Historisch Archief 1877-1940
No. 1069
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
oudheid, de middeleeuwen, in den nieuwen
en zelfs ook in den nieuwsten tijd zien we
volksgroepen, van fier en zelfstandig karakter
strijden, worstelen om rechten, in onze grond
wet verleend. Geschiedkundige kennis doet
een reeks van heldenfiguren voor Neerland's
hoogste staatswet dtfileeren, om hulde te
brengen aan de eindelijk verworven rechten.
Zulke kostbare bezittingen behooren nauw
lettend bewaard, met onderscheiding behan
deld te worden. Daartoe is noodig gehoor
zaamheid aan de wet. Dat is een plicht,
gel\jkeJijk geldend voor rijken en armen, ge
leerden en ongeleerden, voor regeerders van
provinciën en gemeenten zoowel als voor de
geregeerden.
Een provinciale of gemeentelijke verorde
ning mag niet in strijd zijn met de wet, opdat
de harmonie van het geheel steeds be
waard blijve. Zelfs de rechter die de voor
schriften van lagere besturen wtlke hij in strijd
acht met de wet, niet behoeft toe te passen
behoort, zonder pardon, de wet stiptelijk
te eerbiedigen. Zoo, in 't algemeen gesproken,
heeft Thorbecke, het oog gericht op een har
monisch geheel, ons staatsgebouw gecon
strueerd.
Wie in strijd hiermede handelt, is onge
hoorzaam aan de grondwet in haar
constitutioneelen geest, die heeft geen eerbied voor
het werk der vaderen, die beleedigt zich zelf,
die geeft een slecht voorbeeld, die betreedt
den breeden weg die naar geweld leidt. Re
spect voor der vaderen arbeid gebiedt daarom
ons allen hoe ook gescheiden door ver
schil in levensopvatting, door verschil in den
maatstaf tot waardeering van onze
medemenschen, te protesteeren tegen ieder, die zich
aan de grondwet vergrijpt. Zóó opgevat be
hooren we een eeresalut te brengen aan de
mannen en vrouwen die 1.1. zondag in
de stad van Gijsbrecht Karel Hpgendorp,
Waar monumenten in marmer en in metaal
voor vreemdeling en landgenoot getuigen van
Neerlands gehechtheid aan de grondwet
samen kwamen om hunne verontwaardiging
uit te spreken tegenover een bakkers patroon
die, door materieele overmacht, er in slagen
kon om voorde mannen van zijn werkplaats de
grondwet, ten opzichte van het recht van
vereeniging en vergadering, buiten werking
te stellen, haar aan te randen, de eenheid
van 't geheel te schenden.
Zóó kweekt de aanrander een geest van
verzet, prikkelt hij »de vermenigvuldiging
van geheime genootschappen en besloten
vergaderingen van gelijke soort" (Mr. Heems
kerk, De praktijk der grondwet). Terwijl de
staatscommissie in '48 beoogde het bedoelde
recht onder de bescherming der grondwet te
stellen en tevens de zorg voor de harmonie
van dat recht met de openbare orde op te
dragen aan de wet, opdat het beveiligd zou
zijn »tegen de willekeur van een naar afwis
selende inzichten handelend bestuur" zegt een
bakkerspatroon, als 'n absoluut heerscher du
haut de sa grandeur ik wil niet dat dit
grondwettelijk recht voor jullie feitelijk besta,
ik verscheur dit grondwettelijk geschrift, mijn
wil zij de hoogste wet. Dat is oneerbiedig
tegenover verkregen rechten, dat is
incoustitutioneel, dat is brutaal.
Wie gelooft in de rechtvaardigheid van zijn
zaak, die schuwt de kritiek niet, die is niet
afkeerig van controle. Door onderdrukking
wordt de zegepraal der waarheid niet gekeerd.
Dat getuigt de geheele geschiedenis met gul
den letters. (Zou die niet beoefend wor
den door de leden van »de Witte" of door
de vreesachtige nazaten van Lieven Heeren
van Zierikzee?)
Slechts wie de vrijheid van anderen liefheeft
is zelf de vrijheid waard. De publieke opinie
is een machtige rechtbank ; zij doe toch steeds
haar oordeel hooren tegenover ieder hij zij
baas of knecht die de grondwet schendt,
ItlllllllllIIllMinillllMIIIIIIIHIIMIIMIIIIIIIIIIIIMIII
IKIa.rl.
naar het E/igelsch
VAN
BR E T HARTE.
II.
//Ach Gott! In Amerika was hij een man. Hij
kon stemmerj, wetten maken, en als 't een beetje
meeliep, Raadslid worden of Ober Intendant
en hier was hij maar een soldaat, jaren achtereen.
En dat Amerika was zoo'n prachtig land.
l^undei-scftön.'^ Zulke vreeseüjk groote steden wareu daar,
en n, Bufllo, had vijfhonderd duizend inwoners
en heel SfhlHchtstadt kon er wel in ronddansen !;'
De consul zuchtte. Karl had de lijn der New
York Central and Erie roads blijkbaar nog niet
verlaten. //Maar is het hem al ingevallen wat hij
met zijn papieren heeft gedaan r" vroeg* hij over
redend.
//Ach ! wat had hij met papieren noodig, ah hij
wetten kon maken. Wat maalde hij om die vodden 'f '
//Maar zijn eetlust blijft goed, hoop ik?" onder
stelde de consul.
Dit maakte een einde aan het gesprek, niettegen
staande Karl nog verscheidene avonden kwam en
zijn popperige tiguur de stoere gestalte van den
korporaal der huzaren uit het schemerdonker
achter in de gang geheel verbande.
Op zekeren avond echter keerde de consul een
dag eerder dan hij verwacht werd van een bezoek
in een naburige stad terug. Toen hij zijn woning
naderde, verbaasde het hem eenigszins, licht achter
de gordijnen van zijn zitkamer te zien branden, en
in gang of portalen nergens een spoor van
Trudchen te ontdekken. Hij liep in htt donker de
trap op en stiet de deur van ziju kamer open.
Tot zijn verwondering zag hij Karl rustig in ziju
hetzij naar de letter, hetzij naar haar geest.
Orde moet er zijn, daarom stipte gehoorzaam
heid aan wet en wettige autoriteit nevens
onkreukbare eerbied voor de rechten van wie
dan ook ! Mr. Heemskerk herinnert zoo terecht
in zijn aangehaald werk : mais c'est une
expérience ternelle que tout homme qui a
du pemvoir, est portéa en abuser; il va
jusqu'a ce qu'il trouve des limites
(Montesejuieu). Men wijze de grenzen aan! De afschaf
fing van de plaatsvervanging is goed; de
invoering van leerplicht is beter, maar regeling
van het arbeidscontract is het beste. Sociaal
ministerie: er is haast bij.
* *
*
Hoe men over de tegenwoordige verdeeling
van de arbeidsvruchten me>ge denken, zoneier
uitzondering zal men erkennen, dat de aller
eerste voorwaarde voor hoe>gere volkswelvaart
is: vermeerdering van de opbrengst van den
algemeenen ai beid, opdat er meer te verdeelen
zij. Dat mag nimn er vergeten worden. Om
die reden meen ik van tijel tot tijel te moeten
wijzen ook op de noodige ze>rg voor den kloeken
mideienstanr1. Tot aanvulling van hetgeen ik
daaromtrent de vorige week schreef, doe ik op
merken, dat deze krine de belangrijke taak ver
vult die bestaat in het organiseeren en leiden
van den arbeid, het vinden van débouché'?, het
doen transporteeren, het opsporen van de beste
bronnen ter verkrijging van de grondstoffen
e. d. g. Tot aankweeking van die velerlei
kennis is noodis onderwijs in ambachts- en
handelsschool. En aan dat onderwijs wordt
nog zoo weinig gedaan in vergelijking met
elders. Ik sprak den vorigen keer over de
dreigende concurrentie op de wereldmarkt
tengevolge van de gioote vorderingen die
Japan's industrie en handel in de laatste
jaren hebben gemaakt. Welnu, in Japan
bestaat zeer uitgebreid handelsonderwijs.
De eerste stelselmatig ingerichte handels
school te Tokio werd gesticht door den
minister van opvoeding die vroeger gezant
te Londen was. Spoedig na hare oprichting
is zij door het gouvernement tot een volledige
hoogere handelsschool gereorganiseerd. Bo
vendien bestaan nog in 18 verschillende
plaatsen volledige handelsscholen met ver
schillende afdeelingen onder prefecturale of
communale controle. De leeraren voor deze
scholen worden gevormd door de rijks hoogere
handelsschool.
De Staat zij niet alleen bedacht op het
lager onderwijs dat allen behoeven ; daarvoor
gelden beschikbaar te stellen en die te ont
houden of al te spaarzaam uit te geven voor
de behoeften van den leidenden in organi
seerenden aibeiderskring, is meten met_twee
maten. De gemeente Amtterdam heeft een
goed voorbeeld, voor elen staat
navolgenswaarelig gegeven. Ten volle toegerust met be
kwaamheid van hoofd en hand, met onbe
vangen ooreleel en 'n ruimen horizon, zonde
Nederland zijn moedige zonen uit naar het
uitgebreide, onmetelijke internationale
arleidsveld. Nederlanel late zich niet verdringen.
Voor de belangen van bedoelde kringen is
ook zoo noüdig toezicht op levensverzekering.
maatschappijen waarop de oud-minister de
Savornin Lohman dezer dagen in de Tweede
Kamer aandrong en op het administratief
en comptabel beheer in naamlooze en andere
vennootschappen die de grootere en kleinere
kapitalen tot zich trekken. Ook betere con
trole op de gemeente-financiën en op die van
gemeentelijke instellingen is blijkens her
haalde ervaring, de beste leermeesteres - zoo
hoog noodig. .Engeland is ons hierin heel wat
vooruit; Amerika en verschillende engelsche
koloniën hebben het, in verband hiermede,
nopelig geoordeeld het accountants-beroep wet
telijk te regelen, en thans mag men spoedig
esne zoodanige regeling in het Czaren-rijk
verwachten. Zou Nederland volgen ?
liiiiMMMMmni
leunstoel zitten met de brandende studeerlamp op
tafel voor zich, zijn pet af en oogenselnjnlijk iu
ernstige studie verdiept. Hij was zóó' afgetrokken,
dat het eeuige oogenblikkeu duurde eer hij opkeek,
zoodat de consul zijn gewoonlijk frank en lachend
gezicht ongestoord kon opnemen, dat hem nu
echter trof door eeu zonderlinge uitdrukking van
gespannen aandacht en diep gepeins, die hij er op
meende waar te nemen. Toen hun blikken elkander
eindelijk ontmoetten, stond hij dadelijk op en sloeg
aan, en zijn kinderlijke glimlach keerde terug.
Maar, hetzij uit aangeboren flegma, of een buiten
gewone gave van zelfbeheersching, hij verried niet
de minste verlegenheid of angst.
De verklaring die hij gaf was eenvoudig en
duidelijk. Trudchen was met korporaal Fntz een
straatje gaan omloopen en had hem verzocht, tijdens
haar afwezigheid op het huis te passen. HIJ had
geen boeken, geen kranten, hocgeraumd geen lec
tuur in de kazerne, geen enkele gelegenheid
om zijn geest te beschaven. HIJ meende dat de
//Herr Consul" er niet tegen zou hebben, als hij
eventjes in zijn boeken sniill'elde. De consul was
aangedaan nu ja, 't was een beetje onbeschei
den, maar zulk een miniem vergrijp was best, dooi
de vingers te zien en 't was even goed
Trudchen's schuld als Karl's! Kii als de goede sul
er nog wat geest om te beschaven op nahield
zijn geheele houding teekende werkelijk diep, in
gespannen nadenken zou hij, de consul, een
wreediard ziju als hij hem beknorde. Hij glim
lachte welwillend, toen Karl een stompje potlood
en een vettig notitieboekje in zijn borstzak weg
borg en wierp een blik op de tafel. Maar tot zijn
verwondering was het, een groote kaar!, die Karl
had zitten te bestudeeren en tot ziju nog groot er ver
wondering, een kaart van des consul's eigen district.
//Je schijnt veel van kaartenstudie te houden,"
zei de consul vriendelijk. //Je hebt toch geen nieuwe
emigratieplanneu r'1
//üch, neen!" antwoordde Karl eenvoudig. ,/Het
is om een nicht van mij die hier ergens iu de
ouuvt woont. Ik heb 't gevonden."
Hij vertrok echter zoodra Tiu;'chen terug kwam
n het bevreemdde den consul, op te merken, dat
zij, hoewel Karl's houding ten haren opzichte niet
Vote against employers 100 to one. Zóó
luidde het telegram, dat het besluit der sta
kende engelsche metaalbewerkers berichtte.
De werklieden konden, mochten al ware
't alleen om den eerbied, verschuldigd aan de
nagedachtenis van hunne voorgangers van
vroegere dagen in den strijd voor recht en
vrijheid de voorstellen niet aannemen. De
verbonden patroons pogen nog eens uitvoerig
je bewijzen, dat het volstrekt hun toeleg niet
is om de vakvereenigingen te doen opheffen.
Dit baat niet veel. De redenen daarvoor heb
ik o. m. de vorige week uiteengezet. De werk
lieden en het overige publiek kunnen het niet
gelooven. Waarom anders de voorwaarden,
zoo nauw betrokken bij het doel der vakver
eenigingen, gesteld? Het wereldberoemde
echtpaar Webb, schrijvers van de geschiedenis
der britsche vakvereenigingen, verklaren dan
ook in de Daily Clironicle dat zij elie
mededeelingen der patroons beschouwen als pogin
gen om wat zwart is, wit te doen schijnen.
In denzelfden geest laat zich de bekende
duitsche hoogleeraar Lujo Brentanp, de beste
kenner der engelsche vakvereenigingen, uit.
't Is dezelfde politiek zegt hij als in
Duitschland gevolgd wordt. Daaraan ontleent
de sociaal-democratie haar macht. Mocht in
Engeland het trade unionisme te niet gaan,
dan is de laatste hinderpaal voor de opkomst
en uitbreiding van het socialisme weggevallen.
De nederlaag van den engelschen
metaalbewerkersbond, een van de rijkste en sterkste
vakvereenigingen, ware niet alleen voor En
geland, maar voor de geheele wereld een ramp.
Onder de arbeiders zou deze teleurstelling in
hun geloof aan de kracht van vereen igd wettig
optreden, de reve>lutjonnaire denkbeelden over
de geheele werelel in kracht eloen toenemen.
Om die reden verwijs ik gaarne naar mijne
aanbeveling van den vorigen keer om am
munitie voor den waardigen strijd te zenden
aan het ned. arbeiders-secretariaat, Rozen
straat 135.
Enkele weken geleden kon ik reeds
mededeelen, dat in de buurt der eilanden in het
noorel-oosten der stad en van ele Prins Hen
drikkade de behoefte aan een Ons Huis als
j op ele Rozen gracht onder ele voorbeeldige lei
ding van den heer J. A. Tours staat?onder
de arbeiderskringen wordt gevoeld. Om in
die behoeften eenigszins te voorzien, beoogt
de vereeniging »De Samenwerking ' het geven
van cursussen en voordrachten, het samen
stellen van clubs, het organiseereu van mu
ziekuitvoeringen en gezellige bijeenkomsten
e. el. g. De vereeniging »De Eenheiel", een
combinatie van drie werklieelen-vereenigingen :
! elie der scheepstimmerlieden, der
scheepsbeschieters en der metaalbewerkers, met welke
»De Samenwerking1' over de werkzaamheden
in overleg zal treden, heeft het gebouw »De
Eenheid" aan het 's Gravenhekje beschikbaar
gesteld.
Voor de toepassing van het schoone voor
nemen van »De samenwerking" is echter meer
geld noodig dan waarover ze totnogtoe be
schikt al heeft ze reden tot elankbaarheid voor
hetgeen ze reeds ontving. Verblijdt daarom,
gegoede ingezetenen van Amsterdam, afkeerig
als ge zijt van al wat ruw en onbeschaafd
is, het bestuur van genoernele vereeniging
tnej. C. Tilanus, presidente, Heerengracht 401!
en mej. W. Kuenen, secr.-penningmeesteres,
v. Baerles-traat 10 niet uw stoffelijk bewijs
van waardeering voor elen belangloozen arbeid
tot verheffing van het intellectueel peil uwer
meelebewoners eler groote stad. Zij zal er u
eles te aangenamer, des te aantrekkelijker
eloor worden. Verheffing van de volkskringen
in intellectueelen en matcrieelen zin, is aris
tocratische en democratische arbeiel tegelijk.
Amst., 15/1(> Dec. '97.
D. S'rieiïER.
de minste wijziging had ondergaan, veel koeler
tegenover hem was geworden. Meenende dit ge
deeltelijk aan den terugkeer van den sergeant te
moeten toeschrijven, beschuldigde de consul haar
plagend van ontrouw. Maar Trudchen keek ernstig.
//O! onze Karl heelt nieuwe vriendinnen, llij
kijkt niet meer naar arme meisjes zooals wij. Als
voorname dames, zooals de oude mevrouw V on
Wimpfel hem iu de hoogte stekeu ? waar blijf
je dan r"
Uit Trudchen's relaas bleek inderdaad, dat de
weduwe van een weigestelden winkelier een soort
protégévan den jongen soldaat had gemaakt en
hem geschenken toestopte. Verder dat de vrouw
van den kolonel hem bij een avond //Gesellschaft"
als page, of tafelbediende, of zoo iets had laten
fungeercn en dat de andere olliciersdames hem
toen ook allemaal wilden hebben. Vond de J/err
Consul het niet verschrikkelijk, dat een vrije Ame
rikaan, die stemmen mocht en wetten kou maken,
tot zulke dingen verlaagd werd!"
De consul wist niet wat hij denken moest. Zoo
veel begreep hij echter wel, dat Karl vooruit
kwam" en zijn hulp niet noodig had. In de hoop
echter meer vau hem te weten te komen, accep
teerde hij een uitnoodiging van generaal Adlerkreutz,
om op zekeren avond met den staf in de kazerne
te dineeren. Daar ontdekte hij, min of meer tot
zijn verlegenheid, dat het diner gedeeltelijk ter
zijner eer gegeven werd, en in de pauze, voor het
dessert, toen de gerechten, rijkelijk met bier be
sproeid, w-aren verdwenen, stond de dappere veteraan
Adlerkreutz op, om in ee-n keurige speech op zijn
gezondheid te drinken. Zijn vurige, maar doordat
alle bekende rededcelon er ruimschoots in ver
tegenwoordigd waren met slechts n enkel werk
woord om ze bijeen te houden ietwat onsamen
hangend klinkende speech kwam hierop neer: //dat in
zijn boezemvriend den //Herr Consul" en hemzelf
de onverbreekbare unie van Germauia en Columbia,
in hun goede verstandhouding de oorlog tartende
vereeniging van twee groote nat.en en iu des
consul's nobel gedrag in zake //L"user Karl's"
teruggave aan het Duitsche leger het b.wijs der
diplomatieke scherpzinnigheid van een grootcn
geest lagen opgesloten. Hij was overtuigd dat hij
TOONLLCTrTMVZiLK
De AntigoneYoorstelling.
(Slot).
Dit laatste, meen ik, is de oorsprong van
het doodelijk koude, het verstarrende gevoel
dat bij sommigen deze wan kunst voortbrengt.
Wij komen niet voor Bouwmeester, maar voor
Oeelipus of Kreon. Wij doen moeite om achter
de ons welbekende gestalte van den bekwamer^
akteur, de ons minder familiare figuur van
Tliebaansche vorsten, den ouderen of'den jon
geren, te ontdekken. Echter, telkens als wij
meenen hen in het oog te vatten, verdwijnen
zij of geheel uit het gezicht, of doen zich
kennen als onbelangrijke tooneelprinsen. Wat
Oedipus is, wat hij is geweest, wat hem over
komt, wat hem bezielt, het is voor ons te
veel, te weinig, maar elementen waaruit
wij den konkreeten koning kunnen maker,
is het alles niet. Te veel of'te weinig: moeten
wij wat hij zegt en wat van hem wordt gezegd,
letterlijk opnemen, moeten wij de ongevallen
die hem zijn overkomen, beschouwen als waar
gebeurd, dan zien wij vóór ons iemand die
wel is waar het menschelijk leed heeft uit
geput, doch zonder dat het dichterlijk verslag
van zijn lijden aan ons zich anders vertoont
dan als een groot verdriet, voortgekomen uit
toestanden en gepaard aan gebeurtenissen,
waarvan wij het rechte niet kunnen vatten.
Die reeks van toevallige ongelukken, uitge
stort over hetzelfde onschuldige hoofd, maakt
ons wrevelig, onverschillig. \Vij gevoelen geen
medelijden wegens rampen die alleen op mis
verstand berusten tenzij ons het ontstaan
van de noodlottige dwaling met een juistheid
worde aanschouwelijk gemaakt, welke op hare
beurt ons treft als de ware voorstelling van
levensomstandigheden of
karaktereigeiuchappen ....
Iemand brengt zijn vader om het leven en
treedt in het huwelijk met zijn moeder,
maar dit zijn geen tragische en zelfs geen
treurige gevallen, als zij worden bedreven in
volkomen onwetendheid, en enkel tengevolge
van feitelijke vergissingen. Worden wij, daar
entegen, bekend gemaakt met oorzaken van
ontaarding, vervreemding, welke bij den zoon
de hartstochten van haat en liefde in hetzij
schrikwekkende, hetzij wanstaltige vormen
te weeg brengen, zoo zullen wij den begeerden
indruk ten volle ondergaan. Maar, is het
huwelijk te wijten aan een verschrijving bij
den burgerlijken stand of de doodslag aan,
een onhandigheid op de jacht, dan is het
leed van de betrokken personen geen onder
werp dat ons in een drama zal ontroeren
en in de werkelijkheid alleen hunne naaste
vrienden. De onevenredigheiel van oor/aak
en gevolg maakt wel de feiten niet ongeschied
of, voor de betrokken personen, minder te
bejammeren, maar geeft ons ele feiten te
kennen ais feiten alleen, ontdaan van senti
ment. Zelfs is de kans niet uitgesloten, dat
het kontrast hier bedoeld, ons met voorstel
lingen bezoekt, zeer weinig gelijkende op de
voorstellingen welke wij aan vadermoord of'
bloeelschaude plegen te verbinden.
En nu is vrij zeker dat wij eleze tegenstrij
digheid, de onbeduidende oorzaak en het
veelbeteekenende gevolg, terug vinden in de
motiveeriug van de gebeurtenissen die Oedipus
overstelpen. Wij gelooven aan de goede trouw
der geletterden; maar het publiek dat de
treurspelen van Sophokles voorgeeft te
bewoneleren, kan niet geacht worden in ernst
te hechten aan een realiteit waarin het wemelt
van goden, ttinksen en zieners. Ons gaan
IIMIIMIUmlIUIIIIIIIII
en de Herr Consul in die grootsche toekomst, nog
even onafscheidelijk vereend en neerziende op n
algemeene broederschap de machtige
GtrmaauschAiuerikaausche confederatie voldaan zouden zijn
over elkander en zichzelven en het onvergetelijk
werk dat zij op aarde hadden gewrocht."
Met geweldig enthousiasme werd de toast ge
dronken en kreten van //lloch! lloch!" daverden
door het vertrek, geaccompagneerd door het malend
gedreun vau zwaar gebodemde bierglazen. De consul,
trillend vau aandoening, nam haastig een paar
reserve-werkwoorden in zijn gedachten en stond
op. Aldus toegerust voor die gevaarlijke reis stak
hij onvervaard vau wa', zorgvuldig af houdend vau
de kust van bondigheid; laveerde gelukkig voorbij
de haven vau begrijpelijkheid, outzeilde de klip
van soberheid en lensde eindelijk voor top en takel
voortgestuwd door een orkaan van welbespraaktheid,
door't ruime sop. Hij verklaarde dat hij, ofschoon zijn
beminde tegenstander hem in dezen
complimeuteustrijd ontwapend en alle ammunitie verschoten
had, waardoor het hem onmogelijk was zijn edel
moedige lofrede met gelijk vuur te beantwoorden,
zich toch gedrongen gevoelde met het
hartverhill'eud streven vau dien dapperen veldheer naar
het vredig verbond van beide volkeren iu te stem
men. Maar, hoewel deze grootsche en innigste ge
voelens van den gastheer ten volle onderschrijvend,
kon hij toch niet nalaten het geëerd gezelschap,
de^en roemruchtigeu broederbond, mede te deelen
dat een band, sterker dan die der sympathie nog,
hem aan den Generaal verbond de band der
verwantschap! \Vaut terwijl, zooals de geachte
aanwezigen wisten, hun onversaagde aanvoerder
een Ehgel.-ciie \ronw had getrouwd, wilde hij, de
Consul, hoewel Amerikaan in hart en nieren, uu
voor het allereerst bekennen, dat hij van moeder's
zijde vau llollandsche afkomst was. Hij wilde
verder niets zeggen, maar hen vol vertrouwen in
het bezit der overweldigende beteekenis van dit
tot dusver aan geen sterveling geopenbaard feit
laten!"' Jij ging zitten met de totaal vergeten en
ais louter ballast meegevoerde werkwoorden nog
aan boord, maar de toi juichingen, die bij dezen
volkomen overtuigeuiieu, afdoenden en logischen
climax losbarstten, schonken hem de zekerheid dat