De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1897 10 oktober pagina 9

10 oktober 1897 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

No. 1059 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Naar Jeruzalem. KEIZER »Hoe staat het mij, Augusta ? Wilhelm de Kruisvaarder, hm ! 't klinkt niet slecht l" aiiiiiiiiimiMiimiiniiiiMiiiimiMiiiiiimiiiiii voudige reden daarin dat ik al (He weken nog de kwade gevolgen heb gedragen van het journalistieke koninginnevuurwerk; en nog ben ik niet heelemaal weer op dreef. Wat er dan geweest is? Gedrang is er geweest en ik heb er midden in gezeten ; zoo'n gedrang dat ik veertien dagen lang niet naar het stadhuis heb kunnen gaan en toen ik terugkwam zei meneer Tavenraat, onze hooggeschatte se cretaris^ nog tegen me, vriendelijk als h i] altijd is: wel, Bol, zei-die, ik kan het nog aan je zien, je hebt er van geweten daar op het exeercitieveld! Maar laat ik geregeld vertellen want anders loopt do, gal ' me over. Om de zaak goed duidelijk te maken moet ik haar wat hoog ophalen. Onder de kleinere blaadjes van Rotter dam is er een dat al een heelen tijd sroote kranten-allures tracht aan te nemen. De omstandigheden daarvoor zijn niet ongunstig. De groote krant vinden veel menschen te groot en te vervelend. Als ik nisschen haakjes even mijn meoning zegeen mag, zou ik liever zeggen : te verstandig. De Nieuwe. Rotterdammer is veel te verstandig voor een krant; is zoo allerakeligst goed op de hoogte, zoo benauwd voor canards en voor moppen, dat er geen aardigheid meer aan is. 't Is eigenlijk een echt nieuwtjesblad geworden. J uitenlandsche nieuwtjes, ieder onder hun eigen landje, waarbij een nieuwe uitvindinjr is: gestorven.... en dan een lijstje van hooge_ dooien in Frankrijk; aardrijkskundige en letter kundige nieuwtjes! nu weer nieuwtjes over den gruwel ij ken moord met discussiën over de haarkleur van het slachtoffer in lange telegrammen uit Berlijn. Goede artikelen ho maar. Daar dacht ik nog aan, toen ze bij gelegenheid van het Ojarig bestaan van Heyermans als redactielid, zijn herinnering in de krant hebben gezet. Ilij vertelde van den tijd toen Tels hoofdredacteur was: zie je, vertelde-i, toen was een hoofdredacteur iemand, die ook nog een andere betrekking had en voor de krant alleen de hoofdartikelen schreef. Net anders om als nu, (lacht, ik; Zaayc-r doet juist alles voor de krant, behalve hoofdartikelen schrijven. ' En als er nog eens een komt. dun is het zoo criant vervelend, dat niemand het uitleest. Wanneer komt er in godsnaam' toch eens iemand aan de krant die stijl heeft, en iiiet.alleen verstand, maar hart, fut, geestdrift! Zie je, Charles Uoi.-sevain is een dolle vent, naar mijn bescheiden meening, met permissie, maar nog liever een dolle vent dan een vent van niks. _Kees Sijthoff nu moest niet 700 leep zijn als hij is, als hij met de zeepsoptijd van de A'. //. ('t. niet zijn voordeel gedaan had. Ji'otlcrdnmxr-l/ Xirnirxhlnil opgericht: bureanx riant gelegen, midden in de stad, Beursplein; tijdingznal geopend; groote zwarte borden voor de ramen, met wit, krijt er op als er wat nieuws is (ook Atjeh-telegnuumen, uit liet, ochtenblad _van de .V. /'. f"/.), iedereen moet het lezen, of' hij wil of niet. Verder de gewone kleinekrantemanieren ook nog: verlotingen van prulboekjes aan schoolkinderen, die er voor staan te dringen en de school verzuimen. Eu nu kom ik waar ik wezen wil: exploitatie van de herleving van den Oranjezin tengevolge van de aanvalligheid van H. M. Schrijft me daar de brutale kerel verleden jaar tegen .'!! Augustus een artikel in zijn krant, waarin hij vertelt, dat, tengevolge van den invloed van -een ander blad" lange jaren in Rotterdam weinig van oranjemin is gebleken maar dat dank zij zijne pogingen thans een ommekeer is ontstaan. Gut, we wisten van den prins geen kwaad. Een ; keer ja. hfef't Lamping jaren geloden zich gepermitteerd ,' bescheidenlijk de vraag te opperen of het wel goed was het [ koningskind al zoo vroeg overal mee naar toe, te nemen; : een belangstellende en vaderlijke vrang, nietwaar, en daarj uit zuigt me mi die Sijthotl... ge ziet: wel, redactie, ik ben j wat slecht, te spreken over die meneer, maar ik heb ook voor j zijn plci/.ier in de knel gezeten. j Want wat, doet-i nu van 't, jaar? Hij biedt, de burgerij j een vuurwerk aan. Xiouw idee? Dat weet ik niet, maar i een goed idee, reclame vuurwerk. Prachtig vuurwerk, dat l moet gezegd ; met zwermpotten en de autoriteiten erbij, \oormolen zelf ook. Zwart van de menschen. Honderd duizend, volgens het, \i< ?t/rx/V<«/, berekenend hoe groot het terrein is en dat, ieder zoowat, '2 d.ML'. plaats gehad zal hebben. I ziet. dat is al niet te veel. maar daar is 't afgeloopen en daar begint dat. allemaal op te wandelen, om aan de Uoitekado liet hek uil te komen. Heel bedaard ging 't. in zijn werk; heel bedaard, maar onweerstaanbaar drongen de "-('lederen op naar t hek, een concentratie aln waarvan Seyll'ardt zelfs voor levende strijdkrachten" nooit gedroomd heeft. Ongemerkt, eerst, onwi-erhoudbaar later, drong de massa in elkaar; als antilopen in de trechtersehut tingen van de KallVrs. En zoo werden we, mijn vrouw, mijn docnter en ik, door de mensclionma^-a meer dood dan levend het hek letterlijk uitgedragen en kwamen gelukkig op onze beenen Icreclü; maai1 nauwelijks was mijn vrouw uit, de vastigheid uitgewerkt of ze viel kaarsrecht omver ; van derzi'-lf; ik loop, zoo akelig als ik zelf was, naar de Rotte, doop mijn zakdoek in het, frisschc vocht: en maak haar zoo weer bii. Mijn dochter luidden ze de japon van 't lijf getrapt. Enfin, de kosten heb ik er uit gehaald door mijn abonnement op 't .Y/,"////W'/'/ op te zeggen. M'-eiit Sijthnit' iets voor hel, publiek te moeten doen, I>. en W. willen niet achterblijven. We krijgen hier iets dat, nog nergens vertoond is, meen ik: een gemeente-kof'li-'huis. met vergunning. Boven op de balt van D,1 Jongh. De .lotiirh heef i nog weer bagirer (e veel uit de rivier en nu gaat, hij zijn bult vergrooten, u weet wel, die langwerpige verheven heid met, baz dtgloniiiH" langs de M;;a-. Daarop willen ze nu een drinkgelcgenheid stichten, waarbij zich twee ouacsties voordoKii : Ivi-rel of geen borrel '.' en zo i ja, dan borrel van een dubbeltje of' vijf centen ? De Klerk was vóór den borrel, zei-dte in de L: 'mecntcruad ; al dat. drankgesclm-euw, zoo leerde hij ons, is schromelijk overdreven: hij hield 't met ?Schaepman. Alleen hoopte hij maar, dat do werkman in de gelegenheid zou zijn er gebruik van te maken, 't Oor spronkelijk idee was dat niet, dat mag ik wel vertellen ; wij aan 't stadhuis hooren zoo veel. Men wilde er meereen uitspanning voor den netten stand van maken en u begrijpt, die kan niet zitten waar de werkman zit. Dat met den borrel zou je nog kunnen vinden : je zoudt ze allebei kun nen houden, twee qiialiieiten of desnoods allen twee soorten glaasjes. Maar u begrijpt, als daar meneer Havelaar en meneer Suermondt moeten kunnen zitten, dan is 't amper aan dat ik er ook bij kan. en dan komt er van den werk man niets in. Mij benieuwen of De Klerk s invloel en de vrees voor de democratie al zoover gaan zullen, dat hij den werkman^ op den buil krijgt, maar (lat zeg ik hem vooruit, op datzelfde oogenblik jaagt hij alles wat in Rotterdam fatsoen heeft eraf'! Dat moet hij wél weten. We zijn hier warempel niet. op de, lloulevard Auspacli. Daar weet je niut beter of' het hoort zoo, dat je buurman een pet op heeft, krabbeljes cel en de doppen onder tafel gooit; maar in je eigen st.ad moet je je fatsoen bewaren. Terwijl ik dagen lang niet verder geloopen heb dan van huis naar t bureau en weerom, heb ik gisteren voor't eerst weer een wandeling gemaakt, en ik beklaag het me niet. Je ziet, hier al lij l wal, aardigs op straat, maar i>-': s teren was er toch iets te zien. dal .i-: «vel in weinig stodon zult aantrcll'.'n, en van die din:r<:ii. uio aan Rotierdim zoo iets tre d-n Sc siampvo treroi'id Kn nu geef k*, bijna zou i!-: -/.eg^ou, iets laisdelijks reveil. Op ied-imsch'Mi singel siond 't langs 'den waterkant l menschc!]. Daar zat een heer in een schuitje, dat werd door een werkman van de gemeentewerken. rieën te raden wal die heer daar deed. Xee.n. schei maar uit, dat rand je nooit; hij was bezi eendjes te sch'eien, uil liet schuitje, zoo maar op klitarlichicn dag. Hei, publiek was eigenlijk niet erg gesticht door iie/.e verlooning: d'- m 'esvii waren zelfs veronl waardigd. \Vas d;ïl gepermit.iecrd ''. Mocht, iedereen zoo maar ilestadscenden gaar. doodschieten? lv;U tatioiir.eerende agent werd aaiigeki:iiii)it. maar wees lakonick op de gemeentepet van den roeienil.m waierman. Dal, was geen politiezaak, zei de man. dat, wa- ge.miviilcH'erken ; meneer De Jongh verordineerde dat, als er te veel eenden kwamen. Morgen zeker een diner bij den 'iHiiyemeester, zei eeu grappenmaker, en nhv.d-U, sehejju velen di Xti, als het (Küwas naam. de hiüvmeest d-' uioeiic, die hij doi dal d1, o- siomnu: liieivn zoi in ciic geval konden ze < lorsclie he,T :.>;.-sproken ; d voor h;j er een raakt,. L lat voor de kogeltjes. Gemoedelijk, hè, /o./n loimeeltje. in R'.>1 lei-dam wezen. plausibele verklaring te lijken. zei een oude juffrouw, dan in vredes,- mocsl, toch o'>.\ wat hebben voor al K ;-,tad. 't \\ as anders kasuweel, aan hun eind moesten komen. ;n beteren schutter nemen (een .', stomme vent schiet, drie keer ie burgemeester maar onnas.se.iL .Ju, daarvoor moet je J. J. K. L. I3oL.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl