Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1066
deze leider niet genoeg op de hoogte was om de
waarde van Wagner's opmerkingen te begrijpen.
Hy vroeg de laatste repetities en de eerste
uitvoering zelf te mogen leiden, doch dit was
zoo tegen de traditie, dat de minister verklaarde
het te moeten weigeren, omdat het zou worden
opgevat, alsof de orchestleider deserteerde, waar
door bij voor goed zijn prestige zou verliezen.
Zoo ging alles dus zy'n gewonen gang, de kapel
meester de maat slaande en Wagner op een stoel
op het tooneel zittende de maat met woeds
trappende, zoodat het tooneel in een stofwolk
was gehuld.
Onder deze omstandigheden naderde de eerste
opvoering 13 Maart 18G9.
Wagner had zich zoowat iedereen tot vijand
gemaakt, tot zelfs de claque, zonder welke hij het
doen wilde, omdat hy alleen een artistiek succes
wilde behalen.
' (Wordt vervolgd.) VAN MILLIGEK.
In Arti.
De najaarstentoonstelling van schilderyen die
nu in Arti gehouden wordt, is een belangrijke.
De Hagenaars zonden evenwel niets, en zonder
hun medewerken kan een tentoonstelling bezwaar
Hjk een compleet beeld van de moderne
Hollandsche schilderkunst geven, maar die heeft in den
laatsten tyd zooveel uitnemende talenten van zoo j
zeer uiteenloopende richting, dat zonder compleet |
te zijn, een expositie al heel belangrijk kan we
zen, als die anderen hun beste werken zenden.
En dat deden er velen. Het is onnoodig han te
bekende namen nog eens te noemen, het is over
bodig met een overgroot aantal adjectieven den
fezer nog eens van de voornaamheid en superi
oriteit van hun werken te overtuigen.
Behalve aan zulke gevoelens van bewondering
kan men op een tentoonstelling nog aan heel
wat andere dingen denken, en vooral als het een
tentoonstelling is als deze, waar ongeveer een !
driehonderd werken bij elkaar hangen, en er dus j
een respectabel aantal middelmatigheden en croütes j
onder zyn. En als men een dergelijke tentoon- j
stelling in deze dagen ziet, geeft dat ook weer
aanleiding tot andere bedenkingen, die eenigszins
in verband staan met de groote beweging op 't
gebied van de kunstnijverheid, welke nu gaande is.
Want ook de kunst heeft een doel, en al kan
men dan een schilderij zooals dat tegenwoordig
gemaakt wordt van veel kanten bezien en in de
strekking veel goeds en veel minder belangrijks
ontdekken, het bly'ft toch zeker een punt van
zwaar aan te nemen geloofwaardigheid dat een
slecht schildery reden tot bestaan zou hebben.
En dit is het wat men zich dikwyls afvraagt
als men eene tentoonstelling van moderne schilde
ryen bezoekt, en dan den grooten berg middelmatigs
ziet: wat in 's hemelsnaam bezielde de makers
van deze dingen, wat was hun streven, wat
stelden zij zich voor, wat was hun doel ?
Als men het er over eens is, dat er
behalve mooi van kleur, mooi van tint, mooi van
Ijjn, goed van compositie, van sujet, en weet ik
niet wat al, toch nog iets anders noodig is om
een kunstwerk te maken, iets wat men niet noe
men kan; als men opmerkt dat vele schilderijen
van kleur niet onverdienstelijk, van toon niet
kwaad, van compositie tamelijk, enz. enz. en met
dat al toch nog verre van kunstwerken zijn, ligt
het dan niet voor de hand te denken dat er aan
al die mooie kleur, aan dien toon, enz., krachten
verspild zyn, die by een betere aanwending heel
wat meer nut gesticht zouden hebben ?
Een schilderij, zooals men dat tegenwoordig
verstaat, is hoofdzakelijk om der schoonheid wille
begonnen, en al zit het hier nu in de
Holland8che lucht, dat onze schilders al heel spoedig
mooi van kleur enz. hun verven op het doek
brengen, dan moet er toch by' dat alles toch
noodzakelyk een zeker iets, een universeel en
door alle artisten en uit alle ty'den en landen
bezeten geest domineeren, om het geheel compleet,
om een knnstwerk te maken. Dan eerst heeft
het werk beteekenis. Maar in hoeverre heeft
een doek met mooie kleuren alleen, eenig nut
voor de andere schepselen ?
Juist omdat de kunst van tegenwoordig te veel
buiten het leven staat, te weinig uit de behoeften
voorkomt, gebeurt het dat er velen zijn die, niet
gedreven als de grootsten door een onzeggelijke
kracht van buiten in zich, de kluts kwijt raken,
en in toon en harmonie van kleur zoeken, wat
feitely'k in heel andere dingen zit.
Als men de kunstwerken uit vroeger tijden
ziet en nagaat hoe en waarom zij ontstonden,
moet het opvallen dat het een behoefte was die
hen recht tot bestaan gaf, die hun aard be
paalde. Tegenwoordig evenwel zijn er honderden
die sans gêne voor een ezel gaan zitten en een
hoeveelheid kleur, en dat dikwijls niet zonder
smaak, op een doek by' elkaar brengen, en zich
dan verbeelden een schildery gemaakt te hebben.
Een dergelyke vergissing zou niet zoo erg zy'n,
als een ieder die in een dergelijk geval ver
keerd, zy'n mistasten wilde inzien en beken
nen dat zulks maar liefhebberij is. Maar men
gaat gemoedelijk door met wat verf te ver
knoeien en zijn krachten te verspillen aan het
onbereikbare, terwijl er zoo verbazend veel dingen
voor de hand liggen die heel wat meer onder
het bereik van zijn krachten zouden liggen. Is
dat groote aantal schilderende dames het er dan
zoo over eens dat de dingen uit onze omgeving
zoo byzonder mooi zijn, zoo goed of zoo
pittoresque dat ze het maar niet laten kunnen van al
die dingen als een enorm stilleven op doek te ver
eeuwigen ? Of vinden sommige heeren die aan
schilderen doen, hun sombere phantasieën dan
zoo belangrijk, of de akelige en vervelende
landechappen die zy alleen maar schijnen te ont
dekken dan zoo mooi, dat ze het maar niet van
zich kunnen verkrygen zoo iets ongeschilderd
te laten?
Zijn er dan geen borduurwerken die heel wat
fraaier konden zy'n dan nu, geen behangselpa
tronen die aardiger konden, geen kamerarrange
menten die gezelliger mogelijk zy'n ? Is het laat
ste woord dan gezegd in zake meubelen en
ontwerpen voor decoratieve doeleinden, en is er
dan niets te verbeteren aan al die duizende voor
werpen van gebruik uit het dagelyksch leven,
die ons steeds omringen, en door fabrieken bij
zoovelen te gelijk worden afgeleverd, en die mij
doorgaans, en velen anderen, als staaltjes van
wansmaak en gedrochtelyke duf heid voorkomen?
Zou het misschien dan niet goed zy'n als een
groot deel van al dat dikwyls goede gevoel voor
kleur, voor vorm en verhouding, dat uit al die
middelmatige schilderyen op tentoonstellingen
spreekt, werd geleid door het quantum intellect
wat by het vervaardigen van die
goudomlijste ondingen vermoord wordt, en aldus aan
gewend om eenige dingen uit onze naaste omge
ving met verstandig oordeel wat beter, deugdelijker
en mooier te maken ?
Is de kunstnijverheid in het algemeen niet
iets waar onze jongere artisten zich meer op
dienden toe te leggen dan op het maken van
schilderijen ? De tijden gaan zoo vooruit en
veranderen zoo. Maar wat in de laatste jaren
eerst min of meer duidelijk schijnt te worden is
dit, dat kunst, zonder eenig doel, eigenlyk geen
recht van bestaan heeft, en dat het voor de
menschheid in 't algemeen en voor den delinquent
in 't bijzonder al zeer weinig nut heeft als hij
met zijn kwast, zoo op het doek een beetje zit
om te scharrelen, zonder doel, zoo zonder c'at
hij eigenlijk zelf weet wat hy' nu wel wil.
Is het niet grootscher, beter, nuttiger, heil
zamer, en vooral voor den rechtgeaarden geest
krachtiger en stalender, met een vast doel, naar
een vast plan te werken, dan verwekelijkend
zich te verliezen in het zoeken naar iets wat
men niet kent of zich niet juist kan omschrijven ?
Men tast, men zoekt, men verdwaalt in het
onzekere. Zy'n er niet dingen die meer voor de
hand liggen, dan het maken van schilderijtjes
die met allerlei hulpmiddelen aardig van kleur,
van toon, van dit, van dat worden, maar waarlijk
niets echts hebben; moet men het zoo ver gaan
zoeken ?
Is er geen kunstnijverheid, en hebben wij niet
vele krachten en intellecten, die moesten mee
werken aan de het tot standbrengen van een
betere verhouding tusschen de kunst en het leven?
Til. MOLKKNBOER.
Stads - versieringen.
Op zich zelf, in principe, is een prijsvraag
een heel goed beginsel. Maar in uitvoering en
dan meer speciaal in onzen tijd, is het een on
ding. Want het is absoluut onmogelijk, bij de
bekende verdeeldheid van meeningen, een Jury
by'een te krygen die eensgezind denkt, en dan
nog een of twee mededingers te vinden die op
gelijk gedachtenplan met de jury staan. Zoo iets is
ondenkbaar. Allen gaan van andere dingen uit,
komen dus allen ergens anders, en kiezen met
z'n allen, al zijn ze een voor een allemaal eerste
pieten, uit de ingezonden antwoorden een van
de slechtste. En dan loopen ze er allen tegen
aan, omdat ze 't onderling niet eens kunnen
worden.
Daar is geen prijsvraag in den laatsten tijd of
die is zoo geëindigd. Men had van te voren
kunnen zien aankomen, zelfs voorspellen, dat het
mis zou loopen, maar zulke proeven helpen tegen
woordig niet meer om de menschen te overtuigen.
Er worden toch prijsvragen uitgeschreven en toch
worden de slechtste dingen bekroond.
Zoo is het nu weer gegaan met de prijsvraag
voor de versieringen van stadsgedeelten, met
het oog op de kroningsfeesten van 't volgend jaar
uitgeschreven.
Er zijn een aantal ontwerpen ingekomen. Kenige
zeer slechte hebben een prys of een gratih'catie
gekregen en het beste staat onbezien in een hoek.
Dat beste is van den heer C. Lion Cachet. Onder
al de inzendingen is er geen, waar de feestelijk
heid zoozeer in is uitgedrukt, waar de
schitteterende kleuren zoo vurige tropeeën en koepel
gewelven boven de hoofden der joelende menigte
zouden getooverd hebben als deze conceptie geen
van de anderen had met zoo goede
ontwerpteekeningen de stoute uitgelatenheid van dit
wapperende vlaggen- en linten-geheel aan de oogen
van de niet al te oplettende jury vertoond. Als
er ooit een feestelijke feestuitdossing bedacht
werd, dan is het deze. Van aspect was dit koninklijk.
Tu. M.
Een verbetering.
Ten onrechte werd hier voor twee weken door
mij, bij de bespreking van de zoo voortreffelijke
uitgave der Erven Bohn, Oude Hollandsche steden
aan de Zuiderzee, meêaedeeld, dat door den
duchtigen houtsnyder J. G. Veldheer alleen de boekver
sieringen van deze editie waren gemaakt. Hij
teekende evenwel ook een deel van de zoo goede
illustraties, die ik toen alleen aan W. O. J.
Nieuwenkamp toeschreef. Hij maakte die bij de
steden Enkhuizen en Medemblik.
De Vareeniging voor de Kunst te Utrecht heeft
een tentoonstelling van kunstaardewerk uit de
plateelbakkerij «Holland te Utrecht. Zij is ge
opend van 19 November tot o December.
La Jeitnesse Inalterable et la Vie ternelle is
de prachtige titel van een klein maar bijzonder
fraai boekje dat by Scheltema verschijnt, door
M. Bauer en G. W. Deysselhof verlucht en geïl
lustreerd, en dat op Japansch / 48.?en op
perkament / 96.?per ex. kost.
30 Nov. verkoopt de firma G. T. Roos een
collectie oude schilderijen in de Brakke Grond.
Kykdagen Zaterdag, Zondag en Maandag van
te voren.
Dinsdag 30 Nov. in dezelfde Brakke Grond,
onder dezelfde firma C F Roos & Co. veiling
van een collectie oud blauw Saksisch en ander
gekleurd porcelein, gesneden meubelen, antiqui
teiten enz. Kykdagen even als de vorige.
Bij Wisselingh en Co. op het Spui zijn tegelyk
met een tentoonstelling van Witsen, borden en
aardewerk van Mendes da Costa te zien.
By Scheltema en Holkema zal van de hand
des heeren Prof. C. L. Dake een ets verschijnen,
voorstellend het portret van H. M. de Koningin.
Ook verschijnt daar van denzelfden maker een
ets van de Nachtwadit.
BOEKAANKONDIGING.
Kindervreugd en Kinderleed, door
LOI-ISK B'. B. Haarlem, H. D. Tjeenk
Willink.
Van dit zoo gunstig bekende boekje is een
tweede druk verschenen. Beter aanbeveling daar
van is niet te geven, dan een afdruk van de
voorrede door Cd. B. Huet in 1883, by de eerste
druk geschreven. Onze lezers hebben dus boven
dien het voorrecht den »oude haan" nog eens te
hooren »kraaien", die in de letterkundige
wereld zoo menigen boozen en goeden dag heeft
aangekondigd.
Het is de verkeerde wereld.
Niet ik moest de jonge schrijfster dezer
vriendelyke verhalen aanbevelen, maar zij mij, die van
verschillende onvriendelijke eigenschappen mij
bewust ben, en zeer noodig hebben zou dat zij
bij het publiek mijne pleitbezorgster wilde zijn.
Haar rozegeur, meneer, is een bevalliger voor
spraak dan uw maneschyn.
Aan haar de toekomst, de blijde moed, het
nieuwe leven. Aan haar vluggen voet van twintig
jaren, de hoopvolle wandeling berg op. Wat kan
zy meer verlangen !
Doch het zy zoo. Ik ben gevoelig voor de eer,
en heb het altijd aangenaam gevonden als in het
gedrang een vleiende stem mijn arm vroeg. Boven
dien zal men tusschen twee bladzijden van dit
boekje mijn portret ontmoeten.
Door mij zyn in den litterarischen bloemhof
van meer dan n land en tijdgenoot verwoes
tingen aang-rigt; en toen ik las hoe zoet en
gezeglijk de Wind, nadat hij in den tuin der kin
deren van het sprookje een soortgelyk kwaad
bedreven had, luisterde naar de berisping van
het Haantje van den Toren, toen heb ik mij ge
schaamd.
De hemel beware mij te onderstellen dat de
schrijfster daarbij aan mij gedacht heeft. Hare
pen is niet aan de zedelijke verbetering van zon
daars gewijd, door de jaren verstokt, maar aan
het griften van liefelijke beelden in het gemoed
der kleinen en onschuldigen.
Kan zij echter verhinderen dat ik door haar
tot zelfonderzoek bewogen ben ?
Mag zij mijn dank weigeren voor haar onge
zocht lesje is de zachtzinnigheid ?
De zaak is dat al het water der zee sommige
dingen niet af kan wasschen. In een epistel over
kinderboeken heb ik, meer dan twintig jaren
geleden, theoretische eischen gesteld die den
ongeduldigen lezer de fabel van Lafontaine op
de lippen moeten gebragt hebben:
Maïs Ie moindre grain de mil
Ferait bien mieux notre affaire !
Welnu, mijne kostelijke theorien geef ik gaarne
prijs, mits men het love, dat toen mijn oordeel
over deze vertellingen gevraagd werd, ik tot uit
geven aangespoord heb
De voedzame graankorrel, door de nederlandsche
kippetjes hier te pikken, is niet van mij. Ik kraai
slechts, oude haan.
Maar voor de zuiverheid van het meel sta ik ir.
Cl). B. IIlET.
Iferinticrhitjen uit den lilokkude lijd,
door J. VAN WACIIEM. Amsterdam,
L. J. Veen.
De heer van Wachem biedt ons aan een bun
deltje schetsen uit het zeemansleven, eenige ver
haaltjes, niet hooger gaande dan de mast van
het schip en niet veel dieper dan het tusschendek.
In dat opzicht kunnen zij vergeleken worden met
de marineschetsen van Weremeus Buening, wiens
kijk op personen en toestanden evenwel veel
scherper is. Buening's »Jantjes"' zijn opgepoetste
matroosjes van allerlei slag, doch niettemin goed
geteekend; prettige figuurtjes, aardig gekarakte
riseerd. De heer van Wachem geeft minder types,
by vertelt het een en ander uit zijn zeemans
leven, en jammer genoeg blijft hij daarby niet
objectief. Hy pruttelt een beetje over het af
schaffen van de lyfstraffen en pleit voor het oor
lam vermoedelijk heeft hy reeds voor jaren
het zeeleven vaarwel gezegd.
Hadde de schryver die hier geheel over
tollige beschouwingen van boord gehouden,
zijn boekje zou een aanwinst zijn geweest voor
volksbibliotheken, scheepsboekerijktjes en der
gelijke, wie het maar al te vaak aan goede lectuur
margelt. F.
40 cents per regel.
inmiMlllMliimillMmiiiiiiunmllimiiiiiiiiiiimmiMMimmimiiiMiMnMiiii
Tydelyke coijtrole Dr. K. GOKTER, Groningen.
Hoofd-Depót
VAN
Dr. JAEGER'S ORIG.
Sormaal-WolartMen.
K.F. DEUSCHLE-BENGEB,
Amsteidam, Kaher.itraat 157.
Eenig specialiteit in deze
artikelen in geheel Nederland.
VERLOVINGen HUWELIJKS-COMMUMCATIËiX,
INVITATIËN, enz.
Programmas, Memts en Tafrlkaarten.
B. VAX MAXTGKM,
Hofleverancier,
SINGEL 562, AMSTERDAM,
Visitekaarten, -Lnxepapier.
J. A. HOETING.
KALVERSTRAAT M94.
Téléphoiie 1993.
Dl AMANTS.
Orfèvrerie, .Argenterie.
Grand choix de Nouvóautés.
FANTAISIES RICHES
pour la
PÊTE DE ST. NICOLAS.
Fabriqi/e et enqros : Medaille d'or
16, RAADHUISSTR. Kcposition int. Jirnxelles
Ti'lcplionr 2291. 18U7.
Maison Fondue 187 1.
MEIJROOS & KALSHOVEN.
A r n h e m.
Piano-, Orgel- en Muziekhandel.
Ruime keuze in Huurpiano's.
H. RAHR te Utrecht.
Pianofabriek.
Binnen- en Buitenl. Muziekhandel.
Amerikaansche Orgels.
Ruime keuze in Huurpiano's.
Bal-Zijde
40 cent
tot f 1-4.O5 per Meter alsmede zwarte, witte
en kleurige Heniiebei-tf-Zöde van 35 et.
tot f 14.05 per Meter effen, gestreept, geruit,
gewerkt, damast enz. (ca. 240 versch. qua!, en
OOO versch. kleuren, dessins enz.). Franco
en vrij van invoerrechten in huis.
Stalen ommegaand. Dubbel bnetporto naar
Zwitserland.
G. Henneberg's Zijde-Fabrieken
(k. & k. Hoflever.), Zürich.