De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1897 7 november pagina 9

7 november 1897 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

No. 10 J 3 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. zich, dat zij het niet mooi vinden. Men wachtte zich er voor, een toon, dien men verkeerd gespeeld heeft, nog eens aan te slaan; zoo zou men de toehoorders onnoodig op de begane fouten opmerk zaam maken. Er zijn twee hoofdmethoden voor het pianospel: het uit het hoofd leeren, en van het blad spelen. Aan de eerste is de voorkeur te geven, omdat het onpractische en gecompliceerde muziekschrift moeilijk te lezen is, [en het lastig is, overal zooals op reis en op buitenpartijen muziek mee te nemen. Wie uit het hoofd speelt, maakt bovendien een beteren indruk dan hij, die de muziek slaafs en met moeite van het blad leest. Dit heeft altijd iets dilettantaehtigs. Pianisten, die met handschoenen aan naar de piano gaan, ? en die daar uittrekken, noemt men virtuozen. Wie niettegensraande het aangeduide nadeel toch met de muziek voor zich wil spelen, moet er Bij het koopen op letten, dat de muziek er niet te zwart uitziet, en dat er veel wit papier is. Men moet zich niet door gewetenlooze kooplieden zulke zwarte muziek laten aanpraten, die zelfs door vergevorderde kunstenaars slechts met moeite gespeeld kan worden. Vooral wordt men voor Liszt's ? muziek gewaarschuwd, waarvan de moeilijkheid dikwijls in het ge heel niet in verhouding is met het genot der toehoorders. In ieder geval moet men beginnen met heele ,/lichte" muziek, vooral volks liederen, wier aangrijpende eenvoud steeds geroemd wordt, dan gaat men langzamerhand over tot marschen en polka's. Is een stuk voor a speler te moeielijk, of wil men er vlugger mee klaar zijn, dan besluit men dikwijls tot het vierhandig spelen, waarvoor twee spelers noodig zijn. Dit is anders niet aan te be velen, want de pianospelers zijn zelden toegeeflijk, dat de een altijd ? op den ander wacht. Men moet dan maar liever tijd nemen, en het stuk alleen spelen. Dames laat men, zooals overal, ook bij het vierhandig spelen, rechts zitten, maar getrouwde vrouwen spe len links van haar man. Een jong pianist, die deze lessen ter harte neemt, zal spoedig een flink artist worden, als hij maar vlijt, een goeden wil en ge duldige buren heeft. Spionnengeschiedenissen. Robert Mitchell vertelt in den Matin in een artikel, waarin hij scherp te velde trekt tegen de verdachtmaking van spionneeren, «enige vermakelijke Spionnengeschiedenissen: »Voor eenige jaren," schrift hij, »vond ik op een boekenstalletje aan de Seinekade een Aide-mémoire d'artillerie, dat ik kocht, zonder er iets by te denken. Toen ik thuis kwam en het boek nader bekeek, bemerkte ik tot myn schrik het volgende dreigende opschrift op den band: «Ieder, in wiens bezit dit werk gevonden zal worden, stelt zich bloot aan de straf, die op spionneeren staat". Ik haastte mij dadelyk naar het Oorlogsministerie en werd na eenig aandringen door den minister ontvangen. In groote opgewondenheid toonde ik hem het hoek; hij nam het, bekeek het, fronsde het voorhoofd en schelde. Een adjudant trad binnen. »Hier is een Aide-mémoire, dat deze heer op een boekstalletje op de kade gevonden heeft." «Generaal', antwoordde de adjudant, »ik ben hierover zeer verbaasd. Dit boek is slechts voor een klein aantal van de hoogere officieren bestemd, die het aan niemand mogen geven en ik ben ervan overtuigd, dat geen onbescheidenheid..." slntusschen is dit boek hier my, zooals u ziet, niet door een der hoogere officieren gegeven." »Ik herhaal u, generaal, dat wij met de pijnlijkste strengheid er voor waken, dat geen exemplaar van dit boek in handen ge raakt waarvoor het niet bestemd is." »Zgt gy er zeker van dat niemand behalve de officieren van ?den generalen staf het kry'gt?" »Slechts twee personen : Z. M. koning Oscar van Zweden, en de Italiaansche militaire attaché." Tableau. Verder vertelt Mitchell schertsend: »Ik heb in de Gironde twee families gekend, die er zich op beroemden, het eenige echte recept voor een goede saus voor gebraden haas te bezitten. Ik behoef er nauwelijks by te zeggen dat zij elkander doodelyk haatten. Ieder deed zijn best, het geheim van de concurreerende saus te ontdekken, en niemand schrikte voor spionneeren terug. De pastoor van de plaats, een vindingry'k, tut vredestichten geneigd man, wilde hen verzoenen, wat niet op al te groote moeilijkheden stuitte, daar er in de eene familie een Julia, en in de andere een Romeo was. Men liet hen met elkander trouwen, en op den dag van de bruiloft vertelden de jonge echtgenooten elkander hun geheimen, toen ze zich hadden teruggetrokken, dus ook de f'amilie-racepten van de saus. En toen- bemerkten zij, dat de recepten volkomen gelijk waren. Ik ben van meening dat met de oorlogsschepen, vestingwerken en uitrustingen van alle landen van Europa de zaak juist zoo staat als met de saus. Kleinigheden mogen verschillend zyn maar de formule is overal dezelfde. In ieder geval is het waar, dat men ons reeds vele Lebelgeweren ontstolen heeft en er toch nog nooit aan gedacht heeft, ze elders in te voeren. En wat de schepen betref c?,doch laten wij liever over dit zwakke punt zwy'gen !" SCHETSJES. Naar het Russisch, van A. TSCHESOW. Het kleine, drie vensters breede hotel der vorstin ziet er vandaag feestelijk uit, alsof het een verjongingskuur had ondergaan. Alles is keurig aangeveegd, de poort is geopend, en de tralie-achtige jalousieën zijn van de vensters weggenomen. De helder gewasschen ruiten coquetteeren schuchter met de lentezon ... Bij den ingang staat de oude, afgeleefde portier Markus in zijn half door de motten opgegeten livrei. Hij is vandaag niet voor niets uit zijn kamertje te voorschijn gekropen. Vandaag is het de naamdag der vorstin en hij moet voor allen, die haar komen geluk wensehen, de deur opendoen en hen aandienen. In de voorkamer riekt het vandaag niet, zooals gewoonlijk, naar koffie en koolsoep, maar naar odeur. De kamers zijn zorgvuldig opgeruimd. De gazen hoezen zijn van de schilderijen afgenomen, en de uitgesleten treden der trap zijn met was geboend. De vorstin zelve, een gebogen en gerimpelde oude vrouw, zit in een grooten leunstoel, en strijkt voortdurend de plooien van haar wit neteldoekschen japon glad. Slechts de op haar dorre borst ge stoken roos herinnert er aan, dat er nog jeugd en frisohheid op de wereld is! De vorstin is gereed, haar bezoekers te ontvangen. Er moeten er een menigte komen vandaag: Baron Tramb met zijn zoon, vorst Halahadze, kamerheer Burlastoff, haar neef generaal Bittkoff, en nog een massa anderen ... tegen de twintig menschen! Zij zullen komen en haar salon met gepraat en gelach vervullen. Vorst Halahadze zal iets zingen, en generaal Bittkoff zal twee uur lang om haar roos smeeken ... Maar zij weet wel, hoe zij zich te houden heeft in de tegenwoordigheid vau die heeren! Voornaamheid, waardigheid en beschaafdheid zullen uit al haar bewegingen spreken ... De kooplieden Htulkin en Straszner zullen ook komen: voor die heeren ligt in de voorkamer papier en een pannehouder gereed. //Ieder krekeitje moet bij zijn eigen haard blijven" ... Zij kunuen hun. namen teekenen en dan weer vertrekken . . . Het is twaalf uur. e vorstin schikt de plooien van haar japon en verschuift de roos nog een beetje ... Zij luistert, of er niet gescheld wordt?... Een rijtuig komt ratelend aanrijden en houdt stil... Er verloopen vijf minuten ... Niet voor ons!" denkt de vorstin. Neen, waarde vorstin, niet voor u. De geschiedenis van het vorige jaar wordt weer herhaald, eeu treurige, meedoogenlooze geschiedenis! Om twee uur gaat de vorstin, precies als een jaar geleden, naar haar slaapkamer, grijpt naar haar reukflesclije en begint te schreien. Er is niemand geweest!... O, die barbaren!..." De oude Markus doet zijn best, de oude vorstin te troosten. Hij is niet minder gegriefd dan zij, de menschen worden hoe langer, hoe slechter ! Vroeger gonsden zij als vliegen rond i u den salon, en nu ! ... //Er is niemand geweest!" snikt de vorstin. //Noch de baron, nocli vorst Halahadze, noch George Bnwizky . .. 'Zij hebben mij allen verlaten ... En toch, als ik er niet geweest was, wat zou er dan uit hen geworden zijn? Aan mij hebben zij hun geluk, hun carrière te daukeu, aan mij alleen ! Zouder mij was er niets van hen terecht gekomen." Heelemail niets," bevestigt Matkus. Ik vraag niet om dankbaarheid ... Die heb ik niet noodig ! Ik wil alleen maar gevoel hebben ! O, mijn God, wat is dat grievend ! Zelfs mijn neef Jean is er niet geweest.. . En waarom niet? Wat heb ik hem voor kwaad gedaan? Ik heb al zijn wissels betaald, ik heb voor zijn zuster Tanja een goede partij gevonden . . . Die Jean komt mij dnur te staan! Ik heb de belofte gehouden, die ik mijn broeder, zijn vader, gegeven heb... Ik heb genoeg geld voor hem uitgegeven . . . dat weet je zelf wel ! . . ." //En voor zijn ouders is Uwe Doorluchtigheid werkelijk een moeder geweest!" //Ja, niet waar ?... en nu is dat mijn dank ! O, die mannen! ..." Om drie uur krijgt de vorstin, evenals het vorige jaar, een zenuwtoeval. De bedroefde Markus zet zijn hoed met tressen op, staat geruimen tijd te loven en te bieden met een huurkoetsier, en rijdt naar neef Jean. Gelukkig zijn de Chambres garnins, waar vorst Jeau verblijf houdt, met ver af... Markus vindt den vorst in bed liggen. Hij is zooeven pas thuis gekomen van een drinkgelag, dat den vorigen avond begonnen is. Zijn verloopen, opgezet gelaat is vuur rood, en zijn voorhoofd is met zweetdruppels bedekt. Zijn hoofd bonst en klopt, en in zijn maas; woelt een revolutie. Hij doet al zijn best, om in slaap te komen, maar voelt zich veel te ellendig daarvoor. Zijn doffe oogen staren naar de waschkom, die tot aan den rand met zeepwater gevuld is. Markus treedt, niet zonder tegenzin, de verwaarloosde kamer binnen, en gaat op het bed toe .,. Dat is niet aardig, Iwan Michailowitch !" zegt hij|op verwijtenden toon. </Wat is niet aardig ?" ,Waarom zijt ge uw tante vandaag niet komen feliciteeren ? Is dat vriendelijk ?" Loop naar den duivel!" roept Jean, zonder zijn oogen van het zeepwater af te wenden. //Alsof dat uw tante niet moest grieven ! Niet waar ? Och, Iwan Michailowitch, Uwe Doorluchtigheid ! Hebt gij dan heelemaal geen gevoel meer ? Waarom moet ge haar zoo beleedigen ?" Ik maak geen visites ... Zeg haar dat maar. .. Dat is een malle, ouderwetsere gewoonte ... Ik heb ook geen tijd, om den heelen. dag rond te rijden . . . Als jullie niets te doen hebt, moog je voor mijn part zelf den heelen dag rondrijden, maar laat mij met rust... Kom, maak nu maar dat je weg komt! Ik wil slapen!..." Slapen !... En dat terwijl gij mij uit schaamte niet in de oogen durft zien !. . ." Houd je mr;nd! ... Zoo'n brutale kerel... Zoo'n schoft!" Markus knipt heftig met zij a oogen. Een lange pauze. Kom, Uwe Doorluchtigheid, wees nu maar zoo vriendelijk, naar uw tante te rijden, en haar te feliciteeren. De vorstin ligt op bed te schreien .,. Wees toch zoo vriendelijk haar die eer aan te doen ... Ga toch naar haar toe, Uwe Doorluchtigheid !" Neen, ik denk er niet over. Hat dieut nergens toe, en ik heb bovendien geen tijd .. . En wat zou ik ook eigenlijk bij die oude vrijster moeten doen ?" Och, Uwe Doorluchtigheid, wees toch zoo goed, ons die eer te bewijzen ! Ik kan u niet zeggen, hoe bedroefd de vorstin is over uw ondankbaarheid, met verlof en uw gevoelloosheid ..." Markus strijkt met zijn mouw over zijn oogen. Och, wees toch zoo goed, Uwe Doorluehtigheid !" Hm.. . Is er bij jnllie cognac te krijgen?" vraagt Jean. Jawel, Uwe Doorluchtigheid, zeker, zeker..." Zoo ... hm ... hm ..." DJ vorst knipt met zijn linkeroog. Zoo, zoo, eu ook honderd roebels ?" //Neen, dat is onmogelijk... Ge weet zelf wel, dat wij niet meer zooveel geld hebben als vroeger, dat onze bloedverwanten ons geruïneerd hebben . . . Toen wij nog rijk waren, kwamen ze allemaal bij ons, en nu ... Het is Gods wil. .." Verleden jaar heb ik voor die visite... hoeveel ook weer? tweehonderd roebels gekregen, niet waar ? En nu heb je er niet eens meer honderd ? Jawel, oude vos, we kennen je ! Snuffel maar eens rond bij de oude, het zal wel te vinden zijn ... Kom, pak je nu maar weg, ? ik heb slaap . . ." //Och, Uwe Doorluchtigheid, wees toch edelmoedig ! De vorstin is zoo oud en zwak!... Heb toch medelijden met haar, Uwe Door luchtigheid !" Jean is onverbiddelijk. Markus begint te loven en te bieden... Tegen vijf uur geeft Jean zich over, trekt zijn rok aan, en rijdt naar de vorstin . . . Ma tante," zegt hij, terwijl hij zijn lippen op haar hand drukt, met tranen in de oogen. Eu zich in een leunstoel werpend begint hij ongeveer hetzelfde gesprek als het vorige jaar. /..Marie Kribkin, ma tante, heeft een brief uit, Nizsa gekregen .. . Haar man . . . stel u voor ! beschrijft heel onschuldig een duel dat hij met een Engelsehman gehad heeft, om de een of andere zangeres . . . om ... Dinges, ? ik ban haar naam vergeten . . ." Neen, maar !" De vorstin slaat haar oogen ten hemel en haar handen in elkaar, en herhaalt met verbazing en geveinsden schrik : Neen, maar!" Ja, ja,... dat duelleert maar en loopt zangeressen na, terwijl zijn vrouw hier wegkwijnt van zorg eu verdriet ... Ik begrijp zulke menseden niet, ma tante f' De overgelukkige vorstin schuift wat dichter naar Jean toe en het gesprek wordt bepaald levendig ... Er wordt thee met cogoac gepresenteerd. En terwijl de gelukkige vorstin naar haar neef luistert, lacht, schrikt en zich verbaast, is de oude Markus aan het snuffelen in zijn geheime laden, en zoekt niet moeite de papiertjes bij elkaar. Vorst Jean heeft zich buitengewoon toegevend betoond. Hij behoeft maar vijftig roebels te hebben. Maar om die vijftig roebels bijeen te brengen, moet de oude Markus meer dan n lade doorsnuffelen ... imiimiimiiiiHimiimiiMjiii 7de Jaargang. 7 November 1897. Redacteur: R u d. J. L o man. 15 Avenue Road, Regcnt's Park, London N.W. Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek betreffende, aan bovenstaand adres te richten. MflflIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIHIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIH ^No. 407 van W. Siebenhaar, te Perth, Australië. Vervaardigd voor den 6n Halfjaar!. Internationalen probleemwedstrijd in dit blad. Motto: »Abrégez-nous la veille". Mat in drie (3) zetten. abcdefgh Wit 13, zwart 8 stukken. TWEEDE NAT. CORRESP. WEDSTRIJD. Partij No. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. Overwinnaarsgroep. Tiende zet van Zwart. Partij No. 31. P a4 P g4 D d4: Dd5 D c" R e6 R d4: Pe4: IK; R e6 D c8: R e7 R g« f6 Partij No. 16. 17. 18. 19. '.0. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. R h8: D R6 D f6 f5 P f6 I) bfi D e6: R d5: D c7 ed4: I> e6 Rp5 P e5: P f6 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. P c6 h6 h6 0-0 P bd7 T b8 0-0 fó R d4 R «4 D d7 Kgl: 0-0 P e5 T e8 R. te A. In partij 26 bedoelt u zeker ed4: K. te Arnh. In partij 35 bedoelt u zeker P bd7, Er is gespeeld iii partij 8 P el, löD d4, 29 D dj, 43 bc3, en 45 f4. C. T. v. H. Zoudt u s. v. p. uwe opgave Dinsdag avond voor 12 ure willen verzenden ? J. J. S. Vereenigd Amat. Sohaakgenootschap Caféde Roode Leeuw, Vrjgendam 22. Speelavonden Dinsdag eu aterdag, 8?12. Jaarl. contributie ? 6. 't V. A. 8 geeft voortaan toegaugkaarten uit a f3, welke een jaar lang geldig zijn. Amst. Schaakclub De Karseboom", Kalveratraat 's Maandags, 8?12. Contribut'e ? 3. College Zeemanshoop (Dam), alle middagen van l 5 uur en Zaterdag 's avonds voor ge utroduceerden en buitenleden. Het llotterdamsch Schaakgenootschap houdt bij eenkomst des Woensdags en Zaterdagsavonds van 8 11 uur, in het Eutterdamsch Leescabinet. Daar enboven dagelijks gelgenheid in de uamiddaguren in bovengenoemd locaal. De Nieuwe Rotterdamsche Schaakclub vergadert Dinsdagavond en Zaterdagmiddag in CaféRondeel'', Hoogstraat. De volgende eindstelling deed zich voor in een partij onlangs gespeeld in CaféSper!" te Weenen. (Deutschea Wochenschach). Zwart, lleisinger. a bcdefgh Wit. Kiesl. Zwart speelde l- f4 (schijnbaar een foutzet) en won na 2 P ga 't spel op volgende inderdaad ecla tante wijze: 2 P g5 fe:5:ü4 P e6: T f l t 3 T fS:f T fS; 5 K ;i2 e2 en wit geeft op. Eindstelling uit een onlangs te Boedapest gespeelde partij. Zwart aan den zet, speelde hier P e4 !, waarop voor Wit 2 P f l, T h3 : 3 11 d2 de beste voortzetting zou geweest zij u. Wit bemerkte echter niet wat Zwart in 't schild voerde en speelde 2 P e4: waarop Zwart mat in 5 zetten aankondigde! D el f, T h3: t D hl f, D f3 f en D g3: f. ENGELSCHE PAETIJ, gespeeld te Utrecht 28 Augustus jl. Wit. Dr. A. G. Olland. 1 e4 e5 2 P f3 P c6 3 c3 d6 4 D a4 de5: Beter ia f G 5 B ba, P ge7 6 ed5, D da: 7 d4!, ed4: 7 cd4 : enz. of 7 00, II (17 7 d4. e4! enz. 5 P eö: D do 6 P c6: bc6: 7 R c4 D d7 8 0-0 R d6 9 <13 ed3 : 10 R ga Beter was 10 R d3 :. Zwart kan daarop niet 11 h2: spelen wegens 11 K h2:, D d3: 12 Dc6:t, K d8 (of f8) 13 T el en wint. 10 P e7 11 R e7: R e7: 12 R d3: 0-0 D d3:? dan 13 DcG: f en "wint. 13 R e4 R b7 14 T dl R d6 15 c4 D e6 16 T el? D h6 17 g3 Wit wordt in ieder ge val tot g3 gedwongen, want op h3 volgt D f4 18 g3 enz. 17 f6! Zwart heeft nu een over wegende positie, 't Spel wordt thans zeer boeiend. 18 R g-2 f4 Zwart. J. W. te Kolsté. Dit brengt leven in de brouwerij, maar sterker was, volgens te Kolsté, R c5, gevolgd door den tekstzet. Ziehier de reden. 19 có! fg3: 20 hg3: D f6 21 D et f K h8 22 f4 D b2: 23 P c3 R a6! 24 D (H D au: dan H c5 : f 25 K hl, D c3: 24 R e7 25 T abl R f6 20 D f6: D g2: f 27 K g2: T f6: Zwart is nu een pion (eigenlijk een halve) in 't voordeel, maar de po sitie staat zeer ten gunste van Wit. 28 T e7 T f52 Beter waa T c8. 29Tc7: T c5: 30 T a?:! T f8 31 T b3 R cS 32 P e4 T c2 f 33 K f3 R e6 34 T ba3 R d5 35 K e3 T e8 Beter was R. da: 36 T g8 Zwart geeft op. Waarom Zwart hier opgeefc is ons niet duide lijk. Na 36?T g8 zien wij niet hoe Wit zoo aan stonds 't pleit kan be slechten.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl