Historisch Archief 1877-1940
No. 1055
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Gooische Stoomtram.
HEIN : Een collega op de lijn ! Ga Spoedig Testament blaken !
Ja zeker."
//Voor dat beetje van buiten leeren'.? En als ik dan eens be
denk, wat wij er op school niet moeten inpompen!"
Klara glimlacht. Zij is blij, dat hij weer een kind geworden
is. Maar, weer denkt hij na.
//Waarom koopt u dan geen najaarsmantel, als u toch geld
verdient!"
Omdat, goede Hemel, Kart, je bent heusch onuitstaanbaar...
omdat ik zuinig moet zijn, omdat ik net kan rondkomen, en soms
niet eens heelemaal.. ."
Maar u betaalt toch die dure boeken voor Papa?"
Wees toch niet zoo dom! dat is immers veel belangrijker."
Klara naait ijverig door en Kurt kijkt haar met zijn schitterende
bruine kinderoogea onafgewend aan.
»Dus... voor mij en voor Papa is er altijd genoeg, en voor
u alleen niet, hèMa? Maar als papa professor werd, zou er toch
zeker wel genoeg zijn voor ons allemaal':"
Klara legt haar hand verschrikt op den mond van haar jongen.
//Maar, Kurt! Je kunt en inoogt over die dingen nog niet
oordeelen! Je bent nog een kind... Je weet immers no^ niets van
de belangrijkheid van de wetenschap ..."
//Ik weet, dnt u ter wille van de wetenschap kou lijdt en best
ziek zoudt kunnen worden ..."
Klara ziet hem ernstig aan met haar mooie, heldere oogen en
schudt zachtjes het hoofd.
//Niet ter wille van de wetenschap, maar ter wille van je vader."
Kurt kijkt een beetje verlegen en wrijft zijn handpalmen tegen
elkaar. Dan springt hij plotseling op en roept uit:
Ma u bent... u bent... een kranige kerel dat bent u !" ...
De deur van de studeerkamer wordt zachtjes geopend en Dr.
Fassikrit verschijnt op den drempel.
Mijn lieve Kurt... je praat zoo hard, ik kan heelemaal niet
werken. Een beetje zachter, als je blieft!"...
Kurt staat voor zijn vader pal als een soldaat, zelfbewust als een
generaal. Dr. Fassikrit gaat naar zijn vrouw toe.
Ben je gauw klaar met Kurt r" vraagt hij. Zie je, ik vraag
het om die excerpten . . . anders kom ik niet klaar."
Kurt werpt zijn hoofd fier achterover, strekt pathetisch zijn eene
arm uit en zegt :
Gaat u papa maar helpen, ik zal mijn werk wel alleen
maken, ma ... !"
(Wordt rerculi/il.)
Een onderhoud met Chululangkorn.
FAXT AI SI h'.
»Is de Koning t'huis ?"
»Ik weet 't niet precies; ik zal 's gaan zien. Wie kan 'k
zeggen dat d'r is als de Koning thuis is."
»Hier is mijn kaartje."
Kleine pauze.
»0f u maar boven wilt komen. De trap op, recht uit, daar
vindt u wel iemand "
Een paar minuten later zat ik naast den Koning van Siam.
We spraken Engelsch.
»\\Tat wou u eigenlijk van me weten. Ik ben uit voor pleizier,
moeders de vrouwen passen op de kinderen."
»Juist daar wou ik 't over hebben."
j Waarmee kan ik u dan dienen."
«Xiet u, ik hoor dat u honderd zeven en veertig kindertjes heb....
»En zeven op de komst. . . ."
»Dat maakt honderd vier en vijftig .. .."
«U cijfert vlug . ..."
«Gewoonte, Sire, door de samenstelling van de sommen der
belastingpapieren."
De koning glimlachte.
»En wat wou u dan van mijn kinderen?"
»Van uw kinderen niets, maar ik heb een plan voor hun
opvoeding."
»Dat kan belangwekkend zijn, ik luister met aandacht."
»Stuur ze mij allemaal, behalve de bakerkleintjes, en ik zal ze
in een mooie streek van Gelderland huisvesten, verzorgen, onder
wijzen, a f2000.?per jaar en per kind, alles inbegrepen."
De koning dacht en overwoog zwijgend.
»En welke opleiding wilt u ze geven ?"
«Natuurlijk verschillend. De meisjes voor de huishouding, de
telegraphie en posteryen, de telephonie, het onderwijs, zelfs voor
middelbaar en hooger; de jongens voor al de onderscheidene
roepingen die aan onze kostscholen in dressuur zijn. l'er kind
/'200(l._ is billijk "
»Er zullen zoowat honderd daarvoor nu geschikt zijn. Dat
maakt dan twee ton."
«Juist, Sire, een koopje. Voor twee ton is u van alles af. Maar
u moet ze mij leveren franco Amsterdam, en na beëindigde dressuur
de thuisreis betalen. Ook is natuurlijk de kleeding voor uwe
rekening. Voorts moet elk kind tafelzilver, een bed met de noodige
stellen lakens en sloopen, handdoeken enz. meebrengen. Ook wil
ik dat wel voor uwe rekening aanschaffen."
»Ik zal er over denken."
Sire, denk er niet over. 't Is een koopje, ze kosten t'huis
meer, en bij de te verwachten vermeerdering der familie kunt
u de plaatsen van de uitgestudeerden altijd door nieuwe zen
dingen doen innemen."
«Waar wilt u ze huisvesten ?"
«In een groot huis met 100 slaapkamers, eetkamer, studeer
vertrekken, apartementen voor leeraren, personeel, directie, en
de bouwkosten zal ik de vrijheid nemen u in rekening te brengen."
«Dan zult u er een aardig slaadje uit halen."
»Als ik dat er niet in zag, zou ik u niet hebben opgezocht.
Maar u moet niet vergeten dat der kinderen toekomst dim ver
zekerd is. N'ederlandsche kostscholen leveren allemaal nummer
eenen of tweeën voor alle examina."
»lk zal er over denken."
«Sire, stuur ze weg je kinders, naar mij toe, naar Gelderland,
kalm, rustig, lekker, mooie natuur, goede verzorging en verpleging.
heerlijke ontwikkeling, prachtige examens. Ik zal aan de school
speciale kleermakers, naaisters, schoenmakers, zuivelbereiding van
eigen vee verbinden. Xe zullen 't goed hebben, en n is ze een
tijd lang kwijt."
»IIet denkbeeld lacht mij toe."
»Dat pleit voor uwe witheid, Sire."
«Kom morgenochtend terug, dan zal ik u mijn besluit mededeelcn."
Gaarne, Sire."
>-En als 't niet is ... ."
?>Dan krijgt u een olifantje voor de moeite die ge u hebt getroost."
»0, Sire .. . ."
»Wilt ge niet gedecoreerd zijn ?"
»Wel zeker, 'n hooge eer ; ik zag de onderscheidingsteekenen
zoo juist uitgestald bij Van Wielik in het Xoordeinde, u weet
wel, op 't hoekje van 't llartogstraatje ; een mooi kruis, maar u
heeft zeker wel in dfi algemeena geschiedenis gelezen dat De
Huijter indertijd een Deensche Olifant zoo half en half weigerde
omdat zoo:n beest zoo veel van onderhoud kost. Toen kreeg hij
er een jaargeld bij, geloof ik."
De koning stond op.
Ik ook.
Toen ging hij weer zitten.
itiinntiiiniiiniiinniiinuMinniiiHinin
Ik ook.
»'t Is eigenlijk goed dat ik u zie. Ik wil wat weten van uw
land. Eenvoudige burgers spreken vrijer dan ofticieele. Ik wil in
Siam een betere financieele verhouding brengen tusschen het
Piijk en de gemeenten, voornamelijk in het belang van de
laatsten, maar met inachtneming van de eischen der schatkist. Hoe
is dat bij u geregeld ?"
»Pas gehad. Maar bij ons kunnen zij dat niet. Spiegel u niet
aan Holland. Wij zijn groot in kostscholen en examens. Maar
als we betere belastingregeling gaan treffen, dan gaat b. v.
Amdam er niets op vooruit, en den Haag gaat er op achteruit."
»IIé, wat u zegt!"
.,Ja Sire, 't zoo erg, dat de gemeente geen progressie mag
hebben in haar eigen belastingen. Eén bepaling hebben we die
u wel aangenaam zou zijn, wanneer u hier als eenvoudig burger
mocht komen rentenieren."
»Welke .dan ?"
«Aftrek voor kinderen."
De koning had schik in deze opmerking.
Er werd geklopt.
«Majesteit, het rijtuig is voor, met de vier en de jockey 's."
«Ik kom."
Ik maakte mij gereed om te vertrekken.
«Nog even asjeblieft. Hoe is bij u het gevangeniswezen ingericht?"
«Lollig, Sire, we hebben een cellulair huis in de hoofdstad dat
wel van celluloïd gebouwd lijkt. De muren, de deuren denkt
men zich maar weg. Hier is 't probleem opgelost van n groot
lokaal, waar men elkander uitstekend verstaat door een merk
waardige acoustiek, zonder dat 't n lokaal is, want 't zijn
allemaal cellen."
»Niet navolgingswaardig."
Er werd geklopt.
»I!innen."
?^Majesteit, het rijtuig . . . ."
»Komt u dus morgen ochtend. Ik heb u nog veel te vragen.
Over de dienstplicht, de wettelijke rechten der vrouw, de
beursbouw in Amsterdam, de tramconcessie in onze groote steden ....
?:En ik krijs; antwoord op mijn kostschoolplan ?"
«Natuurlijk".
Alvorens de kamer te verlaten schreef de Koning snel iets op.
Hij schelde, gaf 't een Siamees, en zei heengaande tot me:
Jk vraag advies aan de vrouw".
Aan alle moeders."
Neen, aan de bovenste allén:"
Op den drempel keerde de Koning zich om.
«Krupp gaf me te Essen een gepantserde neusbeschermer tegen
kwade luchten, die ik hier zou ruiken, maar ik heb niets ge
merkt."
rVorstenvereering der haagsche grachten, Sire, of goed gespuid.
't Kan wel eens heel erg zijn."
»l' zult er wel uit komen."
?~,};\, Sire."
«Dus. tot morgen."
^Gaarne, Sire, maar waar?"
Te Brussel."
>Stellig, Sire ''
*
Xoo'n Salomo in vrouwenrijkheid raadpleegt toch nog zijn
chof-wederhelft.
Zou 't lukken met dat kostschool? Ik heb wel lust in een
instituut voor Siameesche koningskinderen.