Historisch Archief 1877-1940
No. 1053
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
sedert 1817 heel dikwijls, ook te Berlijn opgevoard;
Byron's Kaïn in het Deutsche Theater zelf; in
Goethe's Faust, tweede deel, komt als «Mater
gloriosa" de Maagd Maria voor. Het is waar
dat een Passiespel als te Oberammergau te Berlijn
niet op de planken geweest is, en ook naar de
meening der Berlynsche critici en dichters er niet
op passen zou; maar Sudermann's Johannes ver
toont in 't geheel de figuur van Jezus niet, alleen
die van den Dooper en van de verdorven familie
Herodes, die hier niets heiligs heeft, maar ook
in den Bybel niet heilig voorgesteld wordt.
Hoe het zij, Sudermann heeft zich by het
verbod moeten neerleggen, maar toch onder de
pers stemming willen maken voor zijn werk en
tegen de politie. Hy heeft zyn werk voorgelezen
aan een een klein getal genoodigden, ruim twintig.
Hjj en de directeur hebben aan deze heeren ge
vraagd, zoo weinig mogelijk voor den inhoud
van het stuk te vertellen om het niet te
defloreeren, maar de dichter heeft zich heel nauw aan
de legende gehouden; de inhoud is dus gemakkelijk
met een paar woorden weer te geven. Sudermann's
voordracht, langzaam, krachtig en duidelijk, kwam
aan de levendige of humoristische volkstooneelen
ten goede, het pathos van den Dooper scheen
er overtollig lang en zwaar op de hand door.
In het voorspel ziet men het Joodsche volk,
hoe het vol verlangen naar een nieuwe periode,
naar den Dooper toestroomt; het lijdt lichamelijk
en geestelijk tusschen de Romeinen en de Oude
Wet. Johannes is machteloos, hij weet, dat hy
slechts de voorlooper is van een Hoogere, den
Verlosser uit Galilaea. Daar verneemt hy van
het bloedschendig huwelijk van Herodes, en als
wachter van de Wet trekt hy naar Jeruzalem.
Hier begint het treurspel. Hij predikt tegen
Herodias en wordt gevangen genomen; de indruk
dien zijne verschijning maakt, bedwingt
intusschen nog alle harten. De slimme Herodias laat
hem in vrijheid stellen, Herodes is hem nog
gunstig gezind, de schoone Salome ontbrandt in
een zonderlinge liefde voor den wilden
woestynprofeet. Johannes intusschen rijst boven zijn
vroegere taak; hy' voelt dat de Verlosser nadert;
hy begint hem te begrepen. Het gebod dat de
liefde hooger is dan de wet wordt hem duidelijk;
klein schynt hem nu zyn eigen stryd tegen
Herodes' onwettig huwelyk; wat Herodes en
Salome liefde noemen schynt hem eene zonde
tegen het woord en het. begrip van liefde. Met
minachting wyst hij ook de verlokkingen van de
schoone dochter van Herodias af en het meisje
zweert hem wraak. Schijnbaar onschuldig laat zij
zich door hare moeder overreden om te vragen wat
zij zelf wenscht: het hoofd van den Dooper als loon
voor haren dans. Ten besluit van een fraai
geschilderd feest in eene stad van Galilaea wordt
Johannes onthoofd, maar stervend hoort hy het
hosanna, waarmede Jezus van Nazareth de stad
wordt binnengeleid.
Wat de politie in deze voorstelling
oneerbiedigs heeft kunnen zien, vragen de critici zich
af. De familie Herodes is erg fin-de-siècle
slecht; maar niet erger dan in den tekst.
Johannes zegt en doet in het drama niet anders
dan wat een predikant (b.v. Pastor Brose) op
het tooneel of buiten het tooneel doen en zeggen
kan. Alleen is hij poëtischer dan deze soms
zyn, en soms wat hoog-philosophisch, zooals
bijvoorbeeld, wanneer hij zegt dat alleen die man
de wereld verlossen kan, die haar iets onbereik
baars als taak stelt. Maar dat is niet aanstootelijk.
Omtrent de waarde van Sudermann's Johannes,
waren het critici het, ofschoon het niet tot eene
uitvoerige beschouwing mocht komen, zeer oneens.
?HIWIIIIIHIIIIUIIIIMIIIIIllllllllllllllllflIIIIHIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIMIIIIIUIIllllll
Naar het Engelsch,
VAN
GRANT ALLEN.
(Slot).
Clo moest onwillekeurig bijna lachen; zijn ern
stigheid was zoo grappig.
U moet me bedenktijd geven," antwoordde zij
eindelijk, blozend de oogen neerslaande. //Ik
ik weet tot nog toe niet meer van u, dan dat ik
u erg aardig vind, en dat u heel vriendelijk voor
me is geweest."
Chauncey Lothrop boog zich voorover en staarde
haar in de oogen. //Neen, neen," zei hij. /,U moet
't mij nu zeggen. U moet me oogenblikkelijk ant
woorden. Ik kan de onzekerheid niet verdragen.
Mijn instructeur had groot gelijk, hij koa het aan
mijn gezichïzien; ik ben bezig mijn land te ver
raden en de race in gevaar te brengen om uwent
wil, miss Percival. Ik kan nergens anders aan
denken, overdag of bij nacht, dan aan u. Ik denk
dat het gekomen is net, zooals ik op 't eerste ge
zicht Engeland zoo lief heb gekregen dat mooie
land van u, dat er als een keurige, zorgvuldig
onderhouden tuin uitziet; uw dorpen, die schil
dersidealen gelijken; uw vredige kerkjes verborgen
achter guirlandes van levend groen; uw kathedra
len, die met hun slanke spitsen indrukwekkend
oprijzen; 't was mij alles als een droom. En zoo
ook met de vrouwen. Van af het oogenblik dat ik
aan wal stapte en de .blozende wangen, de in
nemende bevallige manieren, den ougekunstelden
Benigen deelden ds meening van den dichter
zelf, dat dit zijn beste werk, zyn standaardpro
ductie was; anderen lieten doorschemeren, dat
hy' zich vooral niet verbeelden moest, eene soort
van mystiek-religieusen Faust gemaakt te hebben.
Toch zyn er ook in de korte verslagen heel
mooie opvattingen op te merken, bij voorbeeld
de omwenteling in Johannes zelf, die zich een
gansch > anderen Messias gedacht heeft, dan
Jezus ten slotte blijkt te zijn, en, nu het te laat
is, eerst voelt wat hij had kunnen uitwerken,
wanneer hij den Meester vooruit begrepen had.
Wanneer hij dat inziet, is ook de kracht die hem
bezielde verdwenen en hij ziet zonder smart het
eind van zyne loopbaan. Dan begrijpt ook het
volk hem niet meer; wanneer Herodes met de
misdadige Herodias den tempel betreedt, ziet het
den profeet vol verwachting aan, drukt hem een
steen in de hand en huilt: »Steenigt ze!'1 Maar
Johannes laat den steen vallen als hij denkt aan
Jezus leer van liefde ; het volk scheldt hem voor
verrader, zijn invloed is weg, Herodes zelf glim
lacht om den dweper, en ware het niet om het
gevlei van Salome en haar moeder geweest, hy'
had hem het leven wel gelaten.
Het slot der tragedie, wanneer Johannes, evenals
Mozes het beloofde land ziende, maar niet be
tredend, den Messias met triomfgejubel hoort
inhalen en sterft, is zeer dramatisch.
v. L.
In de keizerlyke theaters te Sint-Petersburg
is een nieuw model souffleurshokje ingevoerd,
waarvan men veel goeds verwacht. Een acteur
van den schouwburg te Moskou is de uitvinder;
het ziet er uit als een groote schelp die in een
kist gesloten wordt. De wanden van het kastje
zijn van heel droog, zwaar gevernist hout, als
een vioolkist, maar van buiten omgeven met
lagen vilt en geperst papier. De souffleur zit
veel dieper dan gewoonlijk; de toeschouwer ziet
hem niet. Maar het voornaamste voordeel is dit,
dat het publiek geen woord verstaat van wat de
souffleur zegt, en de acteurs er geen woord van
missen, «terwijl," naar de verslaggever meent,
«tegenwoordig juist het omgekeerde het geval is."
tlllllitilllllllllllllHIIIIIIIIIIIIIMIIIIIHIIIIIIIIIIIIillllHliilllHIllinilllllllHIIMIII
KerünnM.
Den Weledelen Heer S. VAN MILLIOEN.
(Ingezonden).
Onlangs las ik in het Weekblad de Amster
dammer de volgende regels in een artikel van
uwe hand: »De heerlijkste uiting van de protes
tantsche kerkmuziek is en blijft het koraal.
Zoodra die muziek echter daarbuiten gaat, krijgt
zy een katholieke tint".
Ik heb een tijd van betrekkelijke stilte in de
muzikale wereld afgewacht, om u, zoo ik hoop,
van eene onjuistheid te overtuigen.
Volkomen stem ik met u in, wanneer u beweert,
dat het koraal de heerlijkste uiting is en blijft
van de protestantsche kerkmuziek.
Maar ik zag er liever op volgen: «zoodra die
muziek daarbuiten gaat, krygt zij een wereldsche
tint."
Nu is wereldsche muziek en katholieke kerk
muziek, wat vele lezers misschien wel in uw
schrijven gelezen hebben, echter volstrekt niet
synoniem.
Wel heerscht bij vele niet-katholieken de
meening, dat de godsdienstoefeningen der ka
tholieken aan wereldsche concerten gelijk zijn
en misschien waren zij wel eens toehoorders bij
de uitvoering eetier muziekmis van Beethoven of
Haydn, meenende toen kerkmuziek te hooren,
omdat het toch muziek was in eene kerk gezongen.
Niets is evenwel minder waar.
De heerlijkste uiting van de katholieke kerk
muziek is en blijft het gregoriaansch
koraalgeeenvoud uwer Eugelsehe vrouwen zag, zei ik in
mij zelven: Ik moet een Engelsch meisje trouwen!"
En gisteren was het gisteren pas 'f toen me
vrouw Hambledon u aan me voorstelde, keek ik
u aan en dacht ik onmiddellijk: Dit is de vrouw
die ik moet trouwen, of anders geen. Herinnert
ge u hoe Geraint Enid zag aan haar spinnewiel en
dadelijk bij zichzelf zeide: Daar staat bij God's
gena de een'ge vrouw voor mij?" Nu, ik ondervond
precies hetzelfde. Ik gevoelde dat ik u moest vra
gen mijn vrouw te willen worden, of sterven. En
o^choon ik maar drie dagen voor mij had, besloot
ik het te doen. Daarom vraag ik smeek ik u
wilt u mij nemen of niet?"
Clo nam haar toevlucht tot uitvluchten. Het
aanzoek kwam zóó onverwacht, dat ofschoon zij
den jongen man wel mocht lijden en blijkbaar
getroffen was door zijn vurigheid en ernst, zij vau
haar eigen gevoelens op dat punt nog niet zeker
was. //Win deze race," antwoordde zij na een
oogenblik zwijgen, en dan en dan zal ik verder
zien."
Lothrop keek haar met teedere oogen strak aan.
Is dat afgesproken V" vroeg hij, als ik win,
neemt u mij dan r1'
O, dat beloof ik niet," antwoordde, zij schuchter
terugtrekkend. Ik weet nauwelijks wat ik zeggen
moet. Maar... doe uw best, en probeer; en mocht
uw boot winnen, kom dan terug en vraag 't me."
Dank u, dank u," fluisterde hij zacht, haar diep
in de oogen ziende. U bezielt me met nieuw
leven. Ik zal mijn best doen, voor de eer vau
Baldwin en voor het hart eener Eugelsehe
vrouw."
IV.
Dien avond nam de instructeur van Baldwin
Lothrop in hun hotel ernstig ter zijde. Hoor eens,
zeven/' zei hij, als een vader die zijn kind beknort,
dat is ronduit schandalig. Je bent pardoes ver
liefd geraakt en dat in de week van de race!"
Chauncey Lothrop zocht zijn misslag niet te
zang. Het is de katholieke kerkzang, omdat zij
door de Kerk zelve is voorgeschreven. Mannen
als Rousseau, Wagner, Halévy, Liszt, e. a. roemen
om strijd de schoonheid van dien zang, zij kun
nen geen woorden genoeg vinden om den
aangrijpenden eenvoud, den rijkdom en de lenigheid
van dien zang te waardeeren.
Naast den gregoriaanschen zang staat de Kerk
een plaatsje toe aan die muziek, welke in den
Palestrinastijl geschreven is. Bestudeert men
Palestrina's werken, dan ziet men voortdurend
welk een ruim gebruik hy' gemaakt heeft van de
gregoriaansche melodieën. Als men nu den
gregoriaansche zang vergelykt met de muziek van
Beethoven, Haydn en nog zoovele levende mee
sters, dan komt men gemakkelijk tot de conclusie,
dat deze laatste nimmer kerkmuziek kon zijn.
Op de hooge muzikale waarde van vele meester
werken wil ik niets afdingen, maar ik blijf be
weren, dat de toonkunstenaars de kerk niet
mogen beschouwen als eene plaats, waar men
alles mag hooren, wat op de eene oi andere
manier de ooren streelt.
't Is waar, in enkele groote steden van ons
land wordt de zoogenaamd moderne kerkmuziek
vaak uitgevoerd. Maar daarmede is zij nog niet
tot eigenlyke kerkmuziek verheven.
Eene beweging, in Duitschland ontstaan en op
vaderlandsche toestanden van grooten invloed,
heeft de theatrale kerkmuziek reeds van ettelijke
plaatsen verdreven. De Vereeniging tot verbe
tering van den Kerkzang neemt in bloei toe. De
Katholieke kerkmuziek zal zeker haren goeden
naam terugkrijgen en niet langer met wereldsche
muziek verward worden.
Hopende b\j UEd. en de lezers van dit blad
eene onjuiste voorstelling van den aard der
katholieke kerkmuziek weggenomen te hebben,
verblijf ik met de meeste hoogachting,
Uw dienstw.
A. J. W. BRUGMAN.
Het spijt mij den heer Brugman de illusie te
moeten ontnemen dat hij mij overtuigd heeft en
tevens moet ik mijn verwondering betuigen dat
de schryver mijn artikel, waarin ik de grenzen
van het Protestantsche kerkgezang besprak (dat
ik ongeveer vier maanden geleden schreef) niet
beter gelezen heeft. Ik ben het echter volkomen
met hem eens dat het jammer is dat in zooveel
kerken nog allerlei werken gezongen worden, die
een veel te wereldsch karakter dragen, doch daarom
kan men toch niet aan alle katholieke zangen,
behalve de Gregoriaansche en die van Palestrina's
een streng kerkelyk karakter ontzeggen.
Ik moet een stukje geschiedenis ophalen om
de zaak duidelijker te maken.
Oorspronkelijk werd de kunst niet hoofdzakelijk
als middel tot stichting aangewend in de katho
lieke kerk.
De woorden van de mis en andere bij de
eeredienst in gebruik, werden gezongen omdat
de stemmen in de groote kerkruimte zich dan
beter konden voortplanten en iedereen de
woorden zou kunnen verstaan. De schilderingen
werden evenmin als kunst beschouwd doch als
een middel om de gewijde geschiedenis gemak
kelijk in het geheugen van de gemeente te prenten,
dus als aanschouwelijk onderwijs. Doch spoedig
zag men in, dat de muziek een heerlijk middel
was tot opwekking van een heilige stemming bij
de toehoorders, en op deze wijze kreeg zij hoe
langer hoe meer beteekenis, evenals de schilder
kunst, dank zij de geniale kunstwerken die ont
stonden. Drie eeuwen na Gregorius kwam het
meerstemmige in gebruik en weer later ontwik
kelde zich de school van de contrapunctisten,
Palestrina's voorgangers (waarom noemt de heer
Brugman die muziek niet ? of vindt hij die ook
al te wereldsch?) en tal van echt kerkelijke mees
terwerken ontstonden. Zonder strijd ging het
echter niet. De onmuzikale geestelijken hebben
indertijd genoeg moeite gedaan om den
gefigureerden meerstemmige zang weer uit de kerk te
verbannen, omdat, naar zij beweerden, die muziek
ongodsdienstig was, daar men die woorden niet
kun ven/aait.
Op het concilie van Trente is deze kwestie
llitiliMiiMiitiiimiiiiiiiuimiiM
ontkennen; hij trachtte dien alleen te vergoelijken;
,'t is een ongeluk waar ieder fatsoenlijk man op
eiken tijd aan bloot s'aat," antwoordde hij. We
kunnen het geen vau allen vermijden."
De coach" fixeerde hem met zijn donkersten
blik. -Luister nu eens goed naar me, zeven,"
vervolgde hij ernstig. //Als je voortgaat m«t 's nachts
wakker te liggen eii aan dat meisje te denkeu, en
onze race in gevaar te brengen, dan nu, al wat ik
zeggen kan is, dat de jongens zullen weten, wiens
schuld het is."
//'t Is goed," gaf Lothrop gedwee ten antwoord,
«ik zal probeereii te slapen ; en zoo hard te trekken
als ik kan. Maar zeg, Bryant, zou je niet deuken,
dat er aan den anderen kant ook iets voor te zeg
gen was dat vrouwenoogen iemand ter over
winning zouden kunnen leiden?"
De coach" wierp hem een verachtelijken blik toe.
Dat's allemachtig snoezige poëzie,waarde vriend,"
zei hij met omgekrulde lip, maar geloof me gerust
op mijn woord, 't is verduiveld slechte training."
Ghauucey Lothrop ging dien avond naar bed
met zijn geest vol van Clo Percival. Hij deed
eerlijk ziju best om te slapen; hij spelde tallooze
malen zijn naam van voren naar achteren en vau
achteren naar voren; hij dacht aan een onafzien
bare kudde schapen, die door eeu heg sprongen ;
hij nam alle beproefde middelen te baat die iemands
gedachten heeten te kuunen afleiden, maar te ver
geefs. Geen slaap ontfermde zich over hem. Hij
lag wakker en woelde en dacht aan Clo's wenk
brauwen. Of hij de race 'won of verloor, zijn
Engelsch meisje moest en zou hij trouwen !
Ook bij Clo duurde het lang, eer de slaap haar
oogen look. Zij dacht voortdurend aan Chauucey
Lothrop. Als hij de race eens verloor en nooit
terugkwam om ziju vraag te herhalen? Toen die
gedachte zich aan haar opdrong, kwam het haar
eensklaps voor dat als hij nooit terug kwam
Chauncey Lothrop nu een verschrikkelijke
leegte in haar leven zou achterlaten.
Tegen den morgen sluimerde zij in en droomde
ernstig ter sprake gekomen, doch gelukkig heeft
de muzikale meerderheid besloten, dat die styl
wel degelijk stichtelijk was en dus behouden
moest blijven.
Dat was tijdens Palestrina's verblyf te Rome.
Wanneer de heer Brugman nu beweert dat de
Gregoriaansche zang alleen mag worden toegelaten
omdat die in de kerk ontstaan is, en dat de
muziek in Palestrinastijl wel een klein plaatsje
daarnaast mag hebben omdat die meester hoofd
zakelijk Gregoriaansche melodien bewerkt heeft,
dan stelt hij zich bijna op een even achterlijk
standpunt als de onmuzikale groep, die indertyd
voorstelde die meerstemmige werken uit de kerk
te bannen.
Wanneer de muziek vars de kerk een plaats
inneemt, dan moet men die ook van een muzikaal
standpunt beoordoelen en dan is het niet alleen
de traditie, die den doorslag moet geven, doch
vooral het karakter van de werken, welke men
doet hooren.
Dat heeft de heer Brugman blijkbaar niet
begrepen. Mijn artikel was geschreven naar
aanleiding van de uitvoering vanBach's Johannis
Passion. Zoowel Bach als Palestrina hebben den
strengen kerkstijl tot de hoogste ontwikkeling
gebracht. Toen ik dus van kerkmuziek sprak,
had ik alleen muziek van een echt kerkelijk karakter
op het oog. Dat een lezer uit mijn artikel zou
opmaken dat ik wereldsche en kerkelyke muziek
synoniem acht, is mij ten eenenmale onver
klaarbaar.
Men kan uit al mijn vroegere artikelen weten,
dat ik steeds tracht zoo nauwkeurig mogelijk te
onderscheiden.
Doch de heer Brugman heeft & tout prix eens
een pleidooi willen houden voor de Gregoriaan
sche muziek in de kerken. Dat is zeer loffelijk,
want nog in veel te weinig katholieke kerken
wordt die muziek naar waarde geschat.
Het spijt mij alleen dat h\j een verkeerde ge
legenheid heeft aangegrepen om dit te doen en
dat hij niet voldoende ten strijde toegerust is
gekomen, want de aangehaalde argumenten zijn,
voor zoover ze juist zijn, zoo oud en bekend
(voor bijna dertig jaar heb ik de beweging voor
het herstel van den Gar;naauschen zang reeds
gevolgd) dat ik niet begrijp dat hij met die argu
menten mij meent te kunnen bekeeren.
Ik ben het dus niet geweest die een onjuiste
voorstelling van de katholieke kerkmuziek heb
gegeven, doch wel de heer Brugman, die de muzi
kale eischen van de kerkmuziek bijna geheel over
het hoofd ziet en die niet schijnt te weten, dat
in andere landen, in die kerken waar alle muziek
in vrijen wereldschen stijl streng wordt geweerd,
naast den Gregoriaanschen zang een zeer ruimen
plaats aan de werken niet alleen van Palestrina,
doch ook van de oudere Nederlandsche. Italiaan
sche en andere meesters wordt gegeven.
Doch bij ons stuiten wij eenigzins op de be
zwaren van het middelmatige gehalte van vele
onzer kerkkoren.
Wanneer de heer Brugman te Parijs komt
moet hij eens een dienst in de Eglise St. Gervais
bijwonen waar uitsluitend in strengen kerkstijl
wordt gezongen, dan zal hij begrijpen wat er ten
onzent nog te doen valt op dit gebied en inzien
in welke richting moet worden gearbeid. Over
deze kwestie is heel wat te zeggen en zij verdient
voorzeker in de hoogste mate de aandacht, doch
het onschuldige aangehaalde zinnetje, waarvan
ik aecn woord tenuj neem, kon allerminst aan
leiding tot deze polemiek geven, wanneer het
geheele artikel goed gelezen en begrepen ware.
Wanneer de heer Brugman zóó streng is wat
de oorsprong van de kerkzangen betreft, dan
moet hij het ook sterk afkeuren dat de Grego
riaansche zangen met orgelbegeleiding worden
gezongen. Wel is o. a. in de Duitsche uitgave
een strenge harmonisatie toegepast, doch de
oudste wijze van harmoniseeren is van veel
lateitijd dan de muziek van Gregorius.
Wie dus de kwestie alleen van een traditioneel
of historisch standpunt wil beschouwen, komt
soms tot resultaten, die den invloed op do stichting
van de kerkbezoekers van onzen tijd zeer zouden
verzwakken.
VAN MJLI.K,EN.
jllllimillltllllMMIIimilllllimimMHIIIMIIIIIHIIimilllllllllimilllllMllllflIIII
van Chauncey Lothrop.
De rit naar Henley den volgenden dag scheen
eindeloos. Eveuzoo schenen de nummers, die de
race tusschen Baldwin en Oxford voorafgingen.
Clo verwonderde zich, waarom zulke flauwe, on
beduidende races op het programma werden gezet.
Geen sterveling maalde een zier om de laatste
match voor Ihe Diamond Sculls. Waarom maakten
ze niet wat meer haast met het eenige glanspnut
van den geheelen wedstrijd?
Dien geheelen morgen kwam Chauncey niet in
haar nabijheid. De instructeur zorgde ervoor.
Nummer zeven stuurt de race in 't honderd,"
bromde hij.
Tegen 6611 uur werd de baan ontruimd voor den
internationalen wedstrijd. Clo zat verlangend aan
den waterkant naar de verschijning der twee achten
om den hoek uit te zien. Toen zij in het gezicht
kwamen, kon zij haar hevige opgewondenheid niet
langer bedwingen. Zij sprong op haar stoel en
tuurde naar de booten. Zij kon ze goed onder
scheiden. Daar kwamen ze aan Baldwiu
vóór.
Zeven was hun zwakste man bij het baantje
trekken," riep een stem dicht naast haar uit. Zijn
slag is beter vanmorgen." En zij bloosde van ge
noegen; want zeveu was Chauncey Lothrop.
Tegenover het grasveld maakten de Oxfordlui
een kranige spurt. De toeschouwers juichten;
kreten van Baldwin! Baldwin!" klonken door de
lucht, gevolgd door even luide kreten van Oxford !
Oxford!" Baldwin is op," merkte iemand aan,
,/Oxford is zoo frisch als een hoentje! De Ameri
kanen zijn goed, maar zij houden 't niet zoo lang
uit als wij!" Toen, dicht bij de eindpaal, schoten
de Engelschen vooruit en een oorverdoovend ge
jubel: Oxford! Oxford! Oxford!" doorkliefde de
lucht.
jWie heeft gewonnen?" vroeg Clo bevend.
Oxford, met een halve bootslengte," antwoordde
de generaal opgetogen.
Het was een roemrijke overwinning. Maar de