De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1897 21 november pagina 9

21 november 1897 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

Ne. 1065 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. 9 Het {fbetto van New-Yoit Toen weinige jaren geleden de Engelsch-Joodsche schryver Zangwill, die deze week hier zyn interessante lezing hield, met het sensatieboek ? Children of the Ghetto optrad, kwam men eerst tot het bewustzijn dat in eenige steden nog ghetto's bestaan. Niet enkel Frankfort en Amsterdam en de oude Italiaansche steden, ook Londen had zijn Jodenwyk, waar duizenden cosmopoliten te zamen komen, meest .uit het Oosten van Europa, en waar geen enkele niet-Jood, hetzy Engelschman of vreemdeling woont. Nog verrassender was het te bemerken, hoe vol schilderachtige karak teristiek, en hoe vol poëzie voor den novellist, het leven van deze oude afgezonderde gemeente kon zijn; .de lallooze Israëlieten, die tot den artistieken roem van iedere natie zooveel hebben bijgedragen, denkers, dichters, kunstenaars, hebben maar voor een klein gedeelte hun eigen volk en zijn gebruiken als interessant beschouwd. Nu Zangwill met zyn Children of the Ghetto is opgetreden, heeft by terstond een tegenhanger gevonden, die in plastische, tragische kracht niet ver by hem achterstaat; de scbryver heet A. ? Cahan, zyn eerste boek Jékl, a tale of the NewYork Ghetto. Het Ghetto te New-York is vooral niet minder .groot dan de Jodenbuurt in Londen's East-End. De Amerikaansche stad heeft 300,000 Joodsche inwoners, waarvan twee derden byeenwonen. Het middelpunt is Suffolkstreet; men hoort er alle talen; zij is dichter bevolkt dan eenige andere straat in New-York. De studie van Cahan is nu geweest, na te gaan boe op den Jood van echte Oost-Europeesche origine het Yankee-zyn werkt; zyn held Jekl diminutief van Jakob is geboren in een klein stadje in Litthauen, heeft daar ook het hand werk van zyn vader, smeden, geleerd, en is volgens landsgebruik vroeg getrouwd. Hy heeft al een zoontje, een half jaar oud, als by, door den nood gedwongen, besluit zijn geboorteland te verlaten en over zee zijn fortuin te zoeken. Vrouw en kind laat hy' vooreerst by haar ouders. Te Boston, waar hy aankomt, ziet hij zich al dadelijk verplicht, het handwerk, dat hij kent, op te geven; er zyn enkel christelijke smidsbazen, die ook op sabbath laten werken, en dat -wil Jekl niet. Hy wordt dan kleermaker, onder tet «sweating system" waarin hy zich intusschen redelijk schikt; hy vindt een Joodschen patroon ?en behoeft den sabbath niet te ontwy'den. Van Boston gaat hy intusschen naar New-York; daar begint het Amerikaniseeringsproces, dat den eigenlijken inhoud van het boek uitmaakt. Jekl wordt er »Jake" ; zijn aanleg dient hem bijzonder en ontwikkelt zich verbazend snel. Hij moet Engelsch leeren, maar doet het niet door studie, hy vult zyn jargon met zooveel Engelsche woor den, dat hij zich verbeeldt het al vloeiend te spreken. Ook zyn godsdienst wordt Engelsch; hy' houdt nog wel den sabbath, maar daar bly'ft het by. Op het gebied van het boksen is hij een liefhebber en kenner, maar zijn ware specialiteit is de »gallantry", het verkeer met dames; hij ziet er ook knap uit en is een uitmuntend danser ; hy wordt weldra de coryphee, de voordanser van «en der salons, tevens de helper van den dans professor. En zyn vrouw? zyn zoontje? Toen hy naar Boston kwam, miste hij ze nog; hy dacht vol liefde aan hen; maar langzamerhand beginnen hun beeltenissen te verbleeken. Hij onderhoudt wel de correspondentie; iedere maand zendt hy hun tien roebels, en denkt er wel over hun geld te zenden voor den overtocht; maar de eene maand na de andere verloopt, iedereen houdt hem -voor jonggezel en dat laat hij zich gaarne aanleunen. Het is te gemakkelijker omdat hy, algemeen in gunst, geen aanvechting gevoelt tot eene speciale verbintenis; er is dus geen stryd, geen aanleiding tot eene crisis. De correspondentie met Gitl zy'ne Scfi i 7de Jaargang. 21 November 1897. Redacteur: R u d. J. L o m a n. 15 Avenue Road, Regent's Park, London N.W. Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek betreffende, aan bovenstaand adres te richten. CORRESPONDENTIE. J. W. Le Comte te S. Uw 2 en 4 zetten zyn beide foutief. 4 zet laat volgende nevenoplossing toe l P h6 f, K g5 2 D b2, B d4 3 P f7 f enz. l?h5! 2 D fti t enz. X. te A. Verzoete weekblad van a. s. Zondag te zenden aan W. Siebenhaar Ei^q. Chess Editor of West Australian Mail. Perth, Australia. No. 408 heeft een neven-opl. n.l. l P f4: f enz. No. 409 van J. W. te Kolsté, te utrecht. Vervaardigd voor den 6n Halfjaar!. Internationalen probleemwedstrijd in. dit blad. Mat in twee (2) zetten. abcd efgh Wit 9, zwart 8 stukken. vrouw is niet interessant; noch hij noch zy' kan «Joodsch" schrijven; Jake's secretaris is een oude Jood, die in Pittstreet, een van de markt pleinen van de Galicische wy'k in het Ghetto, een winkeltje houdt. De oude man verkoopt er jargon-kranten en cigaretten en schryft brieven voor 5 of 10 cents, al naar de lengte. Zoo dikwyls Jake een brief ontvangt, brengt hy hem naar den ouden Galiciër, die hem voor n cent voorleest en dan voor vy'f cents beantwoordt. Wat moet ik verder nog schryven? vraagt de oude, na het stereotype begin, dat een dozy'n regels beslaat. Hoe zou ik dat weten? Gy' verstaat de schrijfkunst; gy' moet dus weten wat gij verder moet schryven. Ik geef het geld. Als de brief klaar is, draagt Jake hem in zyn zak, tot hij de tien roebels bijeen heeft om ze in te sluiten en zoo gaat het van maand tot maand. Op een dag krijgt Jake na veel korter tusschenpoos dan anders een brief. Ongerust gaat hy naar zijn secretaris. Als de cigarettenkoopman den brief open gedaan heeft, bevindt bij dat deze zoo buitengewoon lang is, dat hy terstond twee cents by vooruitbetaling bedingt; »alla right, vlug maar,'' zegt Jake met een Engelschen vloek erbij. «Dadelyk, dadely'k," prevelt de oude koop man, zijn bril zoekend, en den brief doorkykend. Het schryven is blykbaar van iemand die zich iets laat voorstaan op zyn sty'l, met poëtische uitweidingen, met fijn gekronkelde wendingen, waaraan zich citaten uit het oude testament laten vastknoopen. Voor Jake is al dit woordenspel »Grieksch" en met de interpretaties die het ver schil tusschen Litthausch en Galicisch-Joodsch noodzakelyk maakt, verloopt al gauw een kwar tier. Dan is men de inleiding door. maar dan ook houdt de oude heer plotseling stil. Wat is er? wat is er? Wat ia er ? Wat zou er zyn ? Wacht even aha ik weet niet wat ik doen moet! en weer houdt hy op. Slechte tijdingen ? vraagt Jake, die bleek geworden is. Spreek ! spreek ! Je kunt gemakkelijk zeggen: spreek ! je vergeet dat iemand anders om zoo te zeggen ook een Jood is, stottert de cigarettenkoopman. Dit slaat op het orthodoxe voorschrift, dat men zich in acht moet nemen, alvorens een slechte tijding over te brengen. Geen uitvluchten, roept Jake angstig; ik heb er voor betaald. Kalm, kalm, jonge man; je behoeft niet boos te zyn. Den halven brief heb ik je voorgelezen, niet waar? Dan geef ik je dien eenen cent terug; laat me met vrede ! En hy begint in zijn zakken, wel met eenigen spijt, naar het geldstuk te zoeken. Zeg my wat er is ! roept Jake met gebalde vuist. Is er iemand dood ? Nu kan je het me wel zeggen. Je hebt het gezegd, en nu je het al weet kan ik l et je ook wel vertellen, antwoordt de schryver, bly dat hij den cent en Jake's klandisie kan behouden en toch het booze woord niet genoemd heeft. »Uw vader is van het aardsche verlost, moge het paradijs hem helder stralen." De zaak wordt nu uiteengezet; de moeder wil sterven waar zij geleefd heeft, maar vrouw en kind moet bij geld sturen om over te komen. Nu komt een van de mooiste scènes: de aan komst van Gitl en Josseles (het zoontje) en het weerzien na meer dan driejarige scheiding. Op een Zaterdagmorgen staat Jake de zijnen af te wachten aan het landverhuizersbureau op EllisIsland. Hij is versch geschoren en gekapt, heeft zyn beste kleeren en balschoenen aan, en in het ongeduld om de zijnen weer te z'en, mengt zich zeer zeker de ijdelheid, dat hij zich in dit fraai costuum aan hen vertoonen kan. De eerste verschyning van zijn vrouw valt hem niet mee. Gitl ziet er wonderlyk en heel on-Amerikaansch uit. Zy draagt een schunnig bruin jakje en een rok van wonderlyk boersch snit, haar haren zijn Gplossing van No. 407 (Siebenhaar). l H g6, D cc 2 D (13 t enz. K d5 2 1) d4 t K f4 ) 2 D e3 f .. bcfi: | e6 2 P d6 t R g2 2 D d4 f Opgelost door C. Kockelkorn, Keulen (2); C. T. v. Ham, Kralingscbe veer (2); L A. Kuijers, Amsterdam (ll.'sl; P. D. v. Zeeburgh, Groningen (1"2); H. Mendes da Costa, Amsterdam (2); B. v. Krimpen, Rotterdam (2); H. H. v. d. Goot, Harich (1); R. 8. Schortinghuis, Emsterwold (2); G Hovinga, Finsterwold (2); W. Beek huis, Groningen; D. L. A. Heinsins. Hoorn (21,5). Beoordeelingen (No. 407). Die Aufgabe erhebt sieh nicht ber das Mittelmassige, aucb der Zugzwang kann daran nicbts andern. O. Kockelkorn. Is de Ie zet gevonden, dan volgt de rest van zelf. De matbtellingen zijn onbehaaglijk en 't D offer op d3 is ietwat plomp. L. A. Kuijers. De sleutelzet als tempozet niet onaardig. De T blijft echter gefesseH". Behoudens de matstelling na 't D offer zijn er geen zuivere mats. Ra 3 doet niets dan in var. l - e6 't D mat op e5 mogelijk maken, 't Geheel is wat zwaar en overladen. C. T. v. Ham. Een gemakkelijk probleem met eenvoudige sleutelzet en weinig var. D. offer op d3 leidt tot eenigste zuivere mat; alle overige matstellingen zijn onrein. P. D. v. Zeeburgh. TWEEDE NAT. COIUÏESP. WEDSTRIJD. Overwinnaarsgroep. Elfde zet van Zwart. Partij No. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. ba P e3: hg6: D d4: R c5 R do T f8 R e6 Rg4 0-0-0 T g8 Rg5: R f6: I) Ii4 P c4: Partij No. 16. 17. 18. 19. ro. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. R e7 do R 15 R d7 D e6: d(5 D b2: f5 0-0 R f3: Pg4 Kg7: P d4: 0-0 c5 Partij No. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. P fG gfö: R e3f P d4: ga c5 T eS R e3: D a-2: P e5 0-0-0 d4 dc4: c6 Rg6 verborgen onder een dikke pikzwarte pruik. Deze laatste had zij opgezet vóór dat zij de stoomboot verliet, zoowel ter eere van den sabbath, als om zich voor de gelegenheid op te-tooien. Zy wist nog niet dat in New-York zelfs zeer orthodoxe jodinnen niet opzien tegen de zonde, hun eigen haar te vertoonen. Met haar bruin gezicht, haar zwarte oogen en de gladde zwarte pruik lijkt zy naar Jake's meening het meest op een squaw, een Indiaansche vrouw. Zy herkent hem al lang vóór de barrière en krijscht in de hoogste toonen »Jekl", tegelijk bemerkt zij met ontzetting, dat hy' zijn baard heeft laten scheren. Nu volgt de teedere begroeting; Josseles heeft er niet veel zin in en streeft wat tegen. Gitl merkt met eerbiedige schuwheid op, dat haar Jekl er uitziet »als een edelman", en Jekl veroorlooft zich een toespeling, dat hier te lande geen pruiken gedragen worden, waarop Gitl er een hellen blauw-en-gelen hoofddoek overheen slaat; de gedachte dat men hier met het bloote haar zou kunnen loopen, vervult haar met ontzetting. Eindelijk verlaat men de wachtkamer en gaat de stad in. Gitl is weer verschrikt als zy ziet dat Jekl op een tram afgaat. «Wee mij, het is toch heden Sabbath," stamelt zy. Jekl's geduld is ten einde; toornig zet hy haar uiteen, dat in een tram te ry'den geen Sabbathsontheiliging is. Maar Gitl weerlegt hardnekkig zijn argumenten; de spoortrein, dat zou nog wat anders zijn. Jekl verliest alle zelfbeheersching en beveelt haar, in de tram te stappen; de zonde neemt hij op zich. Verward en verpletterd gehoorzaamt Gitl; als de paarden aanzetten kermt zij en vreest het ergste. De coriducteur komt om het geld. Jekl geeft hem een tien-cents-stuk en twee vingers opstekend, zegt hy: «Tien! de kleine vent is nog geen drie jaar." En zoo groot was de indruk, dien zyn forsch optreden en zyn Engelsch op Gitl maak ten, dat zy een oogenblik haar angst vergat en zelfs niet bedroefd was, toen zij Jekl op Sabbath een geldstuk zag aanraken. Jekl zag wel den indruk dien hy maakte en werd toen ook weer zachter gestemd. Je zult wel honger hebben ? vroeg hij. Neen, volstrekt niet. Waar eet je warm ? Men zegt hier niet warm eten, maar noemt het dinner. - Dinner en als men dan dikker wordt ? Gitl waagde deze bescheiden woordspeling, en spoedig was de oude vertrouwelijkheid hersteld. Jake en Gitl huren een woning en nemen twee commensaals, boardera, waarvan de een, mr. Bern stein, een ander type van den zich Amerikaniseerenden Jood vertegenwoordigt. Hy is ernstiger, bestudeert het Engelsch uit boeken, en geeft Jake raad, dien deze niet opvolgt. Tusschen Jake en Gitl evenwel gaat het niet lang goed ; Gitl blijft te groen naar zijn zin; zelfs de aankoop van corset en Fifth-Avenue-hoed veranderen haar niet genoeg. Nu komt er een ernstige mededingster, eene dansvriendin van Jake uit den salon, eene Mamie Fein. Jake meent haar lief te hebben, verlaat 's nachts zijn huis en gaat naar Philadelphia waar hij werk zoekt. Mamie zal intusschen met een paar honderd dollars die zij gespaard heeft, van Gitl eene scheiding trachten te verkrijgen. Zy zullen dan later, als hoogelegant echtpaar, zelf een dansliingsclioól oprichten. Mamie doet haar werk goed; Gitl is eerst ge schokt en verontwaardigd, maar stemt eindelijk toe; zij vindt een sympathiek raadsman in mr. Bernstein, die een groote vriend van Josseles is. Een tweede belangrijk tooneel is dat van de scheiding volgens den Joodschen ritus. In de kerk van van Rabbi Aaronowitsch, een van de kleine Poolsche rabbijnen, zooals er een dozijn in het Ghetto zijn, wordt de ceremonie voltrokken. Een vrij talrijk gezelschap vult de kleine ruimte; behalve de beide hoofdpersonen, Jake en Gitl, den Rabbi, den schrijver, de getuigen en eene vriendin is er ook de vrouw van den Rabbi met haar beide kinderen en een afgezant van Mamie, Reeds eeuige malen ie het voorgekomen, dat een der HH. deelnemers na reeds opgave der zetten te hebben verzonden, met een later bericht daarin wij ziging bracht. Ik meen dit niet te mogen toelaten, want evenmin als in een partij aan het bord, mager sprake zijn van overdoen in een Corresp. partij. De eerst verzonden zetten moeten m. i. als bindend beschouwd worden, met uitzondering natuurlijk van schrijffouten. J. J. S. UIT DE SCHAAKWERELD. Ii de match te Berlijn werden de 2e en 4e partijen door Walbrout gewonnen, de Ie en 3e partijen bleven remise. Walbrodt kan dus in geen geval de match meer verliezen. Hij behoeft slechts de 5e partij remise te maken om de match te winnen en dit zal hem zeker niet zwaar vallen. tU OPENING, gespeeld op 't congres te Berlijn. Wit. Zwart. Rud. Charousek Hans Stichting (Boedapest). (Bracrade). l «14 «15 Zwart had !) de4:moe-> o p fa ten spelen. 8 P f3 c5 10Pb3 Rb6 4 c3 e6 Ilcd4:_ ed4: 5Rd3 Pc6 12 f 1A' 6 0-0 R d6 13 J &5 D e? 7Pbd2 ea J* T cl 0-0 Dit leidt tot een gei- lb * el soleei den pion.maar Zwart 15 K e7' T e8 16 R d6' bevrijdt hierdoor zijn spel. D d8 !eidt tot See!1 reaulIn aanmerking kwam ook taaj; voor Wit. o4, gevolgd door b5 en a5. la T e8 Aan dit vroegtijdig voor- 16 R f 4 D d8 uitbrengen der pionnen Dit verhindert wel is zijn echter eigenaardige waar 't verlies van den gevaren verbonden. d-pion, maar 't geeft Wit 8 dc5: R c5: gelegenheid zijn aanval 9 e4! d4 J op den zw. K-vleugel aanZwart had zich den ge- merkelijk te verstel ken. 'isoleerden e-pion moeten Beter was wellicht P f8. laten welgevallen. Zwart 17 P ga P dea:! haalt zich nu onnoodi- Nog 't beste. Foutief gerwiize een gevaarlijken was P f8 wegens: 18 Dh5, aanval op den hals. De «6 18 D h6. R d7 20 P ge4, wijze waarop de Hongaar- P. e5: 21 R g5, P g4! 22 sche meester dit positief D h4, D b8 23 h3, P e5 voordeel ten nutte maakt, 24 R f.i, h5 25 D g5 enz. verdient zeer de aandacht. 18 D b.5 Il6 die zien moet hoe Jake zich houdt. Jake is zicht baar getroifen door de verandering, die Gitl in de laatste maanden onder den invloed van Mr. Bernstein heeft ondergaan; zij is een knappe, ern stige vrouw geworden en heeft haar schuchterheid reeds verruild voor een weinig van het resolute dat de Amerikanen krijgen. De Rabbi, met een fluweelen kapje, waaraan een paar beddeveertjes zitten, op het hoofd, presideert met vrome waardigheid aan het hoofd der tafel. Aan het andere einde zit de haastig pennende schrijver. «Klaar!" roept hy elndelyk en reikt den Rabbi het geschrift. De gansche vergadering staat op; Jake en Gitl nemen plaats aan beide zijden van den ouden man. Een straal van de harde koude winterzon kijkt door de vuile vensterruiten en valt op het gerimpelde voorhoofd van den Rabbi. Jonge vrouw, zegt de Rabbi, hier is de scheidbrief, nog kunt gy van voornemen ver anderen. De vrouw van den Rabbi ziet angstig naar Gitl, die het hoofd schudt. Bedenk het wel, ik zeg het je nog eens ; ge moet dezen scheidbrief met denzelfden vry'en wil en dezelfde bereidwilligheid ontvangen, waar mee ge eenmaal uwen man getrouwd hebt. Wan neer in uw hart de geringste tegenstand ver borgen is, dan is de scheiding nul en van geener waarde. Gitl verklaart dat zij geen bezwaar heeft. Getuigen, hoort gy wat deze jonge vrouw zegt ? Dat zij den scheidbrief uit eigen vrijen wil aanneemt, roept de Ribbi uit. Nu komt het kritieke punt. Gitl wordt ver zocht haar handen zoo te houden, dat zij een beker vormen, waarin Jake het belangrijke stuk neerlegt met deze Hebreeuwsche woorden : »Hier is uw scheidbrief; neem dezen scheidbrief. E v door dezen scheidbrief zy't gij van mij gescheiden en vry voor alle andere mannen.'' Gitl valt flauw; Jake verdwijnt intusschen, nadat Mamie's afgezant de kosten betaald heeft. Gy moogt niet vergeten, mijn dochter, zegt de rabbi, dat gij vóór 91 dagen niet hertrouwen moogt, terwijl uw waar is de jonge man ? vraagt hij met een bleek lachje. Maar zijne vrouw telegrafeert hem dat zij het geld in den zak heeft, en hij merkt dus eenvoudig op : »Hij mag reeds heden hertrouwen." Gitl stelt zich nog wel wat zenuwachtig aan, maar zij weet wel dat Mr. Bernstein voor haar en haar kind zorgen zal. Het geld van Mamie zal helpen tot den aankoop van een zaakje. Intusschen is Jake met Mamie en twee ge tuigen op weg naar. het Mayor's Office. Jake houdt zich opgewonden, maar eigenlijk vindt hij het niets aardig, zijn pas verkregen vry'heid ter stond weer te moeten afstaan. Hij is zelfs wat jaloersch op Bernstein; zoo vaak het rijtuig onder weg vertraging heeft, hoopt hy dat da pauza eeuwig zal duren. Daarmea sluit het boek. Men ziet dat Cahai's wereld wel op die van Zangwill gelijkt; maar hun opvatting is geheel verschillend. Zangwill is tragischer, ook sentimenteeler; Cahan heeft meer humor, moer ironie. Zangwill is dichterlijker, soms grootscher; maar Cahan heeft eene juistheid en kracht van personenteekenen, van individualiseeren, waarin wei nigen hem evenaren. Hij kent natuurlijk de taal van zijn Ghetto in al hare nuances, maar ook de persoonlijke eigenaardigheden, de wereldbeschou wing, de gebruiken en gewoonten van zijn per sonen; hij onderscheidt er het Joodsche en het overgenomene in. Zijn boek zal opgang maken en het ten zeerste verdienen. Cahan zelf is in New-'York geen onbekende persoonlijkheid; hij is een van de socialistische agitatoren en heeft als gedelegeerde der Ameri kaansche arbeiders het congres van Brussel bij gewoond. Hij werkt voor het socialisme in het Ghetto en schryft artikelen in de jargonbladen; in zijn boek intusschen heeft hij den partij man geheel ter zijde gelaten. ijiiiMiiiiiiiuimmmm 19 R h7 f K f8 Men hield algemeen K h8 voor foutief.wegens de voortzetting 20 Pf7:f, P f7: 21 Rg6enz. Schallopp toont echter aan dat Zw. 't betere spel krijgt met T f8 22 R f7: D f6 enz. Ook na 21 T e8: f, D e8: 22 R g6, K g8! wint Zw. Volgens Schallopp heeft Wit op K h8 geen ster-kar voortzetting dan 21 R e4. 20 R el! De eenvoudigste manier om te winnen. De vol gende ingenieuse speelwij^e werd door Miesös aangegeven: 20 R e5:, D g5: 21 D g5:, hg5: 22 T c6:!, T e5: 23Tc8: f, T c8: 24 T e5:, gG 25 R g6:, fg6: 26 T g5:, T c2 enz. Of 21 T cC:, T e5:ü2> T e5:, D ha: 23 T h5: bc6:, 20 R si Beter was K g8 21Rc6:, bc6: 22 R e5:, D g5:, 23 D g5:, hg5: 24 R dl:, R d7. 21 D h4 h?5: 22 D h8 K e7 23 R ga: K d71 Beter was K d6. 2i D g7: T g8 25 R c6: f b"6: 26 R do: T g7: 27 R f6 27 B b6:? danPfSf! 28 gf3:, R f3: f 29 K f l, TagSenwint. Of 2$ K hl, P el: 29 R d4:, 'l' gg8 30 T el:, T ge8: met gelijk spel. 27 P d3 Nu kon op P f 3 f vol gen: 28 gf3:, R f3: f 29 R g7:, T g8 HO P d2!. T g7: f 31 K e2 met voordeel voor Wit. 28 R g7: P el: 29 T el: ca 30 R f6 T e8 31 T e8: K e8: 32 f3 R f5 33 P d2! K d7 34 P c4 K e6 35 P b(5: ab6: Niettegenstaande de R van ongelijke kleur is de partij voor Wit gewonnen. 36 R dS bó 37 a3 c4 38 R a5 R c2 39 R d2! 't Beste veld voor den B. Hij doet nu zoowel voor verdediging als aan val dienst. 39 40 K f2 41 g4 f K g3 h4 fgt: h5 f 46 K h4 47 go 48 g6 49 R 42 43 44 45 f f K f5 R d3 K £6 15 gl : R e2 K h7 R dl K gl K f6 K 50 R e7 en Wit wint. Op d3 volgt: R b4 en R c3 f enz. Deze partij is een der meesterstukken van Charous^k in dezeu wedstrijd.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl