De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1897 12 september pagina 4

12 september 1897 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1055 er een oud gebouw is afgebroken, een gracht is gedempt, boomen zyn omgehakt, of poorten zyn geslecht. Hoeveel schade deze brand aan de Rhenensche toren wel aangericht heeft, weet ik niet, maar ik wil hopen dat er ten minste een deel van is blyven staan, dat door goede zorgen mogelyk tot een geheel zou te restaureeren blyken. TH. MOLKENBOEE. De Boeroe-boedor. Het is opmerkelijk in een fransch tijdschrift, het supplément littéraire van de Indépendance Beige van Zondag 5 Sept. j.l, van de hand des heeren Jules Leclercq een wel is waar zeer alge meen?, maar bijzonder duidelyke beschry ving van een van die monumenten uit onze Oost te vinden, die ons het meest aan het hart moesten gaan. H\j beschrijft een bezoek dat h\j aan dezen merkwaardigen Hindoe tempel bracht, waarvan velen gehoord hebben, maar waarvan zeker weinigen de beschrijving kennen en de plaats waar zy ligt. Daarom is het misschien niet ongewenscht even een klein overzicht van dit merkwaardige gebouw hier te laten volgen Daze tempel, die door Hindoes (waarschijnlijk uit het noorden van Voor-Indiëgekomen) dicht b\j Djokjokarta op Java gesticht werd, dateert naar alle waarschynlykheid uit de achtste eeuw van onze jaartelling. Ze is in negen terrassen tegen een berg gebouwd, die uit haar natuur een regelmatige, vierzydige pyramide tot vorm had. De zes eerste terrassen hebben een veelhoekigen vorm, de drie bovenste een ronden. De in de nabyheid gelegen vulkanen (o. a. de Merapi) gaven het materiaal voor den bouw, een poreuze, grijze steensoort De onderste terrassen, die naar de vier windstreken georiënteerd zijn, hebben een veelhoekigen grondvorm, of liever zig-zag loopende kanten, zoodanig dat het aan tal zijden zes en dertig bedraagt. In het midden van iedere zijde is een trap aangebracht die naar het volgende terras leidt, en wel zoo dat de groote dagóba het middenste en hoogste punt vormt (kapel, waar de asch van Boeddha heette bewaard te worden). De terrassen worden door ringmuren omgeven en zyn geplaveid met platte steenen zoodat zy, ieder voor zich, een rondloopende galery om het heele gebouw vormen. De bo venste en ronde terrassen hebben drie rijen nisvormige indiepinger, waarin een Boeddha beeld geplaatst is. Op dit oogenblik zyn daar evenwel de grootste helft van verwoest en weggenomen. En het geheele gebouw convergeert in maten en pymbolische voorstellingen, beelden, gedrochten en sculptures naar de groote en middenste dagóba, (tempel) het heiligdom, waar in vroeger tijden duizenden Boeddhistische pelgrims naar heen getogen zyn. Het doel van dit grootsche gebouw, zeker het meest voorname monument wat op Java door het Boeddhisme gesticht werd, is hier mede be paald, en de beeldhouwwerken en prachtige oostersch-ryke versieringen duiden dit meer dan duidelyk uit, het is de bedevaartplaats voor heel die landen, het oord waar men de asch van Boeddha, den verlosser, kwam vereeren. De beschrijving van den Belg is zakelyk en algemeen, en vooral enthousiast, zooals een ieder schryven zyn zou, by' het aanschouwen van zoo schoone monumenten in een zoo prachtig land schap. De nederlandsche regeering heeft dan ook niet nagelaten een groote collectie photographiè'n naar dit merkwaardige monument te doen vervaardigen, welke evenwel te weinig bekend mogen heten. Maar hoe jammer is het, ook in deze beschrij ving van een onpartydig beoordeelaar te moeten lezen, dat ook hier schandelijke verwoestingen zijn aangericht en veel beeldhouwwerken zijn gebroken of meegenomen. De Boeroe-boedor is een van de meest belangryke monumenten van onze overzeesche be zittingen. Zou het dan ook niet meer dan noodig zijn dat dit in Nederland beter bekend ware, MmniiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii uitgebloeid. Hij rolt een sigarette, terwijl hij peinzend door de smalle paden loopt; hij denkt nog steeds aan den fameuzen schat. De klerk gelooft er wel niet vast meer aan, maar min of meer toch nog wel. Hij herinnert zich de uit drukkingen in de agenda: De heeren van't gerecht met hun grijpklauwen zullen overal snuffelen, maar niets vinden.... of over een jaar of tien misschien... Dan zal mijn fortuintje den vinder gelukkig maken." vHoe kon Platon arrade dit dan zeggen? Als de schat bestaat, kan hij niet op een onbereikbare plaats zijn. arrade ging dus bepaald van de veronderstelling uit, dat het niemand zou invallen op de plek te zoeken waar hij is?.... Maar neen, dat kan toch ook niet, want alles is onderzocht, meubelen, vloeren, muren.... alles? Is er niets overgeslagen ? Neen .... Hoewel in de keuken en ia het berghok daarnaast is het minst gesnuf feld. Kom! 'k ga er uog eens voor 't allerlaatst heen." In de keuken kwam hij tot de ervaring, dat vrouw Viersot alles nauwkeurig had doorzocht. De tegeltjes achter liet fornuis, de bakken van den vloer waren losgebroken, de rieten zittingen uit de stoelen gesneden; stoven en ander klein keukeugerij in stukken gezaagd. Het ontmantelde buffet hing nog slechts losjes in elkaar. Quertier ging vervolgens naar het berghok, een langwerpige, kale, vochtige ruimte, die bijna leeg was. Er stond niets anders dan een schrijuwerkersbank met de bijbehoorende gereedschappen en op den grond een klein ebbenbouten hoektafeltje. Quertier bekeek de gereedschappen, woog ze op de hand en veegde het stof aan zijn mouw ervan af. Hij herinnerde zich dat de taxateur had op gemerkt hoe fijn en goed onderhouden ze waren, «echte spulletjes van een kabinetwerker die zijn vak verstaat." Och ja, dat's waar ook," zei hij in zichzelven, ,Tarrade ztgt ergens in zijn agenda, dat het eenige wat hem na den ondergang zijner ouders voor armoede heeft bewaard geweest is, dat hij het vak genoeg meester was, om bij een meubelmaker te gaan werken. Dan kon hij dat kastje ook wel zelf en dat men, in afgietsel minstens, groote ge deelten van dit kostbare monument een zoo wel verdiende plaats in een van onze Nederlandsche musea aanwees ? TH. M. Het laatste nummer van Elsevier's Maand schrift, bevat een artikel over Alfred Stevens door Pol de Mont. Bij de firma E. J. van Wisselingh & Co., Spui 23 is tentoongesteld een schildery van Michel: Landschap. nillllllllll i nlllllimimimilllllil iiinili llllllllllllll Manareth Oliitat t. Een der beminnelijkste romancières, door het Engelsch en Europeesch publiek jaren lang met de trouwste aandacht gevolgd, is met Mrs. Margareth Oliphant van het tooneel verdwenen. Men weet dat in Engeland de roman bijna geheel in handen der dames is, en als sinds zoolang; toen George Sand het nog noodig vond een vrouwennaam aan te nemen, schreven in Engeland tal van vrouwen onder haar eigen naam en zonder schade voor haar positie in society; integendeel. Dit is steeds verder gegaan, en ook vrouwen talent geldt tegenwoordig als een titel tot toe lating in de meest exclusieve van alle maat schappijen ; ofschoon men zich misschien verwon deren kan, dat de vrouwen van talent op toelating in een kring waarin niet talent of persoonlijke waarde als hoofdverdienste geldt, eenigzins gesteld kunnen zijn. Wat Mrs. Oliphant betreft, haar populariteit berustte niet, zooals by eenige harer meest ge vierde zusters, in het zorgvuldig in- en uitwikkelen van een spannende intrige; zij maakte ernstige karakterstudie's, zy bezat veel intelli gentie, veel geest en verfrischte haar talent in degelijke historiestudie. Als vele der voornaamste Engelsche schrijfsters, George Eliot, Mrs. Humphry Ward, en anderen, hield zij zich veel met de religieuse stroomingen bezig, die in het Engelsche leven zoo werkzaam zijn ; hare hoofdfiguren hebben meestal den ernstigen wil tot iets goeds en edels; zij zoeken naar waarheid en licht. Als haar voor naamste werk geldt in Engeland The CronicJea of iiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiitiiiiiiiiiiiliimiiiitiiiifimiiMiniiiiiiiiimiiiiMMiiiiiiii gemaakt hebben .... Ja, 't is haast zeker, want daar liggen nog blokken mahonie- eüebbcnbout eu het ding is te zwaar om niet massief...." Eensklaps kreeg hij een ingeving. //Als de schat bestaat, is hij daar! Verborgen tusschen dubbele schotjes of iets van dien aard!" Zonder verder bedenken het meubel optillend, zet hij het op de vensterbank en begint, liet te onderzoeken. Met een schaar klopt, eu tikt hij aan alle kanten, maar overal geeft het tafeltje den zelfden doffen, korten klank. Wat drommel! ' roept Quertier zich op de lippen bijtend. ELÜn, de erfgename komt toch nooit te weten, dat ik het ding kapot heb ge maakt .... Ik zal er het beslag en de oplegsels eens afnemen, 'k Wil er haring of kuit vau hebben Het eerste belegstuk, een gebeeldhouwde eikentak, zat stevig vast en niets verried dat daar onder eeu geheime bergplaats was. Het tweede evenzoo, maar het derde liet zonder eenige moeite los en daaronder zag de klerk heel duidelijk twee evenwijdig loopeude strepen, ongeveer ecu ceiuimeter van elkander verwijderd. In het midden bevond zich een heel klein gaatje, precies een wormgaatje. Driftig grijpt, Quertier een speld, buigt, de punt een weinig haakvormig om, steekt die in het gaatje en trekt. Hij hoort iets vallen en het hout glijdt onder zijn vingers weg. 't Is wel degelijk de lang gezochte bergplaats. J'lat, stevig op elkaar gedrukt, sluimeren daar de bankbiljetten, mo-jie bankjes van duizend francs. Quertier is eerst van vreugde opgesprongen; daarna spreidt hij ze op de vensterbank uit er zijn er zevenentwintig-! en zenuwachtig trillend kijkt hij er naar. Daarna legt hij ze op elkaar, strijkt, ze netjes glad en steekt ze in den zak vau zijn kantoorjasje, 't Is hem een waar genot, ze door de stof heen te betasten, ze zachtjes ouder den druk van zijn vingers te voelen veeren. Sakkerloot, als vrouw Viersot nu niet in haar nopjes is, wat zou ze dan wel willen!... Maar wat kan het toch wonderlijk toegaan in liet leven, Carlingford, (1863); maar een aantal van hare Schotsche verhalen, The perpetual Curate, The ministers wife, zyn niet minder aantrekkelyk. Men gevoelt met een hoogbegaafde vrouw van ernstig karakter te doen te hebben. Mrs. Oliphant was circa zeventig, in 1828 werd zij (Margareth Wilson) te Walliford in Midlothian geboren. Haar jeugd bracht zij op de hooglanden door, en dezelfde liefde voor de Schotsche natuur en het Schotsche familieleven die uit Burns en Walter Scott spreekt, gloeit door tot in haar la tere werken; Lillies leaf, The house on the Moor, The laird of Norlaw roepen naar Schotland, naar het pittige ouderwetsche land, waar de melan cholieke romantiek van het landschap en de gezelligheid van het huis, de droomerij en het strenge plichtgevoel, zoo wonderlijk naast elkaar staan. Giacomo Leopardi's onuitgegeven hand schriften. De Italiaansche regeering is op vrij zonderlinge wijze in het bedt gekomen van een aantal hand schriften van Leopardi, Bij den dood van den beroemden dichter, waren al zyne papieren bijeen verzameld door zijn vriend Antonio Ranieri, die ze zijn levenlang onder zich hield en aan nie mand liet zien. Toen Ranieri op zyn beurt stierf, vermaakte hij de handschriften aan twee oude vrouwen te Napels, die vroeger bij hem dienst boden waren geweest. Deze dames beschouwden Leopardi als een snood godslasteraar en al de werken van den dichter als onzedelijk en ver derfelijk : zij verhinderden daarom de uitgave en bleven standvastig weigeren de geschriften aan de erfgenamen van den dichter terug te geven. De bedoelde erfgenamen hadden reeds bij voorbaat de schriftelijke nalatenschap van den dichter vermaakt aan de Nationale Bibliotheek te Napels. Toen werd de regeering er toe ge bracht, de beide oude dienstboden te vervolgen wegens heierij. Ten slotte kwam het tot eene schikking. De bibliotheek is thans in het bezit der kostbare handschriften, en aan eene speciale commissie is de zorg opgedragen voor het classificeeren der verzameling en voor het publiceeren van alles, wat tot dusver nog niet was gedrukt. Nieuw brillenglas. Dr. Galezowski, te Parys, heeft in de Societ d'O/tJttJtalinoloyie een nieuw soort brillenglas vertoond, dat den naam draagt van »isometrope", en zich onderscheidt door een hoogen brekings index" (1,5778, tegen 1.521)5 by gewoon glas). Hierdoor kan, bij betrekkelijk geringe kromming der oppervlakte, een groot brekend vermogen bereikt worden, waardoor de spherische aberratie veel verminderd wordt. Wie voortdurend een bril moet dragen, weet, welk een last hem die «afdwaling" bezorgt, vooral als hij schuin, d. i. niet door het middelpunt van zijn glas moet kijken. Het nieuwe glas moet bovendien bijzonder helder en homogeen zijn. (Allg. >ned. Clrz, No. 43). Inhoud van Tijdschriften. Eii/cn Hi.iard No. 37; Langs doornige wegen. (Slot.) Moment-photograrieën uit Amsterdam, door Dr. J. E. Rombouts, met bijschriften van Justus van Maurik. De haring-eter van A. Diepraem (bij de plaat). De haring-eter, naar de schilderij van A. Diepraem. Militaire schets, een episode uit de overvalling van Anagaloeng, door Sampoen. Woudlaan, door Edw. B. Koster. Anton van Ilooy, en zijne vertolking van de Wotan-partij te Bayreuth, door Wouter Hutschenruyter, met portretten. Een eigen thuis, door J. Eigenhuis. I. Verscheidenheid: Feuilleton. Woord en Jlceld. Sept. Geluksdroom, door Jonker A. de Savornin Lohman. Circus danseressen, door N. v. d. Waay. Het oude Volk. Portret F. Tal. Conte d'autrefois. Muziek van Ed. de llartog. Reclames. 40 cents per regel. waut ik durf haa4 wedden, dat de kooper vau dat kastje uooit iets zou gemerkt hebben . . . En toch zou die volgens de wet recht op de helft hebbeu gehad . . . Verduiveld slecht in elkaar gezet, zoo'n wet, die mij niets toekent, onder het voor wendsel, dat ik ambtshalve e>' naar moest zoeken ... Wat 'u onrechtvaardigheid ! //En de erfgename is iemand voor wie haar eigen broer geeu greintje genegenheid koesterde! O, als hij hier was, Platon Tarrade, aan wie zou hij zijn geld dan geven? Aan zijn leelijke, gierige zuster, of aau mij? Zouder eeuigen twijfel aan mij. »Welnu dan, wat verplicht mij, dat geld aau zijn zuster te geven? Niemand heeft, mij gezien, en waimeer ik alles weer netjes op zijn plaats breng, zal geen sterveling ooit iets merken ! Binnen een uur of wat is de heele inboedel naar alle windstreken verspreid .. . Wel ja, 'k hoef niets anders te doen; ik loop in elk geval geen gevaar; hoegenaamd niet. De veiling duurt tot een uur of zes, eu daar ik tot het eind moet blijven, kom ik niet eer vóór morgen weer op kantoor, 'k Heb dus al den tijd om na te denken. * # O ! welk een vrecsclijken nacht heeft hij door gebracht. Welk een zware zelfstrijd! Xiemand zal het ooit, te weten komen, dat is waar; maar hij zou het, vertrouwen hebben geschonden van zijn patroon, die hem voor een eerlijk man hield . . . En bovendien, het zou hard zijn, versehrikkelijk hard... zich zelf te moeten | bekennen . . . dat men eigenlijk een schurk is ... Een schurk? Neen" denkt Quertier verder.//Ik kan geen schurk zijn, wanneer ik Tarradc's eigeu weuscli vervul: //Mijn fortuiutje zal eenmaal het geluk uitmaken van dengeen, die het vinden zal," heeft hij gezegd. //Hem gun ik het van ganscher j harte, vooral wanneer het eeu arme drommel is, l vooi' wien het leven wreed is geweest." //Hm! hm!... Ileelemaal zuiver is 't nog niet. Want, hij heeft dat nu wel geschreven, maar hij wilde toch zijn geld aau liefdadige instellingen vermaken, als mijn patroon hem niet van dat plan had afgebracht.. . mijn patroon !" Damast-Zijde es cent tot f 14.65 per Meter alsmede zwarte, witte en kleurige Heimeberg«Z1jfle van 35 et. tot f J l.ttöper Meter effen, gestreept, geruir, gewerkt, damast enz. (ca. 240 versch. qual. en 2000 versch. kl uren, dessins enz.). Franco en vrij van invoerrechten in buis. Dubbel brief porto naar Zwitserland. G. Henneberg's Zijde-Fabrieken (k. & k. Hoflever.), Zürich. H. RAHRteUtrecht Pianofabriek. Binnen- en Buitenl. Muziekhandel. Amerikaansche Orgels. Ruime keuze in Huurpiano's. MEIJHOOS & KALSHOVEN, Arnhem. Piano-, Orgel- en Muziekhandel. Ruime keuze in Huurpiano's. Dagelijks 's morgens 10 uur, via Broek in Waterland en Monniken dam. Afvaart de Ruyterkade naast de Kettingboot. Op werkdagen zijn gezelschapsbiljetten, teyen belangrijke reductie, op aanvrage verkrijgbaar. De Ha\enstoomboo!dieiist. Voor het maken hiervan is een prachtig ingericht stoomjacht dagelijks TE HUUR. Te bevragen: Kantoor Havenbtoombootdiensr, 127 O. . Voorburgwal, Amsterdam. Telefoon 084. 8 KONINGSPLEIN 8. Groote keus in Zwarte en Gekleurde s K IJ D E. uj ?1.75, ?1.90, ?2.-, ?2.25, ?2.50 en/, Ln de Meter. r IIIIMIIIIMlmlM Hij verbleekt. Hij overweegt, dat,, ah hij de erfenis steelt, hij noodzakelijk zijn betrekking zal moeten opgeven. Hij zou den blik van zijn patroon niet, kunnen velen eeu treurige doordringende blik; de blik van een denker, die de gewetens doorgrondt. . . Reeds grauwt de morgen. Hij moet zich aankleeden om naar kantoor te gaan. Quertier ziet doodelijk wit. //Neen .' duizendmaal Been ! Ik wil mij niet aan een diefstal bezoedelen ... Ik zal den patroon het geld ter hand stellen, alle zeven en twintig dui zend francs. Kr zal wel iets voor mij van overblijven" Mijnheer Vasselot heeft, beloofd zijn best te doenom een mooie gratilicatie voar mij te krijgen. Vrouw Viersot en Pierre haar man zijn in het kantoor vau den notaris. Zij zien er recht in hun schik uit, allebei ; zij i;cbben alleen verzocht de bankjes voor hen tegen rolletjes goud te verwis selen, die zij op de hand wegen, losmaken, overtellen. Ja, er zijn er wel degelijk zeven eu twintig. Dan begint notaris Vasselot : Komaan, hoeveel stelt u uu beschikbaar voor den braven kerel, die u dat fortuin zoo eerlijk heeft bezorgd ? De eclitgenoot.cn zien elkaar aan. Zij fronsende wenkbrauwen. De notaris houdt aan. Hij heeft beloofd, zegt, hij ; viiiir dat het onderzoek begon, heeft hij den klerk zijn woord gegeven, dat... //Nu geef hem dan zelf zooveel u wilt," valt de vrouw snibbig in, maar vau ons krijgt hij geen centime!" Foei, foei, dat staat je alles behalve mooi om zóó . . . Woedend vervolgt zij : En de bankjes die hij misschien achterbaks heeft gehouden . . . die klerk van u ..." Verbluft staart de notaris haar aan : Welja! Is me d;"it eeu getal, zeeën en twintig ."'

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl