De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1897 31 oktober pagina 7

31 oktober 1897 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No 1C62 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Boek en Tijdschrift. De dood van het symbolisme. Vaarwel, maneschijn en lotusbloemen, magere ?maagden en trieste jongelingen ! .... Camille Mauclair vertelt in de Nouvelle evue dat het symbolisme niet meer bestaat, 't Is schrikwekkend. In '90 werd het naturalisme uitgeluid en toch gloeit het nog van enorme le venskracht en heeft in hoogere vorm nog een .groote toekomst en nu anno '97 zou het symbolisme .al reddeloos verloren zyn?... De nieuwe »ismen" worden tegenwoordig echter zoo gauw gefabriceerd en de ouderen kry'gen zoo gauw de vliegende tering, dat men die geboorte- en doodstydingen niet te lichtvaardig moet gelooven. Gelukkig is 't dan ook met 't droeve geval zóó gesteld en niet anders. Er zyn in Frankryk een macht jonge artisten, niet meegaand met -de school van Zola, die »men" daar gezamenly'k symbolisten noemt. Velen daarvan, die sterk in kunstsmaak en karakter van elkaar ver schillen, wilden volstrekt niet van die gemeen schappelijke titel weten. En nu zich uit hun litteratuur krachtig verschillende richtingen afscheiden, is het woord Symbolisme niet meer voldoende om al die kunstenaars met n naam te karakteriseeren. Nooit, zegt Mauclair dan ook, zijn er onaangenamer artikelen tegen mij gericht, dan toen ik etn paar nauwkeurige studies wilde vaststellen, wat dat symbolisme toch eigenlijk is. Hy' wil nu ook alleen maar een schets geven van de merkwaardige beweging, ?die men symbolisme geliefde te noemen, maar die uit veel meer dan enkel symbolisme bestond. In '84 is die richting volgens hem zoowat begonnen met Verlaine's Poètes maudits. Om haar verloop te volgen, gaat hy terug tot de auteurs, die zich om Zola verzamelden en maakt even de kleine blunder, dat die romancier het minst geschikt was om een litteTaire beweging te veroor zaken. N.B. nadat Zola met glans en glorie de heele litteratuurwereld byna had vervormd en terwijl zyn richting nog van grooten invloed i?. Miserere ! Zola had geen critischen aanleg, vertelt de heer Mauclair, zyn esthetiek deugde niet, zy'n kennis was te oppervlakkig.... Niets meer dan een door het dolle heen gevoerde miskenning, gevolg van overdreven anti-Zolaïste gezindheid. Buiten die onzin evenwel is 't toch een helder en kernachtig artikel. Vervolgens wordt verklaart, hoe de jonge kunste naars van de rauwe waarheid, de onmiddellijke realiteit een afkeer kregen en zochten naar de incarnatie van algemeen abstracte waarheden, van algemeen menschely'ke karakters in de helden der legenden en der verdwenen werelden, d. i. in symbolen, b. v. in Parsifal en Siegfried, in Jeanne d'Arc en Jezus. Hy maakt duidelijk, hoe door de geweldige zinsbekoring van Wagners opera's, door den invloed ?der Engelsche Preraphaëlieten, door de vorm verfijning van Stéphane Mallarmé, door de vrije verskunst, door de smartelijk-devote strofen van Paul Verlaine, door de gloeiende romantiek van Villiers de Plsle Adam, door dat alles en nog veel meer, de eigenaardige poëtiek ontstond der tegenwoordige dichters: hun mystiek, hun. sym bolisme, hun décadence. Hy' verklaart, wat voor Remy de Gourmont het Latin mystique der middeneeuwsche litaniën deed herklinken, wat Maeterlinck de geheimzinnigste gevoelens in ons en zelfs de stilte deed bespieden, wat Peladan op blank getooid, wit-gepluimd ridderros deed uitvaren van een fantastische burcht en voort deed trekken naar gedroomde kimmen, strijdend met spitse heksen en wreede draken, ter «queste du Graal," wat Huysmans, den vroegeren naturalist uit den schrillen gloed ?van kroegen en bordeelen deed wyken naar de ftiiiiMiiiimiNMiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiimiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii 7de Jaargang. 31 October 1897. Redacteur: R u d. J. L o m a n. 15 Avenue Road. St. Johu's Wood, London N.W. Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek betreffende, aan bovenstaand adres te richten. ?iiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiniiitiiiiiilHiiMiiiiiintiiintiMiitiiiiiiiiiiiiniiiiniiiiiiiMH COBBESPONDENTIE. X. te A. Verzoeke beleefd Weekblad van a.s. Zondag te zenden aan: Herrn Konrad Erlin VIl/2 Kirchengasse 36, Wien. Vervaardigd voor den 6n Halfjaar!. Internationalen probleemwedstrijd in dit blad. No. 400 van A. Adama te Madioen. Mat in drie (3) zetten. abcdefgh Wit 4, zwart 7 stukken. N.B. No.T405 is gebleken geheel foutief te zijn, zelfs jia een later ontvangen rectificatie van den auteur blijft de nevenopl. l d5 bestaan. Oplossing van No. 404 (Erlin). l D c3!, D el 2 E e2 f. enz. de 3 : 2 P c3: gl (D, T of P) 2 D f3 van kaarslicht doorspitste, gotieke cathedraal. Hy' zegt nogal overbodig, dat de kunst van die jongeren slechts wordt gelezen in kleinen kring, door de hoogst ontwikkelden alleen. Hij vindt 't jammer, dat er geen groot criticus, b. v. een Taine leeft, in staat al die bewegingen ruim te overzien en te doorgronden. Dat is geen wonder in een ty'd, waarin zoovelen niet weten wat hun beweegt. Intusschen, al is 't symbolisme als gemeen schappelijke naam van al die scholen uit den ty'd, inderdaad geeft 't nog de meest saillante bewijzen van bloei en kracht, 't Zou er ook ongelukkig uitzien als die groote wereldbeweging nu al geen recht van bestaan meer had. Van richtinktjes als b. v. het Naturisme en Instru mentalisme is dat te begrepen. Een oer-element in de kunst als het Symbolisme, dat er altijd is geweest en nooit zal verdwenen, raakt maar niet eventjes uit de mode.... Keer dus weder, schoone, magere maagden en trieste jongelingen, maneschy'n en lotuskelken !.... want gy en de symboliek moet in onze nuchtre wereld nog menig arm dichter en de gansche menschheid troosten met avondblauwe droomen en bloemenreine fantasie. F. R. Guy de Maupassant's taal. By' de onthulling van het monument, in het Pare Monceau te Parys voor Guy de Maupassant opgericht, werden de volgende woorden van Henry Houssaye, den voorzitter van de Sociétédes Gens de lettres, byzonder levendig toegejuicht. »Als schrijver heeft Maupassant opzettelijk een zeer beperkt vocabulair. Hij ontwykt de zeldzame woorden met evenveel zorg als een ander gebruikt om ze te zoeken. Dat vocabulair is hem vol doende om al de schakeeringen der gedachte uit te drukken, om als groot colorist het woud, de bergen en de veranderlijke zee te schilderen. Evenzoo is zyn syntaxish eenvoudig en logisch. Zinnen met nasleepen en labyrir.thische constructiën keurt hij af. Met La Bruyèreisby van oordeel, dat men, als men wil zeggen dat het regent, eenvoudig moet zeggen: »het regent". Helder, vast, vlug, gespierd, krachtig, is zijn stijl in overeenstemming met de zuivere Fransche traditie." Inhoud van Tijdschriften. In de Levensberichten der afgestorven leden van de Maatschappy der Ned. Letterkunde te Leiden, E. J. Brill 1897, komen voor: E. A. H. Seipgens, door Dr. J. ten Brink. F W. B. van Bel), door Dr. M. A. N. Rovers. A. C. Kruseman, door F. Smit Kieine. D. Hartevelt, door Dr. R. S. Tjaden Modderman. J. P. Hast broek, door Mej. M. W. Maclaine Pont. W. F. G. Nicolaï, door M. H. van 't Kruys. H. G. Kleyn, door Dr. F. Pyper. W. N. du Rieu, door Dr. P. J. Blok. Lijst der geschriften van W. N. du Rieu, samen gesteld door L. D. Petit. J. A. de Rijk, door Dr. G. Brom. Jhr. J. C. M. van Riemsdijk, door D. de Lange. H. A. L. Hamelberg, door P. M. Keiler van Hoorn. C. Honigh, door P. A. M. Boele van Hensbroek. ^Tijdschrift voor toegepaste Scheikunde en Hy giëne" : Het gebruik van glycerine in plaats van alkohol by de verzeeping van boter voor de bepaling van het verzadigingscyfer der vluchtige vetzuren, door dr. J. J. L. van Rijn. Eene bladzijde uit de warenkennis onzer gewichtigste voedingsmiddelen, door dr. G. H. Leignes Bakboven (vervolg). Azijnzuur of azijn, door dr. W. P. Jorissen. Gistgroei en attenuatie in verband met gistgave bij biergisting. -- Conserveeren van eieren. Eigen Haard No. 44: Pieferkens Pinksterdagen, door I. Pabst. I. E. S. Witkamp Jr., door Jo de Vries, met afbeeldingen naar scbildelliiiiiiimiiiiimiiiimiiimmi l P b4 cc 2 D a5 : enz. P ac2 2 D L3: B b7 l d3 } 2 D d4 : gl (P) l Opgelost door C. Kockelkorn, Keulen f4); C. T. v Ham, Kralingsche Teer (2); G. Hovinga, Finsterwold (3); W. Beekhuis, Groningen; D. L. A. Heinsius, Hoorn (212); B. S. Schortinghuis, Finsterwold (3); P. D. v. Zeeburgh, Groningen (3); B. v. Krimpen, Botterdam (3); H. H. v. d. Goot, Harich (21 o); Beoordeelingen (No. 404). Die vorzügliche Aufgabe ven Erlin hat in der neuen Bearbeitung nur die Drohungen 2Pb4f3Df3f und umgekehrt 2 D f 3 3 =f. Das Variantenspiel hat dabei viel gewonnen. Die Stellung der weissen Bauern erklart sich durch doppeltes Schlagen. C. Kockelkorn. Hoewel er vele varianten zijn, kunnen ze tot zeer enkele van beteekenis teruggebracht worden, 't D. offer op den len zet ia eenig^zins plomp en de D. dreigt van c3 naar f3 te gaan, tegen welke dreiging eigenlijk maar ene mooie verdediging ia D el?l f3 helpt ook niet. De overige varianten hebben weinig van een probleem. Ze liggen te veel voor de hand. C. T. v. Ham. Van No. 403 (Kuijers) hebben wij nog goede oplos singen te vermelden van: C. Koekelkorn (2), 11 S. Schortinghuis, Finsterwold (3) en G. Hovinga, Fin sterwold (4). Beoordeeling. Hübsch ist das doppelte Thurmopfer im Hauptspiele und die drei wohl bekannten aber recht saubern Matwendungen, deren Verhinderung wenigstens nevi sein riürfte. Aber der Einleitungszug umsste besser sein, es drohen drei Fortsetzungen, die nur noch r/n eorrectes Nebenspiel (l?k e 4) zulass-n, denn zwei andere Gegenzüge, welene allein noch das Mat bis zum Vierteu Zuge hinhalten (h 3 und P f 3) sind tlreifach zu erledigen. C. Kockelkorn. UIT DE SCHAAKWEKE LD. Uit Weeneu komt 't bericht dat de bekende Weener Schaakmeester Berthold Englisch op 48 jarigen leef tijd aan een hersenverlamming is overleden. Na zich gedurende een lange reeks van jaren van 't tornooispelen te hebben onthouden, deed Englisch op 't pas gehouden tornooi te Berlijn weder opnieuw zijn intrede in de schaakarena, doch moest den strijd, lang voor deze ten einde was, wegens zware en aanhoudende hoofdpijn opgeven. In een schrijven aan 't Comit gaf hij de volgende reden op: Hij had op aanraden van een der deelnemers, met wien hij zich in den wedstrijd nog had te meten en die voor zijn meerdere kracht zeer beducht was, een middel aangewend, wat zijn toestand zoozeer had verergerd dat hri genood zaakt was onmiddellijk de terugreis naar Weenen te aanvaarden. Deze aanklacht werd echter later op ryen. aquarellen en teekeningen, door den schilder nagelaten. Twee regenachtige dagen, naar het Fransch van RenéBazin. Een herlevende industrie, door dr. J. E. Rombouts, met afbeel dingen (slot). Feuilleton. iMiiiiiiiiiiiiimiiiimiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii Sipalementen Dit den UtreclitscHe Gemeenteraad door JAN VAN 'T STICHT. D. van der Horst. Ofschoon deze heer geen lid van den Raad is, zit bij er, vooral in den laatsteu ty'd, toch haast alty'd in. Lichamelijk is hy' onzichtbaar, maar in de gemoederen van velen der raadsleden is hij aanwezig en brengt daar blykbaar den boel in heftige beroering. Dat kan men zien aan de achtbare gelaatstrekken. Het sluiertje van waar digheid, waarachter die gewoonlijk gedurende de drie uren dat een vergadering duurt verborgen zijn, is erg doorzichtig wanneer te verwachten is dat er over gas, gaspijpen, gasmeters of de gasfabriek zal gesproken worden. Ja, er is zelfs hier en daar een scheurtje in het voiletje ge komen. Vóór de oogen een paar ovale gaatjes, alsof ze er door een brandglas in gebrand zijn: dat komt van den, ik wil niet zeggen boosaardigen, maar toch van mindere welwillendheid getuigenden glans, die uit der heeren lenzen straalt. Voor den mond een langwerpig vierkant, rechtop staand gaatje veroorzaakt door den bij iederen ademtocht uitgeblazen H terwy'l ze aan van der Horst denken. En aan beide zyden op de wangen heeft een glimlachje, dat van groote verwachting over het straks te spreken woord getuigt, een leelijk openingetje gelaten. Zóó wordt de heer Dirk van der Horst, of liever, zóó worden de zaken, dezen man be treffende, opgewacht! Aan allen, ook aan hen, die hem meer genegen zijn en dat zijn de meesten zweeft de mannelijke figuur van den directeur der gasfabriek voor oogen. Het is of hy' daar voor hen staat, zoo geheel sans gêne, zich blijkbaar zijner kracht bewust en in 't volle besef dat hij, zoo niet on misbaar voor de gastabriek niemand is on misbaar, dat weet de heer van der Horst ook wel dan toch een man is, die men maar noode missen kan. Z^jn hoed heeft hij op het hoofd! Die hoed, de breedgerande, is niet alleen het merkwaardigste, maar ook het meest de aandacht trekkende deel van 's mans toilet. Eigenlijk is er niets bijzonders aan dien hoed. Voor een gulden of drie zijn er zoo in eiken fashionablen hoedenwinkel te koop. Maar het is de manier, waarop hij dien hoed draagt, welke de bewondering van allen en de jaloezy van enkelen gaande maakt. Er zijn ambtenaren hier in de stad geweest, die uitgevischt hebben wie des heeren van der Horst hoedenleverancier was en daar precies zoo'n hoofddeksel kochten, ofschoon ze een paar kwartjes meer moesten betalen, dan zij gewoon waren aan dit deel van hunne kleeding te be steden. En thuis zetten zij dien hoed op het hoofd en oefenden zich in het afnemen er van voor de spiegelkast hunner echtgenoote in de vertrouwelijke eenzaamheid hunner gemeenschappelyke slaapkamer, maar het wou maar niet lukken. Ook na langdurige volhardende pogingen herkenden zy van der Horst nog niet in het spiegelbeeld voor hen, dat nog nooit zoo joviaal gegroet was, als zij het daar vergeefs poogden te doen. Eerst als zij slaap kregen moeder de vrouw lag allang te ronken begonnen zij een ietsje van een gelijkenisje te bespeuren en voorzichtig werd dan de hoed vlak by het nachtlichje op de tafel gelegd zoodat hy, als de slaap nog niet gauw komen wou, steeds in het oog viel en verzoek van Frau Englisch, ingetrokken, daar de Weener doctoren de hoofdpijnen aan een andere oorzaak dan vergiftiging hadden toegeschreven. Englisch nam aan verscheidene groote Internat. wedstrijden deel en behaalde 't volgend resultaat: 1878. Parijs. Geen prijs. 1879. Leipzig. Ie prijs. 1880. Wiesbaden. 1/3 in Ie, 2e en 3e prijzen. 1882. Weenen. Geen prijs. 1883. Londen. 1/3 in 5e en 6e prijzen. 1885. Hamburg. 1/5 in 2e tot 6e prijzen. 1887. Frankfort. 7e prrjs. In den afgeloopen winter speelde hij een match met Pillsbuiy te Weenen en maakte alle 5 partijen remise. In 1890 verloor hij een match aan Lasker met l tegen 3 en 2 of 3 remises. Englisch' speelwijze was, zooals die der meeste Weener meesters, meer soliede dan geniaal. Hij was echter een uiterst begaafde speler met een ongeëvenaard snellen blik en een fijn ontwikkelde positiekennis. In stellingen, die door anderen als ver loren beschouwd werden, wist hij zeer dikwijls nog een verborgen remise te ontdekken. Een partij van hem te winnen waa voor de grootste meesters een moeilijke taak, maar op een half winstpunt konden zij tegen Englisch vrij zeker rekenen, want schrikaanjagende aanvallen behoefde men bij hem niet te duch ten. Veel geniale partijen heeft men dan ook niet van hem gezien; wij herinneren ons £een enkele die zich boven 't middelmatige verheft. Zijn spel en in dit geldt van de meeste Weener meesters?dwingt tot respect; maar nooit tot bewondering of geestdrift. TWEEDE NAT. COBBESP. WEDSTBIJD. O v e r w i n n a a r s g r o e p. Tiende zet van wit. Partij Partij Partij No. No. No. 1. P c2 16. ... 31. D cl 2. P d5 17. T h8: f 32. R g5 3. P ea: 18. f4 33. f4 4. D e2 19. D el: 34. P bd2 5. P ea JO. c3 35. P d5 6. Dg3 21. D f4 36. T b2: 7. d4 22. R f4 37. P e4 8. ... 23. P c(i: 38. P d2 9. P f3 24. ed5: 39. P d5 10. R c2 25. B e4: 40. R c4: 11. De2f 26. d4 41. P f3 12. R c8: 27. R e3 42. D f3 13. eo 28. f 3 43. ... 14. P g-3 29. ... 44. P g5 15. R ga 30. l D g4: 45. ... Van den heer Oudejans geen opgave ontvangen. J. J. S. den volgenden morgen werd het er op gewaagd. Nog eens voor den spiegel; de jas alleen door den bovensten en den ondersten knoop dichtge maakt ; den hoed nog eens afgenomen en weer, zoo'n beetje naar achteren, op het hoofd gezet; een bundeltje papieren in de hand; den ge wonen loomen tred vervangen door een flinkeren, veerkrachtigen en zoo de deur uit. Ferm zoo, daar gaat van der Horst! Dat wil zeggen: van der Horst zyn hoed en van der Horst zijn jas, maar nog niet eens van der Horst zy'n beenen ! Een spotvogel-collega, die dezen nagemaakten directeur tegen kwam en zyo streven opmerkte, riep hem tot zy'n ergernis na: nog een beetje meer achterover! en was door die boutade oorzaak, dat de nagemaakte den kortsten weg weer naar huis nam, den hoed in een hoek wierp en ny'dig uitriep : hoe doet die vervloekte kerel dat dan toch! Ja, dat moet men aan Van der Horst zelf maar eens vragen en dan zal men vermoedelijk ten antwoord kry'gen als hy' 't de moeite waard vindt te antwoorden dat hij 't niet weet. En dan jokt hij bepaald niet: hij weet het ook niet! Het is alles natuur aan den man. Het behoort by hem zooals de verstandige, door dringende blik zijner oogen, die als een blik semstraal van onder den breeden luifel van zy'n hoed op u gevestigd zijn, behooren bij zy'n van wilskracht en intelligentie sprekend gelaat. Wat de heer Van der Horst wel weet, en wel wil weten ook, is dat hij onder de kundigsten in zy'n vak behoort. Hij plaatst zy'n licht niet onder een korenmaat om den drommel niet. Hy deelt van zijne kennis gaarne aan anderen mede, spreekt over de zaak waar het pas geeft in het openbaar, schrijft in de vakbladen en heeft daardoor te weeg gebracht dat zijn oordeel in technische geschillen ook in het buitenland vaak ingeroepen en maatgevend is. Het spreekt van zelf, dat zulk een man van beteekenis, zelfs in den gemeenteraad van Utrecht onvrienden heeft vijanden is zoo'n oorlogs zuchtig woord ! En in de stad, vooral onder de neringdoenden, die hij met een soms wel eens wat al te krachtige hand, van den ouden sleur tracht af te brengen, daar zijn zijne laat ik hier het kind maar hij zijn naam moenen daar zijn zijne vijanden legio. Maar niemand durft hem kan hem althans aan l Want hoe boos men ook op hem zijn moge, allen zy'n een parig in hunne uitspraak: »een knappe kerel is-t-ie, dat is-t-ie !" Maar onfeilbaar is de heer van der Horst niet! In de eerste plaats heeft hij ? GOÜO tractement en vrij wonen; is de eerste man in ons land, die door den muntgasmeter het gas ook voor den kleinen man bereikbaar heeft gemaakt en dan heeft hy' dikwijls verlof en allerlei buitenkansjes. .. Men ziet, reeds grieven te over! En nu laat hij nog toe, dat een zijner onder geschikten groenten poot op een lap grond van de fabriek, die niet noodig is voor kolenberging of voor eenig ander doel en ... o snood bedrijf. .. werklieden van de fabriek spitten dien grond om en de directeur eet met zijn familie van de groenten, die daar gekweekt worden. Werklieden van de fabriek repareeren ook weieens een stoel of een keukentafel van den directeur en hebben zelf een logeerkamertje op zy'n zolder getimmerd ! Timmert een galg, gij werklieden, en hangt hem er aan op, dien man, die zoo schromelijk de belangen der gemeente verwaarloost ! . .. Al deze gewichtige feiten zijn oorzaak, dat men iemand, die zoo hoog staat als de heer van der Horst, den grond onder de voeten wil uitgraven! Doch hij staat niet alleen hoog, maar ook stevig en hij ziet vrij kalm neer op dat door zichtige sluiertje van waardigheid in den raad, met zijn kleine scheurtjes en torntjes en gaatjes. miiiiiniiiiiiiiiiiniiiiiii YIEB PAAEDSPEL. Wedstrijd Wit. C. A. Walbrodt (2de prijswinner). e4 e5 f 3 c3 R b5 0-0 6 P d5 7 eda : 8 2 P 3 P 4 5 P c6 P f 6 R b4 0-0 P do: e4 ! dc6: ef3: f6 de partij Hasdc6: 9 R e2 10 R f3: Evenals in Albin-Tarrasch te tings. 11 d4 R d6 12 D d3 D h4 13 g3 't Was Zwart's doel deze pionnenzetten uit te lok ken en zoodoende den K-vleugel te verzwakken. 13 D f'6 14 c4 Zeer noodzakelijk. De E moet van de diago naal b8-h2 verdreven worden. 14 (4! 15 c5 R h3 16 R r2 16 cd6: dan B fl: 17 D fl:, f«3: 18 E g2, gf2: f 19 K hl, cdfi:enz. 16 R g;2: 17 K g2: f3 f 18 K hl Om later na D h6 en D h3 met T gl 't mat of g2 te kunnen dekken. 18 R e7 19 R f4 T f7 Deze zet dekt alles. 20 D e4 T ndS 21 T adl R f8 22 T d3 ga te B e r l ij n. Zwart. Bad. Charousek (1ste prijswiuuer). 23 R e5 D g-6 24 D g6: f Gedwongen , want op D e3 volgt E c5:! 24 bg6: De pion f3 oefent nu een grooten druk uit op 't witte spel. 25 T a3 b6! 26 b4 a5 27 baa: bc5: 28 dc5: R c5: 29 T a4 T c3 deugt niet wegens T do. 29 T fd7 30 T c4 Benige matdekking. 30 R 12: 31 T c6: T7 dl 32 T cl T cl: Zwart heeft nu plotse ling een dood verloren spel. 33 T cl: R e3 34 T fl g4 35 R c7: T d2 36 a4! De winnende zet! 36 T a2 T d4 dan 37 h3! enz. 37 R b6 R d2 Leerrijk is de volgende var. : B b6 : 38abü! Ta4: 39 T hl, T a8 (b7? dan f2! enz.) 40 h3!, ghS: 41 T h2 en Wit wint de b- en f pionnen. 38 a6 T at: 39 a7 K f7 40 R d4 T a6 41 T al R a5 42 R b6! Zwart geeft op.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl