Historisch Archief 1877-1940
No 1C62
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Boek en Tijdschrift.
De dood van het symbolisme.
Vaarwel, maneschijn en lotusbloemen, magere
?maagden en trieste jongelingen ! ....
Camille Mauclair vertelt in de Nouvelle evue
dat het symbolisme niet meer bestaat, 't Is
schrikwekkend. In '90 werd het naturalisme
uitgeluid en toch gloeit het nog van enorme le
venskracht en heeft in hoogere vorm nog een
.groote toekomst en nu anno '97 zou het symbolisme
.al reddeloos verloren zyn?... De nieuwe »ismen"
worden tegenwoordig echter zoo gauw gefabriceerd
en de ouderen kry'gen zoo gauw de vliegende
tering, dat men die geboorte- en doodstydingen
niet te lichtvaardig moet gelooven.
Gelukkig is 't dan ook met 't droeve geval
zóó gesteld en niet anders. Er zyn in Frankryk
een macht jonge artisten, niet meegaand met
-de school van Zola, die »men" daar
gezamenly'k symbolisten noemt. Velen daarvan, die
sterk in kunstsmaak en karakter van elkaar ver
schillen, wilden volstrekt niet van die gemeen
schappelijke titel weten. En nu zich uit hun
litteratuur krachtig verschillende richtingen
afscheiden, is het woord Symbolisme niet meer
voldoende om al die kunstenaars met n naam
te karakteriseeren. Nooit, zegt Mauclair dan
ook, zijn er onaangenamer artikelen tegen mij
gericht, dan toen ik etn paar nauwkeurige
studies wilde vaststellen, wat dat symbolisme
toch eigenlijk is. Hy' wil nu ook alleen maar
een schets geven van de merkwaardige beweging,
?die men symbolisme geliefde te noemen, maar
die uit veel meer dan enkel symbolisme bestond.
In '84 is die richting volgens hem zoowat
begonnen met Verlaine's Poètes maudits. Om haar
verloop te volgen, gaat hy terug tot de auteurs,
die zich om Zola verzamelden en maakt even
de kleine blunder, dat die romancier het minst
geschikt was om een litteTaire beweging te veroor
zaken. N.B. nadat Zola met glans en glorie de
heele litteratuurwereld byna had vervormd en
terwijl zyn richting nog van grooten invloed i?.
Miserere ! Zola had geen critischen aanleg, vertelt
de heer Mauclair, zyn esthetiek deugde niet, zy'n
kennis was te oppervlakkig.... Niets meer dan
een door het dolle heen gevoerde miskenning,
gevolg van overdreven anti-Zolaïste gezindheid.
Buiten die onzin evenwel is 't toch een helder
en kernachtig artikel.
Vervolgens wordt verklaart, hoe de jonge kunste
naars van de rauwe waarheid, de onmiddellijke
realiteit een afkeer kregen en zochten naar de
incarnatie van algemeen abstracte waarheden, van
algemeen menschely'ke karakters in de helden der
legenden en der verdwenen werelden, d. i. in
symbolen, b. v. in Parsifal en Siegfried, in Jeanne
d'Arc en Jezus.
Hy maakt duidelijk, hoe door de geweldige
zinsbekoring van Wagners opera's, door den invloed
?der Engelsche Preraphaëlieten, door de vorm
verfijning van Stéphane Mallarmé, door de vrije
verskunst, door de smartelijk-devote strofen van
Paul Verlaine, door de gloeiende romantiek van
Villiers de Plsle Adam, door dat alles en nog
veel meer, de eigenaardige poëtiek ontstond der
tegenwoordige dichters: hun mystiek, hun. sym
bolisme, hun décadence.
Hy' verklaart, wat voor Remy de Gourmont het
Latin mystique der middeneeuwsche litaniën deed
herklinken, wat Maeterlinck de geheimzinnigste
gevoelens in ons en zelfs de stilte deed bespieden,
wat Peladan op blank getooid, wit-gepluimd
ridderros deed uitvaren van een fantastische
burcht en voort deed trekken naar gedroomde
kimmen, strijdend met spitse heksen en wreede
draken, ter «queste du Graal," wat Huysmans,
den vroegeren naturalist uit den schrillen gloed
?van kroegen en bordeelen deed wyken naar de
ftiiiiMiiiimiNMiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiimiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
7de Jaargang. 31 October 1897.
Redacteur: R u d. J. L o m a n.
15 Avenue Road. St. Johu's Wood, London N.W.
Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek
betreffende, aan bovenstaand adres te richten.
?iiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiniiitiiiiiilHiiMiiiiiintiiintiMiitiiiiiiiiiiiiniiiiniiiiiiiMH
COBBESPONDENTIE.
X. te A. Verzoeke beleefd Weekblad van a.s. Zondag
te zenden aan: Herrn Konrad Erlin VIl/2
Kirchengasse 36, Wien.
Vervaardigd voor den 6n Halfjaar!. Internationalen
probleemwedstrijd in dit blad.
No. 400 van A. Adama te Madioen.
Mat in drie (3) zetten.
abcdefgh
Wit 4, zwart 7 stukken.
N.B. No.T405 is gebleken geheel foutief te zijn,
zelfs jia een later ontvangen rectificatie van den
auteur blijft de nevenopl. l d5 bestaan.
Oplossing van No. 404 (Erlin).
l D c3!, D el 2 E e2 f. enz.
de 3 : 2 P c3:
gl (D, T of P) 2 D f3
van kaarslicht doorspitste, gotieke cathedraal.
Hy' zegt nogal overbodig, dat de kunst van
die jongeren slechts wordt gelezen in kleinen
kring, door de hoogst ontwikkelden alleen. Hij
vindt 't jammer, dat er geen groot criticus, b. v.
een Taine leeft, in staat al die bewegingen ruim
te overzien en te doorgronden. Dat is geen
wonder in een ty'd, waarin zoovelen niet weten
wat hun beweegt.
Intusschen, al is 't symbolisme als gemeen
schappelijke naam van al die scholen uit den
ty'd, inderdaad geeft 't nog de meest saillante
bewijzen van bloei en kracht, 't Zou er ook
ongelukkig uitzien als die groote wereldbeweging
nu al geen recht van bestaan meer had. Van
richtinktjes als b. v. het Naturisme en Instru
mentalisme is dat te begrepen. Een oer-element
in de kunst als het Symbolisme, dat er altijd is
geweest en nooit zal verdwenen, raakt maar niet
eventjes uit de mode....
Keer dus weder, schoone, magere maagden en
trieste jongelingen, maneschy'n en lotuskelken !....
want gy en de symboliek moet in onze nuchtre
wereld nog menig arm dichter en de gansche
menschheid troosten met avondblauwe droomen en
bloemenreine fantasie. F. R.
Guy de Maupassant's taal.
By' de onthulling van het monument, in het
Pare Monceau te Parys voor Guy de Maupassant
opgericht, werden de volgende woorden van Henry
Houssaye, den voorzitter van de Sociétédes Gens
de lettres, byzonder levendig toegejuicht.
»Als schrijver heeft Maupassant opzettelijk een
zeer beperkt vocabulair. Hij ontwykt de zeldzame
woorden met evenveel zorg als een ander gebruikt
om ze te zoeken. Dat vocabulair is hem vol
doende om al de schakeeringen der gedachte
uit te drukken, om als groot colorist het woud,
de bergen en de veranderlijke zee te schilderen.
Evenzoo is zyn syntaxish eenvoudig en logisch.
Zinnen met nasleepen en labyrir.thische
constructiën keurt hij af. Met La Bruyèreisby van
oordeel, dat men, als men wil zeggen dat het
regent, eenvoudig moet zeggen: »het regent".
Helder, vast, vlug, gespierd, krachtig, is zijn stijl
in overeenstemming met de zuivere Fransche
traditie."
Inhoud van Tijdschriften.
In de Levensberichten der afgestorven leden
van de Maatschappy der Ned. Letterkunde te
Leiden, E. J. Brill 1897, komen voor: E. A. H.
Seipgens, door Dr. J. ten Brink. F W. B. van
Bel), door Dr. M. A. N. Rovers. A. C. Kruseman,
door F. Smit Kieine. D. Hartevelt, door Dr. R. S.
Tjaden Modderman. J. P. Hast broek, door Mej.
M. W. Maclaine Pont. W. F. G. Nicolaï, door
M. H. van 't Kruys. H. G. Kleyn, door Dr. F.
Pyper. W. N. du Rieu, door Dr. P. J. Blok.
Lijst der geschriften van W. N. du Rieu, samen
gesteld door L. D. Petit. J. A. de Rijk, door Dr.
G. Brom. Jhr. J. C. M. van Riemsdijk, door D.
de Lange. H. A. L. Hamelberg, door P. M. Keiler
van Hoorn. C. Honigh, door P. A. M. Boele van
Hensbroek.
^Tijdschrift voor toegepaste Scheikunde en Hy
giëne" : Het gebruik van glycerine in plaats van
alkohol by de verzeeping van boter voor de
bepaling van het verzadigingscyfer der vluchtige
vetzuren, door dr. J. J. L. van Rijn. Eene
bladzijde uit de warenkennis onzer gewichtigste
voedingsmiddelen, door dr. G. H. Leignes
Bakboven (vervolg). Azijnzuur of azijn, door dr.
W. P. Jorissen. Gistgroei en attenuatie in
verband met gistgave bij biergisting. --
Conserveeren van eieren.
Eigen Haard No. 44: Pieferkens
Pinksterdagen, door I. Pabst. I. E. S. Witkamp Jr.,
door Jo de Vries, met afbeeldingen naar
scbildelliiiiiiimiiiiimiiiimiiimmi
l
P b4 cc 2 D a5 : enz.
P ac2 2 D L3:
B b7 l
d3 } 2 D d4 :
gl (P) l
Opgelost door C. Kockelkorn, Keulen f4); C. T. v
Ham, Kralingsche Teer (2); G. Hovinga, Finsterwold
(3); W. Beekhuis, Groningen; D. L. A. Heinsius,
Hoorn (212); B. S. Schortinghuis, Finsterwold (3); P.
D. v. Zeeburgh, Groningen (3); B. v. Krimpen,
Botterdam (3); H. H. v. d. Goot, Harich (21 o);
Beoordeelingen (No. 404).
Die vorzügliche Aufgabe ven Erlin hat in der neuen
Bearbeitung nur die Drohungen 2Pb4f3Df3f
und umgekehrt 2 D f 3 3 =f. Das Variantenspiel hat
dabei viel gewonnen. Die Stellung der weissen Bauern
erklart sich durch doppeltes Schlagen.
C. Kockelkorn.
Hoewel er vele varianten zijn, kunnen ze tot zeer
enkele van beteekenis teruggebracht worden, 't D.
offer op den len zet ia eenig^zins plomp en de D.
dreigt van c3 naar f3 te gaan, tegen welke dreiging
eigenlijk maar ene mooie verdediging ia D el?l
f3 helpt ook niet. De overige varianten hebben
weinig van een probleem. Ze liggen te veel voor de
hand. C. T. v. Ham.
Van No. 403 (Kuijers) hebben wij nog goede oplos
singen te vermelden van: C. Koekelkorn (2), 11 S.
Schortinghuis, Finsterwold (3) en G. Hovinga, Fin
sterwold (4).
Beoordeeling.
Hübsch ist das doppelte Thurmopfer im
Hauptspiele und die drei wohl bekannten aber recht
saubern Matwendungen, deren Verhinderung wenigstens
nevi sein riürfte. Aber der Einleitungszug umsste besser
sein, es drohen drei Fortsetzungen, die nur noch r/n
eorrectes Nebenspiel (l?k e 4) zulass-n, denn zwei
andere Gegenzüge, welene allein noch das Mat bis
zum Vierteu Zuge hinhalten (h 3 und P f 3) sind
tlreifach zu erledigen. C. Kockelkorn.
UIT DE SCHAAKWEKE LD.
Uit Weeneu komt 't bericht dat de bekende Weener
Schaakmeester Berthold Englisch op 48 jarigen leef
tijd aan een hersenverlamming is overleden. Na zich
gedurende een lange reeks van jaren van 't
tornooispelen te hebben onthouden, deed Englisch op 't pas
gehouden tornooi te Berlijn weder opnieuw zijn intrede
in de schaakarena, doch moest den strijd, lang voor
deze ten einde was, wegens zware en aanhoudende
hoofdpijn opgeven. In een schrijven aan 't Comit
gaf hij de volgende reden op: Hij had op aanraden
van een der deelnemers, met wien hij zich in den
wedstrijd nog had te meten en die voor zijn meerdere
kracht zeer beducht was, een middel aangewend, wat
zijn toestand zoozeer had verergerd dat hri genood
zaakt was onmiddellijk de terugreis naar Weenen te
aanvaarden. Deze aanklacht werd echter later op
ryen. aquarellen en teekeningen, door den schilder
nagelaten. Twee regenachtige dagen, naar het
Fransch van RenéBazin. Een herlevende
industrie, door dr. J. E. Rombouts, met afbeel
dingen (slot). Feuilleton.
iMiiiiiiiiiiiiimiiiimiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
Sipalementen Dit den UtreclitscHe Gemeenteraad
door JAN VAN 'T STICHT.
D. van der Horst.
Ofschoon deze heer geen lid van den Raad is,
zit bij er, vooral in den laatsteu ty'd, toch haast
alty'd in. Lichamelijk is hy' onzichtbaar, maar
in de gemoederen van velen der raadsleden is
hij aanwezig en brengt daar blykbaar den boel
in heftige beroering. Dat kan men zien aan de
achtbare gelaatstrekken. Het sluiertje van waar
digheid, waarachter die gewoonlijk gedurende de
drie uren dat een vergadering duurt verborgen
zijn, is erg doorzichtig wanneer te verwachten
is dat er over gas, gaspijpen, gasmeters of de
gasfabriek zal gesproken worden. Ja, er is zelfs
hier en daar een scheurtje in het voiletje ge
komen. Vóór de oogen een paar ovale gaatjes,
alsof ze er door een brandglas in gebrand zijn:
dat komt van den, ik wil niet zeggen
boosaardigen, maar toch van mindere welwillendheid
getuigenden glans, die uit der heeren lenzen
straalt. Voor den mond een langwerpig vierkant,
rechtop staand gaatje veroorzaakt door den bij
iederen ademtocht uitgeblazen H terwy'l ze aan
van der Horst denken. En aan beide zyden op
de wangen heeft een glimlachje, dat van groote
verwachting over het straks te spreken woord
getuigt, een leelijk openingetje gelaten.
Zóó wordt de heer Dirk van der Horst, of
liever, zóó worden de zaken, dezen man be
treffende, opgewacht!
Aan allen, ook aan hen, die hem meer genegen
zijn en dat zijn de meesten zweeft de
mannelijke figuur van den directeur der gasfabriek
voor oogen. Het is of hy' daar voor hen staat,
zoo geheel sans gêne, zich blijkbaar zijner kracht
bewust en in 't volle besef dat hij, zoo niet on
misbaar voor de gastabriek niemand is on
misbaar, dat weet de heer van der Horst ook
wel dan toch een man is, die men maar
noode missen kan.
Z^jn hoed heeft hij op het hoofd! Die hoed,
de breedgerande, is niet alleen het merkwaardigste,
maar ook het meest de aandacht trekkende deel
van 's mans toilet. Eigenlijk is er niets bijzonders
aan dien hoed. Voor een gulden of drie zijn er
zoo in eiken fashionablen hoedenwinkel te koop.
Maar het is de manier, waarop hij dien hoed
draagt, welke de bewondering van allen en de
jaloezy van enkelen gaande maakt. Er zijn
ambtenaren hier in de stad geweest, die
uitgevischt hebben wie des heeren van der Horst
hoedenleverancier was en daar precies zoo'n
hoofddeksel kochten, ofschoon ze een paar
kwartjes meer moesten betalen, dan zij gewoon
waren aan dit deel van hunne kleeding te be
steden. En thuis zetten zij dien hoed op het
hoofd en oefenden zich in het afnemen er van
voor de spiegelkast hunner echtgenoote in de
vertrouwelijke eenzaamheid hunner
gemeenschappelyke slaapkamer, maar het wou maar niet
lukken. Ook na langdurige volhardende pogingen
herkenden zy van der Horst nog niet in het
spiegelbeeld voor hen, dat nog nooit zoo joviaal
gegroet was, als zij het daar vergeefs poogden
te doen.
Eerst als zij slaap kregen moeder de vrouw
lag allang te ronken begonnen zij een ietsje
van een gelijkenisje te bespeuren en voorzichtig
werd dan de hoed vlak by het nachtlichje op
de tafel gelegd zoodat hy, als de slaap nog niet
gauw komen wou, steeds in het oog viel en
verzoek van Frau Englisch, ingetrokken, daar de
Weener doctoren de hoofdpijnen aan een andere
oorzaak dan vergiftiging hadden toegeschreven.
Englisch nam aan verscheidene groote Internat.
wedstrijden deel en behaalde 't volgend resultaat:
1878. Parijs. Geen prijs.
1879. Leipzig. Ie prijs.
1880. Wiesbaden. 1/3 in Ie, 2e en 3e prijzen.
1882. Weenen. Geen prijs.
1883. Londen. 1/3 in 5e en 6e prijzen.
1885. Hamburg. 1/5 in 2e tot 6e prijzen.
1887. Frankfort. 7e prrjs.
In den afgeloopen winter speelde hij een match
met Pillsbuiy te Weenen en maakte alle 5 partijen
remise. In 1890 verloor hij een match aan Lasker
met l tegen 3 en 2 of 3 remises. Englisch'
speelwijze was, zooals die der meeste Weener meesters,
meer soliede dan geniaal.
Hij was echter een uiterst begaafde speler met een
ongeëvenaard snellen blik en een fijn ontwikkelde
positiekennis. In stellingen, die door anderen als ver
loren beschouwd werden, wist hij zeer dikwijls nog
een verborgen remise te ontdekken. Een partij van
hem te winnen waa voor de grootste meesters een
moeilijke taak, maar op een half winstpunt konden
zij tegen Englisch vrij zeker rekenen, want
schrikaanjagende aanvallen behoefde men bij hem niet te duch
ten. Veel geniale partijen heeft men dan ook niet
van hem gezien; wij herinneren ons £een enkele die
zich boven 't middelmatige verheft. Zijn spel en
in dit geldt van de meeste Weener meesters?dwingt
tot respect; maar nooit tot bewondering of geestdrift.
TWEEDE NAT. COBBESP. WEDSTBIJD.
O v e r w i n n a a r s g r o e p.
Tiende zet van wit.
Partij Partij Partij
No. No. No.
1. P c2 16. ... 31. D cl
2. P d5 17. T h8: f 32. R g5
3. P ea: 18. f4 33. f4
4. D e2 19. D el: 34. P bd2
5. P ea JO. c3 35. P d5
6. Dg3 21. D f4 36. T b2:
7. d4 22. R f4 37. P e4
8. ... 23. P c(i: 38. P d2
9. P f3 24. ed5: 39. P d5
10. R c2 25. B e4: 40. R c4:
11. De2f 26. d4 41. P f3
12. R c8: 27. R e3 42. D f3
13. eo 28. f 3 43. ...
14. P g-3 29. ... 44. P g5
15. R ga 30. l D g4: 45. ...
Van den heer Oudejans geen opgave ontvangen.
J. J. S.
den volgenden morgen werd het er op gewaagd.
Nog eens voor den spiegel; de jas alleen door
den bovensten en den ondersten knoop dichtge
maakt ; den hoed nog eens afgenomen en weer,
zoo'n beetje naar achteren, op het hoofd gezet;
een bundeltje papieren in de hand; den ge
wonen loomen tred vervangen door een flinkeren,
veerkrachtigen en zoo de deur uit.
Ferm zoo, daar gaat van der Horst! Dat wil
zeggen: van der Horst zyn hoed en van der
Horst zijn jas, maar nog niet eens van der Horst
zy'n beenen ! Een spotvogel-collega, die dezen
nagemaakten directeur tegen kwam en zyo streven
opmerkte, riep hem tot zy'n ergernis na: nog
een beetje meer achterover! en was door die
boutade oorzaak, dat de nagemaakte den kortsten
weg weer naar huis nam, den hoed in een hoek
wierp en ny'dig uitriep : hoe doet die vervloekte
kerel dat dan toch!
Ja, dat moet men aan Van der Horst zelf maar
eens vragen en dan zal men vermoedelijk ten
antwoord kry'gen als hy' 't de moeite waard
vindt te antwoorden dat hij 't niet weet.
En dan jokt hij bepaald niet: hij weet het ook
niet! Het is alles natuur aan den man. Het
behoort by hem zooals de verstandige, door
dringende blik zijner oogen, die als een blik
semstraal van onder den breeden luifel van zy'n
hoed op u gevestigd zijn, behooren bij zy'n van
wilskracht en intelligentie sprekend gelaat.
Wat de heer Van der Horst wel weet, en wel
wil weten ook, is dat hij onder de kundigsten
in zy'n vak behoort. Hij plaatst zy'n licht niet
onder een korenmaat om den drommel niet.
Hy deelt van zijne kennis gaarne aan anderen
mede, spreekt over de zaak waar het pas geeft
in het openbaar, schrijft in de vakbladen en
heeft daardoor te weeg gebracht dat zijn oordeel
in technische geschillen ook in het buitenland
vaak ingeroepen en maatgevend is.
Het spreekt van zelf, dat zulk een man van
beteekenis, zelfs in den gemeenteraad van Utrecht
onvrienden heeft vijanden is zoo'n oorlogs
zuchtig woord ! En in de stad, vooral onder
de neringdoenden, die hij met een soms wel eens
wat al te krachtige hand, van den ouden sleur
tracht af te brengen, daar zijn zijne laat ik
hier het kind maar hij zijn naam moenen daar
zijn zijne vijanden legio. Maar niemand durft
hem kan hem althans aan l Want hoe
boos men ook op hem zijn moge, allen zy'n een
parig in hunne uitspraak: »een knappe kerel
is-t-ie, dat is-t-ie !"
Maar onfeilbaar is de heer van der Horst niet!
In de eerste plaats heeft hij ? GOÜO tractement
en vrij wonen; is de eerste man in ons land,
die door den muntgasmeter het gas ook voor den
kleinen man bereikbaar heeft gemaakt en dan
heeft hy' dikwijls verlof en allerlei buitenkansjes. ..
Men ziet, reeds grieven te over!
En nu laat hij nog toe, dat een zijner onder
geschikten groenten poot op een lap grond van
de fabriek, die niet noodig is voor kolenberging
of voor eenig ander doel en ... o snood bedrijf. ..
werklieden van de fabriek spitten dien grond
om en de directeur eet met zijn familie van de
groenten, die daar gekweekt worden. Werklieden
van de fabriek repareeren ook weieens een stoel
of een keukentafel van den directeur en hebben
zelf een logeerkamertje op zy'n zolder getimmerd !
Timmert een galg, gij werklieden, en hangt
hem er aan op, dien man, die zoo schromelijk
de belangen der gemeente verwaarloost ! . ..
Al deze gewichtige feiten zijn oorzaak, dat
men iemand, die zoo hoog staat als de heer van
der Horst, den grond onder de voeten wil uitgraven!
Doch hij staat niet alleen hoog, maar ook
stevig en hij ziet vrij kalm neer op dat door
zichtige sluiertje van waardigheid in den raad,
met zijn kleine scheurtjes en torntjes en gaatjes.
miiiiiniiiiiiiiiiiniiiiiii
YIEB PAAEDSPEL.
Wedstrijd
Wit.
C. A. Walbrodt
(2de prijswinner).
e4 e5
f 3
c3
R b5
0-0
6 P d5
7 eda :
8
2 P
3 P
4
5
P c6
P f 6
R b4
0-0
P do:
e4 !
dc6:
ef3:
f6
de partij
Hasdc6:
9 R e2
10 R f3:
Evenals in
Albin-Tarrasch te
tings.
11 d4 R d6
12 D d3 D h4
13 g3
't Was Zwart's doel deze
pionnenzetten uit te lok
ken en zoodoende den
K-vleugel te verzwakken.
13 D f'6
14 c4
Zeer noodzakelijk. De
E moet van de diago
naal b8-h2 verdreven
worden.
14 (4!
15 c5 R h3
16 R r2
16 cd6: dan B fl: 17
D fl:, f«3: 18 E g2,
gf2: f 19 K hl, cdfi:enz.
16 R g;2:
17 K g2: f3 f
18 K hl
Om later na D h6 en
D h3 met T gl 't mat
of g2 te kunnen dekken.
18 R e7
19 R f4 T f7
Deze zet dekt alles.
20 D e4 T ndS
21 T adl R f8
22 T d3 ga
te B e r l ij n.
Zwart.
Bad. Charousek
(1ste prijswiuuer).
23 R e5 D g-6
24 D g6: f
Gedwongen , want op
D e3 volgt E c5:!
24 bg6:
De pion f3 oefent nu
een grooten druk uit op
't witte spel.
25 T a3 b6!
26 b4 a5
27 baa: bc5:
28 dc5: R c5:
29 T a4
T c3 deugt niet wegens
T do.
29 T fd7
30 T c4
Benige matdekking.
30 R 12:
31 T c6: T7 dl
32 T cl T cl:
Zwart heeft nu plotse
ling een dood verloren
spel.
33 T cl: R e3
34 T fl g4
35 R c7: T d2
36 a4!
De winnende zet!
36 T a2
T d4 dan 37 h3! enz.
37 R b6 R d2
Leerrijk is de volgende
var. : B b6 : 38abü! Ta4:
39 T hl, T a8 (b7? dan
f2! enz.) 40 h3!, ghS:
41 T h2 en Wit wint de
b- en f pionnen.
38 a6 T at:
39 a7 K f7
40 R d4 T a6
41 T al R a5
42 R b6!
Zwart geeft op.