Historisch Archief 1877-1940
No. 1057
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Arthnr Miscn.
Onder den overweldigenden indruk van eene
kunstuiting, zoo grootsch als ik zelden genieten
mocht, worden deze enkele regelen geschreven,
alleen om voorloopig te constateeren dat het
optreden van Arthur Nikish heden avond geweest is
een buitengewoon succes voor hem, maar ook
voor 't onvolprezen concertgebouw-orkest.
Nikisch toonde zich een dirigent van zeldzame
gaven, met eene opvatting wél zeer persoonlijk,
maar ook doorgaans zeer sympathiek, en met
volkomen macht beheerschend de orkestmassa
die hjj leidt.
M\j voorbehoudend in 't volgend nummer uit
voeriger hierop terug te komen, vermeld ik nu
alleen, dat alle nummers van't programma schit
terend werden gespeeld, en dat als bizondere
glanspunten te noemen zijn : het Finale van de
5de symfonie, het Andante van Schubert's Un.
vollendete, maar bovenal Préludes van Liszt,
terwijl ten slotte er op mag worden gewezen,
dat ook nu weer duidelijk bleek, hoe groot een
schat Amsterdam bezit in zyn wondermooi orkest.
23 Sept. WOUTEK HüTSCHENHrYTEB.
Een Donizetti-Alta.
Te Bergamo wordt dit jaar de dag gevierd,
waarop voor honderd jaren de componist Gaetano
Donizetti daar werd geboren. Ter gelegenheid
van dit feest heeft Parmenio Bettoli een album uit
gegeven, waarin tal van kunstenaars van onze dagen
in kortere of langere bijdragen hulde brengen
aan den schepper van Lucia, van La Favorita,
van Don Pasquale, van L'elisire d'amore.
Interessante biographische mededeelingen vindt
men in deze verzameling van Ricci uit Bologna
een van Gabrielli uit Rome. Bij Rossini stond,
zooals een der biographen vertelt, de vijf jaar
jongere Donizetti hoog aangeschreven, en toen
in 1842 het Staltat Mater van den ouderen com
ponist voor het eerst te Bologna zou worden
uitgevoerd, vertrouwde Rossini de directie toe
aan Donizetti, dien hij aan de solisten, het koor
en het orkest voorstelde met de woorden : »Hier
is de eenige man, die in staat is myn werk te
leiden en te vertolken, zooals ik het heb gedacht."
De uitvoering werd een ongeëvenaarde triomf voor
den componist en voor den dirigent. Rossini
vloeide over van dankbaarheid en liet het aan
omhelzingen, aan loftuitingen, aan tranen zelfs,
niet ontbreken. Hij wilde ook een blijvend souvenir
aan zijn jongeren medewerker schenken, maar gierig
als hjj was, bepaalde hij zich tot vier kleine knoop
jes. Donizetti schreef, niet zonder ironie, dat deze
lottoncini aan den gever eene buitengewone waarde
ontleenden.
Van Donizetti's beminnelijk en hulpvaardig
karakter verhalen de heeren Ricci en Gabrielli
aardige staaltjes. Te Napels woonde de maestro
als hooggeëerd gast de repetitie bij van eene
nieuwe opera van Fioravanti. De souffleur bleek
zoo beschonken te zijn, dat de repetitie niet kon
worden voortgezet. Tot aller verbazing kroop
nu Donizetti in het souffleurs-hokje en bleef
""""li l mum i iiiniui i iiiiiinii
In de Kampong.
DOOH
V E H A.
"VFanneer men de Chineesche kampongte Magelaug
doorgaat en de groote pasar achter zich laat, voert
de postweg van Djokjokarta langs den voet van
den vermaarden Goenoeng Tidar, een heuvel, slechts
een honderd meters hoog, een molshoop iu verge
lijking van den Soembiug, Merapi en Mcrbaboe,
die trotsch hunne hoofden in de wolken verheffen
en meewarig nederzien op den kleinen confrater,
die in de tusschen Progo en Ello begrensde
hoogvlakte oprijst uit 't lachend groen.
Toch is de Tidar in waarheid niet zoo heel
bescheiden wat de rol betreft, door de natuur
hem aangewezen, door de natuur wel verstaan
zooals de Javaan zich die voorstelt. De inlander
gelooft namentlijk dat hij de spijker is, waarmede
Java, de grootvorstin dier landen aan de aarde
werd vastgeklonken.
Aan den voet des Tidars breiden zich de hoven
des vredes uit voor Europeanen, die er de voor
keur aan geven, willens of onwillens, om in de
schaduw van palmen instede van treurwilgen een
laatste rustplaats te vinden. De enkele graven
der Chineezen liggen hier en daar verspreid tegen
de helling van den berg; witgepleisterde monu
menten, welker eigenaardige vorm herinnert aan
de wording van den mensch, steken scherp af
tegen 't donkere groen van geboomte en struikgewas.
Een gemetselde waterleiding scheidt den weg
vaa deze doodenakkers. In wilde vaart voort
stuwend door zijn eng besloten bed, hier en ginds
bij de enkele afvoersluizen brommend en morrend,
als ontevreden een deel van zijnen overvloed t
moeten afstaan, rolt 't water voort om aan 't om
ringende landschap vruchtbaarheid, welvaart en
Jeven te schenken.
Aan de linkerzijde van den weg liggen in
daar vier uren op zyn geïmproviseerden post.
In het jaar 1843 hoorde Donizetti, op een wan
deling door zijn vaderstad, in een koffiehuis een
zijner melodieën spelen. De speler was een oude,
blinde violist, die met een paar andere muzi
kanten van het eene cafénaar het andere trok
en zoo een karig stukje brood verdiende. Doni
zetti ging naar binnen, vertelde den ouden man
wie hij was, en nam de contrabas van een der
medespelers, waarop hij het spel van den blinde
accompagneerde. Onnoodig te zeggen, dat de
recette voor den. ouden muzikant dien avond
eene schitterende was.
De vlugheid, waarmede Donizetti zijn muzikale
gedachten op het papier bracht, is spreekwoor
delijk geworden. De beroemde aria Tu che a
Dio spiegasti l'ali uit Lucia improviseerde hij
tusschen twee »gangen" van een dfner, zijn Maria
Ai Rohan componeerde hij in acht dagen en zijn
Don l'agquale in elf.
Wij laten hier enkele uitspraken van bekende
toondichters en uitvoerende kunstenaars over
Donizetti volgen.
Adeline Patti schrijft: sQue de fois dans ma
carrière ma pensee s'est portee avec
reconnaissance vers l'auteur de l'Opéra de mon premier
succes ! Aussi est ce de tout mon coeur que
j'unis mon nom a tous ceux qui fêtent en ce
jour rimmortel auteur de «Lucia."
In gelijken geest laat zich Marcella Sembrich
uit: »Tout Ie monde est plus ou moins
superstitieux; chacun a son porte-bonheur, son talisman,
surtout nous autres artistes. Ayant obtenu a
Londres, au début de ma carrière, dans Lucie
un succes qui décide de l'avenir d'une artiste,
j'ai acquis une foi aveugle dans ce röle. Mon
talisman est la Lucie ! au point que partout ou
je débute, j'apparais sous les traits delarêveuse
flancée de Lammermoor. Et quelle musique que
celle de eet opéra! Qui n'a pas tému par
les accents tendres et passionnés débordant dans
les flots mélodieux du sextuor, ou par la scène
de la folie ! En admirant Donizetti, Ie créateur
de tant de chefs-d'oeuvres, je Ie considère pour
ma part comme l'auteur du plus important de
mes succes et comme tel il occupe une place
spéciale dans ma vénération."
Na deze dankbare vertolksters geven wij het
woord aan een paar componisten. Saint-Saens
schrijft: »La gónération actuelle ne connait pas
Donizetti, qu'on ne sait plus interpréter. Je n'ai
pas vu la Favorita avec Mme. Stoltz, Don Pas
quale avec Grisi, Mario, Tamburini et Lablache,
mais j'ai vu l'Elisire avec Patti, c'était un régal;
et j'ai encore un beau souvenir de Lucrezia avec
Frezzolini et Mario. Tempi passati !'' En
Engelbert Humperdinck, de componist van ILiinsel und
(i-retel: »Wie ein Gruss aus fernen Tagen erneuert
sich beim Ablauf dieses Jahrhunderts, das den
Gehalt und die Technik des musikalischen Drama's
zu ungeahnter Höhe emporsteigen sab, das An
denken an einen der glünzendsten Vertreter der
italienischen Oper, der dereinst der lauschenden
Mitwelt eine Reihe der volksthumlichsten
Melodien von der Bühne herab spendete. Moge dem
Genius Italiens es vergönnt sein, wieder eines
jener begnadeten Talente hervorzubringen, ebenso
reich an Schaffenslust und Melodienfülle wie
Gaetano Donizetti!" En Massenet: »Donizetti,
génial improvisateur, a su laisser des oeuvres
dont les cütés chaleureux et sincères passionnent
encore et meuvent tonjours."
De Weener muziek-criticus Eduard Hanslick
herinnert, hoe eens in een kring van componisten
en critici tamelijk minachtend over Donizetti's
opera L'elisire d'amore werd gesproken.
Mendelssohn, die hier bij aanwezig was, zweeg eerst;
toen men hem zijne meening vroeg, zeide hij :
»Ik weet alleen, hooggeleerde en hooggeëerde
heeren, dat ik mij gelukkig zou rekenen, als
ik de Elisire d'amore had gecomponeerd."
Sarah Bernhardt geeft eenige vrij onbeduidende
somberen eenvoud de met lage paggers van ge
spleten bamboe omheinde kampongs der inboorlingen,
de erven der enkele huizen onderling door derge
lijke heggen gescheiden, kleine poortjes, waarop
in Javaausch letterschrift de naam der kamporig
en van de bewoners vermeld staat, toegang
verleeuend tot de met sirappeu of met plaatijzer gedekte,
van bamboe opgetrokken huisjes.
Er heerscht eene zekere mate van welvaart onder
de bewoners, op te maken uit de nette groen
beschilderde en witgestreepte rotan schermen in
de voorgalerijen, waardoor de bewoners zich aan
onbescheiden blikken van voorbijgangers kunnen
onttrekken zonder zich zelven 't gezicht op de
straat te benemen.
Hoog verrijst 't geboomte in onafgebroken rijen
langs den weg, de takken, daarover in elkander
grijpend, n bladerendak vormend, waaronder 't
zoo aangenaam is zich te verpoozen en, daar waar
de kampongs door rijstvelden worden onderbroken,
den blik te laten weiden over 't heerlijk zonnige
landschap, langzaam in zachte golvingen oploopend
tot waar 't hooggebergte zijn kale toppen, rossig
getint in den zounegloed, ten hemel verheft.
Langs den weg trekken iu lange rijen de zwaar
beladen grobaks, lompe karren met afdakjes van
atap voorzien, in langzameu vervelenden gang voort,
de karrevoerders, de beenen hoog opgetrokken,
voor op hunne voertuigen onder ''t beschermend
afdak gezeten, ncurieëud of slapend, werktuigelijk
op regelmatig wederkeerende tijdstippen met 't
takje in h uu tiand de karbouwen of trekosseu voor
de kar even aanrakend, als om hun span te manen
aan 't voortdurend toezicht van den meester.
Aan de zijden van deu weg bewegen zich gaande
of komende mannen en vrouwen, iu eigenaardigen
sukkeldraf manden met koopwaar op 't hoofd of
lange zware bamboes op de schouderen torsend.
Een zijweg inslaande houdt eeusklaps alle drukte
en vertier op. Hier heerscht. de rustige rust van
de kampong, slechts onderbroken door 't dof gestamp
in de rijstblokken, het gekir der kleine
tortelduiven, in kooitjis aan lange staken voor de
woningen opgehangen. Mangga-, doeièn- en andere
vruchtboomeu staan hier op korten afstand van
den weg dicht opeen en onder hunne bladerkroneu
heerscht een somber, doodsch schemerlicht, waarin.
geen enkele zonnestraal weet door te dringen.
Plotseling klinken van achter een nedergelateu
algemeenheden ten beste. »Le charme de la
musique est particulier. Il s'exerce selon l'état
d'ame de chaque coutant, dont Ie nombre fait
foule. Mille personnes entendant la même phrase
musicale en jouissent différemment. En plus Ie
chant est cosmopolite et cela fait sa force
indiscutable."
Beter is Paul Bourget, al geeft hij een
tweedehands-citaat »C'est Ie chant qui fait Ie charme
de la musique. Cc mot de Haydn que cite
quelque part Steudhal de orait tre inscrit sur Ie
tombeau de ce charmeur que fut Donizetti."
Zola heeft het ook maar van hooren zeggen. »Je
suis trop ignorant de musique" bekent bij
»pour parier de Donizetti et je ne puis que
saluer en lui un des grands mélodistes de l'iime
italierne." Fran^-ois Coppéa heeft een persoon
lijke meening: »Comment ne serais-je
pasreconnaissant h, Donizetti ? Ses mélodies sont mölces
a tous mes souvenir et j'ai fredonnéles airs
passionnés de La Favorita quand j'étais jeune
et quand j'étais amoureux."
Natuurlijk bevat het album verschillende por
tretten van Donizetti, van zijne vrouw Virginia
en van zijn broeder Donizetti Pacha, die direc
teur van alle Turksche militaire muziekkorpsen
was, en van de zangeressen Lalande, Grisi, Stoltz
en de zangers Marini, Lablache, Mario, Tamburini,
Duprez enz., die de hoofdrollen in Donizetti's
opera's creëerden. Op de eerste bladzijde van
het gedenkboek is het monument afgebeeld, dat
op 29 November a.s., Donizetti's geboortedag, te
Bergamo voor den maestro zal worden onthuld.
Kamermuziek-soirées.
Het bestuur van Toonkunst deelt ons mede,
dat in het thans aanvangende seizoen wederom
eene serie van zeven kamermuziek-soirees zal
worden gegeven in de kleine concertzaal van het
Concertgebouw.
Evenals vroeger zullen ook nu weder de heeren
Julius Riintgen, Jos Cramer, H. W. Hofmeester
en J. Mossel als vaste medewerkers optreden.
De heer Joh. Messchaert zal op drie avonden
medewerken, op n waarvan alleen hij en de
heer Röntgen zich zullen doen hooren.
Voorloopig zijn de volgende avonden voor de
soirees vastgesteld: Zaterdag 30 Oetober, 27
November, Maandag (j December, Zaterdag 8
Januari, 29 Januari, 12 Februari, Maandag 4 April.
De zevende soiree op 4 April zal gewijd zijn
aan de nagedachtenis van Joh. Brahms. Daartoe
heeft het bestuur de medewerking verkregen van
het Amsterdamsen Vocaalquartet en den beroem
den clarinettist Richard Mühlfeld uit Meiningen.
Intusschen zullen daardoor de kosten zoo zeer
vermeerderd worden dat het bestuur gemeend
heeft van den tot nu toe gevolgden regel te mogen
afwijken, door deze soiree ook voor het pub'iek
toegankelijk te stellen en daartoe de uitvoering
in de groote zaal van het Concertgebouw te doen
plaats hebben.
IIIIIIIIIIIMIIIIIIItlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllMIMIIIMlII
Beursliouw.
liet beurs-ontwerp en model is verleden week
in de loods op het Damrak voor de raadsleden
en leden der commissiën te zien geweest en zal
weldra voor het publiek tentoongesteld worden,
nadat eenige wijzigingen zullen zijn aangebracht,
iiiiMMmmiiii
IIIIIIIIUIItlllHItllllUlllllllllIMIIIII
scherm uit een der langs den weg staande woningen
stemmen van Europeanen.
't Huisje onderscheidt zich in zijn eenvoud in
niets van de omringende verblijven behalve dat 't
voor de inlanders verplichtend gestelde
ingangspoortje ontbreekt en daardoor de aanwijzing der
bewoners.
Om eene withouten tafel zit een drietal Euro
peanen, die op zeker punt eeue aandoenlijke
overeenkomst in hun uiterlijk vertoonen, namelijk
wat hun jeneverneu/.en betreft. Daar alcohol
bovendien de eigenschap heeft om zijn vurigen
vereerders over 't geheele gelaat een zekeren
stempel van onnoozellieid te drukken, ligt dezelfde
trek van stompzinnige onverschilligheid iu die
verschillende gezichten. Hiermede houdt evenwel
alle overeenkomst tusschen de leden van dit
werkelijk hoogst belangwekkend driemanschap op.
Een hunner, de langste, met zijn verwaarloosden,
verwilderden baard, uitgedost in een verkleurd
en bemorst sergebuis, terwijl de bloote voet i uit
een groezeligen nachtbroek te voorschijn komen
voert den boventoon in den kleinen kring. De
beide anderen noemen hem majoor" en l ebben
hem goedschiks plaats laten nemen op een der
beide in de kleine voorgalerij aanwezige stoelen,
terwijl zij zich zelveu met tot zetels gepromoveerde
omgekeerde petroleumkisten vergenoegen. Ds
//majoor" heeft zijnen titel te dankeu aan ('e
omstandigheid dat hij eenmaal sergeant-majoor
geweest is. Op 't oogeublik echter toen de vra- '
zich voordeed: doordienen of pensioen", had hij
moeten ontwaren, dat zijne administratieve be
kwaamheden niet zoozeer op prijs gesteld werden,
dat meu daarom zijne minder goede eigenschappen
over 't hoofd zoude zien als fuselier zoude me i
zijne diensten ook nog slechts bij wijze van proef
voor twee jaren iustcdc van de gebruikelijke zei
accepteeren. Hierdoor hoogelijk ontstemd had hij
iu een nuchter oogenblik met de opgedane
rekeuvaardigheid 't hem reeds aankomend pensioen in
gedachten in 't daarvoor verkrijgbare aantal vier
kante iïesschen jenever omgezet. Hoewel niet
geheel voldaan had hij tocll vermeend de wijze
levensles houdt wat ge hebt" hier in toepassing
te moeten brengen en op zijne lauweren te gaan
rusten, 't Had hem toen vrij gestaan naar 't
vaderland terug te keeren, maar de alcohol had
nog niet alle schaamtegevoel in hem gedood en
welke men in overeenstemming met den architect
heeft goedgekeurd. De aanbesteding van het
gebouw zal eerst in het begin van het volgende
jaar plaats hebben.
tiiniiiimiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniimiiiiiiiiiiniiiiiiimmiBii
Een Tütonrift yoor Versierimstet,
Het is dan deze week verschenen, het eerste
nummer van xDekorative Kunst'', het Zeitschrift
für angewandte Kunst der Duitschers, het
germaansche tijdschrift par exellence, dat zich scherp
tegenover het Romaansche element zou stellen.
AVant, zoo beweerde de welbespraakte redacteur,
de heer Meier-Graefe, toen hij voor een paar
maanden Holland en de andere landen van Europa
bereisde, om medewerkers te werven, dat zou nu
eens een rechte betoging tegen de fransche ver
dorvenheid en perversie worden; het zou verder
gaan dan de Engelschen, die wel is waar den
eersten stoot gegeven hadden, maar nu machteloos
blijken; het zou een orgaan worden, waar alle
echt germaansche verlangens in zouden worden
geopenbaard; dit tijdschrift zou iets »noch nie da
gewesenes" bereiken.
En nu het eerste nummer met nauwlettendheid
is bekeken en doorlezen, nu zijn ook meteen
alle mooie illusies die wij ons hier wel hadden
willen vormen, voor goed verdwenen, en merkt
men maar al te wel, dat ook hier niet veel zaaks
wordt gegeven, en dat veel aardige meeningen die
zoo aan een cafétafellje meegedeeld niet kwaad
klinken, toch bij den redacteur en diens Duitsche
medearbeiders inderdaad weinig diepgaande kennis
van het ware goede verraden. Want deze eerste
aflevering, bij F. Bruckmann, A. G. in München
verschenen, op het formaat van the Studio, ge
heel in cursief gedrukt (waarom ?) bevat niets
dan prentjes en tekst zooals die in iedere afle
vering van zijn Engelschen concurrent beter voor
komen, en bovendien een correspondentie uit
Amsterdam waar zeker de aangestelde bericht
gever part nog deel aan heeft die wel in staat
is om den meest door de aangename conversatie
van den heer Meier-Graefe verblinde, tot inkeer
te doen brengen.
Zou bij zoo'n begin het geheel nog te redden
zijn V Ik betwijfel het wel, maar wie weet ? Ik
hoop er evenwel het beste voor.
Tn. MOI.KKNHOER.
Nog een dito.
En dit ook al een Duitscb. Die Duitschers
weren zich in den laatsten tijd. Die merken dat
ze achteraan komen, en niet op de hoogte van
hun tijd zijn lang niet. Zulke menschen als
die moet men eerst commandeeren, dan blijft men
in hun geest, in hun volksaard. En nu is er van
wie weet waar het bevel gekomen dat ze ook aan
decoratieve kunst moeten gaan doen, en als gehoor
zaam militair volk slaan ze allen opeens de handen
bij elkaar, verzamelen alles ,in hun land wat maar
excentriek, buitensporig, onmogelijk en raar is,
en dan wordt dat gereproduceerd, en onder den
titel van Ver Moderne Stil, te Stuttgart bij Julius
Hoifmann uitgegeven. Daar in Duitschland heb
je maar te commandeeren, en dan krijg je direct
wat je verlangt. Zelfs kunst. Maar ze is er dan
ook naar. Tn. M.
Nog een dito-dito.
Ditmaal is het een Ilollandsch, en geen nieuw,
maar een dat een nieuw kleed zal aankrijgen,
en daardoor niet dan winnen kan. Ik meen het
ItlltlMIIUlltlllllllllllllllllllllnlIltlllllMI
de gedachte als rottende tak aan den gezonden
stam bij zijne alom<reachte familie terug te keeren,
die hem voor twaalf jaren als ietwat te levenslustig
ouderoflicier maar vol hoop op de toekomst naar
't land der illusieëu, naar Indiëhad zien vertrekken,
had weiuig verlokkends voor hem gehad. r/,oo was
hij iu 't land gebleven, waar al zijne illusiecn in
alcoholdampen waren opgegaan en zoo zien wij
hem hier, waar 't sprankje eerzucht, dat iu eiken
mensch, hoe verliederlijkt ook, nog aanwezig is,
eene genoegdoening vindt in den zeer problematieken
eerbied voor den ex-meerdere.
De beide andere hier aanwezigen toch hebben 't
op deu hierarchieken militairen ladder niet zoover
kunnen brengen.
Die eene keer, die zich in den ouden versleten
grijzen kapotjas heeft gehuld als in een
chambercloak, verteert nu zijn pensioen, dat hij zich als
korporaal-hoefsmid bij de cavalerie heeft verdiend.
Zoolang hij nuchter is, in zijn vak zeer bekwaam,
in zijn normalen toestand evenwel, dat is te zeggen
zoogenaamd onder deu invloed, weinig betrouwbaar,
wijl 't hem dan wel eens overkomt een paard
kreupel te slaan, heeft hij in zijne geimproviseerde
smidse hier in de nabijheid 't nog vrij druk door
Cliineesche wageuverhuurders, die 't om zijn werke
lijk matig tarief maar op goed geluk wagen hunne
knolletjes aan hem toe te vertrouwen.
Zijn buurman iu geheel wit négligé, waarvan de
herkomst vooral ook door 't merk M. II. niet
moeilijk te raden is, leeft als rentenier van de
hem in zijne qualiteit van gewezen hospitaal
bediende door 't gouvernement gewaarborgde renten.
Zijne collega-ridders van de vierkante (lesch kunnen
't zich maar niet laten nemen om hem bij wijlen
huune weinige aclitiug voor de door hem te voren
bekleede betrekking te doen gevoelen en hem,
wanneer hij /.ich daarover verontwaardigd toont,
deu mond te snoeren met een kort geringschattend
boeberlap" (paplap). De boeberlap, wien deze
q.iaiiticatie vooral op oogenblikkeu wanneer de
bodem van de flesch zichtbaar wordt razend maken
kan, is bij zijne vrienden niet weinig gezien om
eene aanbevelenswaardige eigenschap, die namelijk
van hoogst zelden court d'argeut te zijn, eeue
eigenschap, die wij ook in 't gewone leven elk en
een iegelijk ten zeerste vermeenen te moeten
aanraden. Na beweren booze tongen wel eens dat
de ex-hospitaalbediende zijne oude connecties tot