Historisch Archief 1877-1940
No. 1058
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
J. OREE1TE A ZOON,
AMSTERDAM
Kalverstraat,
hebben de eer hiermede de ontvangst der
Nouveautés voor bet aanstaande Winterseizoen
te berichten.
,,,,,,, ,,, ,,,,, u i i i m ui i l imimiiii ui nu iiin iiin IIHI ii in nu nu i iiiiiimiMiiiii minimin m n mini iimimmmiin n MINIMI
^ Een zeebad voor mlonnairs,
Een'millionnairs-aquarium heeft in Amerika
meer oamiddellijk succes gehad dan hier te lande;
het is mogelyk dat het strand van Newport
misschien niet mooier, maar toch schilderachtiger
is dan dat by de Passage te Zandvoort of dat er
meer millionnairs in de buurt zyn. Newport ligt
in den -kleinsten staat der Unie, Rhode-Island;
men merkt al dadelijk dat het bad vooral voor
millionnairs bestemd is, doordat er geen enkel
hotel eersten rang is: wie daar baadt, wordt ge
acht er zyn eigen cottage te bezitten, of op de
cottage van een millionnair geïnviteerd te worden.
Voorts aan de badcourant: zy begint met Acosta
en eindigt met Zabrieski, maar de Astors, Mac
Allisters en Vanderbilts ontbreken niet; het
vreemdelingenboek is er solieder verguld dan het
»gouden boek" van Venetiëindertijd. De cottages
zyn voor een deel marmeren paleizen, zoo
weelderig versierd als dat van Tiberius te Bajae;
en de vrouwen der millionnairs gaan er te water
in een soort van exotisch baltoilet, met juweelen
overdekt, diademen van brillanten in het haar,
en kousenbanden van smaragden om de knie.
Deze toiletten worden zoo mooi gemaakt, dat
men er liefst urenlang mee op de Beach blijft
wandelen, of er mee gaat rusten onder wit en
en rood gestreepte «canopies" (baldakijnen) of
»rattan shades" (tenten van gevlochten rotting),
waar men visites ontvangt.
Newportbehoorde indertijd aan
deNarraganzettIndianen, en Rhode-Island heette Aquidneck,
waaraan nu nog een Aquidneck-hótel, Aquidneck
bank enz. herinneren. Het geheele stuk land
werd door l\en aan de Bleekgezichten verkocht
voor veertig snoeren witte kralen; ter herinnering
zeker hieraan dragen nu de dames Astor zooveel
juweelen in zee. De grond is sedert wat duurder
geworden. Een advokaat Lawrence kocht in 1850
het gedeelte waar nu de Ochre Avenue «p haar
gele rotsen troont, voor 52,000 dollars, maakte
eenige millioenen door het in bouwterreinen te
verknippen, en toen hy stierf in 1881 werd het
laatste stukje, waar zyn eigen villatje op stond,
door eene miss Wolfe voor 192,000 dollars ver
overd. Zy bouwde er een paleis op, dat nu aan
den heer Lorillard behoort. Het is het schoonste
punt op de Oliffs, aan hun voet kronkelt zich
de heerlijke zeeboulevard, de Clift's Walk, drie
Engelsche mijlen ver langs tuinen en paleizen.
In de tuinen is de kostbaarste flora ter wereld
bijeengebracht; op elkaar volgen er de
dichtbeschaduwde villa Cornelius Vanderbilt, de lange
schilderachtige fac,ade van J. W. Vanderbilt, de
rozentuin van Bancroft, het »marble palace" van
William K. Vanderbilt, met zyn bronzen entreehek,
style Louis XIV, van 50,000 dollars, de villa van
Gordon Bennett, het paleis Beechwood van een der
Astors, de reuzeuburcht van A.Havemeyer,enz.enz.,
ook kleinere wonderwerkjes, zooals het chïllet dat
de millionnair James O'Brien voor zyne dochter, de
barones Sellière, liet bouwen. Eenige van de
villa's zijn ware musea; John H. Davis, een pa
pierfabrikant uit New-York heeft er bijvoorbeeld
een unieke collectie oude Hollanders. Agassiz, de
zoon van den beroemden Zwitserschen professor,
heeft er een laboratorium in het wrak van een
gestrand schip. Er stranden trouwens veel sche
pen, en in stormnachten dreunt het gedonder der
branding door de marmeren villa's, en zingen de
klokboeien, die een gansche allee voor de binnen
varende schepen vormen, hun schril gezang.
Men amuseert zich te Newport met alle
fashionabele vermaken, heeft er beroemde tennisclubs
op ideale tennisterreinen, met kortEngelsch flu
weelgras begroeid, en als middelpunt der gezel
ligheid een prachtig Casino op een uitgezocht
punt, zoo gekozen dat het met een reuzenboog
de Bellevue Avenue overbrugt en dus alles over
ziet. Ook wordt er veel gevischt, in zee en in
beken, kreeften en baars gevangen, voorts veel
gedanst, geflirt, kwaadgesproken en geïntrigeerd.
Ook worden er diners gegeven, waarop altoos
de geliefde Amerikaansche schotel »Shucotash"
voorkomt, zoowel tor herinnering aan de Indianen
van Aquidneck, als omdat men hem zoo gaarne
eet. »Shucotash" ;s een gerecht van melk, ge
broeide maïs en tarwekorrels, honig en nog een
paar ingrediënten; het ontbreekt op geen ont
DAMEjS.
*l
bijt te Newport, en over 't geheel houdt men
er in de Noordelyke Staten veel van. Presi
dent Cleveland weet, dat de Roodhuiden er
zeer op gesteld zyn. Hy' moest eens een diner
geven aan een aantal machtige Indianenhoofden.
Het was schitterend en werd, om de Roodhuiden
te imponeeren, met het grootste ceremonieel
opgediend. De hoofden gedroegen zich met hun
gewone waardigheid en vonden het daarna gepast,
ook den president een diner aan te bieden.
Cleveland verscheen punctueel op tijd en volbracht
zijn plicht als president; hy' at. Het eerste ge
recht was natuurlijk »shukotash". Het tweede
weer «shukotash"; het derde en vierde daaren
tegen . . . weer »shukotash". En zoo werd
negenmaal achtereen »shukotash" opgedischt, want ook
het diner van den president had negen gerechten
geteld. Cleveland nam er iederen keer van en
heeft daarna zijn leven lang geen >shukotash"
meer willen zien.
iiiiiiiimiiiMiiiiiiHimiiimmmimimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiijiiiiiiiMimMiiiijii
Girton-Lollcge. Gekleurd licht ?
I'apiern. Jteceiiteii.
Girton College, de Engelsche inrichting voor
Hooger onderwijs voor meisjes, heeft een heel
gelukkige ligging. Het is niet meer dan vier
mijlen van Cambridge, zoodat een aantal van de
professoren der groote Universiteit er kunnen
komen lesgeven. Te Girton is tweemaal 's jaars
toelatingsexamen ; de leeftijd van IS jaar en een
bewy's van goed gedrag is noodig. Eenmaal te
Girton ingeschreven, kunnen de meisjes er in de
volgende vakken studeeren : hoogere wiskunde,
natuurkundige wetenschappen en natuurlijke
historie, psychologie, staathuishoudkunde,
paedagogie, godgeleerdheid, algemeene geschiedenis,
levende en doode talen. De studietijd is drie
jaren. De meisjes zijn heel comfortabel, bijna
weelderig geïnstalleerd; ieder heeft een slaap
kamer en zitkamer of studeerkamer, die zij zelf
mag inrichten.
De huisregel te Girton rekent maar op zes a
zeven werkuren daags ; verder wordt er gewandeld,
tennis, hockey en golf gespeeld in het park,
muziek gemaakt en comedie gespeeld ; er zijn
ook verscheiden clubs gevormd onder de leer
lingen, er is ook, zooals op de meisjeskostschool
die wij onlangs bespraken, een flre brigade, een
vrijwillige brandweer.
Girton heeft uitstekende resultaten. Een aantal
van zijn leerlingen zijn nu directrices van de
voornaamste scholen in Engeland ; andere schrijf
sters, redactrices van tijdschriften, assistenten
bij het observatorium te Greenwich of verschil
lende laboratoria. Een aantal zijn ook getrouwd
en gelukkige huismoeders.
* *
*
Voor de bestryders der vaccine is het eene
uitkomst dat er eene methode schijnt gevonden
te zijn, die even goed als de inenting, de heftige
ontsteking bij pokziekte tegen houdt. Dr. Finsen
in Denemarken, heeft gevonden dat wanneer men
glasruiten, behangsel en gordijnen oranje donker
rood nam, de pokken in veel lichter graad optra
den dan anders, en na hun genezing geen lidteekens
nalieten. Het was niet het toelaten van het roode
licht, maar het uitsluiten van de verderfelijke
blauwe en violette stralen, dat de werking deed.
Bij andere huidziekten daarentegen was licht, en
? zelfs geïntensitieerd licht, een machtig genees
middel. Een bezwaar was, dat, wanneer men
door brandglazen of spiegels het zonlicht of'
electrisch licht versterkte, ook de hitte in even
redigheid toenam. Finsen wist dit te voorkomen
door het licht te laten gaan door eene watervlakte,
die de ultra-roode warmtestralen grootendeels
opslorpte, en voorts door een glazen bad met
lichtblauw water, dat alleen de
ultra-violetblauwe stralen doorliet. Het licht, op deze wy'ze
versterkt en getemperd, was voldoende om de
bacillen der huidziekten te dooden, en dr. Finsen
heeft er onder anderen talrijke genezingen van
lupus mee verkregen.
* *
Een alleraardigste bezigheid voor wie op
winteravonden een paar acht- of negenjarigen te
amuseeren heeft, is het knippen van papieren
poppen. Papier kost geen geld, het wordt bij
handenvol in iedere brievenbus gestopt; een
schaar is gauw gevonden en dan moet de
fantazie of het goede oog de rest doen. Men
begint met voor ieder der kleinen een man, eene
vrouw, een hond, een olifant te knippen, en
wanneer mama niet veel oog heeft en de kinderen
wel, zullen ze het haar al gauw verbeteren.
Mislukt een der kunstwerken, knipt men een
generaal een arm of been af, het is niet jammer
van de grondstof of van den besteden tijd ;
langzamerhand kan de heele dierenwereld, kunnen
zelfs humoristische scènes en allerlei tafreelen
in profil worden nagevolgd. Een anderen tak
van dezelfde kunst is meer speciaal voor meisjes
bestemd, het knippen van papieren dames en
het aankleeden ervan met papieren costumes,
hoeden, mantels enz. Te verkiezen intusschen
is het eerstgenoemde, waar het oog en de hand
erop geoefend worden, vormen en omtrekken na
te gaan. Heeft een der kinderen pleizier in
comedie vertoonen. dan laat hij al spoedig zijne
poppen in dialoog spreken, tot amusement van
de anderen en van zich zelf.
Visch yii'diteri'imn'. Men snijdt de visch en
kruidt ze wat vooruit met zout, peper,
citroensap en peterselie, wentelt ze dan in meel en
bakt ze met olie. Men geeft er tomaatsaus bij.
GcliulJcen peren. Mooie peren. bons chrétiens
of winterdoyennés, worden geteld, in een groote
aarden pan met een stevig papier bedekt en
naar den bakker gebracht, opdat deze ze, terstond
nadat het brood uit den oven is, erin zet; ze
blijven daarin den heelen nacht. Het sap van
deze peren is het beste; men kan het ook af
zonderlijk gebruiken als gelei bij een pudding.
E -e.
IIIIIIIIIIIMlIllllllMimilllllllllMIIIMIIIimUIIIIIIIIIIIIIIIIMIIMIIMIIIIIIIHIIimil
Jnaexcnbiw.
Mllllllllllll IIIIIIIIIIIMIIIII niMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIM
Aan den lieer 7*'. W. Drijrer.
Tot mijn groote verbazing is van den
welwillenden heer uit uw eerste stukje, in't antwoord
aan mij niets meer te vinden. Een bedenkelijke
verandering voor iemand die voorgeeft te strijden
j voor humaniteit, 't Wil mij voorkomen, dat een
poging tot lotsverbetering, waaraan zulk een
ongunstige bespreking der dienstboden als de
uwe aan vooraf gaat, al een heel klein resul
taat zal afwerpen. En waar u alleen het recht
schy'nt te hebben die zaak te bespreken, neem
ik de vrijheid u nog een paar belangrijke punten
te herinneren. Vooreerst de vrije tijd. Wanneer
een meisje van 's morgens 7 uur, soms vroeger,
tot 's avonds negen a tien uur bezig is, zonder
rusttijd, (want óf de huisbel óf mevrouw óf de
kinderen vereischen dikwijls haar tegenwoordig
heid tijdens het gebruiken van haar maaltijd)
doorgebracht in kamers die gestoft, keukens
die geboend worden en waarin gebakken en
gebraden wordt, is 't dan wonder dat zij geen
lust meer gevoelt, nog eens naald en draad te
hanteeren. Of zijn die meisjes soms van ijzer en
staal, dat hun lichaam geen rust noodig heeft V
Dan heeft zij gewoonlijk voor ontspanning,
een paar uur voor een avondje in de week, om
de veertien dagen een paar uur voor een kerkbeurt,
of een vrije middag van l a "2 uur af; en al regent
het dan ook baksteenen, zij moet er door, want op
werkdagen bestaat er geen gelegenheid voor haar
om de frissche lucht eens in te ademen. Is dat
nu niet veel te weinig voor zulk een inspannend
leven V Dan de voeding. Met hoe weinig moeten
sommigen het doen, in vergelijking met hetgeen
de andere huisgenooten voor hun
lichaamsonderhoud meenen noodig te hebben. En is het vol
wassen meisje niet even vrij in het besteden van
haar inkomsten, als de meesteres zelve.
Is het dan wonder dat zoo menig meisje, om
aan haar zucht naar vrijheid en zelfstandigheid
te voldoen, dikwijls haar heil zoekt in een huwe
lijk waarin ook menigmaal armoede en ellende
haar deel is, maar dat haar toch gelukkiger
toeschy^nt, dan altijd de slavin ?an een ander te zyn.
En is het niet kwetsend bovendien, nog altijd bloot
te staan aan een beoordeeling van haar per
soon, meestal door lieden die blijkbaar nooit
de moeite deden zich voor een enkele maal in
te denken in de positie van een ondergeschikte.
Nog veel onbillijkheid zou er aangevoerd kunnen
worden, maar ik meen het hierby te moeten laten.
De verdere hatelijkheden die u zeer zeker ook
nu aan mijn adres denkt af te zenden, ben ik
van plan geheel onbeantwoord te laten.
De geachte redactie intusschen mijne weige
meenden dank voor de plaatsing.
Amsterdam. II. XOOIUIENÜOS,
Onze fli
Met aandacht volg ik reeds eenige weken in de
Groene Amsterdammer eene gedachtenwisseling
over de dienstbodenquaestie. In vele gevallen zijn
de meisjes ongeschikt, maar in de meeste gevallen
de dames. Mij is het herhaaldelijk opgevallen,
bij eenige mijner kennissen, het onderscheid in
toon en de wijze van vragen als zij tegen mij of
tegen de booien spraken; zóó zelfs dat het gezicht
dier dames er zelfs geheel anders door werd. Deze
dames beweren meestal, dat die meisjes dankbaar
moeten zijn, dat zij onder dak zijn, maar vergeten
tevens hoe dankbaar zij moesten zijn om hun
hulp, al is het betaalde hulp, te ontvangen. Laat
die mevrouw eens zonder iemand zitten, zij haalt
haar haren uit het hoofd, omdat zij zelve dikwijls
te ongeschikt is, om een hand uit te steken, och
het is zoo gemakkelijk te bevelen. De grootste
fout van onze dames is: door onbekendheid van
het huiselijke werk eischen zij te veel van de
ondergeschikten, en dat is het niet alleen,
tot hen af te dalen, af en toe iets anders met
hen te bepraten, dan het daaglijksch terugkeerende
machinewerk der huishouding, foei, neen, daar
zijn die booien te dom voor. Dan mijn grootste
grief, de meisjes telkens voor de voeten te
gooien »U kunt gaan" of »je kunt wel op
staanden voet vertrekken'' n dan later of
ze weer houden of ze weer eens terug nemen,
als ze ingezien hebben, dat de andere meisjes
oek niet volmaakt zijn. Nog een andere grief.
Booien afgepast eten geven, vind ik schandelijk;
in alles moet regel en orde zijn; maar wat u
lust, lusten die meisjes ook, geef ze daarom van
alles wat op tafel komt, in n woord beschouw
ze als een-geheel met uwe huishouding, ga
overleggender wijze met hen te werk. Vraag hun
of zij het werk ook anders geregeld willen hebben
en als het u geen onregel veroorzaakt, laat hen
dan zelve dit een beetje naar hun inzicht regelen.
Door af en toe met hen een extra woordje te
spreken leeren zij u kennen en u ziet beter wat
er in die jonge meisjes zit, die dikwijls nog
geheel niet gevormd zijn, gij kunt er nog alles
van maken. Bij mijne ouders zag ik nooit nieuwe
gezichten, alleen met een huwelijk uitgesloten;
en ik ben bijna 19 jaar getrouwd, heb wel eens
moeten verwisselen, doch kan niet zeggen (op
ne uitzondering na) slechte of onwillige meisjes
te hebben gehad. Zelfs nu heb ik een spannetje dat
ik niet gaarne missen wou, eene ruim 5 jaar en
eene ruim "2 jaar, dus nieuwerwetsche meisjes,
doch ik ben overtuigd dat zij evenzeer op ons
gesteld zijn als wij op hen. Zij leven met onze
wederwaardigheden mee, nemen in alles deel,
zoowel in lief als in leed en gerust, goede booien
houden de huisvrouw in een goede luim, en eene
goed-geluimde huisvrouw bevordert de gezellig
heid in een gezin, dus dames, volgens mijn-e
meening hebt ge het zelve in uwe macht, hierin
verbetering te brengen.
J'Jenc ImUrruiuK die licec hooien hcefl,
De Redactie acht hiermede de quaestie, wier
volkomen oplossing nog verre schijnt, voldoende
toegelicht.