De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1897 3 oktober pagina 4

3 oktober 1897 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Nb. 1058 van den rijkdom, die tegelijk met den roem ia zijn huis gekomen is. Een Weener vriend noemde voor eenigen tijd Mascagni den levenslustigsten Italiaan, juist toen de valsche berichten over zijn zelfmoord bekend werden. Hij voegde er bij: //Jk heb het bericht dadelijk tegengesproken; Mascagni kan zich niet gedood hebben, want hij is voor 600.000 francs verzekerd." Blijkbaar evenaart bij Mascagni de briefschrijver in vruchtbaarheid den componist; de maestro heeft aan de couranten weder een brief geschreven, en om de dwaasheid te bewijzen van de geruchten, die over hem verspreid zijn, doet hij de volgende belangrijke mededeelingen: Hij heeft geen enkele reden om zicb van het leven te berooven. Hij leidt met zijn vrouw en zijn drie kinderen een zeer gelukkig leven. Hij is buitengewoon gezond en krachtig naar lichaam en geest. Hij wordt steeds dikker, en weegt nu al 86 KG. Als direc teur van het Liceo Rossini heeft hij een goede positie en grooten invloed. Hij is de eerste der Italiaansche musici. Hij wordt overladen met aanbiedingen en engagementen uit het buitenland; zelfs heeft hij, uit gebrek aan tijd, aanvragen moeten afslaan uit Hongarije, Zweden en Rusland. Hij werkt aan een nieuwe opera met een frischheid van inspiratie en een opgewektheid die hem den tijd herinneren, toen hij de Cai-alleria Rusticana schreef. En tegelijkertijd met dezen brief, maken de Italiaausclie couranten een a jderjn bekend, waarin Mascagni zegt, dat hij de bewuste opera De Japansche voltooid heeft, en dat verscheidene critici van groote beteekenis, wien hij enkele fragmen ten heeft voorgespeeld, vol bewondering zijn. Men heeft wel gelijk, als men zegt dat dit slechts reclame is. In den laatsten tijd is er veel geschreven over den ongunstigen financieelen toestand waarin Mas cagni, tengevolge van zijn rijke-lui's-lief hebberijen geraakt zou zijn. Intusschen blijkt de maestro nog altijd goed gerekend te hebben. De vroegere Boh mien, heeft zich wel met pracht en kostbaarheid omgeven, maar zijn tanticmes veroorloven het hem, en bovendien bedragen zijne vaste maandelijksche inkomsten nog 2800 lire, en wel 1000 lire als bij contract vastgestelde toelage van Sonzoguo en de rest als dirccteurs-tractement van het Liceo llossini. Ook speelt Mascagni mtt voorliefde de rol vaukunstMaecenas. Er zijn weinig moderne Italiaansche schil ders van beteekenis, die niet fresco's of schilderijen voor Mascagni gemaakt hebben, voor het histo rische paleis, waar Rossini, Pedrotti en Verdi ge woond hebben. En hoewel hij dit historisch gebouw reeds jaren lang bewoont, is Mascagni nog niet met de inrichtiug klaar. Nog kort geleden heeft hij voor zijn /,beroemde" dassenverzameling, waar van nog altijd de reusachtige geruite Engelsche knoopdasseu den trots uitmaken, een nieuwe kleine zaal in gericht: de zaal voor Oostersche dassen. Slechts n zorg kwelt hem, en wel die over de toekomst van zijne dassen : de uitvinding van een reukeloos mid del, dat deze geniale producten van een heerlijke kunst voor motten zal bewaren, en hem htt ver driet besparen, dat hij de mooiste exemplaren aan de bedienden van het conservarorium te Pesaro moet geven, om af te dragen. 't Zijn sterke beenen, die de weelde dragen ! Wagner en Donizetti. Het is geen alledaagsch feit, de namen dezer muzikale antipoden gekoppeld te zien. Lange jaren geleden geschiedde dit op een titelblad: "Wagner had toen, in den grootsten nood verkeerend, voor een Parysch uitgever een klavieruittreksel van een van Donizetti's opera's gear11IIIIIH1U11IIIIIIIIIIIIIIHII verleden en de beide mannen, bij wie 't geen eens was slechts 't besef moest opwekken van hun tegenwoordigen treurigen toestand verdiepen zich met waar genot in den tijd van weleer. Dan wordt 't Haagje nog eens herdacht en be sproken mooi Grietje van de Veerkade, zwarte Marie van den Denneweg, blonde Truus van 't Kanaal, allen hebben zij hare beurt gehad en plotseling zwijgen beiden, voor zich uitstarend naar beneden. Nu slaat Last de oogen op en ziet den blik van den ander op zich gericht, een oogenblik staren beiden elkander aan, dan is 't alsof in een plot seling opkomend helderziend oogenblik, door de werking van den alcohol in die versufte, verstompte hersenen teweeggebracht, zij zich zelven als 't ware voor 't eerst herkennen in hun ware gedaante, eene zoo bittere en droeve tegenstelling vormend met 't zooeven wederom doorleefd verleden. Eenige minuten blijven beiden elkander zoo aanstaren, dan heeft Vonk met een berustend schouderophalen en een zucht zich weder met 't heden vereenzelvigd, Last daarentegen slaat de handen voor 't gelaat en ... weent jenevertranen. Lang, lang zwerven die arme schipbreukelingen des levens op hunne tot wrakhout geslagen buikjes rond, alle gevoel ten slotte als 't ware verstompt door 't steeds dreigend gevaar van in den duisteren afgrond van kolk en maalstroom te verzinken, totdat een onvriendelijke hand de laag hangende wolken verstrooit en hun 't uitzicht opent op 't schoone land, waarvan de door eigen schuld en jeugdige onbezonnenheid opgeroepen stormen des levens hen hebben weggedreven en dat wederom te bereiken nimmer en nimmer meer voor hen is weggelegd. Dan komen in die oogenblikken van plotseling bewustzijn, straks wederom voorbij, wanhoop en de gnevendste zielesmart de armen folteren, zoodat zij met afgrijzen en walging terugzien op de afgelegde levensbaan. //Dag Vonk, ik ga me verdrinken," spreekt Last op somberen toon, met de grootste moeite op staande en waggelend voortstrompelend om naar buiten te komen, bij eiken pas staan blijvend om 't verloren gaand evenwicht te herstellen. Vonk is intusschen ook opgestaan en heeft met de eene hand zich telkens aan de tafel vastgrijpend spoedig den aspirant-zelfmoordenaar bereikt, dezen nu vasthoudend. Nee Last, doe dat nou niet. Kom ga er bij zitte," smeekt hy met dubbelslaande tong. ff Laat me los, Vonk. Wat doe ik nog op de wereld? Wat ben ik? Een dronkelap, een niets waardig sujet, een ... mispunt," spreekt Last door zijn nog altijd rijkelijk vloeiende tranen heen, rangeerd. Hoe hem die taak tegen de borst moest stuiten, begrypt men nog beter, als men weet, dat hij nooit te bewegen is geweest om van zyn eigen dramatische werken zelf klavieruittreksels te maken. Thans is Wagner's naam weer genoemd in verbinding met dien van Donizetti, en wel bij de onthulling van het voor den laatsten te Bergamo gestichte gedenkteeken. De minister Codronchi sprak over de nieuwe wegen, welke de kunst zocht te bewandelen, en noemde Richard Wagner den man, die op onnavolgbare wijze drie eeuwen van muzikale traditie had samengevat en daarop zyn zegel had gedrukt. Men kon, volgens hem, enkele technische trekken van Wagner nabootsen, maar niet eens diens geheele techniek, want deze was de hem eigene geestesvorm, zy was zijn geest zelf. ST er, L.LTTIRJ:N De tentoonstelling yan St. Lncas, in het Suasso-museum te Amsterdam, open tot 3 Oct. a. s. Ik wil geenzins zoo aanmatigend zyn om deze expositie te gaan kritiseeren, want dat zou alleen mogelyk zijn by een algemeen vaststaand be ginsel, by de aanwezigheid van een algemeen geldenden smaak, dingen waaraan in onze dagen nog lang niet te denken valt. En ook omdat over smaak nu eenmaal wel te discuteeren valt, en een uiteenzetting van zekere denkbeelden hier te veel plaats zou beslaan. En ook omdat deze tentoon stelling zooveel beter is dan die van het voor gaande jaar, en er zoo oneindig veel smakelijker uitziet. In hoeverre de zooveel betere zaal dan die in het Panorama daaraan meewerkt, in hoeverre de betere hanging van de betere werken hiertoe bij draagt, behoeft hier niet uitgemaakt, deze expo sitie van St. Lucas is de beste van die ik me herinner. Daarmee zij ook geenszins gezegd dat mij al de werken beter voorkomen dan het vorig jaar, maar er zijn er een paar onder de leden van dit gild, wier werk mij superieur aan hun vroeger voorkomt, ik meen dat van de heeren J. Ilanau, van van Oosterzee en van H. Wouters. Want als er onder hen die hier exposeeren mogen zijn dien een zeer bepaald doel voor den geest staat, of in hun werk naar iets gedefinieerd» streven, dan lijkt het mij dat het de genoemden zijn. Niet bereikt J. Hanau in zijn aquarellen zijn grootste kracht, of toont hij het best wat hij nu eigenlijk wil, maar wel in zijn krijtteekeningen, zooals er hier hangen, en zooals ik er vroeger reeds verscheidene van hem zag. Da:ir toont hij zijn ware talent en hy bereikt hier zonder om wegen, direct zijn doel. En dat doel is, geheel iiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiii worstelend daarbij om vrij te komen. Maar Vonk houdt hem vast en wil hem niet, laten gaan beiden vergetend op dit oogenblik dat 't diepe water vrij ver af ligt en onbereikbaar is voor den zich met de grootste inspanning staande houdendcu man. De worsteling houdt aan, de hoogroode gezichten zich steeds donkerder en donkerder vervend, hijgend en wild gaat de adem der vechtenden, totdat Last plotseling struikelend achterover valt en in zijn val den ander medesleept, beiden liggen blijvend daarna op de plaats, waar zij terecht kwamen. Een oogenblik nog en dan bewijst hun zware, moeielijke ademhaling, dat de slaap hen heeft overvallen. Behoedzaam uitkijkend komen twee jeugdige knapen uit de binnenruimte der woning m de voorgalerij en de slapenden ontwarend maken zij zich meester van de nog niet geheel ledige flescb. Reeds heeft de grootste de flesch aan den mond gezet. Laat staan," gilt een bleeke vrouw in den ingang der voorgalerij verschijnend rinkelend valt de flesch in scherven op den grond. Beschaamd staan de knapen daar, niet lang echter, want weldra komt de moeder op hen toeijlen, hen bij de schouders vattend. //Schaam je, maak dat je wegkomt." Druipstaartend gaan de beide jongeas weg, uageoogd door de bleeke moeder. Als /.ij heen zijn gegaan slaat zij de handen voor 't gelaat. //God! God!1' klinkt het slechts uit haar mond. 't Is 't gebed der moeder voor 't heil harer kin deren zal 't baten ? Nu laat, zij de handen zakken, met een blik van diep verwijt den slapenden echtgenoot gadeslaand, terwijl zij verachtelijk de voor haar voeten lig gende scherven wegschopt. Dan treedt zij op den slapende toe, hij ligt, zoo ongemakkelijk eu hij is toch haar man. Fluks een kussen van binnen halend schuift zij hem dit onder 't hoofd een vloek slechts is de dank van den half bewustelooze. Met gebogen hoofd verlaat daarop de arme vrouw de voorgalerij, haar lichaam schokkend van 't ver driet, maar de tranen vloeien niet weenen kan zij reeds lang niet, meer. Een zacht windje beweegt het scherm langzaam heen en weer; de 7.011, van achter een hoogen boom te voorschijn gekomen, werpt haar stralen door de openingen, huppelend, dansend, springend op die beide naar boven gekeerde gezichten en 't is ons alsof zij met wreeden, luchtigen spot zich vroolijk maakt over die ongelukkigen. in onzen tijd passend, eenigzins gelykend op het ideaal wat zich de grootsten onder de tegen woordige impressionisten gevormd hebben, in mooie lijnen en kleuren hun indrukken van de natuur op papier of doek gebracht. Zóó sterk als bij die grooten is het by hem niet, maar hij hoort tot hun volgelingen. Evenzoo van Oosterzee. Ook bij hem is een zeer bepaald streven op te merken, ook hij heeft een bepaald doel met zijn werk en ziet iel s zeer bepaalds in de natuur, dat hij nog niet altijd even helder kan uitdrukken, maar het wil mij voor komen dat een voortdurend werken zijn talent zuiveren zal, en wie weet, hoe ver hij het dan nog brengt. Ik voor mij, ik vindt de hier ten toongestelde werkjes nu niet wat ik zou willen noemen mooi, maar het heeft, dunkt mij, genoemde verdiensten boven zijn mede-exposeerenden voor. In ieder geval op dat van den Heer Co Breman. Want uit de drie door hem geëxposeerde werken blijkt telkens een zóó ander streven, een zóó geheel ander doel dan het voorgaande, dat men eenigzins verlegen zou mogen vragen wat of de Heer Breman zich nu eigenlijk wel voorstelt te bereiken, nog meer daar alle drie deze schilderijtjes van een zeer verscheiden vaardigheid in het schil deren getuigen, iets wat in meer van de dikwijls zeer omvangrijke inzendingen van enkele expo santen opvalt, waardoor in het ne werk meer de kleur spreekt, in het andere meer de toon, in het derde meer de penseelstreek, in het vierde soms al deze eigenschappen om den voorrang vechten, wat niet altijd ten voordeele van het geheel blijkt. Zoo niet in het enkele, kleine, en zeer be werkte schilderytje van den heer H. Wouters. Hier is bijna geen sprake van kleur, maar alleen van toon en van een zeer nauwkeurige teekening, van een nauwgezette betrachting en opteekening van de natuur, van een zeer aanhoudende studie, en een daardoor verkregen kennis zooals slechts weinigen van de leden van deze vereeniging dit bezitten. De heer Wouters is onder de fijnst gevoeligen van hen. TH. MOLKEXDOEB. Een mooi boekje. Althans dit belooft het te worden, dat in het najaar door de Erven Bohn te Haarlem uit te geven album, getiteld: »0ude Hollandsche steden aan de Zuiderzee", door W. O. J. Nieuwenkamp en J. G. Veldheer. Want wat ik er van zag is al zeer belangrijk, en J. G. Veldheer, die onder hen hoort die in Nederland de houtsnijkunst met veel succes beoefenen, heeft voor deze op mooi Hollandsen gedrukte uitgave een titelblad gesneden, dat eenvoudig uitstekend is. En dan zullen de vele prentjes van deze eigendommelijke steden, door text worden aangevuld. En tegelijkertijd zal bij denzelfden uitgever een album met lithographieën van Vaarzon Morel verschijnen, met prenten die een Haarlemsche kermis tot motief hebben. Th. M. Oude Hollanders. De Firma Kleinman en Co., lichtdrnkkers te Haarlem, die nog al eens van zich doen spreken waar het geldt de uitgave van een of ander boek over of voor kunst, hebben nu de eerste van een zestal afleveringen doen verschijnen, die teekeningen van oude Hollanders in lichtdruk reproductie aanbiedt, en die, zooals ze daar lig1', met eenige verbeteringen, veel kan doen ver wachten. De twee teekeningen van Rembrandt, die deze omslag bevat, zijn uitstekend, twee van Ostade's zijn magnifiek gereproduceerd, en een Nicolaas Both is prachtig. De teekeningen zijn uit eenige Xederlandsche collecties verzameld en zullen met elkaar een mooi album vormen, dat zeker velen zullen willen bezitten. Want zoo makkelijk bereikbaar als deze, zijn in den regel goede reproducties niet. TH. M. Royal Copenhagen porcelain. Dat is hier in onze stad, en ik meen ook in ons land, nog niet veel gezien, dat zeer bij zondere soort porcelein, dat op dit oogenblik het beste is wat in het Noorden van modern werk op dit gehield gemaakt wordt. En het ziet er zoo eigendommelijk uit, het heeft een zoo bijzonder cachet, dat het als bij den eersten oogopslag op moet vallen dat dit het product van koudere landen is, zoo koel-gracieus, zoo ttil tijn zijn de weinig bewegelijke vormen, zoo weinig gloedvol en tintelend zijn de kleuren. Maar daarom is het geheel niet minder rijk. Als men bij de Wed. G. Dorens £ Zn., hofspiegelkoopers op het Rokin, een heele tafel met dit werk, dat meest klein van stuk is, ziet bezet, en de altijd maar weinig van room-blank en licht-blauw en grijzend-geel afwijkende kleuren zoo prachtig ziet harmonieeren, als men de slanke vaasjes opmerkt en hun teere beschilderingen. dan is deze aandoening niet ongelijk aan een die men krijgt, wanneer men op een grijzen najaars dag een zwerm blanke zeemeeuwen over effen wateren ziet nederstrijken. Dit werk draagt dus zeer het karakter van zijn land. En kan men zulks van alle gedoe op het ge bied van moderne plateel-bakkerij zeggen? Ik geloof het maar weinig. Dit werk is waar, en daarom op de weg ten goede, dat het reeds zoover bereikt. Tu. M. Bij de firma E. J. van Wisselingh & CP., Spui "2:}, is tentoongesteld een schilderij van Ch. Jacque : ^Landschap met schapen." Allerlei. Dmitri. Verleden week wandelden te Parijs twee agenten, voor het hondenvangen aangewezen, 's morgens om negen uur langs het Canal de l'Ourcq, toen zij een hond, losloopend, zonder ketting en zonder muilband, tegenkwamen. Het was een prachtige Russische hazewind, met stalen spieren, met grijsbruin haar, en op een fijngeciseleerden halsband stond zijn naam, «Dmitri", maar zonder naam of adres van den eigenaar. Hij liet zich zonder moeite vatten en aan een touw meenemen, en wandelde zoetjes achter zijn geleiders aan, niet bedenkend dat het eind van den weg zooveel beduidde als afmaken. Plotseling, op de quai de la Marne, zagen de agenten een volksverzameling, aan den rand van het water. Menschen waren in de weer, er werd gezwaaid met haken, gegooid met touwen; eene vrouw stond huilend aan den oever: »mijn kind, mijn kind !" Een klein ventje, Arthur Zahlès, negen jaar oud, had op den kant geloopen en was in het water gevallen. Niemand scheen te kunnen zwemmen, alleen een eenigszins grootere jonger, Emile Nolle, kon het niet aanzien, maar sprong gekleed en al in het water. Maar Arthur, in zijn angst, klemde zich zoo aan zijn redder vast, dat deze geheel in zyn bewegingen belemmerd en verlamd werd, en beide, di enkeling en redder, in het grootste gevaar waren. Eensklaps schiet iets grijsbruins, slanks en smals, tusschen de omstanders door, en springt in het water. Het was de hond Dmitri, die,'met het instinkt van zijn ras, het touw heeft stukgebeten en den drenkeling wil redden. Hij zwemt als een visch ; met handigheid en kracht helpt hij de twee jongens naar den wal duwen en weldra is het drietal zoo dicht bij, dat men hen grijpen kan en op het droge brengen. De agenten hielden zich natuurlijk het eerst bezig met de zorg om de levensgeesten in de drenkelingen op te wekken,. hetgeen ook gelukte; eindelijk, toen alle; in orde was, keken zij rond naar hun gevangene, die voor »de kar" bestemd was. Maar verfeefs; de dappere Dmitri had zeker over de beteekenis. van het touwtje nagedacht; hy was verdwenen zonder de dankbetuigingen voor zijn heldhaftig gedrag af te wachten. IIM1IIIIIIIMIIIIIIIIIIIIII1IIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIUIIIIIIIIIIII1IIIIIIMMIIIIIII» cft&ciam&s. 40 cents per regel. Bal-Zijde 40 cent tot f 14.O5 per Meter alsmede zwarte, witte en kleurue Il»;niieberg-Zy<le van ;{."> et. tot flt.Oöper Meter effen, gestreept, «eruit, gewerkt, damast enz. (ca. 240 versch qual. en 2000 versch. kleuren, dessins enz.). Franco en vrij van invoerrechten in buis. Stalen ommegaand. Dubbel bnefporto naar Zwit-erland. G. Henneberg's Zijde-Fabrieken (k. & k. Hoflever.). Zürich. Hoofd-Depöt VAN Dr. JAEGER'S OEIG. flonnaal-WolarïMeD. K.F. DEUSCHLE-BENGER, Amsterdam, Kalverstraat 157. Eenig specialiteit in deze artikelen in geheel Nederland. H. R AH R te Utrecht. Pianofabriek. Binnen- en Bnitenl. Muziekhandel. Amerikaansche Orgels. Ruime keuze in Huurpiano's. MEIJK003 & KALSHOVEN, Arnhem. Piano-, Orgel- en Muziekhandel. Ruime keuze in Huurpiano's. VERLOVINGen IIl\YELlJKS-COMMlJiWATlËN, INVITAT1ËN, enz. Proyrununas, Meniis en Tafrll.-uarten. K. VA* 3IA]¥TGIiM, Hofleverancier, SINGEL 562, AMSTERDAM, Visitekaarten,-Luxepapier,

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl