BrvssE: 0}> 't Jiliimohitis. (Den Haag, Loman en Kunke). Buysse werd hier in 'S!) bekend door zijn schets de Jlie~e>islckkcr in de Xieuwe (iids. Het was een stuk mooie, ruwe kunst, een groote be lofte. Van de Vlamingen waren wij heel weinig gewoon en nu kwam er eens iets dat uitmuntend was; kloek en eerlijk werk, wel niet zonder ba naliteit, maar van veel persoonlijk talent. Er was goede observatie in en zeer echt en sober realisme. Men dacht nu eens voor zich te heb ben een oorspronkelijkheid. De ongevoelde op smuk in woorden, 't malle, overdreven romani IIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIMIIIII iiiiiiiliimimiimiiiliiimiiiiiim Ja, zeker", antwoordde de jonge man. 't Schijnt u erg te verwonderen." Wel, u hebt hoegenaamd geen accent," voerde Clo aan. Zij had nog maar twee of drie Ameri kanen in haar leven ontmoet en die hadden allen gesproken met een prachtigen, goed ontwikkelden, Westerschen ueusklank; terwijl dat jonge mensch het zuivere, klankvolle Eugelscli der beschaafde Xlcw-Enjrlanders sprak. Niet? Dat staat mij leelijk," antwoordde Lothrop lachend. //Want ik ben den Oceaan overgestoken om voor mijn land te strijden en dien dus ook de taal van mijn land te spreken, niet waar r" Doet u dan iu een van de races mee !J" vroeg Clo, belangstellend wordend. Hij had zulke cry mooie oogeu en zulke hoffelijke manieren. Hij is in dl- race," viel mevrouw Hambledon in, die hen verstaan bad. ,,l)<' race van de hcele regatta. Clo,?Baldwiu rcrxus Oxford". O, zoo," antwoordde Clo, zedig de oogen neer slaande, om haar onwetendheid te verbergen. U hebt, zeker nooit van Baldwin gehoord, ver moed ik r" vroeg de Amerikaan vriendelijk. Clo vond het aardig van hem, dat hij liaar niet uitlachte. Xcen, eerlijk gezegd, heb ik er nooit van ge hoord," antwoordde zij. Is het een van uw universiteiten ':" De Amerikaan was geenszins verbaasd over haar onkunde. Hij had reeds ervaren, dat de metste Erigelsehe menschen er een zeer vaag begrip op na hielden van het juiste verschil tusschen Boston en Ghicago, terwijl niet, weinigen ouder hen in nevelen verkeerden omtrent het onderscheid tus schen Zuid-Amerika en de Zuidelijke Staten. Daarom antwoordde hij eenvoudig: Een onzer beroemdste universiteiten. Harvard en Yale, zijn ons Oxford en Cambridge, maar Baldwin is ons Edinburg. Clo had niets anders hierop te zeggen dau weer : O zoo," en nam om haar aftocht te dekken, haar toevlucht tot een teugje champagne frappe. Het is een eerste klasse internationale strijd," merkte generaal Hambledon van de overzijde aan, j met een blik op Chauiicey Lothrop. Ja," beaamde de Amerikaan; een belangrijke internationale uiulcli, juffrouw Percival." Driftig keek de generaal op. Wat bedoelde die kwast van 'n jongen Yankee met zijn uitdrukking te willen comgeereu. Ik zei: een internationale strijd" herhaalde hij met, nadruk. Lothrop's glimlach verloor niets van zijn licftalligheid. //En ik zei: mutch" antwoordde hij, volstrekt niet met de bedoeling om er een anderen naam aan te willen geven, maar ik deuk omdat '/match" in zijn soort een zachter woord is dan tweekamp" en deze poging om elkaar de loef af te steken, naar ik hoop, inderdaad een vriend schappelijke is. De generaal was tevreden gesteld. O, zeker," antwoordde hij, zeker, ik zeg niet, dat wij Oxford niet willen zien winnen; we trekken onze eigen landslni natuurlijk voor; maar als Baldwin over wint'' bij keek grootmoedig rond zal ieder van ons er trotsch op zijn te deuken dat het onze eigen zonen zijn, die ons hebben verslagen. Wij zijn slechts eens in den oorlog overwonnen," ver volgde de generaal, tien Britschen leeuw bestijgend, j en toen werden wij verslagen door ons eigen vleesch en bloed in Amerika; en we schamen ons niet het te bekennen." Lothrop kwam niet wederkeerig met den klapwiekenden adelaar op de proppen. Hij was daarvoor te veel Xew-Euglander. Hij liet den klassieken vogel der vrijheid krijschen bij monde van Zuidelijken en Westerscheu. Daarom antwoordde hij met een hernieuwden eigenaardigen glimlach : Wijzijn er trotsch op, dat, u dit zegt, generaal. ledere Amerikaan verheft zich op zijn Eugelscli bloed, als hij er een druppel van heeft. De Lothrops kwamen regelrecht van Lineolushire naar Massaclmsetts en Connecticut. Trots in dien vorm kon de generaal begrijpen. Daarom bediende hij zich met innerlijk behanen van een portie piilc /!<?? f o i e grus en een glas Iloidsieck frappe. Waarachtig, 'u heel prijzenswaardig gevoel van dien jongen Amerikaausc'hen snuiter!

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl