Historisch Archief 1877-1940
No 1053
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Een sociaal vraagstuk.
Aan mevrouw wed. A. E. T. Coster, die onder
den titel »de handen ineengeslagen" een hoofd
artikel schreef in 't Familieblad No. 409, komt
de eer toe nog eens de dienstbodenquaestie ter
sprake te hebben gebracht, een zaak, belangrijk
genoeg, naar 't m\j voorkomt, om uitvoeriger te
?worden besproken, opdat straks onze vrouwen
werkelijk de handen ineen slaan tot verwezen
lijking van een schoon plan, waarvan de vol
voering onzer maatschappij slechts ten goede zal
kunnen komen.
Al ontveins ik niet, dat Mevr. C. niet vrij te
pleiten is van overdrijving, ik ben het nochtans
met haar eens, dat het bekende »there is
some'thing rotten in the state" almede van toepassing
is op de dienstboden-wereld. Zeer zeker is er
veel overdrevens in het geklaag der Mevrouwen
over dat getob met haar meiden, een
ditnstbode afgehaald door haar 'galant, voorzien van
twee fietsen (waarom nam hij geen tandem?), of
«en keukenprinses, rustend op den divan, zich
koelte toewuivend met een waaier 't kan zy'n,
dat men ze in Amerika zóó aantreft, te onzent
is de toestand zóó erg toch zeker nog niet, al
valt het niet te ontkennen, dat er vaak reden is
om te zeggen, dat het al erg genoeg is: erg ge
noeg om de handen ineen te slaan tot oprichting
van eene vereeniging van dames, die zich ten
doel stelt met krachtige middelen te bevorderen
de verbetering van het gehalte onzer dienstboden.
Of de goede wil van hen, die zich voorstellen
in deze werkzaam te zijn, afstuiten zal op den
?onwil van hen, wier belang wordt bedoeld ? Aan
Mevr. C. heeft de ondervinding geleerd, dat goed
heid, hartelijkheid enz. tegenover de
hedendaagsche dienstboden boter aan de galg gesmeerd
is ik voor my ben zeker, dat dit wel niet
aller ervaring zal zijn en dat de geachte schrijfster
de zaak wel wat donker inziet, om nu maar niet
te zeggen, dat zy niet vry schy'nt van verbittering
Volkomen ga ik met haar mee, waar zy beweert,
dat de dienstboden-quaestie een sociaal vraagstuk
is, dat wel degelijk overwogen moet worden en
ter harte genomen.
Immers die meisjes zy'n de toekomstige vrouwen
van onzen werkmansstand, van haar hangt voor
?een goed deel af het lot van dien stand, met
haar hangt samen het leven en het geluk van
den werkman en zy'n kind.
Het nuffig, praatziek Kaatje (dat zich reeds
beleedigd acht door haar naam en dien herdoopt
in Cato), dat in haar vrijen tyd niet denkt aan
't zelf hanteeren van naald en breipen, maar
baakt naar uitgaan, en zich opschikt zooveel z\j
kan, alle allures aanneemt van een dame,
geganteerd en geparasold de aandacht tot zich tracht
te trekken van den jongen man, wiens stand
noch inkomsten toelaten, dat hij een dame huwt,
maar die noodig heeft een eenvoudige, arbeid
zame, degelijke vrouw dat nuffig, pronkziek
Kaatje (pardon, Catootje) zal een ongeluk worden.
voor haar man, geen goede moeder zy'n voor
haar kinderen, geen vrouw passend in den stand,
waarin zy zich straks geplaatst zal zien.
En dan vooral ook dit niet te vergeten
hoe vel en van die soort meisjes werden slachtoffer
van dat groot monster, dat prostitutie heet! Juist
doordat zij den eenvoudigen fatsoenlijken werk
manszoon den nek toekeeren en zich inbeelden,
?dat voor haar iets beters is weggelegd, geloovende
HflimilllHIIIIIIIIIIIIIII
7de Jaargang. 29 Augustus 1897.
3Ï.B. Veranderd adres van den redacteur tot
15 September: Kampersingel 46, Haarlem.
Verzoeke oplossingen aan dit adres te zenden.
«IIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIII1IIMIIIMII1IIIMIIIMIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIHMIIIIIN
CORRESPONDENTIE.
X. te A. Verzoeke beleefd Weekblad van a. s. Zon
dag te zenden aan : Pastor J. Jespersen, Svendborg,
Daumark.
Vervaardigd voor den 6n Halfjaar!. Internationalen
probleemwedstrijd in dit blad.
No. 398 van pastor J. Jespersen, te Svendborg.
Mat in vier (4) zetten.
abcdefgh
dat zy boven diens stand verheven zijn, worden
zij straks de dupe van haar ijdelheid, dupe van
't bedrog van dezen of dien gewetenlooze, die
haar ten val brengt, zóó, dat de eenige uitweg
wordt, zich te werpen in de armen der ontucht.
Men moge soms te hoog opgeven van den goeden
ouden tijd, zooveel is zeker, onze
dienstbodenstand is er uiterlyk wel, maar zedelijk niet op
vooruitgegaan. De loonen werden zooveel hooger,
de japonnetjes werden zooveel sierlijker, maar
de linnenkastjes staan ledig en verlaten, en
menige dienstbode van onze dagen brengt haren
echtgenoot eer een parasol en voile dan een bed
en tafel mee ten huwelijk.
En erger nog: zy mist die degelijkheid, die
bouwt het huis haars mans, welke laatste zeer
zeker dan ook niet zelden, door schuld der vrouw
buitenshuis gaat, als hy in huis niet vindt, wat
hy gehoopt had er te zullen vinden.
Dames, die oprichten willen «n zich aansluiten
by eene vereeniging tot verbetering van het
zedelyk gehalte onzer dienstboden, zullen een
goed werk verrichten, mits zy de juiste middelen
beramen om hun doel te bereiken.
Ik voor my zou 't voorbeeld, dat Duitschland
en Frankryk geven, niet gevolgd willen zien te
onzent; boekjes, door de politie uitgegeven, voor
zien van getuigschriften van dames, wier dienst
werd verlaten, daarin zie ik niets.... dergelijke
maatregelen treffen zelden doel, en werken als
zy werken door dwang. Ik geloof, uut persoon
lijke invloed slechts verbetering kan aanbrengen.
Vrouwen en dienstboden staan in menig huis
tegenover elkaür, als op voet van gewapende
vrede; neen, daar moet komen wederzy'dsch ver
trouwen! Daar moge een zekere afstand tusschen
beiden zijn, een klove mag tusschen hen niet
bestaan. Waarly'k een huisvrouw vernedert zich
niet, als zij zich leidsvrouw betoont van haar
onderhoorige. Daar moet van de vrouw des huizes
zedelyke invloed uitgaan op haar dienstboden,
die zy nooit beschouwen mag als werktuigen of
werkkrachten slechts, maar veeleer als leden des
gezins.
Onze vrouwen vergeef my, dames, deze be
risping dienden ook nog iets anders voor hunne
gedienstigen te doen, dan het geven van vrije
avondjes. Zy konden toezien op het gezelschap
harer dienstboden, te rade gaan met de ouders,
waar dat noodig bleek, zorgen voor goede lectuur
in de keuken, wyzen op gebreken of hebbelijk
heden, zonder daarbij hard te zyn of uit de hoogte
te spreken .... in n woord, daar moest tusschen
meesteres en dienares meer vsamen-leving" zijn,
en 't leven zou er voor beiden aangenamer en
het huis voor allen, die er in wonen, gezelliger
door worden.
Maar wat is er te verwachten van hei meisje,
dat op jeugdigen leeftijd het huis van haar ouders
verlaat, om te komen in het huis van vreemden,
die haar altijd als vreemde behandelen en zelf
alty'd vreemd blyven? Wat is er te verwachten
van het meisje, dat, dryvend op eigen wiek,
zonder vorming of leiding opgroeid, kijkend en
luisterend naar andren. onkundig ala zy zelve
van de eisenen en plichten des levens, niet in
't minst voorbereid op 't innemen van die plaats
in de maatschappij, die haar, als vrouw eerst,
als moeder dan, de hoogste verplichtingen oplegt?
Inderdaad, het is een zaak van maatschappelijk
belang, het lot onzer dienstboden ons aan te
trekken, hun gehalte te verbeteren, hun geluk
en daarmee het geluk in de toekomst van
man en kind te bevorderen. Maar 't is niet
alleen een zaak van maatschappelijk belang
't is evenzeer een daad der waarachtige humaniteit!
F. W. DKIJVEK.
IIUIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIMIMIIIIIIMIIIIIIIHIimillllllllllllllUHIIIIIIIIIIItUn
Oplossing van No. 396 (Jespersen).
l D a7 enz.
Opgelost door C. Kockelkorn, Keulen (21/2); C. T.
v. Ham, Kralingsche Veer (2); L. A. Kuijers, Am
sterdam (3); H. Mendes da Costa, Amsterdam (2);
H. H. v. d. Goot, Harich (2); Joh. M. Keuning,
Beetsterzwaag (21/5); B. v. Krimpen, Rotterdam (3); P. D. v.
Zeeburgh, Groningen (2); W. Albregts, Amsterdam
(11/2); G. Hovinga, Finsterwold (2); R. S.
Schortinghuis, Finsterwold (31/s); D. L. A. Heinsius, Hoorn (3).
Beoordeelingen (No. 396).
Die Verführung ist hier nur Schein, auch bietet
die Idee nicht viel nenes, doch ist sie gefallig und
sauber ausgeführt. C. Kockelkorn.
Een goed dreigprobleem, waaraan ik een 4 zou
toekennen, indien ook de werking van R C 8 nieuwe
varianten schiep en er na P b 6 geen dual" ware.
L. A. Kuijers.
't Prijsgeven van den T op den In zet is goed.
Jammer dat de D bijna uitsluitend Kaadsheerdieosten
bewijst. C. T. v. Ham.
TWEEDE NAT. CORRESP.WEDSTRIJD.
Overwinnaarsgroep.
Zesde zet van Wit.
Partij
No.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
R e7:
P f3
R c6:
R c6:
R b5f
P c3
0-0
R c6:
D e2
c3
P f3
R e2
P e5:
Rg5:
0-0
Partij
No.
16.
17.
18.
19.
£0.
21.
22.
23.
24.
25.
26.
27.
28.
29.
30.
P c3
1.4
P e5:
T gl:
P c3
R d2
D e4
0-0
P d2
P f3
d3
P c3
P d4
d4
R c4
Partij
No.
31.
32.
33.
34.
35.
36.
37.
38.
39.
40.
41.
42.
43.
44.
45.
fe5:
Rb3
R f4
d4
Rh4
d3
cd4:
c3
edö:
R d3
P e3
edö:
R d3
D d4:
R c4
Grosthuizen, 20 Aug. '97
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiifiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiniiiir
Amsterdam, 4 Aug. '97.
Waarom moeten wil altijd achteraan tomen?"
Mijnheer de Redacteur!
Mag ik u een plaatsje voor het volgend
schrijven verzoeken?
De boven aangehaalde woorden kwamen mij in
de gedachte, toen ik in een der dagbladen las,
hoe in Frankrijk een beweging op touw wordt
gezet tegen het fooienstelsel. Een ander meer
opbeurend gevoel had ik tevens in de voldoening,
dat ik voor my ten minste getracht had iets mee
te helpen aanbrengen tot mogelijke verandering
in dezen ook by ons.
Niet dat ik zoo onberedeneerd en onpraktisch
ben mij voor te stellen, dat na eenig geschrnf
over het fooienstelsel er zekere kans, ja moge
lijkheid op is, dat nu op eenmaal ieder van de
onwettigheid van het bestaan daarvan overtuigd
zou zyn. Van den grooteren of kleineren invloed
dien vroegere besprekingen of geschrijf hierover,
reeds uitgeoefend mogen hebben, dus van het
ry'p zy'n van den tijd tot reeds daadzakelijk
optreden in dezen hangt het af, of wy ook in
ons land meer zuivere idees in dit opzicht
spoedig mogen tegemoet zien. Toch zou ik denken
dat ook in de abstracte wereld, even goed als in
de werkelijke by' ziektegevallen, men soms te lang
kan wachten op het rijp zy'n van de zeere plaats
en te schroomvallig wezen om het lancet in de
wonde te zetten.
Na reeds in der tyd (No. 25 April 1.1.) mijne
bemerking omtrent die mij vreemd gewordene
gewoonte door u opgenomen te hebben gezien,
zou ik nu, nadat het dienaangaande later door
mij u toegestuurde te omvangrijk is geoordeeld,
nog gaarne iets in verband hiermede te berde
brengen.
Met my'n volle sympathie schy'nt men in Frankrijk
die fooiengeschiedenis ook uit een vooral voor
den bediende vernederend standpunt te beschou
wen. Trouwens dit kan niet anders en men moet,
evenals ik zelf vroeger ook, door den sleur der
gewoonte het heel natuurlijk hebben leeren vinden,
dat een koffiehuisbediende by het terugbetalen
van geld er een aparte rekeningstudie schijnt op
na te houden, te oordeelen naar de eigenaardige
manier waarop hy het geld uit den zak haalt,
vervolgens in verschillende vormen op de vlakke
linkerhand uitspreidt en wanneer het niet met
de zich toegedachte fooi klopt u weifelend toe
reikt, om zulks voor het eerst weer ziende, niet
dadely'k te zeggen, »dat zyn my bezuinigings
rekeningen, waarvan ik niet begryp hoe die
eigenlijk in een eerlijk man's hoofd op kunnen
komen en tevens door fatsoenlijke menschen in
praktijk gebracht worden." Doch de gewoonte is
een tweede natuur en daarom ageeren en nog
eens ageeren in dezen en wie weet hoe of onze
oud-Hollandsche eerlijkheid van uit de diepte
in ons binnenste weer naar boven komt.
Is eenmaal de overtuiging gevestigd, dat het
een zoowel den koffiehuishouder als den bediende
onwaardig inkruipsel is en een zoo ingewortelde
gewoonte, dat het misschien weinigen in de
geOp Woensdag 25 Aug. gaf de redacteur in de Amst.
Schaakclub een blindséance van 6 partijen, die door
circa 70 belangstellenden werd bijgewoond. De uit
slag was dat de blindspeler 5 zijner tegenstanders
overwon en oen partij (aan den heer Vos A. S. C.)
verloor.
Dank voor de attentie aan de heeren die mij ge
luk weuschten.
A, B. De verbetering R c5 was van mij, daar ik
een schrijffout vermoedde.
J. J. S.
Vereenigd A.mst. Schaakgenootsohap Caféde Roode
Leeuw, Vijgendam 22. Speelavonden Dinsdag en
Zaterdag, 8?12. Jaarl. contributie ? 6.
't V. A. S geeft voortaan toegangkaarten uit a ?3,
welke een jaar lang geldig zijn.
Amst. Schaakclub De Karseboom", Kalverstraat
's Maandags, 8?12. Contributie / 3.
College Zeemanshoop (Dam), alle middagen van
l?5 uur eu Zaterdag 's avonds voor ge
ntroduceerden en buitenleden.
Het Rotterdamsch Sehaakgenootschap houdt bij
eenkomst des Woensdags en Zaterdagsavonds van
8 11 uur, in het Rotterdamsch Leescabinet* Daar
enboven dagelijks gelgeuheid in de namiddaguren
in bovengenoemd locaal.
De Nieuwe Kotterdamsche Schaakclub vergadert
Dinsdagavond en Zaterdagmiddag in CaféRondeel",
Hoogstraat.
De hier volgende partijen werden in de afgeloopen
week te Amsterdam gespeeld.
WE ENER PARTIJ.
Wit.
R. J. Loman.
l e4
2 P c3
3 g3
4 R r2
5 P ge2
6 h3
e5
P f6
R c5 .
P c6
<16
Bd7
Zwart.
L. Gans.
Deze ontwikkelingswijza
is niet aan te bevelen,
daar de a-toren niet tot
ontwikkeling komt. De
juiste voortzetting is 6
R e6 7 d3, D e7 (niet
D d7, wegens f4) enz.
dachte komt, dat men eigenlijk volstrekt geen
recht heeft over onbillykheid van Regeering in
het verleenen van al of niet vergunning of stellen
van hoogere of lagere vergunningsrechten te
klagen, wanneer men zelf geld tracht te maken
op zulk een in waarheid op oneerly'kheid ge
gronde en eigenlijk brutaal te noemen wijze.
Spoedig zal in Holland evenals in Amerika »het
geven vari fooien" uitzondering in plaats van
regel zijn.
Zooals reeds in het No. van 30 Mei 1.1. door
den heer J. uit E. werd herinnerd, hoe hy te
Chicago gezien had, dat men het verteerde op
een bon, aan den kassier by den uitgang betaalde,
is zulks, naar ik bijna zou durven beweren, voor
geheel Amerika geldig, ten minste wat de con
sumptie in de restaurants en eetgelegenheden
betreft.
Overal toch waar ik gedurende mijn langdurig
verblijf in Amerika vertoefd heb, Grand Rapids,
Milwaukee, Chicago, andere plaatsen die ik door
trok, in grootere en kleinere restaurants, kry'gt
men van den bediende, die het een of andere
te consumeeren ons aanbrengt, een cheque (zooveel
als bon) met het bedrag, hetzij gedrukt of ge
schreven en betaalt daarop den kassier, gewoonlijk
aan den uitgang van de localiteit geplaatst met
het zich zelf controleerend kasregister.
Eenigszins anders is het in de koffiehuizen,
beter nog de saloons (de eigenlijke bier- en
whiskeyhuizen), daar men in Amerika een zeer
nauwe grens trekt tusschen een restaurant (hiermee
gewoonlijk bedoeld een
temperance-geheelonthou3ia<7S-etensplaats) en een bierhuis, waar dikwijls
ook tevens restaurant gehouden wordt, maar
waarvan meestal slechts gebruik gemaakt door
de minder beschaafden en ontwikkelden.
Is zulk een saloon uitsluitend drinkgelegenheid
dan betaalt men gewoonlijk aan de bar (toonbank),
hetzij men daar iets gebruikt, hetzij men aan
een tafeltje heeft plaats genomen.
Van fooien alzoo nergens sprake; wel hoeft
men daar ook in gebruik het zoogenaamde treaten
(to treat-tralcteeren) waaraan dan ook de buffet
houder deel heeft en ook het dobbelen for a
drink?voor een dronk (een glas bier of anders
zins) is zeer algemeen.
Dat nu deze manier van doen door eenige kans
om nog een extra profijt)e te krygen van den
kant van den kastelein, ook niet zoo zeer net
kan genoemd worden, behoeft geen betoog.
Hoe het zij, van harte hoop ik, dat spoedig
op de een of andere wijze by ons, dat fooien
stelsel zyn recht van bestaan moge verloren hebben.
Toch zou ik niet van meening zyn, dat de
wyze om de fooien te niet te doen zou zijn,
geheel opheffing er van daar men vooralsnog op
die wyze menigeen, zoowel baas als knecht in
groote ongelegenheid zou kunnen brengen; mij
dunkt als overgang zouden de bezoekers kunnen
aanvangen, zooveel mogelyk oordeelkundig deze
uit te reiken en wel degelijk meerdere of mindere
moeite van den bediende daarbij, alsmede het
bedrag van vertering in aanmerking moeten nemen.
Met den wensch, dat dit schrijven van eenigen
invloed op verandering ten goede, vooral by de
bazen zelven, de kofftehuisiiouders, moge zy'n,
zoodat in het gunstige geval, men weer niet van
ons behoeft te zeggen, »zy hebben het weer eerst
moeten afzien," maar dat in een met Frankryk
verschillenden vorm deze onhebbelijkheid door
ons eigen initiatief zal bestreden zyn, teeken
ik mij, dankend voor de plaatsing,
Hoogachtend,
Uw dw.,
C. WARNSINCK.
miiiiiimiHimiiimiiiiiiiiniiiiiiiiHiiiMiiii ^^^
CORRESPONDENTIE.
Lezer van het Weekblad. Gelieve uw adres op
te geven.
7 0-0 D c8
8 K h2 P d8
Beter was 8?h5, wat
f4 tegenhoudt , wegens
't antwoord P g4 f.
9 ft
10 fe5:2
Sterker was
P d6: 19 e5 en 20 D f3.
h5
de5:
l* g4 f>
ed4 :
P c6
P e5
P g;8
12 P d4:
13 R e3
14 P do
P g4: f 16 K hl, P e3:
17 D f3, P fl: 18 T f 1:
met sterken aanval.
15 R f4 R d6
16 c4 h4
17 £4 KÖ!
P c4:? dan 18 R d6:,
TWEEPAARDSPEL
Wit.
L. Gans.
18 R e5:
19 K hl
20 P f3
21 D d4
22 P eó
23 D c3
24 T adl
25 P f7:!
26 D gr7
27 P f4:
28 e5!
29 D h7
Beter was
T ael enz.
30 D e4
31 T f3:
R e5:
Dd8
Rg3
T h6
c5
R e6
D b8
R f7:
R f4
h6
c7
30
f3
T e(»
32 T f7: Opgegeven.
IN DE NAHAND.
Zwart.
R. J. Loman.
l e4 e5
2 P f 3 P c6
3 R c4 P f 6
4 P g5 d5
5 ed5: P a5
6 R b5 f c6
7 dc6: bc6:
8 R e2 h6
9 P f3 e4
10 P eó D c7
11 f4
Of 11 d4, Rd612Rd2,
0-0 13 f3! enz.
11 R c5
Dit houden wij voor
sterker dan R d6.
12 d4?
De juiste voortzetting
is 12 c3, P b7 enz.
12 ed3: e.p.
13 P d3: R b6
14 P d2 0-0
15 b4 P b7
16 e4 R d4
17 R b2 R b2:
18 P b2: D f4:
19 P f3 T d8J
Hier slaat Zwart de
plank mis. 19?T e8
was de zet. Zwart zag
over 't hoofd dat R e2 op
den 2!n zet niet ge
nomen kon worden.
20 D cl D e4
21 0-0! R g-i
22 D c3 P d6
23 T ael R f3:
24 R f3: D g6
25 R e6:
en Wit won door zijn
pionnenovermacht op den.
D-vleugel.