Historisch Archief 1877-1940
No. 1052
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
VOO3 DAMEjS.
?l
Iets oyer fle Trouwen-beweging in Engeland.
in.
Bedford College.
Ten einde een juister denkbeeld te krijgen om
trent de studeerende vrouw in Engeland bracht ik
een bezoek aan een der grootste colleges voor meisjes
en wel: Bedford-College-York Place, Baber street,
Londen.
Van buiten ziet het er als een gewoon huis
uit, doch van binnen is het op een flinke schaal
ingericht met een groote centre-hall, die iets
kloosterachtigs heeft en waar alle leerzalen op uitko
men. Deze hall dient voor wachtkamer en tevens
voor verzamelplaats der studenten tusschen de
verschillende colleges in. Verder is er een mooie,
fraai ingerichte, zitkamer, drie ineenloopende
bibliotheken, waar de studenten kunnen werken,
een ruime eetzaal, een ^olledige gymnastiekzaal,
een mooi atelier, onder toezicht van den schilder
Hubert Herkomer R. A. (Royal AcademicianJ, met
een uitgebreide verzameling pleister-voorbeelden.
Vervolgens een laboratorium met alleraardigste
miniatuur-kookkacheltjes en oveutjes voor de bacillen,
bacteriën en microben, waarvan de leer gerust het
stokpaardje onzer eeuw genoemd mag worden.
Verder een scheikundig laboratorium voor de
bereiding van medicijnen enz., een natuurkundig
laboratorium en een aan de analytische plant- en
dierkunde gewijd.
Kortom het College is geheel ingericht op aan
schouwelijk onderwijs in alle mogelijke vakken.
De slaapkamers en badkamers zijn netjes, doch
eenvoudig.
Elk meisje heeft haar eigen slaapvertrek, waarin
de hoogst noodige meubelen door het College wor
den verstrekt; zij mogen echter zooveel verbete
ringen en verfraaiingen aanbrengen, als zij zelve
willen.
Zoo vervormen de meesten haar bed in een
divan, door een der matrassen den dienst van
leuning te laten doen en het geheel door een kleed
te bedekken. Door een scherm om de waschtafel
te zetten, nemen zij het slaapkamerachtige van
haar kamer weg en ziet deze er uit als een stu
deervertrek.
Elke student krijgt een schrijftafel in bruikleen
van het College, de meesten zetten er nog een
theetafel, een gemakkelijken stoel en een paar
luxemeubeltjes neer, ook verschuilen ze haar latafel
door een arf-drapery.
Verder hebben ze er veel boeken, een paar schil
derijen enz., sommige kamers zagen er werkelijk
keurig en zelfs artistiek uit, met veel meer smaak
gearrangeerd dan die van Swanley-College, waar ik
laatst over schreef. Daaruit reeds kan men afleiden
dat er een betere klasse van meisjes studeert.
Ofschoon ze bijna allen 't ameublement harer
kamer vergrooten, is het strict genomen, niet
noodig, daar het College voor alles zorgt.
Het eenige, wat ze mee moeten brengen, is:
4 lakens,
2 sloopen,
6 handdoeken.
3 servetten,
en l tafelkleed en een inktkoker.
De 2 sloopen en de 4 lakens vond ik typisch!
en genoeg om de haren eener Hollandsche huis
vrouw te berge te doen rijzen. Ik denk dan ook
wel, dat de meeste moeders haar dochters beter
in de wasch zullen steken.
A.an het College zijn de volgende clubs en
vereenigingen verbonden:
I. The Students' Association.
II. The Architectural Society.
III. The Boating Club.
IV. The Debating Society.
V. The Fencing Club,
VI. The Hockey Club.
VII. The Impromptit Debating Society.
VIII. The Pholographic Society.
IX. The Breid Society.
X. The Sha/cespeare Reading Society.
XI. The Sketching CM.
XII. The Tennis Club.
Aan geestelijke- en aan lichaams-sport behoeft
het de jonge dames dus niet te ontbreken.
Bij het College zelf behoort geen tuin, doch ze
hebben een geschikt sport-terrein in de buurt,
waarvan ze gebruik kunnen maken, zooveel ze
willen.
Een eigenaardige bepaling is, dat de meisjes,
op enkele uitzonderingen na, niet alleen uit mogen
gaan.
De directrice vindt het 't beste, dat elk een
gezellin kiest, zoodat ze steeds met haar tweeën
wandelen. Deze bepaling wordt vooral strikt in
acht genomen bij meisjes van buiten.
Studenten, die haar familie in Londen hebben,
mogen ze geregeld bezoeken.
De anderen kunnen hoogstens driemaal per kwar
taal verlof krijgen om van Zaterdag tot Maandag
naar huis te gaan.
Elke week wil de directrice het niet toestaan,
daar zij het voor de goede verstandhouding der
studenten onderling gewenscht acht, dat zij het
Colkge ook werkelijk als haar home beschouwen.
(Slot volgt.) TÏKÈSE HOVEN.
Kip, 11 heb je.
Wie zal zeggen tot hoeveel honderden beloopen
zij, die een toom kippen kochten, in de verwach
ting weldra overvloed van versche eieren te heb
ben, die zoo goed als niets kostten? en hoe wei
nigen van die honderden kunnen verklaren niet
bedrogen te zijn uitgekomen ? De luitjes, die eigen
kippen houden, hebben een ruim deel van hetjaai
geen, of bijna geen eieren, waardoor die, welke ze
in de andere maanden ontvangen, duurder komen
dan de hoogste koopprijs dit is regel, het
tegenovergestelde uitzondering.
Toch moet er met kippen handen geld te ver
dienen zijn dit bewijzen de duizenden eieren,
welke voortdurend aangevoerd worden, waarlijk
niet om den afnemers ten wille te wezen, maar
louter en alleen, omdat er winst op zit. Indien
dit zoo is, en 't is zoo, waaruit dan hebben wij
de teleurstelling der velen te verklaren? Kortweg
gezegd: uit hun onverstand. Met kippen en
eieren gaat het als met alles: vakkennis is
onontbeerlijk, zal men er voordeel
van trekken.
Enkele jaren geleden is er een boekje uitge
komen, hetwelk voorspiegelde, dat er met kippen
500 percent winst zou te maken zijn. Hoewel de
schrijver zelf dat later wel wat heel veel heeft
genoemd, blijft hij vasthouden aan twee of drie
honderd percent. Er mogen op dit aardrijk enkele
gezegende plekjes wezen, waarvoor die berekening
geldt, voor ons klimaat is ze stellig nog veel te
hoog, maar niettemin: hoenderteelt kan
voordeel afwerpen. Vooral vrouwen, die
buiten wonen, liefst in een zandstreek, en gretig
uitzien naar eenige bijverdiensten, zouden wel doen
dit te bedenken; te meer, wijl dit te sorteeren is
tot de bezigheden, waarbij haar absoluut niets in
den weg staat; noch de traditie, noch gebrek aan
fysieke kracht. Wat het vordert? Kennis van het
geen er noodig is om zijn hoenders gezond te houden,
en daarbij speelt zoowel stiptheid in tijd als soort
van voeding en zindelijkheid een groote rol, want
een onrein hok of ondoeltreffende en ongeregelde
voedering sleepen licht ziekte en dood na zich.
Op leergeld betalen, in den vorm van ondervin
ding opdoen, dient echter een ieder voorbereid te
wezen. Dat bedrag tot het minimum terug te
brengen is natuurlijk wenschelijk en zal kans van
slagen hebben, wanneer men niet begint met kip
pen te koopen, of broeieieren en een broeimacbine,
maar wel aanvangt met veel over avicultuur te
lezen en zich enkele deugdelijke handleidingen aan
te schaffen. Om iets te noemen : Avicultura
van A. J. Bicker Caarten ; II o e n d e r s en Hoen
derrassen, door C. L. van Balen, in Eigen
Haard van 1895, enz. zijn hoogst leerzaam. Eerst
als heel wat kennis in het hoofd steekt, kan de
tijd voor hoenderkoop' en hoenderpark-aanleg als
aangebroken beschouwd worden.
Het begin der praktijk is: met zich zelf eens
worden, wat men als hoofdzaak zal beschouwen :
hoenderteelt om de hoenders als verbruiksartikel
of om de eieren, dan wel: hoenderteelt met het
doel zeldzame exemplaren te kweeken. Dat een
maal uitgemaakt, hoede men zich voor verwarring
of vermenging van hoofd- en bijzaken, daar ieder
der drie andere eischen stelt.
Wie geregelden afzet kan vinden voor fantasie
hoenders, zal gewis geen slechte rekening maken,
maar is dat in ons land mogelijk ? Indien ja, dan
zal ongetwijfeld daarbij toch wel uitkomen, waarop
ik vroeger nadrukkelijk gewezen heb, namelijk het
verschil tusschen een groote en kleine natie. In
een Engelschen wegwijzer vind ik: //First class
fancy birds will sell for almost any price, from
half-a-guinea to thirty pounds a piece" aldus
in Engeland de mogelijkheid om voor n onnoozele
hen of haan ? 300 a /' 400 te maken, is dat niet
om van te watertanden, en tevens iets, dat bij ons
wel nooit voorgekomen is en niet licht voorko
men zal ?
Wordt bij hoenderteelt tafelgebruik voor oogen
gesteld en daarmede zullen er zaken te maken
zijn, zoolang het meerendeel der menschen heel
wat gemakkelijker hun laatsten gulden besteden
aan iets tongstreelends, dan hun voorlaatsten aan
iets nuttigs zoo dient men terdege te weten,
welke soorten den meesten aanleg voor vet worden
hebben en hoe de toeneming in gewicht het meest
wordt bereikt. Maar dan is het tevens van belang
handelsrelatiën aan te knoopen met koks en
hotelhouders, want rechtstreeksche leverancie is in het
voordeel van beide partijen.
Wie handleidingen en wegwijzers bestudeert met
het oog op e i e r p r o d u c t i e, zal ontdekken,
dat velerlei van belang is, waaraan menigeen nooit
te voren dacht. Eerst dient men natuurlijk te we
ten: wie zijn de beste legsters? Dit overwegende
zal men zien, dat het in de kippeuwereld precies
gaat als in de menschenmaatschappij: //wie den
naam heeft van vroeg opstaan, kan veilig lang
blijven slapen." De gewone boerenkip staat bekend
als de beste legster en zal die reputatie waarschijn
lijk nog lang behouden, terwijl er meer dan een
soort is, waarbij ze het in het eierleggeii aflegt.
Ook het broeden laten vordert vakkennis. Verder
eiscH voeding en reinheid zooveel zorg, dat alleen
goede uitslag te wachten is, wanneer de hoender
houdster verreweg het meeste werk zelf doet en
stipt waakt over de uitvoering van 't overige.
Eveneens bedenke men, dat bij de zoogenaamde
versche ciereii, waarvoor hot geheele jaar door
goede prijzen te bedingen zijn, de verschheid eigen
lijk tweede voorwaarde is, daar een ei niet zoo
spoedig zijn fijnen smaak verliest, en het eerste,
dat de kip niets eet, wat op het ei een
onaaagenamen invloed uitoefent.
Dan is er nog iets zeer opmerkelijks. Bij
hoenderteelt om de eieropbrengst, moet men wel
weten, wat men doet, voordat men overgaat tot
aanmerkelijke tütbreiding van zijn hoendertal. Voor
zoover ik weet zijn alle vakkenners het daarin
eens, dat geenszins de volgende redeneering op
gaat: zeker aantal kippen geeft mij zooveel voor
deel, alzoo zullen vijf- of tienmaal meer, mij ook
vijf- of tienmaal meer winst doen maken. Getals
vermeerdering, zoodat voor het groene voeder b.v.
de keukenafval niet meer voldoet, sleept een zeer
groote vermeerdering van onderhoudkosten na zich.
Er is meer, aldus: eerst ernstig overleggen, dan
handelen.
Is het gevolglijk in vele gevallen raadzamer in
eierproductie een bijverdienste te zoeken, dan te
pogen er een bestaan van te maken, zoo vloeit er
tevens uit voort, dat het eierbedrijf zeer geschikt
is om in tweeën te worden gesplitst, waarvan het
eene is: leggende kippen te houden en het andere:
op vaste tijden bij verschillende kippeuhoudsters
(of houders) rondgaan om haar eieren op te koopen
tegen vasten of variëerenden prijs en dan de voor
raad ter markt zoo voordeelig mogelijk van de
hand te doen.
Amsterdam, Juni '97.
ELISE A. HAIGHTOS.
Het banket der beroemde vromven. De
Koningin van Scheba. Vruchten op
naam. Bloemen beivaren en begieten.
Slachtoffers. Caramels mous.
.Recepten.
Nog ter gelegenheid van het Victoria-jubileum
is te Londen een banket gegeven door honderd
vrouwen van naam, aanzien of beroemdheid; zij
mochten ieder een heer inviteeren, en het was
een heele eer, door een der honderd uitstekenden
tot het feestmaal in Grafton-Gallery genoodigd
te worden. De dames mochten ook haar eigen
man noodigen; maar alleen wanneer ook hij een
persoon van naam was. Een comitévan vijftien
dames, onder welke de actrice miss Ellen Terry,
de doctores mrs. Garret Anderson, de advocate
miss Jane Harrison, miss Flora Shaw, lady Jeune,
miss Annie Steel hadden de zaak met veel tact
in elkaar gezet. Een aardige bepaling was, dat
de heeren in 't algemeen niet mochten weten,
door wie zij uitgenoodigd waren; iedere keus
was trouwens door het comitébekrachtigd. Slechts
n dichter was genoodigd, sir Lewis Morris;
voorts had men blijkbaar van ieder vak minstens
n vertegenwoordiger gewenscht. Voor
philosophie trad op prof. Reesley, voor de beeldende
kunsten Herkomer, Orchardson, Briton-Riviêre,
voor historie Lecky, voor muziek sir Alexander
Mackenzie, voor tooneel de directeur Comyns
Carr. Ben aantal namen zijn niet die, waaraan
een vreemdeling het eerst denken zou; maar
men vindt er Stanley, Anthony Hope, Andrew
Lang en Thomas Hardy by. Onder de dames
telt men nog mrs. Humphry Ward, madame Paul
Bourget, Sarah Grand, gravin Feodora Gleichen,
lady Ilandolph Churchill, mrs. Alma Tadema,
Er werden maar twee toasten uitgebracht, een
door miss Steel, op de koningin, n door lady
Henry Somerset, beide uitmuntend, beide tot
groote hilariteit beginnend met «Gentlemen and
Ladies!" Zij werden geestig en galant beant
woord door den aartsbisschop van Londen.
Eenigzins curieus kan men sommige van de
vrouwennamen vinden, die het menu versierden;
er was een potage Pompadour, wild a la Sapplio,
kreeften a la Maintenon; natuurly'k ook het een
en ander a la reine Victoria, maar ook «Talmousses
Rubens", terwijl toch Rubens veel minder het
verstand of de energie of de zieleschoonheid der
vrouw, dan haar heel uiterlyke weelderige
vormenschoonheid heeft vereeuwigd.
* *
*
Van het gecostumeerde bal van de hertogin
van. Devonshire hebben wij, omdat alle couranten
zoo uitvoerig geweest waren, niets gemeld. Toch
is het wel interessant, als slotsom op te maken,
welk volgens alle opgaven het prachtigste
costuum schijnt geweest te zijn. Het was dat van
prinses Heinrich yon Pless, als koningin van
Scheba. De prinses is blond, de stof van het gewaad
was rose-mauve zijden gaas, met goud doorwerkt,
en met alle kleuren van edele steenen geborduurd.
Een lange sjerp, los om de heupen geslagen, was
bezet met Egyptische turkooizen, waarin gouden
hieroglyphen waren gegraveerd. Een losse mantel
was zoo rijk geborduurd met goud en juweel en,
dat de stof bijna niet te herkennen was; de
mouwen van het kleed bestonden enkel uit snoeren
juweelen, het kapsel, volgens Assyrische
monumenten,droegeene hooge tiara van
turkooizen,smaragden en paarlen met goud gemonteerd. Of de
koningin van Scheba dit eenigzins internationaal
gemengd prachtgewaad gedragen heeft, blijft in
twijfel, maar in elk geval kon zij het gewenscht
hebben.
* *
*
Het is een aardigheid, iemand wien men tegen
den winter mooie tafelappels of peren uit zijn
tuin cadeau wil sturen, deze aan te bieden met
de letter of het naamcijfer van den begiftigde
gestempeld. Daartoe knipt men de letter van
papier uit en plakt ze, vóórdat de vrucht gaat
kleuren, aan de zonzijde op de appels of peren
die men cadeau wil sturen; de zon laat dan een
witte plek midden in de roode zijde van de
appel, en de begiftigde is verzekerd dat bij het
bestemmen van het cadeau met zorg aan hem
gedacht is.
* *
*
Zoolang de bloemen er volop zijn, kan men
er slordig en verkwistend mee omgaan. Maar
wanneer de voorraad wat vermindert, wordt het
zaak er zuinig mee te zijn. Dan wordt iederen
dag de steel een klein eindje afgesneden, dan
wordt er wat houtskool in het water gelegd en
den laatsten dag wat zout; dan worden ze met
den vaporisateur bevochtigd, hetgeen bij de varens,
selaginellas, sierasperges, maidenhair, toch altoos
noodig is. Hierby moet men intusschen opletten;
de meeste witte bloemen en de vleezige bloemen
moet men, om ze te sprenkelen of te begieten,
het onderste boven houden, want het vocht geeft
strepen op de bloembladen. Het is wel tegen de
natuur, die van bovenaf regen zendt; maar deze
sluit dan ook soms de bloemen, of buigt ze om,
en zorgt al gauw voor nieuwe, die de beschadigde
vervangen. By het afsnijden der stelen moet
men er op letten, dat niet het onderste wat er
aan blijft juist een knoopje of knoestje is, of
de plaats waar een stek begint; op die punten
toch dringt het water niet zoo spoedig in den
steel als de afgesneden bloem het noodig heeft.
Ook ziet men vaak op tegen het gebruik van
wat yzerdraad; men wil de bloem niet prikken
of kunstmatig recht houden; toch is de moeite
daaraan besteed, niet verloren. Zware bloemen
als een gloire de Dijon, een maréchal Hiel, een
La France, bly'ven feitelijk een dag of wat langer
goed wanneer men ze een beetje steunt. Het
\jzerdraad wordt in den groenen kelk bevestigd,
en dan behoedzaam om den steel gewonden. Is
de steel wat kort, dan kan men met mos of een
wollen draad zorgen dat het water er wel
heen komt.
In de warmte is het ook een goed middel om
mossen of varens frisch te houden, dat men
ergens erboven, gemaskeerd, een glas water zet,
en een bruinen wollen draad naar het mandje
met mos leidt. De plant drinkt dan langzaam
het glas leeg; dat is beter dan in eens begieten.
* *
*
In het Serliner Tageblatt vinden wij de vol
gende advertentie :
Junge Dame, Figur 44, flndet
bei Hohem Gehalt dauernde
Stellung.
ADAM & LOEWINBERG,
3 Hausvoigteiplatz.
De bedoeling is waarschijnlijk voor
»Probirmamsell", met 44 centimeter tailleomtrek, en
men moet dan de eenvoudige wyze bewonderen,
waarop de firma hare eischen formuleert. Maar
het geval wordt tragisch, wanneer men bedenkt,
wat een verminking, ontbering en pijniging er
noodig zal zijn om de »dauernde Stellung" waar
van de advertentie spreekt, aan het ongelukkig
schepsel dat aangenomen wordt, te verzekeren. Als
«taille fine" wordt 54 aangenomen; al wat minder is,
kan men misvorming noemen, ten koste van
maagkramp, wandelende nieren, pijn in de zijde
en den rug, belemmerde ademhaling en
spysvertering verkregen. Een ambtenaar die nadacht,
moest eigenlijk het contract tusschen de firma
Adam & Loewinberg en de bewuste Probirmamsell
als onzedelijk verbieden. Een verademing zou
het zijn, wanneer mocht blijken, dat met «Figur 44"
in de technische taal iets anders bedoeld werd
dan «taille 44 centimeter", maar dat durven wij
niet hopen.
* *
*
Caramels mous. Een gemakkelijk te maken
snoeperij als men netjes en voorzichtig is;
zooals men weet, kan ze maar weinige dagen
duren, vandaar dat vele suikerbakkers er allerlei
lijmstoffen doorknoeien om het versuikeren te
voorkomen. De ingrediënten, welke ook, boter,
room, honig, moeten altoos eerste kwaliteit zijn.
Gereedschappen : een onvertind koperen pannetje,
een houten spatel, een marmersteentje en vormpjes
of een mes; dit alles moet niet voor andere
dingen gebruikt worden.
Eerste recept: men laat een stukje boter ter
grootte van een ei smelten, voegt er dan 200
gram honig bij, dan 200 gram suiker, eindelijk
2 lepeltjes koffie-essence, vooruit klaargemaakt.
Roer steeds met de spatel, laat zoo 20 minuten
koken, en probeert op het marmersteentje of
een druppel hard wordt.
Tweede recept: 500 gram suiker met een half
glas koffie-essence; dan op zacht vuur gezet,
steeds roerend; na 15 minuten kokens zal de
caramel wel goed zijn. Men giet ze uit op de
marmerplaat, laat bekoelen, en snijdt in dobbeltjes.
Derde recept: van GO gram gemalen koffie
maakt men twee kopjes cafénoir. Men zet l'25
gram room met de koffie en 375 gram suiker in
een roodkoperen kan te vuur, en roert voort
durend ; om te weten of de caramel gaar is, werpt
men een klein weinig in een glas koud water
en haalt het er weer uit, als het stukje breekt
is de caramel gaar; blijft het week, dan moet de
caramel nog doorkeken. De marmerplaat wordt
heel even met boter bestreken, dan de caramel
j er op gestort en in dobbeltjes gesneden; men
j laat bekoelen en veegt met een servet de
boteri kant af, in een trommel blijft deze caramel wel
j een maand goed; men heeft dan 400 gram
j bonbons voor ongeveer GO cents.
l
I Meloenen in 't zuur. Het harde van een
meloen, zonder de schil, wordt in dobbeltjes
gesneden en eenige minuten in zeer zout water
gekookt. Dan laat men ze uitdruipen, kookt ze
in azy'n die een tiende suiker en wat kruide
rijen (kruidnagelen, kaneel, enz.) bevat, en doet
ze in inmaakfiesschen.
Frambozen azijn. Men doet frambozen in een
iiesch en giet er azijn op; laat het vier of vijf
dagen.trekken, liltreert het en bewaart de a/.ijn
op tlesschen. Met water is dit een zeer frissche
zomerdrank. K e.
CORRESPONDENTIE.
A/m de Mama i-an een Tttinici'*(crlj<'
in s]ic.
U vraagt een inlichting omtrent de landbouw
school te Kew, doch te Kew is geen school,
enkel een plantentuin. De school, waarover ik
't een en ander meedeelde, is te Swanley-Kent.
Naar ik meen, kunnen de studenten er reeds op
haar IGe jaar komen, doch de gemiddelde leeftijd
is van 18 tot 20. Ik meen mij zelf te herinneren
dat de directrice my vertelde, dat zij liefst wat
oudere leerlingen kreeg.
Haar adres is: Mrs. Watson, Swanley-Kent.
Mogelyk wilt u zich tot haar wenden om
nadere byzonderheden.
TÜKKKSK Ho\ I:N.