De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1897 21 november pagina 11

21 november 1897 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

No. 1065 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. 11 Generaal Vetter, gepensionneerd met f 11.250, en de Oud-strijders van 1830. Wij beiden zijn Oud-strijders, En naar men mij vertelt Krijgt Uwe Excellentie Pensioen n smarteyeld. Ach! ik heb geen pensioentje, Al was ik ook een held En ik heb slechts de smarten. Eilacij! zonder 't geld! «illilllMlillHlMlilimiiijllllHllimiiHlllMMiiiiiiiiiimilMlliimiiiiiimiimimMMiMimmiimii miiimniimiiiiiimilmiim INGEZONDEN. Helbaar Onflerwüs, Alle menschenwerk is onvolmaakt en heeft daarom van tijd tot tijd behoefte aan wijziging, ten einde met de ontwikkeling der menschelijke samenleving gelijken tred te houden. Dit geldt ook voor de wet op het M. O. Over dit onderwijs is in den laatsten tijd, ook in dit weekblad, herhaaldelijk geschreven, al betrof het dan ook slechts een of ander onderdeel, als de duur der vacantiën, het gebruik of misbruik van herexamens, den omvang en den aard van het huiswerk of het handhaven der tucht. Het aanwijzen vaa gebreken moet ten zeerste toegejuicht worden, omdat daardoor telkens weer de aandacht gevestigd wordt op dezen voornamen tak van volksontwikkeling. Tevens wijst het zeer groot aantal klachten over de inrichting van bijna alle onderdeeleu van het M. O. op de noodzakelijkheid van eene algeheele herziening der desbetreffende wet. Wijziging van enkele onderdeelen alleen kan slechts ten gevolge hebben, dat de onbruikbaarheid der wet nog verergerd wordt. Wij willen slechts de aandacht vestigen op eenige der vele punten, die voor de noodzakelijkheid eener volledige herziening der wet, pleiten. Allereerst stellen we dan de vraag, of het niet wensclielijk zou zijn slechts n inspecteur aan het hoofd van het M. O. te plaatsen. Daardoor alleen kan eenheid komen in de algemeene leiding der zaken en wordt de mogelijkheid weggenomen van ani mositeit tusschen de hoogere functionnarissen, die nadeelig werkt op de loop der zaken in 't algemeen en op de positie der leearen in het bizonder. Tevens verdient het vaststellen van een maximum leeftijd voor den inspecteur aanbeveling, ter voorkoming van sleur en ter bevordering van een spoedige afdoening der werkzaamheden, <lie door langdurige ongesteldheid van den door ouderdom verzwakten hoofdambtenaar telkens moeten worden uitgesteld, of behartigd worden door geheel buiten het M. . staande familieleden van den lijder. Het laatste mag te waardeeren wezen uit een oogpunt van kinder. liefde, maar niet geacht worden in het belang van den dieost te zijn. Vervolgens behoort een vaste regeling getroffen te worden voor het benoemen, bevorderen en bezoldigen der leeraren. Daaromtrent, bestaat thans geen enkele algemeen geldende bepaling en wordt willekeur, soms van bedenkelijken aard, geoefend. Het moest toch niet kunnen voorkomen, dat een caudidaat eenige jaren op een betrekking moet wachten, terwijl een ander, die een paar jaren later examen deed en volstrekt niet hooger staat terstond geplaatst wordt, omdat eerstgenoemde geen protectie heeft van vrienden of bloedverwanten. Ook is het onbillijk, eene betrekking, waarvoor zich verscheidene bevoegde sollicitanten aangemeld hadden, maanden lang onvervuld te laten, om haar open te houden voor een candidaat, die nog examen moet afleggen. Zulk een geval is echter voorgekomen. En wat te zeggen van eene benoeming buiten de voordracht om en tegen het advies van alle autoriteiten, zooals te Maastricht plaats had !J Dan wijzen we ook op de onregelmatigheid om bij de benoeming van een leeraar te letten op godsdienst of politieke overtuiging; op de herhaaldelijk afgekeurde, maar telkens weer gedane aanstelling van ingenieurs, oüicieren en andere niet voor het onderwijs opgeleide personen tot leeraren, soms, o jammer, alleen omdat de benoemde physiek of om andere redenen niet deugt voor zijne eigenlijke betrekking; op het benoemen van ge promoveerde candidaten in vakken, waarvan ze niets afweten, eene mode, die ondanks krachtig verzet, tamelijk trouw gevolgd wordt. Bij het bevorderen vaa leeraren wordt eveneens de grootste willekeur toegepast. Op dienstjaren of bekwaamheid wordt niet allereerst acht geslagen. Eenvoudig en billijk zou het zijn, alle leeraren ten beginne te plaatsen aan H. B. scholen met 3 j. cursus en uit hen naar anciënniteit en bekwaamheid de docenten voor 5 jarige scholen te benoemen. Telkens echter worden personen, die no? niet of hoogstens enkele weken tijdelijk werkzaam geweest zijn, geplaatst aan vijfjarige scholen, met voorbijgaan van velen, die jaren lang met vrucht doceerden en mededongen naar die betrekking. Deze onbillijkheid wordt vooral iu de hand gewerkt door de tijdelijke benoemingen, vooral iu zwang op stedelijke scholen als Amsterdam, Rotterdam en Den Haag. En wat is het gevolg van zulk een Stelsel? D.it goede leeraren van kleinere plaatsen geen kans op bevordering hebben en dus hunne ambitie op een zware proef gesteld wordt; en van den andereu kant, dat een betrekkelijk niet gering aantal, onervaren docenten wordt ul'gernaakt door de grootsteedsche jeugd, terwijl zulke onderwijzers zich, in den beginne voor kleinere klasse in de provincie geplaatst, hadden kunnen ontwikkelen tot degelijke paedagogen. Schade dus voor onderwijs en onderwijzers. En niet alleen aan stedelijke inrichtingen wordt deze kunstgreep toegepast ook aan de rijksscholen. Zoo iu de laatste weken te Alkmaar voor aardrijkskunde en wiskunde, te Leeuwarden voor geschiedenis. Xa het voorafgaande behoeft nauwelijks gezegd te worden, dat ook bij sollicitatiëa naar het ambt van directeur geen regel bestaat, waar naar de meest gerechtigde of bekwame dien begeerden eii begeerlijken post verwerven kan. Wat eindelijk de bezoldiging der leeraren betreft, zouden wij ons van de inspecteurs haast de opmerking veroorloovea, dat ouderdom schriel maakt. Ouder hun beleid toch zijn in de laatste jaren bij tal van open gevallen rijksbetrekkingen op het tractement /'100 tot ?300 beknibbeld. Zoo worden eenige van /'1400 op ?1200 en van /'l300 op ? 1100 ternsgebracht. Is zulk eene bezuiniging nu wel vau eeuigen noemenswaardiger! invloed op een uitgave voor het M. O. van /'l 530.291: bijv. in 1SD59G? En dat, terwijl het leven in de laatste 25 jaren duurder geworden is en de kosten voor een akte M. O. bijua verdrievoudigd ziju. Deukt men dau uos; aa'.i de zeer hooje verplichte stortingen, niet minder dan 171 ._? "o in de eerste 4 jaren, dan schijnt het alsof de inspecteurs ook bij het M. O. een geleerd proletariaat wenschen aan te kweeken. Is het niet bedroevend te noemen, dat in ]S'J5 !)(i vaa de 22!) leeraren aan de Rijks H. B. scholen 12 een tractement van ?1000 en , minder genoten en van de 001 aau de gemeentescholen 1-10 met l een gelijk salaris begiftigd worden ? 1) Een misstand is het evenzeer, dat de leeraren, zoo zij aau eenzelfde school werkzaam blijven, hun geheele leven dezelfde betaling blijvon genieten. Een eenig voorbeeld onder rijksambtenaren. De leeraar met 30- of 35-jarigen diensttijd, doorgaands familievader, ontvangt niet de geringste bezoldiging meer dan de beginner op 25 jarigen leeftijd. Daarbij ziet men den n aanvangen met een tractement van ?2000 of hooger, den ander, even oud, ouder soms, met dezelfde bevoegdheden en kunde, met ?1000. Het ware wcnschelijk, om naar het voorbeeld van eenige stedelijke scholen, een minimum-begin-tractement in te voeren voor alle leeraren bij het M. O. met geleidelijke verhooging naar gelang der dienstjaren. Handelden wij in het voorgaande over de belangen der leeraren, ook die der leerlingen mogen bij de herziening der wet op het M.O. wel ernstig worden overwogen. Er bestaat geen aansluiting in het onderwijs aan de verschillende scholen. Reeds het toelatings examen vertoont, dikwijls aan scholen in dezelfde provincie, groote afwijkingen. Sommige rijks- en stedelijke scholen nemen zonder examen jongelieden op iu de He klasse, die elders met goed gevolg de derde hebbeu afgeioopen, andere niet. In de kostbare inrichting der eind-examens, waarbij vau jongelui van 10 ;\ 17 jaren de onmo gelijkheid geverfd wordt proeven van bekwaamheid af te leggen in 19 (zegge itcf/mitie,/} vakken, behoort wijziging gebracht. Dan moet er van hooger hand toezicht gehouden worden op de leermiddelen, om te voorkomen, dat leeraren op hunne scholen boeken invoeren, die ongeschikt of onbruikbaar zijn, welke zij ze zelf schreven, zoodat zij dus belang hebbeu bij het debiet. Wij willen hiermede onze opmerkingen eindigen, hoewel nog1 over verscheidene onderwerpen, als de inrichting der examens tot het verkrijgen eener akte M.O. (waarbij het geval zich dit jaar voordeed, dat geen enkel candidaat voor de acte B in Engelsen en in Duitsch slaagde), de tucht op de scholen, het huiswerk, de schoolcommissies (van '.vier leden vaak geen enkele berekend is voor zijne taak en die dan ook in zulk een geval het toezicht op het onderwijs tamelijk licht opnemen) en de overgangs-examens, aardig wat op te merken zou zijn. Daarom slechts dit nog. Wan neer een nieuwe wet op het M.O. zal tot stand komen, valt niet te zeggen: maar zeker zullen er nog vele jaren over verloopen, indien niet voortdurend wordt gewezen op de hooge noodzakelijk heid ervan. Van de leeraren dient eene beweging uit te gaan tot verkrijging vau een goede wet. Zij zijn daartoe verplicht in hun eigen belang en in dat der jeu^d, voor wier vorming zij een groot deel der verantwoordelijkheid dragen. Daarom leeraren vereenigt U. liet gemeenschappelijk optreden der onderwijzers aau lagere scholen moge U leeren, iioe door krachtige samenwerking menige misstand kau worden opgeheven. NOMIXATIVUS. 1) Verslag van den staat der Hoosre, Middelbare en Lagere Scholen. ver 1SU5?'UG. 's-üraveuhagc 1SÜ7.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl