Historisch Archief 1877-1940
No 1057
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Een vriend yan Leoparfli.
In een vorig nummer van dit Weekblad is
medegedeeld, hoe de nagelaten onuitgegeven werken
van Giacomo Leopardi door eene
allerzonderlingste beschikking van Antonio Ranieri in handen
zijn gekomen van een paar bigotte oude dienst
meiden, die vele jaren lang de uitgave hebben
verhinderd van deze bescheiden, op welke zij
evenmin als Ranieri eenig recht hadden.
Omtrent dezen Ranieri en zijne verhouding tot
den beroemden dichter worden wij op verrassende
wijze ingelicht door Dr. franco Ridella, in diens
onlangs verschenen werk: Una Seentura jiostuma
di Giacomo Leopardi. Tot dusver moesten wij ons
behelpen met de mededeelingen van Ranieri zelven,
door hem te boek gesteld in zijn geschrift: Sdte
Anni di Sodalizio con G. Leopardi. Wie Ranieri's
verhaal van dit zevenjarig samenzijn" leest, moet
wel diep getroffen worden door de haast
bovenmenschelijke zelfopoffering, waarmede de schrijver
en diens zuster Paolma gedurende de laatste
levensjaren van hun genialen, maar daarbij
mismaakten, doodzieken, knorrigen, egoïsten, ij delen,
ondankbaren vriend al diens nukken en kuren
hebben verdragen, hun huis en hun beurs te zijner
beschikking hebben gesteld toen zijne ontaarde
familie hem bad verloochend, en zijn levensavond
zoo al niet gelukkig, dan toch dragelijk hebben
gemaakt.
Eerst acht-en-veertig jaren na den dood van den
dichter zijn de herinneringen van Ranieri uitge
geven. Is in dien langen tijd zijn eigen geheugen
verzwakt, of heeft hij gemeend, dat er onder zijne
tijdgenooten geen ineer zouden zijn, die hem kouden
«ontröleeren ? Zooveel is zeker, dat het boekje,
onder den schijn van de diepste vereering voor
Leopardi, eene doorloopende lofrede is op den
?edeltnoedigen, onbaatzuchtigen, alles opofferenden,
alles verdragenden, alles vergevenden ... Antonio
Ranieri en op diens engelachtige" eii heilige"
zuster. Het geschrift moest de bevestiging zijn van
de zorgvuldig opgekweekte legende, dat Leopardi
«n Ranieri voor alle eeuwen zouden verbonden
zijn als Orestes en Pylades, als Damon en Pythias.
Ja die overtuiging is Ranieri eenige jaren geleden
gestorven. Hij heeft het niet meer beleefd, dat de
«igengemaakte aureool van klatergoud hem door
?een eerlijk landgenoot onbarmhartig van het hoofd
werd gerukt.
Dr. Ridella gaat bladzijde voor bladzijde de be
weringen van Ranieri na, en het kost hem weinig
moeite, het leugenachtige daarvan aan te toonen.
Ranieri vertelt, diepbewogen over zijn eisen
braafheid, dat zijn leven slechts een lang offer"
is geweest sedert den avond, waarop hij ia eene
edelmoedige, maar jeugdig onvoorzichtige opwelling,
tot Leopardi had gezegd: Het weinige wat ik
bezit, nullen wij deelen, wij zullen elkander nooit
meer verlaten, en als er, van eenige verplichting
sprake is', dan zal die aan mijne zijde zijn."
//Deze belofte" zoo gaat hij voort over
?welke de snoodheid der menschen mij nog nooit
Immuun iiiiiiiu niiiiii
7de Jaargang. 26 September 1897.
Redacteur: R. J. LOMA.N, adres: Stonehaven
Streatham, Londen S. W. Verzoeke alle
mededeelingen, deze rubriek betreffende, aan
bovenstaand adres te richten.
MHIIIIIIIIIIIIIIItllliliiillllllllllllllll
CORRESPONDENTIE.
J. M. K. te B. Onder dnal" verstaat men een
nevenoplossing na den eersten zet.
Vervaardigd voor den Gn Halfjaarl. Internationalen
probleemwedstryd in dit blad.
No. 401 van H. Mendes da Costa, te Amsterdam.
Mat in vier (4) zetten.
abcdefgh
Wit 12, zwart 4 stukken.
Oplossing van No. 399 (Mcndes)
l P e8 enz.
Opgelost door C. Koskelkorn, Keulen (1); L. A.
Kuijers, Amsterdam (1); C. T. v. Ham, Kralingsche
veer (2); W. Beekhuis, Groningen; G. Hovinga,
Fmsterwold (1) ; P. D. v. Zeeburgh, Groningen ; Joh. M.
Keuning, Beetsterzwaag (H'»); E. S. Hchortinghuis,
Finsterwold (3); J. M. C. Kievit-1, Papendrecht; W.
Albregts, Amsterdam (ll/2); H. H. v. d. Goot, Harich
(2); D. L. A. Heinsius, Hoorn (U/a); B. v. Krimpen
Rotterdam (2).
Nog goede opl. van No. 397 (Jaspersen,) te vermel
den van 11. A. Schorüngbuis, G. Hoyinga en W. Beekhuis.
Beoordeelingen (No. 399).
Ein recht schwülatiges nur auf Variantenfülle
borechnetes Stück, dessen Zugzwang auf dor Hand lisgt.
C. Kockelko.'D.
berouwd heeft doen gevoelen, en mij, zoolang ik
leef, nooit berouw zal doen krijgen, is met eene
zeldzame standvastigheid gehouden; maar ik kan
niet ontkennen, dat zij voor mij en voor mijne
engelachtige Paolina de bron is geweest van lang,
ongeneeslijk en onherstelbaar lijden."
Eerst dus geldelijke offers: zeven jaar lang heeft
hij Leopardi moeten onderhouden, hem moeten
huisvesten en voeden en in al zijne behoeften en
uitgaven moeten voorzien. Leugens! zegt
Dr. Ridella. Als een van d* twee bij dit samen
wonen flaancieel heeft geprofiteerd, dan is het
Ranieri geweest, die door zijn vader zonder een
cent op straat was gezet, terwijl Leopardi van
zijn vader, graaf Monaldo, geregeld toelagen ont
ving. Ranieri wist dit beter dan iemand anders,
want hij zelf schreef de wissels op den ouden
heer Leopardi, die de zoon alleen onderteekende.
Volgens Ranieri stelde Leopardi niet alleen aan
de beurs, maar ook aan den tijd en de gezondheid
van zijn vrienden zware eischen. Hij was een
veeleischende en lastige gast, vol kuren en dwaze
gewoonten. Nu eens kreeg hij het in het hoofd,
's nachts te praten en te lezen, waarbij zijn goede
vrienden hem gezelschap moesten houden, en over
dag te slapen, terwijl Ranieri en zijn zuster dan
hun gewone bezigheden moesten verrichten. Dr. Ri
della noemt deze voorstelling eene belachelijke
overdrijving.
Een anderen keer zoo verhaalt de model
vriend was Leopardi op het punt van te sterven,
omdat hij te veel ijs of andere snoeperij gebruikt
had, omdat hij van de drankjes, die de dokter
hem voorschreef, of niets, of veel te veel had ge
bruikt. Hij was een verschrikkelijk lastige zieke:
nu eens kinderachtig gulzig, dan weer kinderachtig
bevreesd om te sterven. Antonio en Paolina ver
richtten dan wonderen; zij betwistten den dier
baren vriend dag en nacht aan den dood, en aan
hen zijn wij zeker verscheiden jaren van zijn kost
baar leven verschuldigd. Onzin! antwoordt
l)r. Ridella weder. In den tijd, waarover Ranieri
spreekt, was Leopardi, voor zija doen, betrekkelijk
wel. En wat die gulzigheid betreft, Leopardi at
zoo goed als niets en dronk alleen schoon water.
Iii zijn ijver om het minder aangename van
zijn verplegerstaak te doen uitkomen, dicht Ranieri
zijn vriend niet slechts allerlei ongenoemde walge
lijke kwaleu toe, die Paoliua, haar weerzin over
winnend, met engelachtige heldhaftigheid" ver
zorgde, maar beweert ook, dat Leopardi van voren
en van achteren een bult had, terwijl het algemeen
bekend is, dat Leopardi alleen eeu hoogen schou
der had.
Als men Ranieri mag gelooven, zou Leopardi
n zijne naaste betrekkingen ra zijne geboortestad
hebhen gehaat met een volkomen haat. Wie de
werken en vooral de brieven van den dichter
gelezen heeft, weet, dat er tusscheu hem en zijn
ultra-conservatieven vader weinig of geen gemeen
schap van denkbeelden bestond en dat hij in een
booze bui ziju vaderstadje Recanati wel eens een
graf voor de levenden heeft genoemd. Maar uit
Zeer eenvoudige sleutelzet en geen enkele zuivere
matstelling. L. A. Kuijers.
Dat met P d6 de eerste zet gedaan moet worden,
valt direct in 'c oog. Er zijn echter aardige verlei
dingszetten, vooral P c8, die slechts op T h8: faalt.
Er is echter geen enkele zuiveie matstelling.
C. T. v. Ham.
UIT DE SCHAAKWERELD.
De redacteur gaf tijdens zijn verblijf te Amsterdam en
Haarlem twee blindséances met 't volgende resultaat:
Amsterdam 25 Aug. 5 gew., l verl., rem. 0.
Haarlem 15 Sep. 4 gew , l verl., l rem.
Totaal: blindspeler won 9, verloor 2 en maakte
een partij remise.
De Haarlemsche schaakclub benoemde den redacteur
op haar jongste vergadering tot eerelid der
vereeniDe Internat, wedstrijd die op't oogenblik te Berlijn
gehouden wordt, levert een sprekend bewijs dat een
concours, ook zonder de medewerking der eerste
korypheeën, toch zeer rijk aan belangwekkende par
tijen kan zijn. Daar de deelnemers, met uitzondering
van een paar nieuwelingen, goed aan elkaar gewaagd
zijn, wordt de strijd om den eerepalm heftiger dan
ooit gevoerd. De Weener meester Marco, die zich op
vroegere Internat, wedstrijden reeds als een degelijk
speler deed kennen, heeft tot nog toe geen enkel spel
verloren en staat met 6'/j uit 8 bovenaan op de
lijst. Deze goedhartige en joviale Wioner" bezat wel
de kracht om tegen sterke spelers een nederlaag te
ontduiken, maar om uit een goede stelling winst te
halen, daartoe schoot tot nog toe zijn talent te kort,
een brief, achttien dagen voor zijn dood aan een
vriend geschreven, blijkt dat de dichter niets
liever wenscht, dan zijne laatste oogenblikken te
mogen doorbrengen in de ouderlijke woning, te
midden van zijne naaste betrekkingen. En in den
laatsten brief, dien bij aan zijn vader schreef, kan
men lezen: ,/Ik kus u en mama de handen, omhels
mijn broeders en zusters, en bid hen allen, mij
Gode aan te bevelen, opdat, zoodra ik u allen zal
hebben weergezien, een zachte en spoedige dood
een einde make aan mijn lichaamslijden, waarvoor
geen andere genezing mogelijk is". Niemand heeft
dit alweer beter geweten dau Ranieri, die zelf de
brieven schreef, welke Leopardi hem dicteerde.
Wat mag Ranieri bewogen hebben, van zijn
voor lange jaren overleden beroemden vriend,
willens en wetens, zulk eene caricatuur te maken?
Waarschijnlijk moet men hier alleen denken aan
eene met de jaren toenemende ijdelheid van een
onbeduidend man. Aangetrokken door Leopardi's
buiteugemeene talenten, door zijne beminnelijkheid
en eenvoudigheid, bovenal door ziju roem, is
Ranieri voor den dichter gedurende de laatste
jaren van diens leven zeker een goed en hartelijk
vriend geweest, en heeft zijne zuster zich tegen
over den reeds ten. doode opgeschreven lijder
gedragen zooals iedere vrouw zou doen, die het
hart op de goede plaats heeft. Na Leopardi's dood
heeft Ranieri begrepen, dat het eigenlijk alleen
zijn vriendschappelijke verhouding tot den grooten
dichter was, die aan zijn eigen leven relief en
beteekenis gaf. Die gedachte heeft zich geheel van
hem meester gemaakt; Leopardi is zijn geheele
raison d'étre geworden. Maar tegelijkertijd is bij
hem de behoefte ontstaan, om tegenover dezen
Orestes als geen al te onwaardige Pylades op te
treden. En langzamerhand is hij zich zelf letieauróle
gaan toedichten. Bij die pogingen heeft hij laat
ons maar zeggen tengevolge van eene auto-suggestie
de tastbaarste en brutaalste leugens opgedischt.
Zoo vertelde hij dat de tyrannie hem als
baardeloozen knaap aan den boezem zijner moeder heeft
ontrukt," of in meer prozaïsche termen, dat hij op
zijn twaalfde jaar om politieke redeueu uit Napels
is verbannen. De waarheid is, dat hij, door den lust
tot zwerven gedreven, op zijn achttiende jaar heimelijk
het ouderlijk huis heeft verlaten. Zoo heeft hij in
een aan de Koninklijke Aiademie voorgelezen en
later gedrukt stuk verteld, dat zijne zuster Paolina
een groote savantc was, dat zij belangrijke
piulologische, historische en letterkundige werken had
geschreven en het geheim der Grieksche metriek
had ontdekt. De waarheid is, dat deze Paolina
een goede, eenvoudige, huishoudelijke ziel was,
die waarschijnlijk haar leven lang niets anders Leeft
geschreven dan briefjes aan vriendinnen of leveran
ciers en zich met rieksche of andere metriek
nooit heeft bemoeid.
Het is te hopen, dat de Ranieri-legeude, die
maar al te veel geloof heeft gevonden, door Dr.
Ridella's kritiek den genadestoot zal hebben ver
kregen, en dat men, als iu het volgend jaar het
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIMIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIUII
een eigenaardigheid die hij met vele Weener meesters
gemeen heeft. Dit keer echter schijnt hij op iets meer
dan voortdurend remise maken bedacht, en zijn spel
kenmerkt zich door meer energie en ondernemings
geest dan wij tot dusver van hem gewend waren.
Ook Blackburue schijnt zich in dezen wedstrijd meer
op dreef te voelen dan te Neurenberg on te Hastings,
waar de concurrentie van meesters als Lasker,
Steinitz, Tarrasch en Pillabury een verlammonden invloed
op zijn spel scheen uit te oefenen. Behalve 't
Meisterturnier is ook 't Hauptturnier, wegens de deelneming
van onzen landgenoot D. Bletjkmans, niet van betee
kenis ontbloot. Wij hopen dat hij 't er even schitterend
af zal brengen als v. Leimop te Leipzig, al heeft hjj
ook met meer gevaarlijke mededingers te doen dan
laatstgenoemde in 1894. Onze beste \venschen verge
zellen hem!
Hier volgen twee partijen uit 't Meister turnier",
die wij wegens plaatsruimte zonder annotaties
publiceeren.
TWEEPAARDSPEL IN DE NAHAND.
P f 3
Wit.
51. I. Tschigorine.
(Petersburg).
e4 e5
P c6
P f G
ed4:
R c5
<15
dc4:
10 P
11 P
12
Zwart.
Ad. Albin.
(Weenen).
c3 D f5
ce4 0-0-0
g4 D do?
4 d4
5 0-0
6 e5
7 ef6
8 T elf
9 P g5
D gG was de zet.
R e6
D d5
13
14 P f6
15 P ge4
16 f4
17 K ?2
T
D (1G
D e5
d3f
D d4
18 c3 opgegeven.
o
Stand van 't Internationaal Schaak- ?? -r
congres te Berlijn na de 8ste ronde. ~
CD
lég
<j tj pq ; O
^ ;5
M
S i =
'". ' O
3
1
o i ^ ' O D '
s ' ^ ? " ' y '
S te
1 1
^f P i b-H ' ^ -C| j "^ O
H 4 : ^ ? ^ ^ ' 5 ^
S. Alapine, Petersburg
Ad. Albin, Weenen
J. H. Blackbuvne, Londen .... l'j
A. Burn, Liverpool
H. Caro, Londen l
Bud. Charousek, Boedapest ....
W. Cohn, Berlijn
Berth. Englisch, Weenen
D. Janowski, Parijs ' -_<
Geo Marco, Weenen
Joh. Metger, Kiel l -i
E. Schiffers, Petersburg
K. Schlechter, Weenen 'o
H. Süchting, BraeUrade
Rich. Teichmann, Londen ....
M. I. Tschigorine, Petersburg . . .
A. C. Walbrodt, Berlijn l
S Winawer, Warschau
A. Zinkl, Weenen O
eeuwfeest van Leopardi's geboorte wordt gevierd,
van den grooten Italiaanschen dichter een minder
bezoedeld en beklad beeld te zien zal krijgen, daa
de belachelijke grootheidswaanzin van zijn ^besten
en trouwsten vriend" van hem ontworpen heeft.
E. D. P.
UMI II l
Het Wiener TagMatt vertelt eene historische
anecdote omtrent den overleden koning van
Wurtemberg en diens particulieren secretaris, een
boerenzoon, die zich door handigheid en be
kwaamheid in het vertrouwen des konings had
opgewerkt. De koning had eens een bijzonder
vertrouwelijke zending naar Frankfort, waar
destyds de Bondsdag vergaderde. Wurtemberg
was daar vertegenwoordigd door een Freiherr
von Linden, die vóór 1848, als buitensporig
liberaal gold en het er den conservatieven te
bont maakte. Op dev ertoogen uit Weenen, van
Metternich, besloot de koning hem terug te
roepen, maar eigenlijk was hij het in den grond
vrijwel met hem eens. Hij sprak dan met zijn
particulieren secretaris en droeg dezen op, aan
von Linden z\jn ontslag te gaan brengen, maar
op de «meest verschoonende wyze", zoodat de
gevoeligheid van den bekwamen diplomaat niet
gekwetst werd. Het was geen ongenade, een
gesprek moest voorafgaan, men zou den Freiherr
met een andere betrekking schadeloos stellen.
Maar in elk geval, de secretaris had den brief
van ontslag b\j zich, geteekend en wel.
Maar ik waag het uwe Majesteit op te
merken, dat Baron Linden een zeer opbruisend,
onstuimig karakter heeft.
Daarom zend ik u, mijn waarde, om het
hem op kiesche wijze aan het verstand te brengen.
De secretaris ging op reis, kwam te Frankfort
en ging hy baron Linden vragen, wanneer het hem
gelegen zou komen, hem te ontvangen, omdat hy
een speciale opdracht van den koning had. Baron
Linden kwam terstond tevoorschijn, en zei driftig :
(joed dat u er zijt, ik had juist een
bezwaarschrift naar Stuttgart willen zenden! Al
mijn stappen worden vandaar gedwarsboomd, mijn
verklaringen gedesavoueerd; ik heb aan Zyne
Majesteit willen voorstellen, om, wanneer dat
niet anders wordt, mij maar liever mijn ontslag
te geven!
Daar hebt u het al ! antwoordde de secre
taris, haalde den brief uit zijn zak en reikte
haar den baron over. Of de koning over de kiesche
en verschoonende wijze tevreden was, wordt niet
gemeld.
De hazen in Frankrijk kunnen zich een
vroolijken dag gunnen. Zooals men weet is in Frank
rijk de buskruitfabricatie ook een staatsmonopolie;
de directie van de groote staatsfabrieken te
Sevran-Livry heeft aan de wapenhandelaars doen
weten dat zij de bestelde hoeveelheden buskruit
niet leveren kon, omdat er geen doosjes genoeg
in voorraad waren om het te verzenden.
WEENEE PA1ÏTIJ.
l
2
3
4
Wit.
Amos Burn.
(Liverpool).
e4 e5
P c6
R c5
Zwart.
imon Winawer.
(Warschau).
o
«5
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
5 P
P c3
S»
R g2
ge2
0-0
P d5
e3
K hl
ed5:
f3
f4
b4
c4
cd5:
d3
a4
d4
f5
P f6
a<;
(1G
0-0
R g-4
P d5:
P e7
R d7
c6
R a7
cd5:
R b5
f 6
R d7
18
19
20
21 deó:
O»> p p-*i
23 D g4:
24 R e4
25 R g 5
26 T a3!
27 T afa
28 D h4
29 T c3:!
30 f6
R hu
P g6
P e7
h5
fe5 :
T 17
D f8
T c8
T c4
P d5 :
P c3
T c3 :
g6
D dS
32 R g7 opgegeven.
Op T g7 : volgt natuur
lijk f7f" en wit wint de
dame.
TWEEDE NAT. COBRESP. WEDSTRIJD.
Overwinnaar s g roe p.
Zevende zet van zwart.
rartij
No.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
P b6
0-0
R f5
P f6
bc6:
0-0
R cBf
P f«
h6
a<>
d5
c
Rd6
R e7
ed4:
Partij
No.
16.
17.
18.
19.
20.
21.
22.
23.
24.
25.
26.
27.
28.
29.
30.
D g6
c6
D d4
a;>
P f6
T c8
R e(>
deO:
D e7
e6
P e7
0-0
R c8
do
Partij
No.
31.
32.
3;J.
34.
35.
36.
37.
38.
39.
40.
41.
42.
43.
44.
45.
R e6
d6
c6
d5
P c6
R c3:
R d2:
0-0
D b6
P c6
dt!
D b6
R e7
P c6
KU5
v. H. Aan my lag de schuld niet. Copy was op
het gewoon uur verzonden. Het kan zoo inderdaad
lang duren, maar geduld is zulk een schoone zaak.
In partij 23 is gespeeld 7 K efi :
J. J. S.