De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1897 3 oktober pagina 8

3 oktober 1897 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

8 DE AMSTERDAMMEK WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1058 Ieder zün beurt, (Judy.) SCHETSJES. TDII Tinii lint linllnt De Sultan (tot JOHN BELL) : »Als dat moorden en doodslaan in uw Indische grensprovinciën niet ophoudt, zal ik mij tot het Europeesch concert moeten wenden !" De Enropeesctie Trede. (Der Postillon.) Theorie en Praïtöl (l'ick-me-Uji.) MADGE : »Jack, 't is onbeleefd van je, me den rug toe te keeren. Wat lees je daar V' JACK : »»Goede manieren voor heeren," lieve !" Een loopje! (Scraas.) Geen parapluie ? Kom maar onder de mijae. Hou me parapluie even vast, 'k wil 'reis opsteken. O, juffrouw Smits! zonder parapluie ? Mag ik het ge noegen hebben... V Die levert me een koopje ? Naar liet Duitsch. van OLGA. WOULBIIÜCK. (Slot.) Midden tusschen zijn boeken voelt Dr. Fassikrit zich veiliger. Het is, alsof al die dikke folianten een borstwering vormen, waarachter hij zich bij al te heftige aanvallen kan verschausou. En aangevallen wordt hij zonder twijfel, dat hoort hij aan den uitdagenden toon, dat ziet hij aan de schitterende oogen van zijn zoon . .. Vreemd, zoo'n kleine jongen, en toch een mensch .. . Zijn zoon, zijn eigen vleesch en bloed, en uu als een kleine vijand rekenschap eischeud, antwoord verlangend ... Zijn eigen kind, eii toch geheel en al onafhankelijk van hem!... Wat is er toch veel vreemds in het leven!... In de studeerkamer brandt de lamp niet de groene kap; op den canapé, op de tafel, op alle stoelen liggen zooals altijd open geslagen boeken en tijdschriften. Hoe stil en vreedzaam is het hier! Dr. Fassikrit haalt diep adem, dit is zijn wereld, ver van het gewoel der menschheid! Een wereld, zoo rein, zoo verheven als een groote, schooue tempel, door geen ongewijden voet betreden, door geen stof van de straat bezoedeld . . . slechts hij ... de priester . . . had toegang en vervulde zijn plichten, afgezonderd vau al wat aardsch en klein was, afge zonderd van het leven daar buiten ... Ik luister," zegt Dr. Fa^sikrit, terwijl hij in zijn studeerstoel gaat zitten. Ecu schoone, vriendelijke, verheven glimlach ligt op zijn gelaat. Kurt zou op dit oogeublik niets liever doen, dan hem om den hals vallen, als een klein kind de handen vouwen, en zeggen: Als 't u blieft, papa, lieve papa. . . doe het toch!" Maar dat is slec'its een oogenblikkelijke opwelling. Hij kan het zijn vader niet verzoeken, papa moet het zelf begrijpen, het zelf willen ... En gejaagd, ruw, brutaal begint hij : Ik heb mama vandaag gezien in den schouwburg . .. Zij had bloote armen en ... voeten ... en ... ik lieb mij geschaamd/' Dr. Fassikrit krimpt letterlijk ineen en grijpt met beide handen de armleuningen van zijn st .el vast. //Geschaamd?" herhaalt hij, zonder te weten wat hij zegt. Ja... Eerst dacht ik, dat u haM misschien nooit zoo gezien had . . . dat u het niet wist .. . maar, toen de professor hier was en u vroeg of mama actrice was... en u hem niet de waarheid zei . .. toen . . . toen wist ik ... dat, u zich schaamde . . ." Dr. Fassikrit is bleek geworden; zijne lippeu trillen en met bevende handen strijkt hij zich door liet haar. Dat is dus het leven, het, werkelijk leven, en zijn zoon brengt het binnen, in den tempel, en hij de priester vlucht met angstig gesloten Dogen naar het altaar... het altaar, dat hem moet beschermen ! ... Gisteren," gaat Kurt onverbiddelijk voort, heb ik op school gevochten, Omdat i;en van de jongens zei, dat mama eeu vau het ballet" was, en al de anderen er om lachten. Ik heb hem een flink pak slaag gegeven . .. maar ik wist eigenlijk niet precies, wat het beteekende, ik werd alleen maar woedend, over de manier waarop het werd gezegd.. . Fu un weet ik, wat het beteekent! Halfnaakt voor allerlei vreemde mensclien te dansen . .. .'" Een luid, aanhoudend hoesten kliukt uit de slaapkamer. Spreek wat- zachter, Kurt..." //Ja . . . dansen, ook al ben je ziek," herhaalt Kurt. Hij kan zijn tranen bijna niet meer inhouden, maar hij beheerscht zich en gaat door: «Gisteren heeft mama een bock voor u betaald, 25 mark tn toen kon zij geen najaarsmantel koopen en had het erg koud. En als zij danst, dan doei zij het, alleen maar, omdat u veel boeken moet hebben, verschrikkelijk veel boeken .. . Kijk, papa, al die dikke boeken, die heeft, mama bij elkaar gedanst met bloote armen en bloote voeten, voor al die wildvreemde mensclien ... en van daag heeft zij ook gedanst, en zij hoestte zoo erg, en ik hoorde iemand zeggen: /-'t Is een pU-iziertje, getrouwd te zijn, als je je zoo moet, afbeulen!"... Zoo af beulen ... omdat n dan al die boeken kunt koopen... omdat u dan een groot geleerde kunt zijn... en zij ... zij . . ." Hij kan niets meer zeggen, tranen verstikken zijn stem en luid snikkend valt, hij op deii cauapéiicer. Dr. Fassikrit staat langzaam op en strijkt met zijn hand over zijn oosen ... Hij, de groote geleerde, en zij ... zij ... Jft] . wat zou hij zijn zouder haar ? Eerst al die bij elkaar gedanste boeken, later de bij elkaar gedanste roem... en intusschen zou zij misschien ten ouder gaan, zonder dat hij er iets van merkte, en haar zoon schaamde zich over haar beroep, en klaagde hem, den vader, aan . . . En dat alles zoo plotseling, zoo onverwacht . . . En twaalf jaren achtereen ging alles zoo kalm, zoo gemakkelijk, en hij meende, dat het zoo zou blijven tot aan liet einde . . . Knrt heeft zijn zelf beheersclung weer terug gekregen. //Als ik maar groot was, dan zou ik wel genoeg verdienen voor ons drieën. Dan zou ma geen dag langer mogen dansen, nooit meer en... Hoort u wel, hoe zij hoest?" //Neen, neen... het, zal niet meer gebeuren... nooit meer!... zegt Dr. Fassclirit bijna \verktuigelijk. Nooit meer? U... papa! Lieve, beste papa!" Kurt springt op, valt zijn vader om den hals, en kust hem, zooals liij dikwijls in dollen overmoed zijn moeder kust. En Dr. Fassikrit weet heelemaal niet, wat hem overkomt, nu de warme, frissche kiuderlippeni zich op zijn gezicht, drukten, nu de sterke jongeiisarmeu hem omvatten, en het, hoofd van zijn zoon tegen zijn horst- rust,... dat geeft hem zoo'n warm gevoel, zoo iets ?welbehagclijks, innigs . . . Ook d;it is het werkelijke leven. E u het is óók schoon en ver heffend . . . alleen maar zoo heel anders dan alles, wat hij tot nu toe gekend heeft. En hij neemt hot hoofd van den jongen in ziju beide handen en ziet hem iu het verhitte, betraande gelaat. .. Dat is :ijn jongen ! Iets dergelijks heeft hij slechts ns gevoeld, toen hij voor het eerst een klein, in wilte doeken gewikkeld ding in de armen genomen had, en zijn vrouw hem met zachte stem had toegefluisterd: //Je zoor.'" En nu stond hij voor hem, zijn zoon, frisch en moedig, en ver joeg met, krachtige woorden de zelfzuchtige geleerde droomcn van een van de wereld afgczonderdtn dienaar der wetenschap . .. Weer datzelfde luide hoesten uit de aangrenzende kamer. Ga nu naar bed, Kurt ! . . ." Dus, nooit, meer, papa'r //""/V meer?" //Nooit, meer '." Eu zij geven elkaar de hand, de lange bleeke man en de flink gebouwde jongen, als bezegeling vau een ernstige, vaste belofte. Eu nu komt het kind weer te voorschijn, met een schalksche flikkering in de bruine oogen. //Dus nu wordt u toch professor, papa?" Dr. Fassikrit schrikt. Eu in zich zelf zegt, hij: Ik moet wor den, wat die kleine jongen al is : een man. Dat is waar . .." Een zacht gekreun kliukt, uit, de slaapkamer. Vader en zoon kijken elkaar ontsteld aau. ,,Ma is ziek!" zegt, Kurt op beslisten toon, en beiden gaan naar haar toe, in doodclijken angst .. . VI. Een hevige longontsteking houdt Klara 'Weken achtereen aan het bed gekluisterd. Eindelijk herstelt zij weer, en als zij voor het eerst het bed voor een gemakkelijker! stoel verruilt, vertelt haar mail haar, dat hem een professoraat is aangeboden aan de universiteit te St. en dat hij het heeft aangenomen. //Toch niet om mijnentwille?" vraagt zij, bijna ontsteld. Ja zeker, ja zeker!" roept Kurt, en Dr. Fassikrit voegt er glim lachend bij: De titel Ifrau Professor komt je al lang toe, niet waar Kurt?" //Nu, of hij! En nu gaan we aan het blokken, Vrau Professor dat zult u eens zien! En als iemand het nog eens waagt, te zeggen... nu ja, dat doet er niet toe... wat doe ik hem dan, Papa?" Een flink pak ransel geven," antwoordt Dr. Fassikrit vol overtuising. Klara glimlacht met tranen iu de oogen. //() teiiijiora, o 'mores/" Zij heeft haar Latijn nog niet vergeten! INGEZONDEN. Algemeen Eeöerlauflsch Verbond Pen Hen Juli j.l. trad een vereeniging haar tweede levensjaar in, die in lang niet voldoende mate deelt in de belangstelling en de toewijding, waarop zij nog aanspraak maken Wij bedoelen het Algemeen Nederlandsen Verbond, »genootschap tot hand having en verbreiding van de Kederlandsche taal en ter behartiging van de stoffelijke en zedelijke belangen van den Nederlandschen stam, overal, waar zijn invloed reikt." Dit verbond heeft zeker niet zich zelf dien geringen bijval te wijten. Zgn doel toch is meer dan eenig ander waard de genegenheid te bezitten van ieder lid van den Nederlandschen stam, die voor het Hollanderdom in zijn grootsten omvang, een schooner toekomst ziet weggelegd dan oplossing van al zijn ver spreide deelen in een plaatselijk Engelsche, Fransche, Duitsche, of andere vreemde overmacht. De oorzaak van dien geringen steun is bij de leden te zoeken. Zij moesten i>f de Vereeniging als zoodanig in staat stellen op groote schaal propaga.ida voor hunne beginselen te maken, of zelven zooveel mogelijk in eigen kring nieuwe aanhangers daarvan trachten te verwerven. Noch het een, noch het ander gebeurt echter. Voor het eerste is naast een goed bestuur veel geld noodig. Het laatste ontbreekt, of liever, voor zoover aanwezig, kan het niet voor dit doel worden aangewend, daar er de kosten van een maandblad, orgaan van het verbond, mee moeten worden bestre den. Dit tijdschrift wordt allen leden kosteloos toegezonden; het houdt hen geregeld op de hoogte van alle gebeurtenissen voor den Hollandschen stam en zijti taalstrijd van belang, be handelt daarop betrekking hebbende onderwerpen en bevat een lijst van alle gedurende elke maand toetredende leden, bescher mende leden en begunstigers. Het aantal der in deze drie groepen verdeelde, over de geheele beschaafde wereld verspreide voorstanders is ongeveer 'MOU> waarvan slechts lï:i in Nederland. In geheel Noord-Nederland slechts 172 leden van het Alg. Ned. Verb., terwijl alleen de Haagsche afdeeling van de »Alliance frani;aise" er reeds MO telt ! Doch niet overal zijn de uitkomsten zoo treurig; inJohannesburg (/. A. II.) b.v. zijn in den loop van dit eerste vereenigingsjaar 110 personen tot het verbond toegetreden. En toch zijn het juist streken als Zuid-Afrika, West-Indiër Vereen. Staten e. d. waar de strijd voor de zelfstandigheid van. het Hollanderdom het zwaarst is, waar het stamgevoel het meest ondermijnd, de taal het sterkst bedreigd wordt. Is het dan niet de plicht van het Nederlandsche volk, dat zyn voorvaderen naar die streken heeft heengezonden en er zijn afstammelingen nog heen zenden zal, eendrachtig hulp en bijstand in dien strijd te verleenen, om zijn stamgenooten te steunen waar en wanneer zij dit noodig hebben V Waarom dan de gelegenheid niet aangegrepen als zij geboren wordt V Omdat velen niet weten dat die gelegenheid bestaat, doordien de leden niet doen wat zij kunnen om anderen met het doel en werken van het Verbond bekend te maken. Het doel hebben wij in den aanvang van dit stuk reeds in weinig woorden kenbaar gemaakt, thans nog een en ander over de middelen waardoor het A. N. V. dit tracht te bereiken. Het bestuur bestaat voor Nederland uit de h.h. dr. Schaepman, prof. Jan te Winkel, dr. Muller, Marcellus Einants en dr. Bui tenrust llettema. Voor Belgiëwordt het gevormd door de h.h. baron Aug. de Maere-Liuiander, prof. J. brie, Julius Sabbe, l'ol de Mont en Johan Kesler. Secretariaten bestaan verder nog te Berlijn, Meshed (l'erzië). New-York, San Francisco, Cura<;ao, Johaunesburg, I'retoria en Shanghai. Takken zijn gevestigd te Antwerpen, Brussel, Gent, Enschedé, Berlijn en Mittweida. Verder heeft het verbond zyn leden nog over tal van andereplaatsen verspreid en naar gelang van behoefte daar briefwisselende leden aangesteld. Deze laatsten vooral kunnen voor het Verbond een krachtigen steun zyn. Zij houden van heinde en ver het bestuur van de Ilollandsche toestanden op de hoogte en lichten het voor op de verschillende wegen, ter bereiking van het doel te volgen. liet spreekt toch van zelf. dat op verschillende plaatsen deomstandigheden, waaronder de strijd moet worden gevoerd en dehulp moet worden verleend, ook verschillend zijn. Het bestuur ziet zich zijn taak dan ook wel bij wet omschreven, doch in de wijze van uitvoering daarvan is het vrij gelaten. En terecht. Hier rijzen deze, daar die bezwaren op; ginds vindt het tegemoet koming, elders weer tegenkanting. Dit alles maakt nooJig ter eener plaats geheel andere wegen in te slaan dan men elders heeft gevolgd en slechts door nauwkeurige berichten uit al die oorden der wereld is het mogelijk het juiste pad te vinden. De werkzaamheden waardoor het genootschap zijn doel tracht te bereiken, zijn: a. Het bevorderen van kolonisatie in Zuid-Afrika of elders,. waar die kolonisatie den eigen stam versterkt. l>. Het stichten of begunstigen van Nederlandsche leesbiblio theken in /uid-Afrika, of elders, waar zulks doelmatig geacht wordt. c. Het verleenen van studiebeurzen aan Zuid-Airikaansche oi andere Nederlandsche jongelieden om te studeeren aan Neder landsche hoogescholen. d. Het ondersteunen van den Nederlandschen boekhandel overal, waar het doelmatig geschieden kan. e. Het verkrijgen van de Ilollandsche en Belgische llegeering van een posttarief gelijk aan het binnenlandsche. /. Het samenwerken met de Kamers van Koophandel en. andere daartoe geroepen lichamen om te verkrijgen: de aanstel ling van consuls in alle havensteden van de wereld; desnoods-: voor beide rijken dezelfde personen, geboren Zuid- of Noordof andere Nederlanders; van de Zuid-Nederlanders zou kennis van de Nederlandsche taal geëischt worden. g. Ten slotte zal binnen den kring van de werkzaamheden van 't Genootschap vallen alles, wat geacht wordt het belang van den Nederlandschen stam te kunnen bevorderen. Een veel omvattende taak, zooals men ziet, die niet door enkelen kan worden volbracht. Integendeel: de steun van celen noodlij, de bijstand van «llen is yciKcnsclit. Om de toetreding voor ieder mogelijk te maken, onderscheidt het A. N. V. drie groepen vau leden, t. w.: beyttitxtifierx, die in eens een bijdrage geven van ten minste ? 5ü; beschermende

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl