De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1897 26 september pagina 7

26 september 1897 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No 1057 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Een vriend yan Leoparfli. In een vorig nummer van dit Weekblad is medegedeeld, hoe de nagelaten onuitgegeven werken van Giacomo Leopardi door eene allerzonderlingste beschikking van Antonio Ranieri in handen zijn gekomen van een paar bigotte oude dienst meiden, die vele jaren lang de uitgave hebben verhinderd van deze bescheiden, op welke zij evenmin als Ranieri eenig recht hadden. Omtrent dezen Ranieri en zijne verhouding tot den beroemden dichter worden wij op verrassende wijze ingelicht door Dr. franco Ridella, in diens onlangs verschenen werk: Una Seentura jiostuma di Giacomo Leopardi. Tot dusver moesten wij ons behelpen met de mededeelingen van Ranieri zelven, door hem te boek gesteld in zijn geschrift: Sdte Anni di Sodalizio con G. Leopardi. Wie Ranieri's verhaal van dit zevenjarig samenzijn" leest, moet wel diep getroffen worden door de haast bovenmenschelijke zelfopoffering, waarmede de schrijver en diens zuster Paolma gedurende de laatste levensjaren van hun genialen, maar daarbij mismaakten, doodzieken, knorrigen, egoïsten, ij delen, ondankbaren vriend al diens nukken en kuren hebben verdragen, hun huis en hun beurs te zijner beschikking hebben gesteld toen zijne ontaarde familie hem bad verloochend, en zijn levensavond zoo al niet gelukkig, dan toch dragelijk hebben gemaakt. Eerst acht-en-veertig jaren na den dood van den dichter zijn de herinneringen van Ranieri uitge geven. Is in dien langen tijd zijn eigen geheugen verzwakt, of heeft hij gemeend, dat er onder zijne tijdgenooten geen ineer zouden zijn, die hem kouden «ontröleeren ? Zooveel is zeker, dat het boekje, onder den schijn van de diepste vereering voor Leopardi, eene doorloopende lofrede is op den ?edeltnoedigen, onbaatzuchtigen, alles opofferenden, alles verdragenden, alles vergevenden ... Antonio Ranieri en op diens engelachtige" eii heilige" zuster. Het geschrift moest de bevestiging zijn van de zorgvuldig opgekweekte legende, dat Leopardi «n Ranieri voor alle eeuwen zouden verbonden zijn als Orestes en Pylades, als Damon en Pythias. Ja die overtuiging is Ranieri eenige jaren geleden gestorven. Hij heeft het niet meer beleefd, dat de «igengemaakte aureool van klatergoud hem door ?een eerlijk landgenoot onbarmhartig van het hoofd werd gerukt. Dr. Ridella gaat bladzijde voor bladzijde de be weringen van Ranieri na, en het kost hem weinig moeite, het leugenachtige daarvan aan te toonen. Ranieri vertelt, diepbewogen over zijn eisen braafheid, dat zijn leven slechts een lang offer" is geweest sedert den avond, waarop hij ia eene edelmoedige, maar jeugdig onvoorzichtige opwelling, tot Leopardi had gezegd: Het weinige wat ik bezit, nullen wij deelen, wij zullen elkander nooit meer verlaten, en als er, van eenige verplichting sprake is', dan zal die aan mijne zijde zijn." //Deze belofte" zoo gaat hij voort over ?welke de snoodheid der menschen mij nog nooit Immuun iiiiiiiu niiiiii 7de Jaargang. 26 September 1897. Redacteur: R. J. LOMA.N, adres: Stonehaven Streatham, Londen S. W. Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek betreffende, aan bovenstaand adres te richten. MHIIIIIIIIIIIIIIItllliliiillllllllllllllll CORRESPONDENTIE. J. M. K. te B. Onder dnal" verstaat men een nevenoplossing na den eersten zet. Vervaardigd voor den Gn Halfjaarl. Internationalen probleemwedstryd in dit blad. No. 401 van H. Mendes da Costa, te Amsterdam. Mat in vier (4) zetten. abcdefgh Wit 12, zwart 4 stukken. Oplossing van No. 399 (Mcndes) l P e8 enz. Opgelost door C. Koskelkorn, Keulen (1); L. A. Kuijers, Amsterdam (1); C. T. v. Ham, Kralingsche veer (2); W. Beekhuis, Groningen; G. Hovinga, Fmsterwold (1) ; P. D. v. Zeeburgh, Groningen ; Joh. M. Keuning, Beetsterzwaag (H'»); E. S. Hchortinghuis, Finsterwold (3); J. M. C. Kievit-1, Papendrecht; W. Albregts, Amsterdam (ll/2); H. H. v. d. Goot, Harich (2); D. L. A. Heinsius, Hoorn (U/a); B. v. Krimpen Rotterdam (2). Nog goede opl. van No. 397 (Jaspersen,) te vermel den van 11. A. Schorüngbuis, G. Hoyinga en W. Beekhuis. Beoordeelingen (No. 399). Ein recht schwülatiges nur auf Variantenfülle borechnetes Stück, dessen Zugzwang auf dor Hand lisgt. C. Kockelko.'D. berouwd heeft doen gevoelen, en mij, zoolang ik leef, nooit berouw zal doen krijgen, is met eene zeldzame standvastigheid gehouden; maar ik kan niet ontkennen, dat zij voor mij en voor mijne engelachtige Paolina de bron is geweest van lang, ongeneeslijk en onherstelbaar lijden." Eerst dus geldelijke offers: zeven jaar lang heeft hij Leopardi moeten onderhouden, hem moeten huisvesten en voeden en in al zijne behoeften en uitgaven moeten voorzien. Leugens! zegt Dr. Ridella. Als een van d* twee bij dit samen wonen flaancieel heeft geprofiteerd, dan is het Ranieri geweest, die door zijn vader zonder een cent op straat was gezet, terwijl Leopardi van zijn vader, graaf Monaldo, geregeld toelagen ont ving. Ranieri wist dit beter dan iemand anders, want hij zelf schreef de wissels op den ouden heer Leopardi, die de zoon alleen onderteekende. Volgens Ranieri stelde Leopardi niet alleen aan de beurs, maar ook aan den tijd en de gezondheid van zijn vrienden zware eischen. Hij was een veeleischende en lastige gast, vol kuren en dwaze gewoonten. Nu eens kreeg hij het in het hoofd, 's nachts te praten en te lezen, waarbij zijn goede vrienden hem gezelschap moesten houden, en over dag te slapen, terwijl Ranieri en zijn zuster dan hun gewone bezigheden moesten verrichten. Dr. Ri della noemt deze voorstelling eene belachelijke overdrijving. Een anderen keer zoo verhaalt de model vriend was Leopardi op het punt van te sterven, omdat hij te veel ijs of andere snoeperij gebruikt had, omdat hij van de drankjes, die de dokter hem voorschreef, of niets, of veel te veel had ge bruikt. Hij was een verschrikkelijk lastige zieke: nu eens kinderachtig gulzig, dan weer kinderachtig bevreesd om te sterven. Antonio en Paolina ver richtten dan wonderen; zij betwistten den dier baren vriend dag en nacht aan den dood, en aan hen zijn wij zeker verscheiden jaren van zijn kost baar leven verschuldigd. Onzin! antwoordt l)r. Ridella weder. In den tijd, waarover Ranieri spreekt, was Leopardi, voor zija doen, betrekkelijk wel. En wat die gulzigheid betreft, Leopardi at zoo goed als niets en dronk alleen schoon water. Iii zijn ijver om het minder aangename van zijn verplegerstaak te doen uitkomen, dicht Ranieri zijn vriend niet slechts allerlei ongenoemde walge lijke kwaleu toe, die Paoliua, haar weerzin over winnend, met engelachtige heldhaftigheid" ver zorgde, maar beweert ook, dat Leopardi van voren en van achteren een bult had, terwijl het algemeen bekend is, dat Leopardi alleen eeu hoogen schou der had. Als men Ranieri mag gelooven, zou Leopardi n zijne naaste betrekkingen ra zijne geboortestad hebhen gehaat met een volkomen haat. Wie de werken en vooral de brieven van den dichter gelezen heeft, weet, dat er tusscheu hem en zijn ultra-conservatieven vader weinig of geen gemeen schap van denkbeelden bestond en dat hij in een booze bui ziju vaderstadje Recanati wel eens een graf voor de levenden heeft genoemd. Maar uit Zeer eenvoudige sleutelzet en geen enkele zuivere matstelling. L. A. Kuijers. Dat met P d6 de eerste zet gedaan moet worden, valt direct in 'c oog. Er zijn echter aardige verlei dingszetten, vooral P c8, die slechts op T h8: faalt. Er is echter geen enkele zuiveie matstelling. C. T. v. Ham. UIT DE SCHAAKWERELD. De redacteur gaf tijdens zijn verblijf te Amsterdam en Haarlem twee blindséances met 't volgende resultaat: Amsterdam 25 Aug. 5 gew., l verl., rem. 0. Haarlem 15 Sep. 4 gew , l verl., l rem. Totaal: blindspeler won 9, verloor 2 en maakte een partij remise. De Haarlemsche schaakclub benoemde den redacteur op haar jongste vergadering tot eerelid der vereeniDe Internat, wedstrijd die op't oogenblik te Berlijn gehouden wordt, levert een sprekend bewijs dat een concours, ook zonder de medewerking der eerste korypheeën, toch zeer rijk aan belangwekkende par tijen kan zijn. Daar de deelnemers, met uitzondering van een paar nieuwelingen, goed aan elkaar gewaagd zijn, wordt de strijd om den eerepalm heftiger dan ooit gevoerd. De Weener meester Marco, die zich op vroegere Internat, wedstrijden reeds als een degelijk speler deed kennen, heeft tot nog toe geen enkel spel verloren en staat met 6'/j uit 8 bovenaan op de lijst. Deze goedhartige en joviale Wioner" bezat wel de kracht om tegen sterke spelers een nederlaag te ontduiken, maar om uit een goede stelling winst te halen, daartoe schoot tot nog toe zijn talent te kort, een brief, achttien dagen voor zijn dood aan een vriend geschreven, blijkt dat de dichter niets liever wenscht, dan zijne laatste oogenblikken te mogen doorbrengen in de ouderlijke woning, te midden van zijne naaste betrekkingen. En in den laatsten brief, dien bij aan zijn vader schreef, kan men lezen: ,/Ik kus u en mama de handen, omhels mijn broeders en zusters, en bid hen allen, mij Gode aan te bevelen, opdat, zoodra ik u allen zal hebben weergezien, een zachte en spoedige dood een einde make aan mijn lichaamslijden, waarvoor geen andere genezing mogelijk is". Niemand heeft dit alweer beter geweten dau Ranieri, die zelf de brieven schreef, welke Leopardi hem dicteerde. Wat mag Ranieri bewogen hebben, van zijn voor lange jaren overleden beroemden vriend, willens en wetens, zulk eene caricatuur te maken? Waarschijnlijk moet men hier alleen denken aan eene met de jaren toenemende ijdelheid van een onbeduidend man. Aangetrokken door Leopardi's buiteugemeene talenten, door zijne beminnelijkheid en eenvoudigheid, bovenal door ziju roem, is Ranieri voor den dichter gedurende de laatste jaren van diens leven zeker een goed en hartelijk vriend geweest, en heeft zijne zuster zich tegen over den reeds ten. doode opgeschreven lijder gedragen zooals iedere vrouw zou doen, die het hart op de goede plaats heeft. Na Leopardi's dood heeft Ranieri begrepen, dat het eigenlijk alleen zijn vriendschappelijke verhouding tot den grooten dichter was, die aan zijn eigen leven relief en beteekenis gaf. Die gedachte heeft zich geheel van hem meester gemaakt; Leopardi is zijn geheele raison d'étre geworden. Maar tegelijkertijd is bij hem de behoefte ontstaan, om tegenover dezen Orestes als geen al te onwaardige Pylades op te treden. En langzamerhand is hij zich zelf letieauróle gaan toedichten. Bij die pogingen heeft hij laat ons maar zeggen tengevolge van eene auto-suggestie de tastbaarste en brutaalste leugens opgedischt. Zoo vertelde hij dat de tyrannie hem als baardeloozen knaap aan den boezem zijner moeder heeft ontrukt," of in meer prozaïsche termen, dat hij op zijn twaalfde jaar om politieke redeueu uit Napels is verbannen. De waarheid is, dat hij, door den lust tot zwerven gedreven, op zijn achttiende jaar heimelijk het ouderlijk huis heeft verlaten. Zoo heeft hij in een aan de Koninklijke Aiademie voorgelezen en later gedrukt stuk verteld, dat zijne zuster Paolina een groote savantc was, dat zij belangrijke piulologische, historische en letterkundige werken had geschreven en het geheim der Grieksche metriek had ontdekt. De waarheid is, dat deze Paolina een goede, eenvoudige, huishoudelijke ziel was, die waarschijnlijk haar leven lang niets anders Leeft geschreven dan briefjes aan vriendinnen of leveran ciers en zich met rieksche of andere metriek nooit heeft bemoeid. Het is te hopen, dat de Ranieri-legeude, die maar al te veel geloof heeft gevonden, door Dr. Ridella's kritiek den genadestoot zal hebben ver kregen, en dat men, als iu het volgend jaar het IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIMIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIUII een eigenaardigheid die hij met vele Weener meesters gemeen heeft. Dit keer echter schijnt hij op iets meer dan voortdurend remise maken bedacht, en zijn spel kenmerkt zich door meer energie en ondernemings geest dan wij tot dusver van hem gewend waren. Ook Blackburue schijnt zich in dezen wedstrijd meer op dreef te voelen dan te Neurenberg on te Hastings, waar de concurrentie van meesters als Lasker, Steinitz, Tarrasch en Pillabury een verlammonden invloed op zijn spel scheen uit te oefenen. Behalve 't Meisterturnier is ook 't Hauptturnier, wegens de deelneming van onzen landgenoot D. Bletjkmans, niet van betee kenis ontbloot. Wij hopen dat hij 't er even schitterend af zal brengen als v. Leimop te Leipzig, al heeft hjj ook met meer gevaarlijke mededingers te doen dan laatstgenoemde in 1894. Onze beste \venschen verge zellen hem! Hier volgen twee partijen uit 't Meister turnier", die wij wegens plaatsruimte zonder annotaties publiceeren. TWEEPAARDSPEL IN DE NAHAND. P f 3 Wit. 51. I. Tschigorine. (Petersburg). e4 e5 P c6 P f G ed4: R c5 <15 dc4: 10 P 11 P 12 Zwart. Ad. Albin. (Weenen). c3 D f5 ce4 0-0-0 g4 D do? 4 d4 5 0-0 6 e5 7 ef6 8 T elf 9 P g5 D gG was de zet. R e6 D d5 13 14 P f6 15 P ge4 16 f4 17 K ?2 T D (1G D e5 d3f D d4 18 c3 opgegeven. o Stand van 't Internationaal Schaak- ?? -r congres te Berlijn na de 8ste ronde. ~ CD lég <j tj pq ; O ^ ;5 M S i = '". ' O 3 1 o i ^ ' O D ' s ' ^ ? " ' y ' S te 1 1 ^f P i b-H ' ^ -C| j "^ O H 4 : ^ ? ^ ^ ' 5 ^ S. Alapine, Petersburg Ad. Albin, Weenen J. H. Blackbuvne, Londen .... l'j A. Burn, Liverpool H. Caro, Londen l Bud. Charousek, Boedapest .... W. Cohn, Berlijn Berth. Englisch, Weenen D. Janowski, Parijs ' -_< Geo Marco, Weenen Joh. Metger, Kiel l -i E. Schiffers, Petersburg K. Schlechter, Weenen 'o H. Süchting, BraeUrade Rich. Teichmann, Londen .... M. I. Tschigorine, Petersburg . . . A. C. Walbrodt, Berlijn l S Winawer, Warschau A. Zinkl, Weenen O eeuwfeest van Leopardi's geboorte wordt gevierd, van den grooten Italiaanschen dichter een minder bezoedeld en beklad beeld te zien zal krijgen, daa de belachelijke grootheidswaanzin van zijn ^besten en trouwsten vriend" van hem ontworpen heeft. E. D. P. UMI II l Het Wiener TagMatt vertelt eene historische anecdote omtrent den overleden koning van Wurtemberg en diens particulieren secretaris, een boerenzoon, die zich door handigheid en be kwaamheid in het vertrouwen des konings had opgewerkt. De koning had eens een bijzonder vertrouwelijke zending naar Frankfort, waar destyds de Bondsdag vergaderde. Wurtemberg was daar vertegenwoordigd door een Freiherr von Linden, die vóór 1848, als buitensporig liberaal gold en het er den conservatieven te bont maakte. Op dev ertoogen uit Weenen, van Metternich, besloot de koning hem terug te roepen, maar eigenlijk was hij het in den grond vrijwel met hem eens. Hij sprak dan met zijn particulieren secretaris en droeg dezen op, aan von Linden z\jn ontslag te gaan brengen, maar op de «meest verschoonende wyze", zoodat de gevoeligheid van den bekwamen diplomaat niet gekwetst werd. Het was geen ongenade, een gesprek moest voorafgaan, men zou den Freiherr met een andere betrekking schadeloos stellen. Maar in elk geval, de secretaris had den brief van ontslag b\j zich, geteekend en wel. Maar ik waag het uwe Majesteit op te merken, dat Baron Linden een zeer opbruisend, onstuimig karakter heeft. Daarom zend ik u, mijn waarde, om het hem op kiesche wijze aan het verstand te brengen. De secretaris ging op reis, kwam te Frankfort en ging hy baron Linden vragen, wanneer het hem gelegen zou komen, hem te ontvangen, omdat hy een speciale opdracht van den koning had. Baron Linden kwam terstond tevoorschijn, en zei driftig : (joed dat u er zijt, ik had juist een bezwaarschrift naar Stuttgart willen zenden! Al mijn stappen worden vandaar gedwarsboomd, mijn verklaringen gedesavoueerd; ik heb aan Zyne Majesteit willen voorstellen, om, wanneer dat niet anders wordt, mij maar liever mijn ontslag te geven! Daar hebt u het al ! antwoordde de secre taris, haalde den brief uit zijn zak en reikte haar den baron over. Of de koning over de kiesche en verschoonende wijze tevreden was, wordt niet gemeld. De hazen in Frankrijk kunnen zich een vroolijken dag gunnen. Zooals men weet is in Frank rijk de buskruitfabricatie ook een staatsmonopolie; de directie van de groote staatsfabrieken te Sevran-Livry heeft aan de wapenhandelaars doen weten dat zij de bestelde hoeveelheden buskruit niet leveren kon, omdat er geen doosjes genoeg in voorraad waren om het te verzenden. WEENEE PA1ÏTIJ. l 2 3 4 Wit. Amos Burn. (Liverpool). e4 e5 P c6 R c5 Zwart. imon Winawer. (Warschau). o «5 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 5 P P c3 S» R g2 ge2 0-0 P d5 e3 K hl ed5: f3 f4 b4 c4 cd5: d3 a4 d4 f5 P f6 a<; (1G 0-0 R g-4 P d5: P e7 R d7 c6 R a7 cd5: R b5 f 6 R d7 18 19 20 21 deó: O»> p p-*i 23 D g4: 24 R e4 25 R g 5 26 T a3! 27 T afa 28 D h4 29 T c3:! 30 f6 R hu P g6 P e7 h5 fe5 : T 17 D f8 T c8 T c4 P d5 : P c3 T c3 : g6 D dS 32 R g7 opgegeven. Op T g7 : volgt natuur lijk f7f" en wit wint de dame. TWEEDE NAT. COBRESP. WEDSTRIJD. Overwinnaar s g roe p. Zevende zet van zwart. rartij No. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. P b6 0-0 R f5 P f6 bc6: 0-0 R cBf P f« h6 a<> d5 c Rd6 R e7 ed4: Partij No. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. D g6 c6 D d4 a;> P f6 T c8 R e(> deO: D e7 e6 P e7 0-0 R c8 do Partij No. 31. 32. 3;J. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. R e6 d6 c6 d5 P c6 R c3: R d2: 0-0 D b6 P c6 dt! D b6 R e7 P c6 KU5 v. H. Aan my lag de schuld niet. Copy was op het gewoon uur verzonden. Het kan zoo inderdaad lang duren, maar geduld is zulk een schoone zaak. In partij 23 is gespeeld 7 K efi : J. J. S.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl