De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1897 21 november pagina 4

21 november 1897 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1065 arbitrage voorgesteld. Dat is de goede weg. Mogen beide partijen het, omtrent de voor waarden voor arbitrage, spoedig eens worden. De oorlogen niet bajonet, sabel en schietgeweer tusschen de beschaafde staten worden gelukkig zeldzaam; de oeconomische oorlog daarentegen komt allengs veelvuldiger voor. 't Is bedroevend. Toch is ook hierin een lichtpunt. Deze strijd zal de wegbereider zijn voor de wijziging der rechtsbegrippen ten opzichte van den arbeid de bron van allen rijkdom, die het kapitaal deed ontstaan en die het kapitaal in stand houdt. Dat is een groote verdienste. Nog altijd klinkt het goed: leve het kapitaal! Weg met kapitaalmoord! En toch, hoe schandelijk veel is er en wordt er nog verspild, * * # Al weer een trust. Door engelsche kapi talisten is een kapitaal van 12 millioen dollars bijeengebracht om den melkhandel in NewYork te monopoliseeren, te beginnen met l Januari '98. Het prospectus zegt dat het doel is den prijs van de melk te... verlagen. De World verzekert echter, dat de trust de ver bruikers 9 millioen meer zal «afpersen". Zou het waar zijn? De leerlingen van Marx zouden dan op een voorbeeld meer wijzen voor de socialiseering van den arbeid, van het allengs meer samentrekken, van het onteigenen van kleine, afzonderlijke zaken tot een groot bedrijf. »Het monopolie van het kapitaal {raat hun grootmeester voort wordt eindelijk een boei voor de wijze van productie, die met en onder dat monopolie tot bloei is gekomen. Dan heeft het uur van kapitalistischen privaten eigendom geslagen. Deexpropriatoren worden dan geëxprqprieerd." Nous verrpns, neen, wij, de lezers en ik, zullen het niet zien. Amst., 17/18 Nov. '97. D. STIGTEE. De collectie-Mesdag te 's-Gravenliaie. Een correspondent van de Frankfurter Zuitung is in den Haag toevallig" tot de ontdekking gekomen, dat zich daar een uitgelezen verzameling bevindt van moderne Fransche kunst, en wel in bet bezit van den beroemden zeescliilder H. W. Mesdag. Misschien zijn er ook onder onze landgenooten niet weinigen, die niet weten, dat de heer Mesdag eiken Zondagmorgen zijn galerij voor kunstlievende bezoekers open stelt. Maar ook voor hen, die deze fraaie verzameling uit eigen aanschouwing kennen, zal het. niet onbelangrijk zijn te vernemen hoe zij door den Duitschen bezoeker wordt betchreven. Allereerst worden enkele woorden gewijd aan den gelukkigen bezitter dezer schatten. Mesdag is een man van ongeveer vijftig jaren. Veel praten schijnt zijn zaak niet te zijn, maar eene echte, ware menscbeDliefde straalt uit zijne oogen en iedereen weet in den Haag en Scheveningen, dat hij steeds te vinden is, als er hulp wordt gevraagd en dat vooral arme kunstenaars nooit te vergeefs bij hem hebben aangeklopt." Met niet geringe verwachtingen ging de schrijver naar et huis van den schilder, maar die verwach tingen werden verre overtroffen. Uit al dien rijk dom mogen hier enkele der schoonste schilderijen, in de volgorde zooals zij ons toevallig voor den geest komen, worden vermeld. C o r o t met zijne betooverende bekoorlijkheid moge de rij openen! Beethoven's muziek bij het reude, schoner Götterfunke" komt ons steeds in den zin, als wij voor Corot's lentelandschappen staan. Zij zijn ge schilderde hymnen. Met dansenden tred huppelt Corot door de natuur en in alles ziet hij lucht en en licht. Het liefst is hem de morgenzon. Verbevende handen en kwam er mee naast het bed staan. Prins Charlie lag als te voren met wijdgeopende oogen, maar nu was er geen uitdrukking meer in. Hij was dood. Een zware tred werd op de ladder gehoord. Arme vader," zeide de moeder en haar stem beefde, wat een Nieuwjaar voor hem." Hij duwde de deur open en liet zich op een houten kist, die als stoel dienst deed, neervallen. Hij zag niet, dat er iets gebeurd was, zijn oogen stonden vol tranen; met eene ongeduldige be weging trachtte hij ze weg te vegen. God heeft ons verlaten," zeidc hij op troosteloozen too», Charlie is dood." Eerst dachten zij dat hij 't kind bedoelde. Ik heb den geheelen dag geen druppel gebruikt," ging hij voort, er hing een zware mist, en ik moest bij Cbarlie's kop loopen. Ik had de lan taarns van 't rijtuig aangestoken, en toen de mist wat optrok, zag ik, dat ze allebei weg waren, ge stolen, en de deken van den bok ook. Ik dacht, dat me niets ergers had kunnen overkomen, maar ik vergiste mij. De straten waren van avond zoo glad als een spiegel, maar midden op den weg hadden ze kiezel gestrooid. We moesten uitwijken voor een paard, dat gevallen was. Zoodra Charlie van 't kiezel af was, gleed hij uit en viel. Hij krabbelde nog op, arm beest, maar viel opnieuw. Toen brak hij zijn pooten. Ze hebben hem afge maakt." 't Stilzwijgen, dat volgde, was van langen duur. Moeder noch zoon waagde het te spreken. 't Is bijna vier jaar geleden, dat wij hem kochten," ging de man eindelijk voort. Je weel 't nog wel, vrouw. Maggie was juist vijf weken oud. Charlie was zulk een koopje, en we zeiden dat 't kind ons geluk aanbracht. Nu is 't paarc dood, en deze hier is vandaag vijf weken ; tot nog toe heeft hij ons niet veel geluk aangebracht.' wonderlijk is het, hoe hij ziju figuren weet aan te rengen. Meestal neemt hij, om de bonte kleuren, >lauw of rood, in hunne kleederen, boeren of )oerinnen, en plaatst ze daar waar het oog ze verlangt, waar ze het noodzakelijk, bevrijdend contrast vormen met het in lucht badende en in zilvergrijs getinte omgevende landschap. Dit is de indruk van de meeste zijner werken in de collectie-Mesdag. Eenigszins anders, doch ook ver wonderlijk en volmaakt, werkt eene schilderij uit iet jaar 1867, dat ons een weg te midden van de liepste woudschaduw te zien geeft en ons het mysterie vertelt vau de bosch-intimiteit. Weder nders is eene kleine schilderij, badende nimfen, een stuk zooals M. von Schwind het zou hebben willen schilderen, indien hij even groot was geweest n het scheppen als innig in het gevoelen ! Daubigny, de jongste van de Barbizon-groep, itaat niet meer zoo volkomen kuisen en naïef ;egenover de natuur als zijne oudere collega's. Maar ook hij heeft stukken geschilderd, die hem de onsterfelijkheid verzekeren. Daar is een boschmterieur, dat zich kan doen gelden naast Corot en naast Boecklin. Eene heldere, blanke watervlakte .igt tusschen slanke, hooge, schaduwrijke boomen. De zon dringt er -niet doorheen; op den achter;rond alleen treft zij het groen der weide aan den oever van de beek. Van Mille t bezit de heer Mes lag, naast schil derijen, ook eene groot aantal teekeningen, en wan neer wij eerlijk onze meening willen weergeven, moeten wij bekennen, dat bij Millet de kleur juist niet veel schijnt toe te voegen aan de overweldi gende groot&chheid van zijne teekening. Onder die teekeningeu is er vooral ue, een herderin met bare kudde, die zich nevens de machtigste teeke ningen van de meesters der renaissance kan staande wuden. Van de schilderijen vermeld ik als het meest geacheveerde eene vrouw, in blauw en rood jekleed, die in nachtelijke ure tuurt naar de zee. Verder is er een groot doek Hagar en Ismael." Hagar ligt levensgroot, bijna naakt, op den voor grond. De kleur van haar huid is koperrood. Op den krachtigen arm leunend, staart zij somber voor zich uit in het zand der woestijn. Meer op den achtergrond, op een kleine helling, met het hoofd naar beneden, ligt haar versmachtende zoon. Het met wreede stoutheid geschilderde stuk lijdt onder een al te bruin-rooden toon, waarin alle kleuren verstikken. In Mesdag's huiskamer hangt nog de beroemde Wijngaardenier, vau den arbeid uitrustend," weder eene figuur met eene aan Michel Angelo herinnerde machtige forschheid van lede maten. Een stilleven, waarvan de bestauddeelen zijn ontleend aan de boerenwoning lepels, pitten, appels, uien dient nog te worden vermeld; even zoo een oogstveld met weidende schapen. T r o y o n is vertegenwoordigd door eenige meesterwerken, dierstukken, die in teekening en plastische werking de groote Hollanders Potter en Cuyp nabij komen, doch deze in schoonheid van kleur wellicht nog overtreffen. Eene kudde schapen, die tegen een vaag aangegeven groenen achtergrond prachtig uitkomt, een stuk, dat twee maal, eens op grootere en eens op kleinere schaal uitgevoerd, voorhanden is, kan men niet vaak ge noeg bewonderen. Ook eene kudde grazende koeien en eene koe in levensgrootte veraanschouwelijken voor ons de kracht van den grooten dierschiider. De Hollander Mauve heeft hem zeer gelukkig nagevolgd, en de collectie-Mesdag toont duidelijk, hoever het kunnen van dezen meester ging. W i 11 e m M a r i s staat ver bij hem achter. Van Théodore Rousseau zien wij zoowel proeven uit zijne vroegere kleurrijke als uit, zijne latere monochrome periode. Uit de eerste zijn pen paar zeer met elkaar verwante stukken afkomstig, die heerlijk geteekende dennen en berken voor stellen, boven welke zware onweerswolken heenjagen, terwijl zich op den moerassigen voorgrond eene kudde runderen bijeendringt. Op een ander stuk vinden wij Rousseau's lievelingsboom, een forschen, knoestigen eik, die bijna het geheele oppervlak van de schilderij beslaat. In zijn grenzenloozen eerbied voor het bestaande vormt deze kunstenaar de grootste tegenstelling met alle styliseerende en vereenvoudigende richtingen. Alles in de natuur is hem even belangrijk en daar hij dus weinig klemtoon legt en de meest onontwarbare vormen van bet boschlandschap, zooals hij die zag, naast elkander zette, moet het oog zich eerst aan zijne wijze van schilderen hebben gewend om tot het volle genot te komen. De moeder kreunde; tastend vond zij haar weg door de kamer en legde het doode kind in vaders arm. Later in den ochtend kwam Will bij mij. //Zoudt u ons het geld voor de begrafenis vau Prins Charlie willen leenen?" vroeg hij. Ik wist nie mand anders, aan wien ik het zou kunnen vragen. U weet, dat ik vast werk heb; ik verdien 10 shilling per week. Ik zal u alles teruggeven." Ik wist, dat hij 't doen zou, al moest hij van honger sterven. Hoeveel heb je noodig, Will?" Dat kan ik niet precies zeggen, vóór ik den lijkbezorger gesproken heb," zei hij. ,/Er is nog nooit iemand bij ons gestorven, moeder dacht dat't twaalf gulden zou zijn." Waar is je moeder? Zij is 't gaan- aangeven bij den burgerlijken stand; ik heb haar gezegd, dat ik wel voor de begrafenis zou zorgen, ze is bijna op." Met 't geld in zijn zak en een gedeelte van den last van zijn jonge schouders gewenteld, ging Will van mij naar Timson, den lijkbezorger. In een winkel, vol met, doodkisten van verschil lende grootten, stond Timson, zachtjes fluitend, een plank te zagen. Even vóór Will was er een man binnen gegaan, en de jongen bleef staan wachten, tot men hem zou helpen. Ik kom, om over de begrafenis van een kind te spreken," zei de man. Timson bood hem een stoel aan, die naast een tafeltje in den hoek stond, en ging zelf tegenover hem zitten. 't Is onze jongen," zei de man. Hij is el! maanden, hij stierf van nacht." Welke klasse dacht u te nemen, mijnheer?" De vierde klasse zou wel goed zijn, dunkt mij." Heel goed, dat is een rijtuig met n paard voor 't kistje en vier personen, 't Is dan twaalf gulden plus de fooien." D i a z, die zich in zijn landschap klaarblijkelijk raar Rousseau heeft gevormd, ofschoon hij zich meer toelegt op kleurenwerking, is gemakkelijker ;e ontcijferen. Naast zijn landschappen en een mooi stilleven (druiven) troffen ons nog bijzonder ;wee schilderijen naar naakt model op een groenen Doschachtergrond. Van Gustave Courbet, den grooten kampvechter en baanbreker van het naturalisme op het slagveld" van Parijs, bezit de heer Mesdag een slapend naakt meisje, welker schoonheid van vormen aan Titiaan doet denken. Een stilleven (appels) aeeft, niettegenstaande zijn nog eenigszins Venetiaanschen toon, eene h'jue behoorlijkheid. Een eigenportret, in werkkiel, met zonneschaduwen op den neus, is oen afspiegeling van de stoutheid en het zelfvertrouwen van den democraat en socialist. Behalve de Fianschen vindt men bij Mesdag ook eene uitgelezen verzameling moderne Hollaudsche kunstenaars, en een twintigtal stukken van den Italiaan Mancini, deejs portretten vaa kindereu en vrouwen, deels menschen tusschen bloemen en vruchten, uit een zuiver kolnristisch oogpunt op gevat en geordend. Mancini's techniek is schitte rend, zijn kleurengamma rijk en afwisselend, zijn kinder-psychologie fijn en aandoenlijk; hij is in alle opzichten, door en door Italiaan. Van M a 11 h y s M a r i s, wiens werken in Hol land moeilijk te vinden zijn, bezit Mesdag vier schilderijen. Het beste is naar onzen smaak het oudste, dat reeds uit 1872 dagteekent; het stelt een jong meisje voor bij den keukenhaard, en is in kleur wel wat eentonig, maar in gelaatsuitdruk king van eenvoudige innigheid. In dergelijken zin, maar in kleur reeds gedecideerder, werkt eene minia tuur, die een jongen en een meisje voorstelt. Op de bleekgrijze landschausstudie laat zich ook hier niets ontdekken. Een zonderlinge, vreemde en toch aantrekkelijke schilderij stelt eene bruid voor, in een wit kleed en met een witten sluier op een lichten achtergrond; men zou het stuk eene studie in wit kunnen noemen, en als men wilde wijzen op een schilder, aan wien het doet denken, zou men tot Velasquez komen. Eenige stukken uit de jonge jaren van Willem Maris verraden een nauwe aansluiting bij Troyon en Diaz. In een groot, heerlijk strandgezicht toont Jakob Maris, vooral in zijne manier om de lucht_ weer te geven, hoe gelukkig hij hetgeen hij bij Corot heeft gezien op het Hollandsche land schap weet over te brengen. Van Jozef Israels ziet men een armelijk vertrek, waarin een arbeider zit bij het sterfbed van zijne vrouw. Het licht valt door een half gesloten venster naar binnen en de melancholie van den sehemeravond is prachtig geschilderd. Isaac Israels is vertegenwoordigd door een voortreffelijk waargenomen troep militaire trom petters. Mevrouw Mesdag?Van Houten, de echtgenoote van den bezitter al dezer schatten, heeft zich met goed gevolg toegelegd op het land schap, zoowel in de manier van haar man als in die der school van Barbizon. Haar eigenlijk gebied is echter het stilleven. Op de ezels van H. W. Mesdag zelf zien wij vier, reeds tamelijk ver gevorderde schilderijen, van welke ons een gezicht op Scheveningeu het best beviel. Het is onze bedoeling niet, den ganschen rijk dom der collectie-Mesdag ook slechts bij benade ring te schilderen. De schatten op het gebied der kunstnijverheid hebben wj niet eens vermeld en ook van de teekettingen en etsen konden wij slechts met een enkel woord melding maken. Het zij ons voldoende" zoo besluit, de schrijver de kunstlievende Duitschers, die in Den Haag komen, te wijzen op de gelegenheid om de grootste kunstenaarsgroep onzer eeuw te leeren kennen, eene groep, wier werken in Duitschlaud nog altijd te zeldzaam zijn. Indien het gerucht waar is, moet Mesdag in een reeds gedeponeerd testament het Stedelijk Museum te Amsterdam hebben aangewezen als erfgenaam van zijne galerij." 1) 40 cents per regel. 1) Wij herinneren hier, dat, de premie-uitgave voor 1895 van de Maatschappij tot Bevordering der Beeldende Kunsten is gewijd aan de collectieMesdag. Deze uitgave bevat reproducties in heliogravure van werken van Corot, Courbet, Daubigny, Delacroix, Diaz, Bistien-Lepage, Mancini, Millet, Muncaksy, Bosboom, Thijs Maris en Mauve. De heer Ph. Zilckeu schreef daarbij eene toelichting. RED. Ja," zei de vader, hulpeloos rondziende, ik deuk dat, 't zoo wel goed zal wezen." ,En de kleur van 't kistje, wit of blauw?" De vader liet zijn blik vaag door den winkel dwalen. ,Ik geloof niet, dat 't er veel tos zal doenWat, vindt u ... Wat raadt u aan ?" Wij nemen meest wit voor meisjes en blauw voor jongens," zeide Timson. Wel, dit is een jongen." Dat is waar ook. En hoe heette hij?" Een blos overtoog het gelaat van den vader, zijn lippen beefden. ,Kleine Jimmy," zei hij met een snik. Zijn doopnaam?" vroeg Timson vriendelijk. De man trachtte te vergeefs ziju stem de noodige vastheid te geven. ,/Jaines John," bracht, hij er ten laatste met moeite uit, James John Wilson." Dat is voldoende, dank u," zeide Timson, druk bezig de bestelling op te schrijven. Van middag zal ik de maat komen nemen." De vader vau den kleinen Jimmy struikelde over een hoop krullen bij de deur, hij 'bleef even staan en keerde zich om. Ik wilde nog zeggen," begon hij met verstikte stem, ,.die kleur van 't kistje. .. vrouwen hebben zoo haar eigen opvattingen, 't zou kunnen zijn. .." // Dat kunt u nog wel afspreken en 't mij zeggen als ik kom," zei Timson. Will nam de ledige plaats aan de tafel in. Hij bestelde ook een begrafenis, vierde klasse en een wit kistje voor Prins Charlie; hij betaalde onmiddellijk. Twee dagen later ging ik naar den paardenstal met rouwkleederen, die de moeder bij de begrafenis dragen kou. Zij kwam mij boven aan de ladder tegemoet, en bracht mij in de kamer, waar ik vijl weken geleden Prins Charlie in mijn arm had ge houden. De kamer was donker, maar ze stak de TRA D E MARK. MARTELUS COGNAC, Dit beroemde merk is verkrijg baar bij alle soliede Wgnhandelaars en bjj de representanten KOOI* Tl AMS «fe BRUINIER, te Amsterdam. Prijzen van af ? 2.50 prïlescl, Tgdelyke controle Dr. K. GORTER, Groningen. J. A. HOETING. 94, KALVERSTRAAT M94. Télépbone 1992. Dl AMANTS. Orfèvrerie, .Argenterie. Grand clioix de Nouvéautés. FANTAISIES BICHES pour la FÊTE DE ST, UICOIAS. Fabrique et enqros: Medaille d'or 16, RA.ADHUISSTR. Expositiotiint. Bruxelles Téléphone 2291. 1897. Malson Foiidée 1874. MEIJROOS & KALSHOVEN, Arnhem. Piano-, Orgel- en Muziekhandel. Ruime keuze in Huurpiano's. H. RAHR te Utrecht Fianofabriek. Binnen- en Buitenl. Muziekhandel. Amerikaansche Orgels. Ruime keuze in Hnurpiano's. lamp op. In een hoek stond op een stoel 't kleine witte kistje met een plaatje, dat 't opschrift droeg: P l! l K S C II A K L l E. 5 weken oud. Zij lichtte het deksel op, en nam den zakdoek van 't lieve, kleine gezichtje, dat zoo kalm en vredig op 't kussen rustte. Wili trekt 't zich erg aan, dat hij niet met ons mee naar de begrafenis kan gaan," zeide zij. Maar hij durft er geen dag af te nemen. Zijn geld is 't eenige, waar we nu nog zeker van kunnen zijn. Maar hij heeft me gezegd, dat ik u moest vragen, of u denkt, dat 't kind 't eenzaam hebben zal, we zouden 't allemaal zoo graag weten. Ziet u, vóór hem is er nog nooit een van ons gestorven. Prins Cbarlie is de eerste die is heengegaan, en ik dacht zoo.. . met geen vau zijn eigen familie bij hem, zou hij misschien . .." Ze zette de lamp op tafel, en snikte, alsof haar hart breken zou. Arme moeder, nooit, zelfs niet met uw groote liefde, om hem te koesteren, was uw kmd minder eenzaam dan nu. Prins Chailie leeft in Will's bestaan voort. lederen avond blijft hij boven aan de houten ladder staan, om nog eens den blik te ontmoeten van die twee kinderoogeu, om ze toe te knikken en te fluisteren: //Alles is in orde, kleintje." En als hij denkt aan den hemel, dien hij zich voorstelt, met heilige, heerlijke muziek, zooals ze nooit op aarde gehoord wordt, dan ziet hij in zijn verbeelding een hek, waarbij Prins Charlie staat te wachten met den zelfden blik als den nacht toen hij stierf, te wachten, totdat Will komen zal en zeggen: Alles ia in orde, kleintje, laat me maar binnen."

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl